Transport üan een brug - Valproef met een nieuwe reddingboot Sonate Pathétique 82sfe Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON door OCTAVUS ROY. (26 „Routine, Ernie. Harrison heeft-verklaard dat ze niet schuldig was; hetgeen nu niet bepaald een verrassing was. De jury werd geïnstalleerd, beschuldiging voorgelezen en zoo? En toen was het alweer tijd voor de boterham." „Zijn er dan nog heelemaal geen getuigen vóór geweest?" „Het gewone recept. De sheriff en de lijk schouwer. Die hebben nog eens deugdelijk bewezen dat de vrouw van Andrews volko men dood is,, en dat het feit binnen'de ju risdictie van deze rechtbank is gepleegd. Straks krijgen we pas wat te hooren. Die chauffeur van de Stuarts Ernie knikte begrijpend. „O ja, Frenzy killings. Die heeft het lijk ontdekt." Sue hief haar onschuldige blauwe oogen naar Rudd's plechtige gezicht op. „Jij weet heel wat, Ernie, is het niet?" „Ik hoor wel eens wat." „Vertel me dan eens hoe denkt de stad hier eigenlijk over?" Ernie dacht na over zijn antwoord. „Ja, juffrouw ze zijn natuurlijk opgewonden, omdat we hier niet zooveel aan moorden doen >,Nieuw beroep voor jullie, hè?" „Zegt u dat wel. Maar ze zijn er niet ftiet onverschillig onder." „Nee?" Ze luisterden nu allen toe Sue Manning had toch altijd een neus voor het opsporen van interessante copie. „Nee. Die mevrouw Andrews «en haar man hebben hier altijd veel aan liefdadigheid gedaan. De arme menschen hier in de buurt weten er van mee te praten. Ze maakten er nooit drukte van, maar je hoort het na tuurlijk toch wel eens. Er zijn hier een hoop menschen, die het voelen alsof ze een soort familielid verloren hebben." „Hmm.Met andere woorden: die offi cier van Justitie mag Harrison te lijf gaan, zonder vrees van zich impopulair te ma ken?" Nat Williams merkte op: „Winthrop? Dat is een blaaskaak! Laat geen gelegenheid voorbijgaan, om dat zilveren tongetje van hem te laten klepperen." „Dat doet-ie ook," brauwde Ernie. „Maar vergis je daar niet in. Lee Winthrop is een slimme rot. En hij kent wat, waar die meneer Jason Marsh geen benul van heeft En dat is een Karnaksche jury." Sue knikte, „Dat had ik me ook al ge dacht. Ik ben blij, dat ik Lynn Harrison niet ben." Spike vroeg: „Geef ons eens jouw vrou welijke meening, Sue. Heeft zij het gedaan of niet?" Zij antwoordde ernstig: „Ik heb nog niet zoozeer op Harrison gelet, dat komt nog wel." „Hoe komt dat?" „Omdat ik meer aandacht voor Wally Andrews gehad heb. Die man is om mede lijden mee te krijgen..Ja, spot jullie maar, maar er zit copiè in dien man". Ze schudde medelijdend het hoofd. „Ik heb nog nooit een man gezien die zoo door verdriet wordt opgevreten, en die zich toch zoo kra nig houdt." Spike Warren merkte op: „Daar kan je gelijk in hebben. Maar ik houd het voor- loopig op meneer den officier: die vent heeft ons al zooveel beloften gedaan „En reken maar, dat hij met verrassingen zal komen", merkte weer een ander op. „Hij zit vol van de verrassingen.,.,.En heeft hij even benul van de waarde van de Pers!" Zij betaalden hun rekeningen en drom den naar het Hofplein terug: een zonder ling troepje, oppervlakkig hard, maar zacht en sentimenteel van binnen. De deurwaar der verzocht stilte, en de rechter gaf het woord aan den officier van justitie. HOOFDSTUK XIII. Lee Winthrop stond op, kucht-, en zei: „Frenzy Gillings." Frenzy rees op. Hij voelde zich tegelijk gewichtig en beangst: „Jawel, m'neer Win throp, hier ben ik." „Ga maar naar de getuigenbank". „Ja-ja-jawel, m'neerr." Hij keek rond naar Gregg, die hem bemoedigend toe knikte. De heer Gillings legde den eed af en ging zitten. Lee Winthrop begon vriendelijk en geruststellend: „Hoe is je naam?" „Ikke Nou, m'neerr Lee, U weet toch wel „Ik moet het toch van je zelf hooren, Frenzy." Frenzy schudde het hoofd' al die gekke formaliteiten hadden hem al van den kook gebracht.Maar hij slaagde er toch in, te antwoorden: „Frenzy Gillings". „Waar woon je?" „New-York!" op trotschen toon. „Heb je altijd in New-York „ewoond?" „Je zou het haast denken, m'neerr Lee. Maar ik ben hier van Karnak; vroeger al tijd hier gewoond." „Wanneer ben je nu naar Karnak ge komen?" „Drie vier dagen voor Dankdag." „Ben je alleen gekomen?" „Nee, m'neerr. Ik moest den auto van m'neer Gregg rijden." „Wie waren daar nog meer bij?" „Nou, m'neerr; daar was m'neerr Gregg en juffrouw Toby en juffrouw Lynn." „Juffrouw Lynn Harrison?" „Ja m'neerr. Hier juffrouw Lynn". „Hmm, hmm". Lee Winthrop wierp een blik naar de jury, alsof hij zeggen wilde: „Let op: daar komt wat interessants.". Toen vroeg hij aan Frenzy: „Je hebt immers al langen tijd bij mijnheer Stuart' gewerkt in New-York?" „Jawel, m'neerr; jazeker. Bijna twee jaar al." „Wat heb je daar voor hem te doen?" „Nou, m'neer Lee ik ben daar chauf feur, en kok, en huisbediende." „Heb je ooit juffrouw Lynn Harrison in de woning van mijnheer Stuart gezien?" Jason Marsh stond langzaam op en zei: „Ik maak bezwaar, Edelachtbare." „Op welken grond, mijnheer Marsh?" „Ik kan niet inzien, welk verband „Neemt u mij niet kwalijk", kwam Win throp honingzoet. „Ik wensch langs deze v ijze de aanwezigheid van béktangrie in Karnak te verklaren. Het ls mijn doel, te bewijzen, dat haar reis naar Karnak een deel van het vooropgezet overleg was, dat haar ten laste is gelegd." „Gaat u door, mijnheer Winthrop. Pro test afgewezen." „Ik herhaal, Frenzy: heb je ooit juffrouw Harrison aan de woning van mijnheer Stuart gezien?" „Jawel, m'neer." „Hoeveel maal dan?" „Niet meer dan éénmaal, m'neerr." „Wanneer was dat?" „Den morgen dat we naar Karnak ver trokken." „Dat was dus de eerste en eenige maal?" „Jawel, m'neerr Lee. ï'ct m'n hand op m'n hart „Ziet was dus 's morgens, zeg Je?" „Ja, m'neerr. Bij het ontbijt." „Zoo, zoo!" Winthrop maakte een aan dachtspauze. „Kwam ze dus ontbijten?" „Nee, m'neerr. Ze was er al." Er ging eenig gefluister onder de toe schouwers op en Sue Manning fluisterde tegen haar buurman: „Die zit! Wat zeg je nu wel van meneer Winthrop, Spike?" „Dat hangt er van af, waar hij heen wil." „Allemachtig, wat zijn jullie mannen toch sufferds. Hij wil bewijzen, dat er een steekje aan haar reputatie los is. Let eens op haar." Lynn had een kleur gekregen en keek recht voor zich uit. Zij klemde de lippen stijf opeen, en zij hield zich kennelijk slechts met moeite in bedwang. Nadruk verboden) (Wordt vervolgd) eb—:=z= MAANDAGMIDDAG HEEFT MEN EEN YALPROEF GENOMEN met de GENERAALVELDMAARSCHALK LIST BIJ EEN BERGJAGERSFORMATIE. GEVANGEN GENOMEN BRITSCH-INDIËRS WACHTEN nieuwe reddingboot „Dudok de Wit", welke bestemd is voor de N.Z.H.R.M. Generaalveldmaarschalk List bracht dezer dageneen bezoek aan een berg- Qp pjjjN OVERBRENGING Boven: de reddingboot wordt pl.m. 1.50 m. boven het water geheschen, om jagersformatie. Hier is hij in gesprek met een der bergjagers. dan met een klap op het water terug te vallen (onder). (Polygoon) (Scherl) DE FILMOPERATEURS BIJ HET LUCHT WAPEN. IN DE GROOTE jELECAMERA WORDT DE TELELENS INGESCHROEFD. (Weltbild-Polygoon) MAANDAG VOND EEN BUITENGEWOON INTERESSANT VERVOER PLAATS van een-18 ton zware ijzeren brug, welke dienst heeft gedaan over 'het Zuider-Amstelkanaal en vervangen wordt door een nieuwe brug. De brug tijdens het vervoer op den Stadionweg te Amsterdam. (Polygoon) IN HET GEBOUW FLUWEELEN BURGWAL 22 in den Haag is Maandagmiddag een tentoonstelling geopend over vrijmetselarij. Het openingswoord werd uitgesproken door den secretaris-generaal van het departement van Volks voorlichting en Kunsten, Dr. T. Goedewaagen. Dr. W. Schwier en Dr. T. Goedewaagen bij een vitrine met documenten. (Polygoon)'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1941 | | pagina 5