OORLOGSSCHADE BINNENLAND HET PERSOONSBEWIJS De centrale keukens LEIDSCH DACMD, Z«ig 24 Mei 1941 Derde Blad No. 2489S f. 1.917.000.000 «r 82ste Jaargang Half Juli: vToege aardappelen De ingeleverde „Reichsbanknoten" Ontslaan van werknemers Aankoop van materialen en goedkeuring van werken De man, die dacht, dat het zóó ook wel kon Het bedingen van pachtprijzen Halfjaarl. schaderegeling Nieuwe regeling voor de aardappelbonnen KtN/T EN LETTEEEN OOGSTVERWACHTINGEN ZIJN GUNSTIG. Er is de laatste dagen een diepe wensch van land- en tuinbouw vervuld, er is regen gevallen. Weliswaar nog niet zoodanig, dat het water-gebrek, dat nijpend dreigde te worden reeds ten volle is overwonnen, doch een ernstig gevaar is toch weer voorshands bezworen. Speciaal voor de aardappelen-cultuur be- teekent deze stevige buien die zijn gevallen verbetering in de oogst-omstandigheden. Het kon nog niet worden gezegd, dat een mislukking zou plaats vinden, doch wel was regenval zeer noodzakelijk om het gewas beter en sneller te doen ontwikkelen. Wel moet worden aangenomen dat de oogst dit jaar ongeveer veertien dagen later zal val len dan andere jaren, als gevolg van het koude voorjaar. Andere jaren kon het Westland, dat gewoonlijk onze eerste vroege aardappelen levert, hiermede begin Juli reeds aanvangen, doch men rekent er thans op, dat de oogst van de vroege aardappelen half Juli van beteekenis zal kunnen worden. Overigens kunnen de oogst-verwachtingen momenteel heel gunstig worden genoemd, vooral nu de regenval de kansen voor het zwellen van de aardappelknollen belangrijk heeft verbeterd. BESLUIT BETREFFENDE DE AFREKENING. De staatscourant bevat een besluit van de secretarissen-generaal van de departe menten van financiën en van justitie be treffende de ingevolge het besluit van den Opperbevelhebber van Land- en Zeemacht van 24 Mei 1940 ingeleverde „Reichsbank noten". Artikel 1 1. De ingevolge het besluit van den Opperbevelhebber van Land en Zeemacht van 25 Mei 1940 (Neder landsche Staatscourant van 27. Mei 19^, no. 100) ingeleverde „Reichsbank noten", zoomede „Rentenbankscheine" in coupures van 10 Rentenmark of meer zullen door de Nederlandsche Bank N.V. aan de rechthebbenden worden afgere kend tegen den koers van 100 Rijks mark, resp. Rentenmark 75.36 gulden. 2. Voor zoover de inlevering ingevolge het in het vorige lid genoemde besluit niet rechtstreeks bij de Nederlandsche Bank N.V. heeft plaats gehad, geschiedt de af rekening door tusschenkomst van de in dat besluit vermelde banken of bankiers. 3. De in het vorige lid bedoelde banken en bankiers kunnen aan degenen, die bij hen „Reichsbanknoten", zoomede „Renten bankscheine" in coupures van 10 renten mark of meer ingeleverd hebben, een pro visie in rekening brengen van één per mille, met een minium van f. 0,25 per post. De Nederlandsche Bank N.V. kan voor „Reichsbanknoten en „Rentenbankscheine" als voormeld, die bij haar zijn ingeleverd door anderen dan banken en bankiers, de- Zelfde provisie in rekening brengen. Artikel 2 1. Een afrekening, als in het vorige lid bedoeld, zal slechts plaats vinden, indien de rechthebbende binnen zes maan den na de inwerkingtreding van dit besluit den wensoh daartoe aan de bank of ban kier, waarbij de „Reichsbanknoten" of „Rentenbankscheine" zijn ingeleverd, te kennen geeft. 2. Ingeval de „Reichsbanknoten" of „Ren tenbankscheine" zonder vermelding van naam en adres zijn ingeleverd, zal degene, die de afrekening verzoekt, ten genoege van de Nederlandsche Bank N.V. van zijn recht moeten doen blijken. Artikel 3 Van „Reichsbanknoten" en „Rentenbankscheine", waarvan niet binnen den in art. 2 genoemden termijn de afreke ning is verzocht, dan wel ten aanzien waarvan degene, die tijdig het verzoek heeft gedaan, niet ten.genoegen van de Neder landsche Bank N.V. van zijn recht heeft doen blijken, gaat de eigendom van rechts wege over aan den staat. Artikel 4 Dit besluit treedt op den der den dag na dien zijner afkondiging in de Nederlandsche Staatscourant in werking. De directeur-generaal van den arbeid heeft met ingang van 1 Juni a.s. aan leiders van industrie- en handelsbedrijven, alsmede van landbouwbedrijven, met uitzondering van akkerbouw- en veehouderijbedrijven, vergunning verleend tot het ontslaan van werknemers, die bij hen in tijdelijken dienst zijn, onder wie worden verstaan werkne mers, die op niet meer dan 110 dagen in de zes onmiddellijk aan den datum van het ontslag voorafgaande maanden bij hen werkzaam zijn geweest Voorts is met ingang van genoemden da tum vergunning verleend aan leiders van landbouw-, industrie en handelsbedrijven, om werknemers, die door of ten gevolge van hun bemiddeling een 'andere, ten minste gelijkwaardige dienstbetrekking kunnen ver krijgen, te ontslaan, onder voorwaarde, dat zij den ontslagene, indien de nieuwe dienst betrekking eindigt op andere wijze dan door ontslag op verzoek van den werknemer of door ontslag op grond van het bepaalde in artikel 1639 p. van het burgerlijk wetboek, onmiddellijk op de oude arbeidsvoorwaarden herplaatsen, ingeval het ontslag uit de nieuwe dienstbetrekking plaats vindt bin nen drie maanden, of zoo het betreft werknemers met vier of meer jaren vrijwel onafgebroken dienst binnen een aantal maanden, gelijk aan eet aantal dienstjaren ln de oude dienstbetrekking, na de aan vaarding der nieuwe dienstbetrekking. WIJZIGING IN HET SYSTEEM VAN MACHTIGINGEN. Zooals bekend is gemaakt, worden door den dienst voor den wederopbouw mach tigingen tot aankoop (bonnen) afgegeven voor het betrekken van verschillende schaarsch geworden materialen, welke be stemd zijn voor den bouw van werken, waarvoor de algemeen gemachtigde voor den wederopbouw zijn goedkeuring heeft verleend. Het komt echter veelvuldig voor. dat deze machtigingen slechts gedeeltelijk of in het geheel niet worden gebruikt voor het doel, waarvoor zij zijn bestemd of wel eerst vele maanden na uitreiking worden aangeboden. Ten einde hierin verandering te brengen zullen alle machtigingen, welke voor 1 Ja nuari 1941 zijn uitgereikt, op 26 Mei 1941 als vervallen worden beschouwd, zoodat op deze machtigingen geen materialen meer bij leveranciers kunnen worden betrokken. Wanneer men voor werken, goedgekeurd voor 1 Januari 1941, alsnog materialen heeft te betrekken, zal de principaal van het bouwwerk onder inlevering van de ver vallen machtigingen, via het gemeentebe stuur (dienst van bouw- en woningtoezicht of de daarmede gelijk te stellen instantie), nieuwe machtigingen moeten aanvragen bij den dienst van den algemeen gemach tigde voor den wederopbouw. Deze aanvragen moeten worden vergezeld van een met redenen omkleed advies van bovengenoemd orgaan. Na ontvangst van deze aanvrage voor een nieuwe machtiging zal de dienst van den algemeen gemachtigde aan de hand van vorenbedoeld advies be slissen, of voor de uitreiking van een nieuwe machtiging aan den principaal van het werk voldoende termen aanwezig zijn. Voorts zal in den vervolge op de uit te reiken machtigingen de geldigheidsduur worden vermeld, terwijl deze machtiging, na aankoop der voor den bouw benoodigde materialen onverwijld (in afwijking van een daarvoor vroeger geldende maatregel) door den principaal (opdrachtgever) van het werk moeten worden ingediend bij het ge meentebestuur (dienst van bouw- en wo ningtoezicht of de daarmede gelijk te stellen instantie), ter doorzending aan den alge meen gemachtigde. Niet gebruikte machtigingen moeten uiterlijk op den vervaldag door den princi paal op dezelfde wijze worden ingeleverd. Ook de goedkeuringen voor de uitvoering van bouwwerken zullen aan een geldig heidsduur worden onderworpen. Deze gel digheidsduur is op 3 maanden gesteld. Indien binnen 3 maanden na den datum van afgifte der goedkeuring niet met den bouw is begonnen, verliest deze goedkeuring haar geldigheid en zij moet dan onverwijld bij de meergenoemde instantie worden in geleverd. De algemeen gemachtigde voor den we deropbouw heeft in een rondschrijven aan alle gemeentebesturen verzocht voortaan nauwkeurig te controleeren, of met de wer ken binnen den vastgestelden termijn van 3 maanden is begonnen (in werkelijken zin) en of de aangevraagde hoeveelheden worden gebruikt voor het doel, waarvoor de machtigingen zijn afgegeven. In gevallen, dat bouwwerken niet of niet tijdig worden uitgevoerd, of wel op een of andere wijze wordt afgeweken van de be stemming der toegewezen materialen, zal de algemeen gemachtigde hiervan ten spoe digste in kennis moeten worden gesteld, onder terugzending van de uitgereikte machtigingen. BURGEMEESTERS. Bij besluit van den secretaris-generaal van het departement van binnenlandsche zaken is mr. F. W. R. Wittewaal, opnieuw tot burgemeester van de gemeente Deventer benoémd. Verder is W. E. J. Bulk, met ingang van 1 Juni a.s., tot burgemeester van de ge meente Herwijnen benoemd. De heer Bulk is thans burgemeester van Vuren, welke functie hij tevens blijft be- kleeden. J. H. Crezée is, met ingang van 1 Juni a.s., opnieuw tot burgemeester van de ge meente Ridderkerk benoemd. MAXIMUMPRIJZEN BUITEMLANDSCHE GEZAAGD NAALDHOUT. In de Staatscourant is afgekondigd de prijzenbeschikking buitenlandsch gezaagd naaldhout no. 3. Hierin worden nieuwe maximumprijzen afgekondigd voor buitenlandsch gezaagd naaldhout: a. bij verkoop over boord; b. bij verkoop uit de loods; c. bij verkoop franco werk of opslagplaats van den verbruiker. In verhand met het feit, dat de nieuwe maximumprijzen een verhoogmg van de tot dusverre geldende beteekenen, is tevens een afleweringsverbod afgekondigd voor buiten landsch gezaagd naaldhout, dat vóór 23 Mei is verkocht, doch nog niet op dien datum is afgeleverd. Tevens is daarbij bepaald, dat vergunning tot aflevering van het reeds verkochte, doch nog niet afgeleverde hout, slechts zal wor den verstrekt voor zoover de verkooper kan aantoonen. dat hij met den kooper is over eengekomen, dat de basisverkoopprijs van het desbetreffende hout met f. 3.per standaard is verhoogd. BEGRAFENIS PROF. DR. L. S. ORNSTEIN. Onder zeer groote belangstelling is gis termiddag op de begraafplaats aan de Ja gerskade te Utrecht ter aarde besteld het stoffelijk overschot van wijlen prof. dr. L. S. Ornstein, oud-hoogleeraar-directeur van het physisch laboratorium der rijksuniver siteit te Utrecht. Onder de zeer vele aanwezigen merkten wij op prof. dr. H. A. Kramers uit Leiden. Op verzoek van de familie sprak alleen de heer J. van Gelderen, die den levens loop van den overledene schetste en wees op zijn verdiensten voor de geheele wereld. l"'~* M" DE WIJZE VAN VERPACHTING EN DE LASTEN VAN DEN PACHTER GEREGELD. De staatscourant bevat het volgende be sluit van de secretarissen-generaal van de departementen van landbouw en visscherij en van justitie, houdende nadere regelen betreffende de wijze van verpachting en de lasten van den pachter. Artikel 1. 1. In een pachtovereenktmst kan als pachtprijs slechts bedongen wor den een uitsluitend naar tijdruimte be paald en niet van den prijs van producten of van andere factoren afhankelijk gesteld bedrag in Nederlandsch geld.- Met toestem ming van het pachtbureau kan evenwel in bijzondere gevallen de pachtprijs op an dere wijze wórden bepaald. Ieder beding, in strijd met het vorenstaande, is nietig. 2. Is vóór de inwerkingtreding van dit besluit een pachtprijs op andere wijze be dongen, dan volgens het eerste lid geoor loofd is, zoo is de verpachter verplicht en de pachter bevoegd de pachtovereenkomst binnen twee maanden na de inwerking treding van dit besluit bij het pachtbureau in te zenden. 3. Het pachtbureau stelt den pachtprijs opnieuw vast met inachtneming van den in het eerste lid gestelden regel. Het bere kent als. pachtprijs den prijs, welke in 1939 voor gronden, welke in aard en ligging met het gepachte overeenstemmen, als normaal kon worden beschouwd. De aldus vastgestelde pachtprijs treedt te rekenen van den dag van de inwerking treding van dit besluit in de plaats van den overeengekomen pachtprijs. Het pacht bureau kan in bijzondere gevallen op het in dit lid bepaalde uitzonderingen toelaten. 4. Indien de verpachter niet binnen den gestelden termijn aan de in het tweede lid genoemde verplichting heeft voldaan, ter wijl de pachter van zijn bevoegdheid tot inzending geen gebruik heeft gemaakt, zoo is de pachter, te rekenen van den dag der inwerkingtreding van dit besluit af, niet gehouden den pachtprijs te betalen, terwijl hij ook overigens tot geen enkele vergoe ding gehouden is. Dtt gevolg treedt niet in, als het niet- nakomen der verplichting te wijten is aan een omstandigheid, welke den verpachter niet kan worden toegerekend en deze, na dat de omstandigheid heeft opgehouden te bestaan, onverwijld alsnog aan zijn ver plichting voldoet. 5. Indien ingevolge het vierde lid geen pachtprijs is verschuldigd, kan de verpach ter het pachtbureau verzoeken een lagen pachtprijs vast te stellen. Te rekenen van den dag van vaststelling is deze door den ONDERLINGE IVERZEKERING MAATSCHAPPIJ GEVESTIGD TE "S-GRAVENHAGE BESTUUR: L. C. F. E. VAN HELDEN TUCKER. AA.B. eÖCKER. M». I.MONTUN. N- I. GROBBEN, F. E- EVERS Tot deze week werd verzekerd ruim in de volgende afdeelingen Afd. A. Woningen, winkels, boerde rijen, inboedels, inventarissen, enz. tot f. 60.000. Afd. B. Andere en grootere risico's, ook bedrijfsverzekeringen bo ven f. 10.000 per week. Afd. C. Persoonlijke Ongevallen. Afd. D. Gevaarlijke risico's, inclusief klasse ILL op vaartuigen. Afd. E. Bedrijfsschade en Huurder- ving. Afd. G. Geld, geldswaarden, preclosa. Afd. H. Herverzekeringen. Afd. I.- Inboedels tot f.7500. DRIEMAANDELIJKSCHE SCHADEREGELING Vraagt inlichtingen bij Uw ASSURANTIE-BEZORGER 3246 (Ingez. Med.) pachter verschuldigd. De vaststelling ge schiedt niet, dan nadat de pachter is ge hoord, althans behoorlijk is opgeroepen. Artikel 2. 1, Nietig is ieder beding in een pachtovereenkomst, ingevolge hetwelk de lasten, die den verpachter door publiek rechtelijke lichamen zijn opgelegd, geheel of ten deele ten laste van den pachter komen. 2. Een beding, als ln het eerste lid be doeld, gemaakt vóór de inwerkingtreding van dit besluit, blijft van kracht ten be- loope van ten hoogste de lasten, die gedu rende het jaar 1940 wegens het verpachte ten laste van den pachter zijn gekomen. Dit besluit is reeds in werking getreden. EENHEID OP KAMPEERGEBIED. Naar wij vernemen hebben besprekingen, welke in de laatste twee maanden zijn ge voerd door den A.N.W.B. en de twee be langrijke kampeerverenigingen in ons land de Nederlandsche toeristen kampeerclub (N.T.K.C.) en de Algemeene Nederlandsche Kampeervereniging (A.N.K.V.) om tot een nadere taakverdeeling te geraken, dezer dagen tot een alleszins bevredigend resul taat geleid. Op kampeergebied is thans een eenheid verkregen, welke in elk opzicht valt toe te juichen. De getroffen regeling komt op het volgen de neer: De Algemeene Nederlandsche Kampeer vereniging is opgenomen in de Nederland sche Toeristen Kampeerclub (N.T.K.C.) die zich nauw verbonden heeft met den A.N. W.B. De N.T.K.C. blijft bestaan als onaf hankelijk lichaam, zich in het bijzonder toeleggend op het gezamenlijk kampeeren in "clubverband; haar leden zullen allen lid of kampeerlid worden van den A.N.W.B. De A.N.W.B. zal de algemeene belangen van den kampeerder behartigen. Door deze samenwerking van de drie belangrijke or ganisaties op kampeergebied is een volko men eenheid verkregen. In de toekomst zal op nog meer doeltreffende wijze dan tot dusverre gewerkt kunnen worden in het be lang van het kampeeren en van de kam peerders, terwijl de kosten door deze sa menwerking worden verlaagd. Voor de centrale keukens is ten aan zien van de aardappelbonnen met in gang van 3 Juni a.s. een nieuwe regeling vastgesteld, welke zonder twijfel aan de afnemers levendige voldoening zal ge ven. Volgens deze regeling zal men, wan neer men aan een centrale keuken een bon voor VA kg. aardappelen geeft, een wisselbon terugkrijgen, welke voor de volgende week zal gelden. Wat de aard appelbonnen betreft, heeft men dus voortaan aan cén bon genoeg om twee weken voedsel van de centrale keuken te betrekken, maar de hoeveelheid aard appelen, welke men in zijn porties ont vangt, vermindert hierdoor niet. Deze gunstige regeling is getroffen ter te gemoetkoming aan bezwaren van menschen, die betreurden, dat zij Zondag, wanneer de centrale keuken niet werkt en zij hun eigen potje koken, geen aardappelen konden krij gen. Zooals men weet. is op Zaterdag de nieuwe aardappelbon geldig. Wanneer iemand nu op Zaterdag een knipkaart voor 6 dagen, bij de centale keuken koopt en den nieuwen aardappelbon inlevert, kan hij den dag daarop, den Zondag, thuis géén aardappelen bereiden. Maar dit is'onder de nieuwe rege ling alleen dien éérsten Zondag het geval. Want hij krijgt van de centrale keuken een ■halven wisselbon terug, welken hij een week later kan inleveren. Den tweeden Zaterdag echter is een nieuwe aardappelbo^i geldig, welken hij kan behouden. Met dezen twee den bon, voor V/z kg. kan hij aardappeleh koopen voor den tweeden en derden Zondag. Op elk van die beide Zondagen kan hij dan per persoon 750 gram aardappelen thuis bereiden. Den nieuwen aardappelbon, welke op den derden Zaterdag geldig wordt, moet de verbruiker weer inleveren bij de centrale keuken, welke hem weer een halven wissel bon voor de daarop volgende week terug geeft. Op den derden Zondag heeft hij zoo als gezegd, nog 750 gram aardappelen. En den bon, welke op den Zaterdag daarna, dat is den vierden Zaterdag, geldig wordt, kan hij zelf weer behouden, zoodat hij daarmee op den vierden en vijfden Zondag aardappe len thuis kan bereiden. En zoo vervolgens. Op deze wijze wordt bereikt, dat men voortaan, als men voedsel van de centrale keuken betrekt, zich tóch op Zondag, wan neer men zijn eigen potje kookt, het genot, aardappelen te eten, niet behoeft te ont zeggen. Vermelding verdient vóórts, dat sedert eenigen tijd, in verband met de vet- schaarschte, geen vet meer in het menu wordt verwerkt, maar boter. Volgens vele verbruikers is het voedsel hierdoor in sma kelijkheid toegenomen. Wat betreft groenten, wordt het menu van de centrale keukens aangepast aan die, welke de tijd oplevert. Wij leven nu in de overgangsperiode, welke elk jaar voorkomt en waarin de oude groenten geleidelijk op raken en de nieuwe groenten nog niet ver krijgbaar zijn of nog te duur zijn. Iedere huisvrouw kent de moeilijkheden van deze overgangsperiode, waarvan de bezwaren thans óók voor de centrale keuken gelden Maar zoodra de versche groenten beschik baar zijn. worden zit in het menu verwerkt. Met sla is dit reeds het geval en andere nieuwe groenten zullen zoo spoedig moge lijk volgen. THEATER EN DANS. J. A. van Kersbergen leider. Op de afdeeling theater en dans van het departement van volksvoorlichting en kun sten is benoemd voor de behandeling van de dramaturgische aangelegenheden de heer J. A. van Kersbergen te Laren (N.H.) Det afdeeling theater en dans van het departement heeft in de afgeloopen maan den van enkele tooneelschrijvers talrijke manuscripten van Nederlandsche tooneel- stukken ter beoordeeling ontvangen. Hier uit- blijkt dat ook in den besten zin van het woord de vaderlandsche traditie der rederijkers in ons land is blijven leven, on danks de jarenlange overwoekering van het speelplan der beroepsgezelschappen door gewassen van vreemden bodem. De volksche leiding, die sinds kort ook op dit gebied van het cultureele leven wordt nagestreefd, is dan ook met instem ming begroet. Niet alleen door een aantal tot duSverre ten onrechte miskende vak kundige tooneelschrijvers, doch ook uit den grooten kring der leekenschrijvers wendt men zich om inlichtingen, raad en steun tot de afdeeling theater en dans van het departement. Ten einde eenerzijds een ordening der beroepstooneelschrijvers ter hand te kun nen nemen, anderzijds den onervaren auteur met raad en zoo dit vruchtbaar kan geacht worden met de daad terzijde te staan, is thans ten departemente een dramaturgisch bureau opgericht. De dra maturg, J. A, van Kersbergen, ziet in de bevordering van de eigenheemsche too- neelkunst zijn eerste opgave.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1941 | | pagina 9