Raadhuis te Leidschendam in gebruik - Raam voorde Wassenaarsche Rrk 82sfe Jaargang LESDSCH DAGE! AD Tweede Blasï Sonate Pathétique FEUILLETON HIER IS HET WARM TOEGEGAAN. EEN VERNIELDE SPOORBRUG BIJ ZENTA. (Atlantic-Holland) HET' WAS UITGELEKT, DAT ONZE SCHAAKMEESTER DR. MAX EUWE gisteren zijn verjaardag vierde. Hij werd dan ook door de; deelnemers aan het schaaktournooi te Soest in de bloemetjes gezet. De voorzitter van de Soester Schaakvereeniging biedt dr. Euwe namens de deelnemers een fraaie bloemenmand aan. (Polygoon) GISTERMIDDAG IS HET NIEUWE RAADHUIS VAN LEIDSCHENDAM OFFICIEEL IN GEBRUIK GE NOMEN. Burgemeester H. A. C. Banning opent tijdens de raadszitting. het nieuwe gemeentehuis. (Polygoon) EEN SPELING DER NATUUReen boom op een boom. In den kop van een ongeveer 50 jaar ouden knot wilg heeft zich een laag molm en aarde gevormd, waarin zich voor eenige jaren een zaadje heeft genesteld, dat nu tot een flinken boom is uitgegroeid. (Polygoon) KRIJGSMATERIAAL, DAT DOOR DE VLUCHTENDE GRIEKEN WERD ACHTERGELATEN en door de Italianen, na de* overgave van den vijand, werd bijeengebracht. (Luce-Holland) HEDENMIDDAG is het nieuwe kerkraam in de kerk der Ned. Herv. Gemeente te Wassenaar overge dragen. Het raam is 9 meter hoog en stelt voor de geboorte van Christus naar het Evangelie van Lucas. Het raam is een geschenk van de leden der Ned. Herv. Gemeente te Wassenaar. (Polygoon) door OCTAVUS ROY. (52 „Zoo maar. Ik vroeg me af Zijn oogen waren gespannen op haar gericht. „Het schijnt dus dat we het ons zóó moeten voorstel: Hetzij Madge kwam binnen, ter wijl Rick er was of Rick kwam binnen, terwijl Madge zat te wachten vermoe delijk wel het laatste, gezien de plaats, waar we Madge gevonden hebben en hij schoot haar. "dóód." „Dat denk ik, ook." Haar ontroering be gon haar te machtig te worden. „Maar hoe kunnen we daarvan iets bewijzen, Gregg? Wat kan het ze schelen, wat ik denk of-wat jij denkt? Ik heb me suf zitten pein zen en ik kom altijd weer tot hetzelfde resultaat." „Houd je taai, meid. En ga verder." Zij wist zich weer te beheerschen, en zei langzaam: „Volgens het beetje wat ik van wetten weet,,begrijp ik er uit dat zelfs al kon bewezen worden, dat Rick geschoten heeft ik er nog. even erg bij betrokken zou^zijn." Hij probeerde het niet té ontzeilen. „Je bedoelt, vanwege je je vroegere betrek king tot Rick?" ,iiJa. Het zou den schijn hebben, of wet dit samen gedaan hadden." „Maar je had toch al de waarheid aan Madge verteld?" Ze schudde verdrietig het hoofd en zei: „Wie kan dat bewijzen nu?" „Ik begrijp wat je bedoeltHij tracht te in zijn geest de stukken van deze ver bijsterende legprent aaneen te passen. „Zij zouden kunnen denken, dat Madge je wan trouwde; en dat zij jou had aangesproken, in plaats van het omgekeerde. En dat jij haar naar je kamer gelokt had „Precies. Dat zouden ze kunnen denken", stemde Lynn toe. „En het zou heel logisch klinken." „En de eenigen, die precies weten, wat er gebeurd is „Zijn Rick. en tot op zekere hoogte Toby. En die zijn weg." „Laten we dan voorstellen, zijn signale ment per radio bekend te maken; dat ze Rick aanhouden." „Dat kunnen we doen, maar ik betwijfel of hij zich zal laten vangen. Wij weten ook niet hoe hij reist, welke richting hij uitge gaan is; we weten eigenlijk niets over hem" Gregg zei: „Ik wil het in elk geval voor stellen." Hij keek haar aan. „Nu nog één vraag, en dan zal ik je niet langer plagen. Je hebt me immers eens verteld, dat Toby meent dat Rick een fatsoenlijke vent is?" Lynn knikte. „Dat geldt nog. Toby weet niets, en zal alles gelooven wat hij zegt." Hij kon zien, dat het haar had aange grepen, dat, hun gesprek haar meer kwaad dan goed %edaan had. Het had hem ook aangepakt, want nu zij alles onder woorden gebracht hadden, begon hij het gevaarlijke van de situatie beter te beseffen. Hij zei: „En nu heb ik nog één allerlaatste vraag de allerbelangrijkste van hetgeen ik te vragen had." „Wat is dat dan?" Haar stem klonk dof, en hij had zielsmedelijden met haar. Hij vroeg: „Wil je met me trouwen nu dadelijk?" In het eerste oogenblik scheen ze de be- teekenis van zijn woorden niet te vatten. Zij stond tegenóver hem en keek hem recht in de oogen. En toen voor de eerste en eenige maal dien avond kon Lynn zich niet langer goedhouden. Zij barstte in wild snikken uit. Hij sloeg zijn armen om haar heen en trachtte haar te troosten, en zij klemde zich wanhopig aan hem vast. Maar alles wat zij zei, was: „Ik kan niet, Gregg het mag niet. Het zou niet fair zijn het is on mogelijk." X. Van de veranda van het huis van de Stuart's uit keek Lynn Harrison naar den schitterenden zonnigen herfstdag. Dadelijk na de zitting van den lijkschou wer was de kwestie van de borgstelling in orde gebracht. Carey Marshal had geconfe reerd met den officier van justitie Lee Win- throp, een zelfverzekerden handigen kerel met politieke ambities, en te zamen waren zij voor rechter Mayberry verschenen. Win- throp bereidde een aanklacht wegens moord tegen haar voor de oproepen voor de jury waren reeds verzonden maar Gregg had borg gestaan, en nu was zij vrijgelaten. Gregg en zijn moeder hadden haar mee naar huis genomen, en zij had zich eerst bezwaard gevoeld, het aan te nemen. Maar Gregg had aangedrongen, en nu was zij in i Gregg's slaapkamer ingekwartierd. Zij be greep, dat hij zelf verhuisd was naar de kamer, die zij vroeger met Toby betrokken had de kamer, waarin Madge Andrews vermoord was en zij was hem stilzwijgend dankbaar. Dat was weer een nieuw bewijs van zijn liefdevolle zorg voor haar. Zij ging naar binnen en hoorde na een tijdje Gregg's auto voorrijden. Daarna hoor- zij, hoe mevrouw Stuart iemand begroette en Gregg's stem, die ri\sp: „Lynn, waar ben je?" Zij vermande zich, en stond op om aan Jason Marsh voorgesteld te worden, den beroemden advokaat voor strafzaken, die uit New York hierheen was komen vliegen om haar te verdedigen, omdat hij een vriend van de Stuart's was. Terwijl mevrouw Stuart hem voorstelde, ondervond zij een gevoel van teleurstelling. Deze man was wel de volkomen tegenstel ling van alles, wat zij had verwacht. Zij had zich zulke menschen altijd voorgesteld als groote zware mannen met dicht borste lig grijzend haar, vurige oogen en een stem als een klok. Jason Marsh was niets van dit alles. Hij was bepaald klein en griezelig ma ger. Zijn trekken waren scherp en vinnig, zijn oogen kleurloos; zijn spaarzame haren haast stroogeel. De hand die hij haar gaf, was koud en slap, en zij dacht onwillekeu rig: „Dat moet een vergissing zijn. Dat kan Jason Marsh niet zijn." Het gevoel van vertrouwen, dat ze ge kregen had, toen zij voor het eerst gehoord had, dat Gregg dien beroemden advokaat had laten roepen, zakte uit haar weg. Was dat nu het soort man om jury's om zijn duim te winden, om agressief te vechten? Maar zijn reputatie dan die moest toch ergens vandaan komen! Zij deed haar best, den man anders te zien; trachtte haar ver trouwen in hem terug te winnen. Het was moeilijk; en zijn dunne, een beetje neuzige stem maakte het niet makkelijker. Gregg zag, dat zij onzeker en in twijfel was; daarom zei hij: „Ja, Lynn dit is werkelijk en waarachtig de echte Jason Marsh. Op weg hierheen heb ik hem al alles verteld, wat ik weet. Hij wil nu allereerst jou spreken. Daarna gaan we naar Carey Marshal." Zij keek hen beiden onzeker aan. Er trok een heel flauw glimlachje om Jason's dunne lippen. Hij zei, met een zeldzaam goed aan voelen van haar gedachten: „Later zult u me wel meer waardeeren, juffrouw Har rison." Zij kreeg een kleur: „Maar mijnheer Marsh „Zegt u maar niet-s. Ik weet zelf ook wel dat ik geen Marcus Antonius ben." Lynn's verlegenheid deed er veel toe, haar over haar instinctieve wantrouwen heen te zetten. Zij begon zich af te vragen, of zijn methode wel zonder berekening geweest was. Misschien was hij toch wel scherpzin nig. Misschien had hij opzettelijk haar twij fel in de flank aangevallen, omdat hij wel wist, dat een frontaanval weinig kans op onmiddellijk succes zou hebben. Zij zag zijn koele, verstandelijke oogen zich gericht en zei impulsief: „Dank U, mijnheer Marsh." „Goed zoo, juffrouw Harrison. Misschien begrijpen we elkander nu al beter." Gregg vroeg: „En wat nu, Jason?" „Je moeder en jij latan ons alleen. Juf frouw Harrison en ik hebben een massa te bepraten." Gregg stond op en fluisterde in het voor bijgaan tegen Lynn: „Je kunt hem voor duizend procent vertrouwen." Toen ging hij met zijn moeder de trap op naar haar kamer. (Nadruk verboden) (Wordt vervolge

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1941 | | pagina 5