Schaak-achtkamp te Baarn - De eerste pluk van de prinsesse-boonen
82sfe Jaêwa?ig LEIDSCH DKWn Tweede Blad
Sonate Pathétique
FEUILLETON
door OCTAVUS ROY.
(19
Het was ellendig, dat wachten op den
sheriff het gedwongen nietsdoen het
stille verdriet van Wally Andrews. Enkele
keken schichtig naar Lynn met medelijden
en verwondering in hun blikken. Zij herin
nerden zich dat zij niet tot hun kring hoor
de; dat zij niets van haar afwisten dan dat
zij door Gregg Stuart geïntroduceerd was.
Zij kenden Gregg goed genoegmaar
Wally had Gregg dan ook niet beschuldigd
En hij had zoo beslist zijn beschuldiging
uitgesproken.
Er was een duidelijke opluchting merk
baar, toen beneden in de gang de zware
tred van een man hoorbaar werd. Zij maak
ten ruimte om den langen, hoekigen man
met zijn scherpe grijze oogen en zijn slecht
zittende kleeren door te laten.
Ed Crawford, de sheriff, had uiterlijk
weinig bijzonders, maar hij zag er zakelijk
en betrouwbaar uit. Zijn armen en beenen
waren een beetje te lang, hij hield het hoofd
gev/oonlijk een beetje naar voren gebogen,
en hij brauwde als een echte Zuiderling.
Hij knielde naast het: lichaam van Madge
Andrews en stelde een kort, zakelijk onder
zoek in. Hij zei niets, maar het knikken van
zijn hoofd bevestigde, wat zij reeds allen
wisten. Daarna stond hij op en keek den
kring van gezichten rond. Hij vroeg met
kalme beleefde stem: „Wat is hier ge
beurd?"
Een van Gregg's vrienden zei: „We had
den een barbecue en danspartij op 't Club
huis. De knecht van Gregg Stuart kwam
hard aanloopen en vertelde dat er iets ge
beurd was. En toen vonden we dit
„Heeft iemand een revolver gevonden?"
vroeg de sheriff.
Er werd met ontkennend hoofdschudden
geantwoord, en iemand zei: „We hebben
niets aangeraakt."
„Mooi." Ed Crawford nam de bleeke ge
zichten scherp op. Enkele er van kende hij
jonge menschen uit Karnak en Pineville.
De meesten waren vreemden lui uit het
Noorden, leden van de Karnak Jachtclub.
Hij vroeg: „Wiens huis is dit?"
Gregg Stuart antwoordde kalm: „Het is
mijn huis."
„Was U hier?"
„Nee".
„Was hier soms iemand anders in huis?"
Er hing een vreemde gespannen stilte.
Toen zei Lynn Harrison: „Ik."
Wally Andrews keek op en zei: „Zij heeft
mijn vrouw gedood."
Ed Crawford knipperde met de oogen en
deed toen de voor de hand liggende vraag:
„Waarom?"
„Zij is een beroeps-misdadigster", ant
woordde Wally.
Gregg viel in: „Hoor eens even, Wally
Het gezette mannetje was opgestaan en
zei met een soort kalme waardigheid: „Ik
weet wat ik zeg, Sheriff ik ben niet over
mijn zenuwen heen. Deze vrouw is een be
roeps-misdadigster. Dat wist mijn vrouw
ook. Daarom is zij vermoord."
„Houden jullie allemaal een beetje je ge
mak," zei de Sheriff. „Er wordt hier van
alles gezegd, waar ik niets van begrijp. Wilt
U niet eens nader uitleggen, meneer-re—
„Andrews". Wally sprak duidelijk en be
slist. „Tien dagen geleden zijn mijn vrouw
en ik op Long Island aangehouden en be
roofd juist voordat we hierheen zouden
gaan. Het gebeurde door een man en een
vrouw. Lynn Harrison is die vrouw."
„Hoe weet U dat?"
„Op den avond van Dankdag heb ik haar
op de Club ontmoet. Zij was de gast van
de familie Stuart zij en een vriendin van
haar. Madge en ik herkenden haar, maar
daarna kwamen we tot de slotsom, dat het
enkel een toevallige frappante gelijkenis
moest zijn. Later spraken we er opnieuw
over. We voelden dat we gelijk hadden,
maar toch was het zoo ongeloofelijk, dat
we het niet konden aannemen."
„Wat heeft U dan van meening doen ver
anderen, mijnheer Andrews?"
„Dit en wat er vanavond aan vooraf
ging. Ik heb mijn vrouw met haar zien
praten. Ik weet niet, waar ze het over had
den, maar zij zaten een heelen tijd samen
te praten. Zij wandelden samen van het
Clubhuis v/eg in deze richting."
„Dat klinkt juist erg vriendschappelijk",
merkte de sheriff scherpzinnig op.
„Ja. Ik denk dat Madge er ook zoo over
dacht." Wally kon zich nog steeds kalm
houden.
„Wat denkt U dan, dat er gebeurd is?"
„Dat Madge met haar over onze vermoe
dens gesproken heeft. En dat Lynn Harri
son haar' daarna hierheen gelokt heeft om
haar te dooden."
Ed Crawford nam zijn zakdoek en bette
zijn voorhoofd. Hij zei: „Het klinkt me nog
al vreemd
„Vraagt U het haar dan,"
Gregg viel snel in: „Je behoeft geen vra
gen te beantwoorden, Lynn".
Haar oogen stonden somber. „Ik zal wel
antwoorden."
Geen van de anderen zei een woord: de
ontwikkeling der gebeurtenissen ging te
snel, was hun te ongeloofelij k. Mevrouw
Stuart was binnengekomen; zij stond naast
Lynn en nam de ijskoude hand van het
meisje in de hare. Zij zei tegen Wally: „Je
mag niet zoo stellig spreken, Wally. Je bent
volkomen in de war
„Ik ben er zeker van. Nu wel."
De Sheriff vroeg aan Lynn: „Hebt U
deze dame gedood, juffrouw?"
„Nee".
„Was U hier, toen zij gedood werd?"
„Nee."
Maar hoe komt het dan
„Ik vond haar hier liggen."
„Ik dacht dat ik iemand had hooren zeg
gen, dat U met mevrouw Andrews hier heen
geloopen was?"
„Dat is ook zoo. Maar ik bleef onderweg
achter om met iemand te praten, en me
vrouw Andrews liep vooruit. Zij zei, dat zij
hier in mijn kamer op mij zou wachten."
„En toen
„Ik ging haar achterna. Toen ik op mijn
kamer kwam, lag zij daar zoo
„Hebt U een schot gehoord?"
„Nee."
Crawford keek rond. „Heeft iemand an
ders soms iets gehoord?"
Niemand had iets gehoord, en iemand
maakte de opmerking: „De muziek was ta
melijk luid, Sheriff."
„Nadat U haar gevonden hebt, juffrouw
Harrison wat hebt U toen gedaan
„Ik zag licht in de bediendenkamers. Ik
heb om hulp geroepen. Toen kwam Frenzy
de bediende van mijnheer Stuart."
„Wat gebeurde er toen?"
„Ik zei hem, dadelijk mynheer Stuart te
halen."
„Als we een oogenblik aannemen dat U
hier niets mee te maken hebt, juffrouw
hebt U dan soms hier iemand anders zien
binnenkomen of weggaan om dien tijd?"
„Nee.... Maar er moet iemand geweest
zijn, want toen ik hier kwam
„Ja. ja. Dat weten we. Toen was ze al
dood." De slieriff wreef zijn lange knokige
vingers nadenkelijk over zijn kin. „Hoe zat
heen gingen?"
Een uitdrukking van schrik gleed over
Lynn's gezicht. De gezichten om haar heen
waren niet vijandig, maar evenmin v/aren
het gezichten van vrienden. Enkel kennis
sen: menschen die zij nauwelijks kende:
menschen die vriendelijk tegen haar ge
weest waren, omdat Gregg Stuart haar aan
hen had voorgesteld. Gregg en zijn moeder
waren de eenige ware vrienden. En dan
nog Carol Faulkner: het meisje uit Karnak,
waarvan, zooals Lynn al gehoord had, men
algemeen had aangenomen, dat ze nog eens
met Gregg zou trouwen. Carol was naderbij
gekomen en naast Lynn gaan staan als
om haar door haar nabijheid moed in te
spreken. Zij vroeg kalm: „Zeg, Ed, moet dat
allemaal nu direct?"
Crawford knikte verontschuldigend: „Ja,
juffrouw Carol, dat kan niet anders."
(Nadruk verboden), .(Wordt vervolgd)
DUITSCHE TROEPEN IN AFRIKA. Gemotoriseerde eenheden van het
Duitsche Afrika-korps trekken over een bergweg bij Derna, om zich naar
het Tobroek-front te begeven. Op den achtergrond de haven
en de stad Derna. (Orbis-Holland)
IN HOTEL ZEILER TE BAARN werd Vrijdag aangevangen
met den schaak-achtkamp, georganiseerd door de Soester
Schaakclub. Naast dezen achtkamp vindt ook een dames-
achtkamp plaats. Onze nationale kampioene mevr. F. Koomen-
Heemskerk (rechts) in actie tegen mej. A. N. van Schaik.
(Polygoon)
OM DEN KAMPEERDERS, DIE IN DE OMGEVING VAN VELP HUN TENTEN
ZULLEN OPSLAAN tegemoet te komen, daar zij des nachts tüsschen 12 en
4 uur niet in de openlucht mogen vertoeven, heeft de onlangs ingestelde kam-
peercommissie van de V.V.V. te Velp, voor de zomermaanden een villa gehuurd
om haar beschikbaar te stellen voor kampeerders. (Polygoon)
EEN DEZER DAGEN WERDEN REEDS DE EERSTE PRIN-
SESSEBOONEN op de Beverwijksche veiling aangevoerd.
De eerste pluk van de boonen, welke als tusschenteelt bij de
tomaten in de kassen worden gekweekt. (Polygoon)
EEN GOED GEMUTST BRABANTSCH FEEST. Te Eerde, gemeente
Veghel, herdacht het echtpaar A. v. Heeswijk-Raaymakers zijn gouden
huwelijksfeest. Daar bleek, dat nog niet alle Brabantsche mutsen waren afge
schaft Het gouden paar tusschen goed gemutste gasten. (Het Zuiden)
HET DUITSCHE LUCHTWAPEN IN GRIEKENLAND. Tusschen en gedeel
telijk hoog boven de bergen controleert het Duitsche Luchtwapen onophoudelijk
het Grieksche gebied. (Orbis-Holland),