82sfe jaargang
DONDERDAG 8 MEI 1941
No. 24882
Duitschland over Stimson's rede
De kracht van Japan in den
Stillen Oceaan
Verduisferen
Niet ak regeeringsverklaring beschouwd
De strijd in Irak
Uit Engeland
In en om Griekenland
Beschouwing
in Bërlin-Rom-Tokio
21.17
5.55
uur
uur
EERSTE BLAD
Feiten van den dag
LEIDSCH
DAGBLAD
Directeur: J.W. Benny
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
PRIJS DER ADVERTENTIES
32 ets. per regel voor advertenties uit Leiden en plaatsen waar agentschappen
Van ons Blad zijn gevestigd. Andere advertenties 37 ets. per regel. Minimum
5 regels. - Verplicht bewijsnummer 5 ets. - Incassokosten volgens postrectit.
„Kleine Advertenties" (hoogstens 30 woorden) uitsluitend bij vooruitbetaling,
alleen 's Woensdags en 's Zaterdags 55 ets. - Voor toezending van brieven
wordt 10 ets. berekend.
Bureau Witte Singel no. 1, hoek Noordeindsplein
Telef. nrs. Directie en Administratie 25041 (2 lijnen)
Redactie 21507
Postcheque- en Girodienst no. 57055 - Postbus no. 54
Hoofdredacteur: B. W. Menkhorst, Lelden
PRIJS DEZER COURANT
Voor Leiden en gemeenten, waar agentschappen gevestigd zijn:
per 3 maandenƒ2.47
per weekƒ0.19
Franco per post ƒ2.47 per 3 maanden portokosten
(voor binnenland ƒ0.80 per 3 mnd.)
Het A. N. P. meldt uit Berlijn:
De bewering van Stimson, den Ameri-
kaanschen minister van oorlog, in zijn ra
dio-rede, waarin werd gesproken over een
bedreiging van Brazilië door Duitschland,
is in de Wilhelmstrasse als een onware en
ongehoorde verdachtmaking ten schérpste
afgewezen. In dit verband werd van Duit-
sche zijde ten aanzien van Stimson's op
merking over „onrechtvaardigheden in de
Duitsche oorlogvoering ter zee", verwezen
naar vroegere daden en uitingen van den
Amerikaanschen minister van oorlog, waar
uit blijkt, dat Stimson van volkenrechte
lijke kwesties weinig verstand heeft en zich
dus, naar men van Duitsche zijde onder
streepte, beter niet op het terrein van
rechtskwesties moest begeven.
Zooals bekend is de Duische oorlogvoe
ring ter zee, waarop men in politieke krin
gen van de rijkshoofdstad nog eens met
nadruk de aandacht vestigt, het noodzake
lijke gevolg van de blokkade der Engelschen
tegen Duitsche vrouwen en kinderen. De
andere opmerking van Stimson betreffen
de het gebruik van de Amerikaansche vloot
ter bescherming van transporten naar En
geland, heeft te Berlijn geen verbazing ver
wekt, daar de Amerikaansche minister als
een extremist bekend staat.
Zelfs nemen wij met een schouderophalen
kennis van de Amerikaansche verklaring,
dat de heer Stimson de rede tevoren met
zijn heer en meester Roosevelt had be
sproken.
De New York Times meldt uit Washing
ton, dat men er aldaar van overtuigd is,
dat de Tegeering spoedig zal handelen om
op de een of andere wijze het transport van
oorlogsmateriaal naar Engeland te be
schermen.
De „Herald Tribune" meldt, dat de ko
mende twee of drie weken de meest kritieke
in de geschiedenis van de Vereenigde Sta
ten zijn. Er is een eind gekomen aan de
politiek van voorzichtigheid, passiviteit en
voorbereiding.
In de Wilhelmstrasse zeide men, dat
het Duitsche ryk deze rede niet als een
regeeringsverklaring beschouwt. Stim-
so nheeft duidelijk uitsluitend als oor
logsophitser gesproken.
Ook de'Duitsche pers uit zich in dezen
geest.
De Lokal Anzeiger schrijft: Wij kunnen
sinds het mislukken der pogingen van
Churchill en Roosevelt, om in Zuid-Oost
Europa het oorlogsvuur aan te wakkeren
constateeren, dat men uit Washington op
alles lostrekt, wat geen vriend van de Brit-
sche en Noord-Amerikaansche „upper ten"
is. Steeds duidelijker treedt aan het licht,
dat Washington thans de centrale van de
internationale oorlogssamenzwering is ge
worden.
De Nachtausgabe meent: Stimson heeft
zulk een wilde schimprede tegen Duitsch
land gehouden en heeft zoo buitensporig
tot den oorlog tusschen Duitschland en de
Vereenigde. Staten opgehitst, dat men daar
uit de slótsom kan trekken, dat men te Was-
hingon de vooruitzichten van Engeland ter
zee slecht acht.
Roosevelt's minister van oorlog, zoo
schrijft de Deutsche Allgemeine Zeitung,
ziet totaal over het hoofd, dat Roosevelt's
eerste verordening bij het uitbreken van den
Europeeschen oorlog het verbod aan de
Amerikaansche scheepvaart was naar de
oorlogszones te varen. Hoewel Stimson's
rede ertoe strekte Amerika de zeeën veilig
te laten maken voor de levering van mu
nitie aan Groöt-Brittannië ziet hij opzette
lijk voorbij, dat de Amerikaansche schepen,
welke thans inderdaad het operatiegebied
van de Duitsche weermacht binnenvaren
zich uitsluitend aan schending van de neu
traliteit schuldig maken, doordat ze oor
logsmateriaal aan een van de oorlogvoeren
de partijen leveren. Ook in de practische
gevolgen is de rede van Stimson slechts
een derde herhaling van de redevoeringen
van Hull en Knox. Ze legt de kaarten van
Roosevelt's oorlogspolitiek open en onthult
tegelijk de geheele zwakte van Engeland,
waarvan de dreigende ineenstorting de
eenige ware zorg te Washington uitmaakt.
Het Amerika van Roosevelt zou tot eiken
prijs tijd willen winnen, maar de zandlooper
voor het Engeland van Churchill gaat met
onverbiddelijke snelheid voort.
De Börsenzeitung meent: Stimson is op
getreden als woordvoerder van die groep
Amerikaansche oorlogsophitsers, die pogen
voor den Engelschen vriend te redden wat
er nog te redden is. Hij heeft de aanspra
ken van zijn kliek op het recht om voor
het verslagen Engeland werkzaam te zijn
met een vloed van aanklachten en smaad
tegen Duitschland verklaard, welke onge
veer gelijk zijn aan het oude propaganda-
materieel van Angel-Saksische scheldbla-
den aan deze en gene zijde van den Oceaan.
Naar de meening van Stimson, aldus het
blad, moet Duitschland de Engelsche aan
vallen, ook in den vorm van de blokkade
voor lief nemen, doch als Duitschland f tot
een tegenblokkade overgaat is dit een „on
wettige actie".0 In verband hiermee heeft
Stimson een vergelijking gemaakt met het
jaar 1917. Het is een particulier genoegen
van den heer Stimson om op grond van zijn
slechte kennis der geschiedenis historische
vergelijkingen te maken. Wij van onzen
kant kunnen er evenwel aan herinneren
dat Duitschland toen in de binnenste linie
streed en op Fransch en Belgisch gebied
een zwaren strijd om zijn bestaan voerde.
Thans is Frankrijk uit de lijst van vijanden
geschrapt. Duitschland beheerscht de kust
van den Atlantischen Oceaan van Narvik
tot de Golf van Biscaye. Engeland is over
al verslagen, waar het tegen de Duitsche
wapenen kwam te staan. Het eiland bloedt
uit vele wonden. Op grond hiervan zien wij
de komende oorlogsophitsingen van Stim
son en zijn vrienden gelaten tegemoet.
ENGELSCHE VORDERINGEN.
Radio Bagdad heeft gemeld, dat Engel
sche vliegtuigen Dinsdagavond een aan
val op Bagdad hebben gedaan.
Op woonwijken werden eenige bommen
geworpen.
Een beroemde moskee 'werd getroffen
door een bom, die echter niet ontplofte.
Volgens een bericht van „Associated
Press" uit Cairo zouden de Britsche troe
pen het Iraksche cordon om het vliegveld
Habaniya hebben doorbroken en de petro-
leumleiding van Mosoel weer beheerschen.
Volgens te Rome uit Irak ontvangen be
richten zouden de Engelsche troepen het
fort Roetba bij de grens van Transjorda-
nië hebben bezet.
Tal van sympathiebetuigingen blijven
Irak toestroomen en vele vrijwilligers blij
ven zich melden.
De Iraksche minister van oorlog is naar
Ankara vertrokken.
Churchill heeft in het Lagerhuis mede
gedeeld, dat Engeland reeds in Mei van het
vorige jaar van plan was geweest, troepen
naar Irak te zenden, om daar de verbin
dingslijnen te beschermen.
Helaas had Engeland toen die troepen
nadr Egypte moeten sturen.
D.N.B. meldt uit Beiroet, dat de Iraksche
regeering de nota van de Egyptische regee
ring heeft beantwoord, waarin deze haar
verzocht om matiging en herziening van
haaf standpunt.
Dit antwoord werd Dinsdag aan den
Egyptischen ambassadeur te Bagdad over
handigd. De Iraksche regeering geeft nog
eens een overzicht van de voorgeschiedenis
van het conflict en legt er den nadruk op,
dat Irak alle middelen om tot overeen
stemming te komen, heeft uitgeput.
Feitelijk heeft Engeland door zijn aan
val op Iraksche troepen Irak den oorlog
verklaard. Van een compromis kan dus
geen sprake meer zijn.
Irak zal den strijd voortzetten. Ten slotte
dank de Iraksche regeering voor de sym
pathie, waarvan de Egyptische regeering
haar .heeft blijk gegeven.
DE DIPLO OVER DE REDE VAN EDEN.
De uiteenzettingen van Eden voor het La
gerhuis betreffende het conflict "met Irak
toonen, naar de Deutsche diplomatisch po
ëtische Korrespondenz schrijft, hoe pijn
lijk juist dit optreden van een kleine natie
tegen de hegemonie-begeerten van Enge
land moet zijn voor den Engelschen minis
ter van buitenlandsche zaken, die juist
maandenlang in het nabije oosten lauwe
ren heeft gedacht te halen. Eden stelt n.l.
een cynische poging in het werk om den
verzoenlijke en gematigde te spelen. Hij
spreekt over voorwaarden, waarop de vij
andelijkheden tusschen de beide „verbon
den nakies", Engeland en Irak, gestaakt
zouden kunnen worden, waarna dan een
discussie mogelijk zou zij over de verdrags
rechten van beide partijen. Eden gelooft
daarbij huichelachtig te mogen wijzen op
de vroegere verdragen met de Arabieren,
waarvoor Engeland zich niet behoeft te
schamen.
Deze bewering doet niet alleen aan als
een hoon, gezien het bedrog, dat Engeland
heeft gepleegd jegens de Arabieren van
Palestina, en gezien de onmenschelijke re
presailles. die juist daar zijn genomen je
gens dè vrijheidslievende Arabieren, even
als ook in andere Arabische landsdeelen.
De verwijzing naar Britsche trouw aan
verdragen vormt echter juist tegenover
Irak in zoo verre een duidelyke waarschu
wing, als Engeland de bepalingen van het
Brlt'sch-Iraksche verdrag, dat bepaalde, dat
Engeland slechts een beperkt aantal troe
pen voor de passage telkens in Irak mag
doen blijven, heeft geschonden. Irak weet,
dat de bedoeling van de Britsche infiltra
ties was, het het lot van Egypte te doen
ondergaan: de ontwapening van zijn
strijdkrachten en daarmede het verlies van
zijn werkelijke vrijheid en onafhankelijk
heid. Engeland was van plan, zxx>als de
Daily Sketch uit de school klapt, in Irak
een preventieve actie te kunnen uitvoeren
voordat hulp kon arriveeren.
DEBAT IN HET LAGERHUIS.
Talrijk en critischer dan ooit is de cri-
tiek in het Britsche Lagerhuis.
De afgevaardigden verklaarden menig
maal, dat alle tegenslagen van Libye tot
Irak het gevolg waren van het slechte
functionneeeren van den geheinten inlich
tingendienst. Men verweet het ministerie
van buitenlandsche zaken, dat Engeland
klaarblijkelijk nog steeds in de 17de eeuw
leefde. Voorts merkte men op, dat de re
geering al te zeer op de Amerikaansche
hulp vertrouwde, dat men niet op de oor
logsproductie kan vertrouwen en dat de
maatregelen, genomen tot verbetering van
den toestand der scheepvaart, niet dras
tisch genoeg geweest zijn. De meeste critiek
op de regeeringspolitiek leverden de arbei
dersafgevaardigden Shimwell'en Hore Be-
lisha, minister van oorlog in het kabinet-
Chamberlain.
Lloyd George drong aan op grootere en
snellere Amerikaansche hulp voor Enge
land. Men moet God danken voor de rede,
die Stimson heeft gehouden, aldus Lloyd
George. Wegens de operaties der Duitsche
duikbootvloot is de toestand voor Engeland
„nog banger dan in den vorigen oorlog".
Dat geldt ook voor de luchtaanvallen,
waardoor vooral ook de koopvaardijvloot
getroffen wordt. Amerika kan nog meer
doen dan het tot dusver gedaan heeft. In
dien het wil, dat wij Duitschland verslaan
en overvleugelen, is het nöodig, dat het nog
oneindig veel meer voor ons doet, aldus be
sloot Lloyd George.
In zijn antwoord op de rede van Lloyd
George, zeide Churchill onder meer: „Als
er een rede is, die niet geschikt is om onze
elasticiteit te verhoogen, dan is het die van
Lloyd George, die het Lagerhuis weer eens
een belangrijke uiteenzetting heeft ver
eerd. Het is niet de rede, die men van een
groot leider in den oorlogstijd van vroeger
had kunnen verwachten".
Ten aanzien van het voorstel tot instel
ling van een specialen oorlogsraad, zeide
Churchill, dat Engeland geen middelmatige
menschen in de regeering noodig heeft, die
niets anders kunnen doen dan den gang
van zaken ophouden. De premier voegde
hieraan toe, dat hij in hoofdzaak de ver
antwoordelijkheid droeg.
Sprekende over den strijd in Egypte zeide
Churchill, dat het Suezkanaal met alle mo
gelijke middelen verdedigd moet worden,
omdat het verlies van het Suezkanaal een
der ernstigste slagen zou zijn, welke Enge
land kunnen treffen. Men moet verder in
elk geval de hoop op een gunstigen afloop
van den slag op den Atlantischen Oceaan
blijven koesteren. „Stormen mogen woeden,
wij zullen er doorheen komen", aldus be
sloot Churchill.
Volgens een nader bericht zeide Chur
chill nog, dat hij voor het debat der regee
ring de verantwoordelijkheid op zich had
genomen in den'meest onmiddellijken en
persoonlijken vorm. Daarom is hij ook de
gene, die een kopje kleiner gemaakt kan
worden, als Engeland dezen oorlog niet
wint.
Ten slotte heeft Churchill nog gezegd,
dat hij het Britsche volk slechts bloed, tra
nen en fcweet heeft beloofd. Men zal in En
geland nog veel fouten maken en reacties
beleven. Dit kan evenwel zijn geloof aan de
..eindoverwinning" niet aan het wankelen
brengen: In 1943, zoo verklaarde Churchill,
wordt het beter. (D.N.B.)
DE ENGELSCHE VERLIEZEN.
Lord Moyne, staatssecretaris van kolo
niën, heeft gisteren in het Lagerhuis mede
gedeeld, dat het Britsche expeditie-leger
in Griekenland 11.500 aan dooden, gewon
den en vermisten heeft verloren. (D.N.B.)
DE GRIEKSCHE STAAT.
De nieuwe Grieksche regeering heeft be
sloten, dat het land voortaan zal worden
aangeduid als Hellinike Politia (Grieksche
staat), in plaats van, als tot dusverre, als
Vasilium Hellas (koninkrijk Griekenland).
(D.NB.)
DE VERLIEZEN VAN DE GRIEKSCHE
VLOOT.
Het D.N.B. verneemt uit New York:
De naar Kreta gevluchte Grieksche emi-
grantenregeering heeft naar Associated
Press meldt de verliezen van de Grieksche
vloot bekend gemaakt. Meer dan dertig
„hulpschepen" werden door het' luchtwa-
pen vernietigd. De bemanningen van de tot
van hedenavond
tot morgenochtend
De maan komt heden op te
17.38 uur en gaat morgenoch
tend te 5.13 uur onder.
„De kracht van Japan in den Stillen
Oceaan" is het onderwerp eener politieke
beschouwing in het tijdschrift „Berlin
RomTokio", waarin o.a. het volgende ge
zegd wordt:
De berekeningen van de Ver. Staten om
trent de strategie ter zee voorzagen sinds
het verdrag van Washington van 1922, in
het geval eener deelneming van Amerika
aan een nieuwen grooten oorlog, slechts een
groote mogendheid als tegenstander. De
tendens van deze berekeningen, zooals het
geheele verdrag van Washington zelf, wa
ren kennelijk tegen Japan gericht, dat met
zijn toenemende kracht en zijn aanspraak
op leefruimte een gevaar scheen te worden
voor de rijke bezittingen van Engeland en
voor den winstgevenden handel der Ver.
Staten in Oost-Azië. Door vereeniging der
krachten van de Amerikaansche en de En
gelsche vloot geloofde men het best tegen
de Japansche zeemacht op te kunnen.
Daarom had men in Washington het vloot-
statuut der Ver. Staten, Engeland en Japan
gebaseerd op de verhouding van 533.
In 1936 kregen deze berekeningen echter
met het opzeggen van het verdrag van Was
hington door Japan den eersten zwaren slag,
\^ant Japan kon toen weer onbelemmerd
oorlogsbodems gaan bouwen. Op 27 Septem
ber 1940 echter, den dag der onderteekening
van het driemogendhedenpact in Berlijn,
gingen de Amerikaansche berekeningen de
finitief ten gronde. In dubbel opzicht was er
een beslissende verandering ontstaan. In de
eerste plaats stond vast, dat een deelne
ming van Japan en daarmede een oorlog aan
twee fronten tegen een Amerikaansche vloot
die door de noodzakelijke bescherming op
twee wereldzeeën verdeeld en daarmede
aanzienlijk verzwakt zou zijn, een heel ander
militair gewicht gekregen.
Het kan den in het driemogendhedenpact
verbonden grooten mogendheden, Japan,
Duitschland en Italië, van Amerikaansche
zijde niet kwalijk genomen worden, dat zij
een zuiver bondgenootschap van verdediging
gesloten hebben. Japan koestert evenmin als
Duitschland eenig oorlogsvoornemen jegens
de Ver. Staten. Japan moet echter tot zijn
leedwezen constateeren, -dat de Ver. Staten
oorlogsvoornemens aan den dag leggen.
Wanneer zij aan den oorlog zouden gaan
deelnemen, zal Japan aan de zijde van
Duitschland en Italië staan. De Amerikaan
sche marine zal dan voor de zware taak
komen te staan, een oorlog aan twee fron
ten te voeren, zonder van de thans reeds
verzwakte Engelsche vloot eenige verlich
ting te ontvangen.
De interventionistische politici der be
kende kringen in Washington hebben de
positie van de Japansche marine in den
Stillen Oceaan zeer dikwijls een onderwerp
van discussie gemaakt, waarbij al naar ge
lang de behoeften van de Amerikaansche
politiek, de beteekenls van de Japansche
vloot vergroot of verkleind werd. Teneinde
de geweldige bewapeningsplannen erdoor te
krijgen, werd de mogelijkheid van het ver
schijnen der Japans^ie vloot voor de Ame
rikaansche kust van den Stillen Oceaan als
een schrikbeeld voorgesteld Zoo kan men
heden ten dage in de Ver. Staten heel ver
schillende, ja zelfs sterk ulteenloopende op
vattingen over de Japansche vloot aantref
fen. Diegenen echter, die in de Ver. Staten
nog aan het sprookje gelooven, dat een
Amerikaansche deelneming aan den oorlog
geen aanmerkelijke belasting voor de Ame
rikaansche marine met zich mee zou bren
gen, omdat de Japansche vloot wegens de
uitgestrektheid van den Stillen Oceaan geen
actie zou kunnen ontwikkelen, zouden zich,
wanneer het erop aankomt, van dit zelf
bedrog drastisch bewust worden.
Het geeft ook niets, heden in de Ver. Sta
ten op de reusachtige bedragen te wijzen
welke zijn uitgetrokken voor den bouw van
de -vlootsteunpunten in den Stillen Oceaan,
of op den geweldigen aanbouw van de
Amerikaansche marine. Dit is allemaal
toekomstmuziek, welke niet voor 1946 wer
kelijkheid zal worden. Inmiddels is het
verdrag van Washington opgezegd. Sinds
vijf jaar bestaan er voor Japan geen be
perkingen meer voor de bewapening. Japan
heeft in die jaren niet stil gezeten. Het is
daarom mogelijk dat de generale staven
der admiraliteit van Engeland en Amerika
even verbaasd zullen zijn als eenige ma
rine-attaché's bij een vlootparade voor Jo-
kohama, een jaar of vijf-zes geleden, toen
er een heel onbekende nieuwe Japansche
eenheid van zware klasse te zien viel. De
verbazing was toen gegrond. De toenmalige
marine-attaché's hadden immers een gron
dige kennis van de aanwezige marine-een
heden. Zij kenden ook de capaciteit van do
werven, zij kenden de ijzer- en staalpro-
ductie als ook het verbruik in Japan. En
toch waren de vermoedens van deze des
kundigen verkeerd. Voor Japan is dit een
typisch, doch zeer opmerkelijk teeken, dat
in het belang van de Japansche verdedi
ging zeer nuttig, voor de strategische plan
nen der vijanden van Japan zeer bedenke
lijk is.
Het kan 'en mag hier niet de taak zijn,
den sluier der geheimen op te lichten. Wel
kan gezegd worden, dat Japan op het
oogenblik de absolute strategische superio
riteit in het gebied van Oost-Azië bezit.
Hierbij sluit zich aan het sinds jaren op
volle toeren loopende program van nieuwen
aanbouw.
Sinds lang bekend en in het openbaar
steeds weer vermeld is de b- v van twee
slagschepen, drie vliegtulgm. .derschepen,
twee lichte kruisers en tien torpedojagers.
Hierbij dient slechts vermeld te worden,
dat een deel van deze eenheden reeds sinds
lang gereed is en dat nieuwe oorlogsbodems
op stapel staan, waarbij bijzondere betee-
kenis is gehecht aan den bouw van tor
pedojagers en zware kruisers.
Nog op een andere groote bron van
kracht, welke de Japansche marine ter be
schikking staat, dient hier gewezen te
worden. Dat zijn de hulpkruisers. Het is
aan de wereld niet onbekend, dat Japan
als eigenaar van op twee na de grootste
koopvaardijvloot, over moderne en snelle
schepen beschikt, die juist voor de taak
van een oorlog van hulpkruisers gemaakt
zijn. Het zal de taak van deze hulpkruisers
zijn, niet alleen de verbindingen van den
tegenstander met Oost-Azië af te snijden,
doch ook de lange toevoerwegen der Ver.
Staten naar de Zuidelijke grondstoffenlan
den te verstoren.
In de Ver. Staten troost men zich wat
betreft de kracht der Japansche marine
vooral met de verwijzing naar het feit, dat
Amerika vijftien slagschepen bezit, terwijl
er van Japan maar negen bekend zijn. Een
botsing tusschen Japansche en Amerikaan
sche slagschepen in den Stillen Oceaan zou
echter voor de Vereenigde Staten slechts
dan eenige kans van slagen hebben, wan
neer zij tevens deze zware eenheden uit den
Atlantischen Oceaan haalden, terwijl de
golf van Mexico en het Panama-kanaal
naar den Stillen Oceaan ter hoogte van
Hawaii lang en gevaarlijk Is, en de terug
weg evenveel kostbaren tijd vereischt,
waarbij op de admiraliteit steeds de zorg
om het lot van de verlaten andere kust
drukt. Van deze zorgen is de Japansche
admiraliteit juist bevrijd. Van de Koerilen
in het hooge Noorden tot den evenaar en
langs de Chineesche kust tot de nieuwe
steunpunten in Fransch-Indochina, ligt
een hechte vestingsgordel rondom Japan,
welke door geen vloot zonder de aller
zwaarste verliezen verbroken kan worden.
Sinds lang heeft men in Amerika gepro
beerd, dit strategische voordeel van Japan
in zijn positie in den Stillen Oceaan te
verminderen door verscheidene Ameri
kaansche eilanden in den Stillen Oceaan
tot Vlootsteunpunten te maken.
Een Amerikaansche vloot, welke uitloopt
om deze eilanden te gaan verdedigen, is
blootgesteld aan het gevaar van een aan
zienlijke versnippering. Uit alles kan slechts
samenvattend de conclusie getrokken wor
den, dat de Japansche marine een betrek
kelijk lichte en tegen haar krachten vol
komen opgewassen taak te vervullen heeft,
terwijl de taak van de Amerikaansche
marine eigenlijk pas binnen het bereik der
mogelijkheden treejdt na uitvoering van
het thans pas begonnen vlootbouwpro-
gramma.
Japan staat aan de zijde der asmogend-
heden. Het wijst met hen elke uitbreiding
van den oorlog -van de hand. De taal der
kanonnen zal Japan echter op dezelfde
wijze beantwoorden. (A.N.P.)
Dif Nummei bevat TWEE Bladen
Binnenland
Het prijzen van aïle artikelen verplicht;
binnenkort een besluit te wachten. (2e
Blad)
zinken gebrachte schepen zijn omgekomen.
Als „hulpsehepen" woden beschouwd mlj-
nenleggers, patrouille- en escorte-vaartui
gen. Bovendien heeft het luchtwapen, naar
Associated Press verder meldt, drie van de
10 Grieksche torpedobootjagers tot zinken
gebracht. Van de 13 Grieksche torpedoboo
ten zijn er tot dusver slechts twee in
Alexandrlë aangekomen. Of de andere elf
tot zinken zijn gebracht wordt niet mede
gedeeld. Van de Grieksche vrachtschepen
hieven er slechts enkele over. in totaal zes,
die niet in Grieksche havens lagen.
Algemeene vergadering der schippersver-
eeniging „Schuttevaer". (Binnenland,
2e Blad).
Buitenland
Duitschland en de rede van Stimson.
Blad).
De strijd in Irak voortgezet. (Ie Blad).
(Ie
?IE VOORTS „LAATSTE
EERSTE BLAD.
BERICHTEN"