82sfe jaargang DONDERDAG 8 MEI 1941 No. 24882 Duitschland over Stimson's rede De kracht van Japan in den Stillen Oceaan Verduisferen Niet ak regeeringsverklaring beschouwd De strijd in Irak Uit Engeland In en om Griekenland Beschouwing in Bërlin-Rom-Tokio 21.17 5.55 uur uur EERSTE BLAD Feiten van den dag LEIDSCH DAGBLAD Directeur: J.W. Benny DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN PRIJS DER ADVERTENTIES 32 ets. per regel voor advertenties uit Leiden en plaatsen waar agentschappen Van ons Blad zijn gevestigd. Andere advertenties 37 ets. per regel. Minimum 5 regels. - Verplicht bewijsnummer 5 ets. - Incassokosten volgens postrectit. „Kleine Advertenties" (hoogstens 30 woorden) uitsluitend bij vooruitbetaling, alleen 's Woensdags en 's Zaterdags 55 ets. - Voor toezending van brieven wordt 10 ets. berekend. Bureau Witte Singel no. 1, hoek Noordeindsplein Telef. nrs. Directie en Administratie 25041 (2 lijnen) Redactie 21507 Postcheque- en Girodienst no. 57055 - Postbus no. 54 Hoofdredacteur: B. W. Menkhorst, Lelden PRIJS DEZER COURANT Voor Leiden en gemeenten, waar agentschappen gevestigd zijn: per 3 maandenƒ2.47 per weekƒ0.19 Franco per post ƒ2.47 per 3 maanden portokosten (voor binnenland ƒ0.80 per 3 mnd.) Het A. N. P. meldt uit Berlijn: De bewering van Stimson, den Ameri- kaanschen minister van oorlog, in zijn ra dio-rede, waarin werd gesproken over een bedreiging van Brazilië door Duitschland, is in de Wilhelmstrasse als een onware en ongehoorde verdachtmaking ten schérpste afgewezen. In dit verband werd van Duit- sche zijde ten aanzien van Stimson's op merking over „onrechtvaardigheden in de Duitsche oorlogvoering ter zee", verwezen naar vroegere daden en uitingen van den Amerikaanschen minister van oorlog, waar uit blijkt, dat Stimson van volkenrechte lijke kwesties weinig verstand heeft en zich dus, naar men van Duitsche zijde onder streepte, beter niet op het terrein van rechtskwesties moest begeven. Zooals bekend is de Duische oorlogvoe ring ter zee, waarop men in politieke krin gen van de rijkshoofdstad nog eens met nadruk de aandacht vestigt, het noodzake lijke gevolg van de blokkade der Engelschen tegen Duitsche vrouwen en kinderen. De andere opmerking van Stimson betreffen de het gebruik van de Amerikaansche vloot ter bescherming van transporten naar En geland, heeft te Berlijn geen verbazing ver wekt, daar de Amerikaansche minister als een extremist bekend staat. Zelfs nemen wij met een schouderophalen kennis van de Amerikaansche verklaring, dat de heer Stimson de rede tevoren met zijn heer en meester Roosevelt had be sproken. De New York Times meldt uit Washing ton, dat men er aldaar van overtuigd is, dat de Tegeering spoedig zal handelen om op de een of andere wijze het transport van oorlogsmateriaal naar Engeland te be schermen. De „Herald Tribune" meldt, dat de ko mende twee of drie weken de meest kritieke in de geschiedenis van de Vereenigde Sta ten zijn. Er is een eind gekomen aan de politiek van voorzichtigheid, passiviteit en voorbereiding. In de Wilhelmstrasse zeide men, dat het Duitsche ryk deze rede niet als een regeeringsverklaring beschouwt. Stim- so nheeft duidelijk uitsluitend als oor logsophitser gesproken. Ook de'Duitsche pers uit zich in dezen geest. De Lokal Anzeiger schrijft: Wij kunnen sinds het mislukken der pogingen van Churchill en Roosevelt, om in Zuid-Oost Europa het oorlogsvuur aan te wakkeren constateeren, dat men uit Washington op alles lostrekt, wat geen vriend van de Brit- sche en Noord-Amerikaansche „upper ten" is. Steeds duidelijker treedt aan het licht, dat Washington thans de centrale van de internationale oorlogssamenzwering is ge worden. De Nachtausgabe meent: Stimson heeft zulk een wilde schimprede tegen Duitsch land gehouden en heeft zoo buitensporig tot den oorlog tusschen Duitschland en de Vereenigde. Staten opgehitst, dat men daar uit de slótsom kan trekken, dat men te Was- hingon de vooruitzichten van Engeland ter zee slecht acht. Roosevelt's minister van oorlog, zoo schrijft de Deutsche Allgemeine Zeitung, ziet totaal over het hoofd, dat Roosevelt's eerste verordening bij het uitbreken van den Europeeschen oorlog het verbod aan de Amerikaansche scheepvaart was naar de oorlogszones te varen. Hoewel Stimson's rede ertoe strekte Amerika de zeeën veilig te laten maken voor de levering van mu nitie aan Groöt-Brittannië ziet hij opzette lijk voorbij, dat de Amerikaansche schepen, welke thans inderdaad het operatiegebied van de Duitsche weermacht binnenvaren zich uitsluitend aan schending van de neu traliteit schuldig maken, doordat ze oor logsmateriaal aan een van de oorlogvoeren de partijen leveren. Ook in de practische gevolgen is de rede van Stimson slechts een derde herhaling van de redevoeringen van Hull en Knox. Ze legt de kaarten van Roosevelt's oorlogspolitiek open en onthult tegelijk de geheele zwakte van Engeland, waarvan de dreigende ineenstorting de eenige ware zorg te Washington uitmaakt. Het Amerika van Roosevelt zou tot eiken prijs tijd willen winnen, maar de zandlooper voor het Engeland van Churchill gaat met onverbiddelijke snelheid voort. De Börsenzeitung meent: Stimson is op getreden als woordvoerder van die groep Amerikaansche oorlogsophitsers, die pogen voor den Engelschen vriend te redden wat er nog te redden is. Hij heeft de aanspra ken van zijn kliek op het recht om voor het verslagen Engeland werkzaam te zijn met een vloed van aanklachten en smaad tegen Duitschland verklaard, welke onge veer gelijk zijn aan het oude propaganda- materieel van Angel-Saksische scheldbla- den aan deze en gene zijde van den Oceaan. Naar de meening van Stimson, aldus het blad, moet Duitschland de Engelsche aan vallen, ook in den vorm van de blokkade voor lief nemen, doch als Duitschland f tot een tegenblokkade overgaat is dit een „on wettige actie".0 In verband hiermee heeft Stimson een vergelijking gemaakt met het jaar 1917. Het is een particulier genoegen van den heer Stimson om op grond van zijn slechte kennis der geschiedenis historische vergelijkingen te maken. Wij van onzen kant kunnen er evenwel aan herinneren dat Duitschland toen in de binnenste linie streed en op Fransch en Belgisch gebied een zwaren strijd om zijn bestaan voerde. Thans is Frankrijk uit de lijst van vijanden geschrapt. Duitschland beheerscht de kust van den Atlantischen Oceaan van Narvik tot de Golf van Biscaye. Engeland is over al verslagen, waar het tegen de Duitsche wapenen kwam te staan. Het eiland bloedt uit vele wonden. Op grond hiervan zien wij de komende oorlogsophitsingen van Stim son en zijn vrienden gelaten tegemoet. ENGELSCHE VORDERINGEN. Radio Bagdad heeft gemeld, dat Engel sche vliegtuigen Dinsdagavond een aan val op Bagdad hebben gedaan. Op woonwijken werden eenige bommen geworpen. Een beroemde moskee 'werd getroffen door een bom, die echter niet ontplofte. Volgens een bericht van „Associated Press" uit Cairo zouden de Britsche troe pen het Iraksche cordon om het vliegveld Habaniya hebben doorbroken en de petro- leumleiding van Mosoel weer beheerschen. Volgens te Rome uit Irak ontvangen be richten zouden de Engelsche troepen het fort Roetba bij de grens van Transjorda- nië hebben bezet. Tal van sympathiebetuigingen blijven Irak toestroomen en vele vrijwilligers blij ven zich melden. De Iraksche minister van oorlog is naar Ankara vertrokken. Churchill heeft in het Lagerhuis mede gedeeld, dat Engeland reeds in Mei van het vorige jaar van plan was geweest, troepen naar Irak te zenden, om daar de verbin dingslijnen te beschermen. Helaas had Engeland toen die troepen nadr Egypte moeten sturen. D.N.B. meldt uit Beiroet, dat de Iraksche regeering de nota van de Egyptische regee ring heeft beantwoord, waarin deze haar verzocht om matiging en herziening van haaf standpunt. Dit antwoord werd Dinsdag aan den Egyptischen ambassadeur te Bagdad over handigd. De Iraksche regeering geeft nog eens een overzicht van de voorgeschiedenis van het conflict en legt er den nadruk op, dat Irak alle middelen om tot overeen stemming te komen, heeft uitgeput. Feitelijk heeft Engeland door zijn aan val op Iraksche troepen Irak den oorlog verklaard. Van een compromis kan dus geen sprake meer zijn. Irak zal den strijd voortzetten. Ten slotte dank de Iraksche regeering voor de sym pathie, waarvan de Egyptische regeering haar .heeft blijk gegeven. DE DIPLO OVER DE REDE VAN EDEN. De uiteenzettingen van Eden voor het La gerhuis betreffende het conflict "met Irak toonen, naar de Deutsche diplomatisch po ëtische Korrespondenz schrijft, hoe pijn lijk juist dit optreden van een kleine natie tegen de hegemonie-begeerten van Enge land moet zijn voor den Engelschen minis ter van buitenlandsche zaken, die juist maandenlang in het nabije oosten lauwe ren heeft gedacht te halen. Eden stelt n.l. een cynische poging in het werk om den verzoenlijke en gematigde te spelen. Hij spreekt over voorwaarden, waarop de vij andelijkheden tusschen de beide „verbon den nakies", Engeland en Irak, gestaakt zouden kunnen worden, waarna dan een discussie mogelijk zou zij over de verdrags rechten van beide partijen. Eden gelooft daarbij huichelachtig te mogen wijzen op de vroegere verdragen met de Arabieren, waarvoor Engeland zich niet behoeft te schamen. Deze bewering doet niet alleen aan als een hoon, gezien het bedrog, dat Engeland heeft gepleegd jegens de Arabieren van Palestina, en gezien de onmenschelijke re presailles. die juist daar zijn genomen je gens dè vrijheidslievende Arabieren, even als ook in andere Arabische landsdeelen. De verwijzing naar Britsche trouw aan verdragen vormt echter juist tegenover Irak in zoo verre een duidelyke waarschu wing, als Engeland de bepalingen van het Brlt'sch-Iraksche verdrag, dat bepaalde, dat Engeland slechts een beperkt aantal troe pen voor de passage telkens in Irak mag doen blijven, heeft geschonden. Irak weet, dat de bedoeling van de Britsche infiltra ties was, het het lot van Egypte te doen ondergaan: de ontwapening van zijn strijdkrachten en daarmede het verlies van zijn werkelijke vrijheid en onafhankelijk heid. Engeland was van plan, zxx>als de Daily Sketch uit de school klapt, in Irak een preventieve actie te kunnen uitvoeren voordat hulp kon arriveeren. DEBAT IN HET LAGERHUIS. Talrijk en critischer dan ooit is de cri- tiek in het Britsche Lagerhuis. De afgevaardigden verklaarden menig maal, dat alle tegenslagen van Libye tot Irak het gevolg waren van het slechte functionneeeren van den geheinten inlich tingendienst. Men verweet het ministerie van buitenlandsche zaken, dat Engeland klaarblijkelijk nog steeds in de 17de eeuw leefde. Voorts merkte men op, dat de re geering al te zeer op de Amerikaansche hulp vertrouwde, dat men niet op de oor logsproductie kan vertrouwen en dat de maatregelen, genomen tot verbetering van den toestand der scheepvaart, niet dras tisch genoeg geweest zijn. De meeste critiek op de regeeringspolitiek leverden de arbei dersafgevaardigden Shimwell'en Hore Be- lisha, minister van oorlog in het kabinet- Chamberlain. Lloyd George drong aan op grootere en snellere Amerikaansche hulp voor Enge land. Men moet God danken voor de rede, die Stimson heeft gehouden, aldus Lloyd George. Wegens de operaties der Duitsche duikbootvloot is de toestand voor Engeland „nog banger dan in den vorigen oorlog". Dat geldt ook voor de luchtaanvallen, waardoor vooral ook de koopvaardijvloot getroffen wordt. Amerika kan nog meer doen dan het tot dusver gedaan heeft. In dien het wil, dat wij Duitschland verslaan en overvleugelen, is het nöodig, dat het nog oneindig veel meer voor ons doet, aldus be sloot Lloyd George. In zijn antwoord op de rede van Lloyd George, zeide Churchill onder meer: „Als er een rede is, die niet geschikt is om onze elasticiteit te verhoogen, dan is het die van Lloyd George, die het Lagerhuis weer eens een belangrijke uiteenzetting heeft ver eerd. Het is niet de rede, die men van een groot leider in den oorlogstijd van vroeger had kunnen verwachten". Ten aanzien van het voorstel tot instel ling van een specialen oorlogsraad, zeide Churchill, dat Engeland geen middelmatige menschen in de regeering noodig heeft, die niets anders kunnen doen dan den gang van zaken ophouden. De premier voegde hieraan toe, dat hij in hoofdzaak de ver antwoordelijkheid droeg. Sprekende over den strijd in Egypte zeide Churchill, dat het Suezkanaal met alle mo gelijke middelen verdedigd moet worden, omdat het verlies van het Suezkanaal een der ernstigste slagen zou zijn, welke Enge land kunnen treffen. Men moet verder in elk geval de hoop op een gunstigen afloop van den slag op den Atlantischen Oceaan blijven koesteren. „Stormen mogen woeden, wij zullen er doorheen komen", aldus be sloot Churchill. Volgens een nader bericht zeide Chur chill nog, dat hij voor het debat der regee ring de verantwoordelijkheid op zich had genomen in den'meest onmiddellijken en persoonlijken vorm. Daarom is hij ook de gene, die een kopje kleiner gemaakt kan worden, als Engeland dezen oorlog niet wint. Ten slotte heeft Churchill nog gezegd, dat hij het Britsche volk slechts bloed, tra nen en fcweet heeft beloofd. Men zal in En geland nog veel fouten maken en reacties beleven. Dit kan evenwel zijn geloof aan de ..eindoverwinning" niet aan het wankelen brengen: In 1943, zoo verklaarde Churchill, wordt het beter. (D.N.B.) DE ENGELSCHE VERLIEZEN. Lord Moyne, staatssecretaris van kolo niën, heeft gisteren in het Lagerhuis mede gedeeld, dat het Britsche expeditie-leger in Griekenland 11.500 aan dooden, gewon den en vermisten heeft verloren. (D.N.B.) DE GRIEKSCHE STAAT. De nieuwe Grieksche regeering heeft be sloten, dat het land voortaan zal worden aangeduid als Hellinike Politia (Grieksche staat), in plaats van, als tot dusverre, als Vasilium Hellas (koninkrijk Griekenland). (D.NB.) DE VERLIEZEN VAN DE GRIEKSCHE VLOOT. Het D.N.B. verneemt uit New York: De naar Kreta gevluchte Grieksche emi- grantenregeering heeft naar Associated Press meldt de verliezen van de Grieksche vloot bekend gemaakt. Meer dan dertig „hulpschepen" werden door het' luchtwa- pen vernietigd. De bemanningen van de tot van hedenavond tot morgenochtend De maan komt heden op te 17.38 uur en gaat morgenoch tend te 5.13 uur onder. „De kracht van Japan in den Stillen Oceaan" is het onderwerp eener politieke beschouwing in het tijdschrift „Berlin RomTokio", waarin o.a. het volgende ge zegd wordt: De berekeningen van de Ver. Staten om trent de strategie ter zee voorzagen sinds het verdrag van Washington van 1922, in het geval eener deelneming van Amerika aan een nieuwen grooten oorlog, slechts een groote mogendheid als tegenstander. De tendens van deze berekeningen, zooals het geheele verdrag van Washington zelf, wa ren kennelijk tegen Japan gericht, dat met zijn toenemende kracht en zijn aanspraak op leefruimte een gevaar scheen te worden voor de rijke bezittingen van Engeland en voor den winstgevenden handel der Ver. Staten in Oost-Azië. Door vereeniging der krachten van de Amerikaansche en de En gelsche vloot geloofde men het best tegen de Japansche zeemacht op te kunnen. Daarom had men in Washington het vloot- statuut der Ver. Staten, Engeland en Japan gebaseerd op de verhouding van 533. In 1936 kregen deze berekeningen echter met het opzeggen van het verdrag van Was hington door Japan den eersten zwaren slag, \^ant Japan kon toen weer onbelemmerd oorlogsbodems gaan bouwen. Op 27 Septem ber 1940 echter, den dag der onderteekening van het driemogendhedenpact in Berlijn, gingen de Amerikaansche berekeningen de finitief ten gronde. In dubbel opzicht was er een beslissende verandering ontstaan. In de eerste plaats stond vast, dat een deelne ming van Japan en daarmede een oorlog aan twee fronten tegen een Amerikaansche vloot die door de noodzakelijke bescherming op twee wereldzeeën verdeeld en daarmede aanzienlijk verzwakt zou zijn, een heel ander militair gewicht gekregen. Het kan den in het driemogendhedenpact verbonden grooten mogendheden, Japan, Duitschland en Italië, van Amerikaansche zijde niet kwalijk genomen worden, dat zij een zuiver bondgenootschap van verdediging gesloten hebben. Japan koestert evenmin als Duitschland eenig oorlogsvoornemen jegens de Ver. Staten. Japan moet echter tot zijn leedwezen constateeren, -dat de Ver. Staten oorlogsvoornemens aan den dag leggen. Wanneer zij aan den oorlog zouden gaan deelnemen, zal Japan aan de zijde van Duitschland en Italië staan. De Amerikaan sche marine zal dan voor de zware taak komen te staan, een oorlog aan twee fron ten te voeren, zonder van de thans reeds verzwakte Engelsche vloot eenige verlich ting te ontvangen. De interventionistische politici der be kende kringen in Washington hebben de positie van de Japansche marine in den Stillen Oceaan zeer dikwijls een onderwerp van discussie gemaakt, waarbij al naar ge lang de behoeften van de Amerikaansche politiek, de beteekenls van de Japansche vloot vergroot of verkleind werd. Teneinde de geweldige bewapeningsplannen erdoor te krijgen, werd de mogelijkheid van het ver schijnen der Japans^ie vloot voor de Ame rikaansche kust van den Stillen Oceaan als een schrikbeeld voorgesteld Zoo kan men heden ten dage in de Ver. Staten heel ver schillende, ja zelfs sterk ulteenloopende op vattingen over de Japansche vloot aantref fen. Diegenen echter, die in de Ver. Staten nog aan het sprookje gelooven, dat een Amerikaansche deelneming aan den oorlog geen aanmerkelijke belasting voor de Ame rikaansche marine met zich mee zou bren gen, omdat de Japansche vloot wegens de uitgestrektheid van den Stillen Oceaan geen actie zou kunnen ontwikkelen, zouden zich, wanneer het erop aankomt, van dit zelf bedrog drastisch bewust worden. Het geeft ook niets, heden in de Ver. Sta ten op de reusachtige bedragen te wijzen welke zijn uitgetrokken voor den bouw van de -vlootsteunpunten in den Stillen Oceaan, of op den geweldigen aanbouw van de Amerikaansche marine. Dit is allemaal toekomstmuziek, welke niet voor 1946 wer kelijkheid zal worden. Inmiddels is het verdrag van Washington opgezegd. Sinds vijf jaar bestaan er voor Japan geen be perkingen meer voor de bewapening. Japan heeft in die jaren niet stil gezeten. Het is daarom mogelijk dat de generale staven der admiraliteit van Engeland en Amerika even verbaasd zullen zijn als eenige ma rine-attaché's bij een vlootparade voor Jo- kohama, een jaar of vijf-zes geleden, toen er een heel onbekende nieuwe Japansche eenheid van zware klasse te zien viel. De verbazing was toen gegrond. De toenmalige marine-attaché's hadden immers een gron dige kennis van de aanwezige marine-een heden. Zij kenden ook de capaciteit van do werven, zij kenden de ijzer- en staalpro- ductie als ook het verbruik in Japan. En toch waren de vermoedens van deze des kundigen verkeerd. Voor Japan is dit een typisch, doch zeer opmerkelijk teeken, dat in het belang van de Japansche verdedi ging zeer nuttig, voor de strategische plan nen der vijanden van Japan zeer bedenke lijk is. Het kan 'en mag hier niet de taak zijn, den sluier der geheimen op te lichten. Wel kan gezegd worden, dat Japan op het oogenblik de absolute strategische superio riteit in het gebied van Oost-Azië bezit. Hierbij sluit zich aan het sinds jaren op volle toeren loopende program van nieuwen aanbouw. Sinds lang bekend en in het openbaar steeds weer vermeld is de b- v van twee slagschepen, drie vliegtulgm. .derschepen, twee lichte kruisers en tien torpedojagers. Hierbij dient slechts vermeld te worden, dat een deel van deze eenheden reeds sinds lang gereed is en dat nieuwe oorlogsbodems op stapel staan, waarbij bijzondere betee- kenis is gehecht aan den bouw van tor pedojagers en zware kruisers. Nog op een andere groote bron van kracht, welke de Japansche marine ter be schikking staat, dient hier gewezen te worden. Dat zijn de hulpkruisers. Het is aan de wereld niet onbekend, dat Japan als eigenaar van op twee na de grootste koopvaardijvloot, over moderne en snelle schepen beschikt, die juist voor de taak van een oorlog van hulpkruisers gemaakt zijn. Het zal de taak van deze hulpkruisers zijn, niet alleen de verbindingen van den tegenstander met Oost-Azië af te snijden, doch ook de lange toevoerwegen der Ver. Staten naar de Zuidelijke grondstoffenlan den te verstoren. In de Ver. Staten troost men zich wat betreft de kracht der Japansche marine vooral met de verwijzing naar het feit, dat Amerika vijftien slagschepen bezit, terwijl er van Japan maar negen bekend zijn. Een botsing tusschen Japansche en Amerikaan sche slagschepen in den Stillen Oceaan zou echter voor de Vereenigde Staten slechts dan eenige kans van slagen hebben, wan neer zij tevens deze zware eenheden uit den Atlantischen Oceaan haalden, terwijl de golf van Mexico en het Panama-kanaal naar den Stillen Oceaan ter hoogte van Hawaii lang en gevaarlijk Is, en de terug weg evenveel kostbaren tijd vereischt, waarbij op de admiraliteit steeds de zorg om het lot van de verlaten andere kust drukt. Van deze zorgen is de Japansche admiraliteit juist bevrijd. Van de Koerilen in het hooge Noorden tot den evenaar en langs de Chineesche kust tot de nieuwe steunpunten in Fransch-Indochina, ligt een hechte vestingsgordel rondom Japan, welke door geen vloot zonder de aller zwaarste verliezen verbroken kan worden. Sinds lang heeft men in Amerika gepro beerd, dit strategische voordeel van Japan in zijn positie in den Stillen Oceaan te verminderen door verscheidene Ameri kaansche eilanden in den Stillen Oceaan tot Vlootsteunpunten te maken. Een Amerikaansche vloot, welke uitloopt om deze eilanden te gaan verdedigen, is blootgesteld aan het gevaar van een aan zienlijke versnippering. Uit alles kan slechts samenvattend de conclusie getrokken wor den, dat de Japansche marine een betrek kelijk lichte en tegen haar krachten vol komen opgewassen taak te vervullen heeft, terwijl de taak van de Amerikaansche marine eigenlijk pas binnen het bereik der mogelijkheden treejdt na uitvoering van het thans pas begonnen vlootbouwpro- gramma. Japan staat aan de zijde der asmogend- heden. Het wijst met hen elke uitbreiding van den oorlog -van de hand. De taal der kanonnen zal Japan echter op dezelfde wijze beantwoorden. (A.N.P.) Dif Nummei bevat TWEE Bladen Binnenland Het prijzen van aïle artikelen verplicht; binnenkort een besluit te wachten. (2e Blad) zinken gebrachte schepen zijn omgekomen. Als „hulpsehepen" woden beschouwd mlj- nenleggers, patrouille- en escorte-vaartui gen. Bovendien heeft het luchtwapen, naar Associated Press verder meldt, drie van de 10 Grieksche torpedobootjagers tot zinken gebracht. Van de 13 Grieksche torpedoboo ten zijn er tot dusver slechts twee in Alexandrlë aangekomen. Of de andere elf tot zinken zijn gebracht wordt niet mede gedeeld. Van de Grieksche vrachtschepen hieven er slechts enkele over. in totaal zes, die niet in Grieksche havens lagen. Algemeene vergadering der schippersver- eeniging „Schuttevaer". (Binnenland, 2e Blad). Buitenland Duitschland en de rede van Stimson. Blad). De strijd in Irak voortgezet. (Ie Blad). (Ie ?IE VOORTS „LAATSTE EERSTE BLAD. BERICHTEN"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1941 | | pagina 1