Het zeilseizoenbegonnen - Om het Voe
SZsie Ja&rgar.g
{HM DAGBLAD
Tweede Blad
Sonate Pathétique
FEUILLETON
door OCTAVUS ROY.
(8
Precies het soort eenmansflat, waarop zij
hem had voorbereid; het soort woning,
waarin men kon verwachten, dat zoo'n
meisje woonde. Het soort flat van een jon
gedame met smaak en distinctie en intelli
gentie en met niet al te groot inkomen.
..Ongeveer vijftig dollar per maand",
taxeerde Gregg de flat. „En dat komt vrij
nauwkeurig overeen met hetgeen zij mij
vertelde over zichzelf en over haar werk."
De meubels, de atmosfeer alles klopte.
Het klopte met alles, behalve met wat hij
den vorigen nacht had ondervonden. Daar
scheen niets bij tè passen, noch de man,
die daar bij den ingang op wacht stond.
Hij haalde de lijst met instructies te-voor
schijn, vond den koffer, en begon de kleeren
bijeen te zoeken. De hangkasten waren
nogal goed yoorzien. Netjes, eenvoudig,
keurig; stijlvol maar niet uitbundig; goed
maar niet duur. Alles was even pijnlijk
schoon en goed verzorgd.
Nadat hij alles had bijeengezameld en in
gepakt, ging hij weer naar beneden.
Buiten overtuigde hij zich met een 'enke
len blik, dat de man zijn wake nog steeds
voortzette. Maar als de vreemdeling al in
teresse in Gregg had, liet hij het door niets
blijken. Gregg was er van overtuigd, dat hij
zelfs niet in zijn richting keek
Lynn wachtte op hem, nog steeds gekleed
m de belachelijk wijde morgenjas. Zij scheen
vroolijker dan te voren, en hij keek haar
gestreng aan.
„Nu weet ik alles!" zei hij.
„Wat alles?"
„Dat zou je tegenvallen. En waarom heb
je me niet gezegd, dat je van tomatensap
houdt?"
„Mijn ijskast heeft me verraden!" Zij
greep naar den koffer. „Zal ik niet eerst
wat anders aantrekken? Dat is beter voor
het decorum."
De slaapkamerdeur Lloot zich achter haar
en Gregg slenterde naar de keuken. Frenzy
keek hem eenige oogenblikken van terzijde
aan, en waagde toen een opmerking: „Juf
frouw Harrison is vast fijne familie, m'neer
Gregg.
„Vind je dat?"
„Ja, m'neer. Ik weet het, ik kan het zeg
gen."
„Sssjt, niet zeggen. Het is een geheim."
Gregg was weer in de woonkamer, toen
Lynn terugkwam. Zij stond een oogenblik
op den drempel en hij zei: „Kan dit heusch
waar zijn?"
„Het kan. Of je het gelooft of niet."
Hij had zélf die kleeren uit haar kleeren-
kast gehaald, maar toen hadden ze geen
persoonlijkheid gehad. Nu zij ze aan had,
zagen ze er anders uit. Donkerblauw met
wit, eenvoudig genoeg maar toch Hij
zei: „Je ziet er uit, of die japon van jou
is. De meeste vrouwen kunnen dat niet."
„Een vleiende en scherpzinnige opmer
king, mijnheer Stuart. En nuZij kwam
verder de kamer in en yroeg: „Vertel eens,
hoe het gegaan is?"
Hij aarzelde een oogenblik. „Ga zitten,
Lynn."
„Uw woord is wet," zei ze glimlachend.
„Het is werkelijk niet mijn plan, in je
geheimen door te dringen", zei hij ernstig,
„maar ik moet je toch wat vragen."
„Ga je gang."
„Onze vriend van gisteravond de jon
geman met de moordzuchtige neigingen
is die ongeveer even lang en breed als ik,
zwart haar en wenkbrauwen, gladgescho
ren, oogen een tikje te dicht bij elkaar,
maar overigens vrij knap? Weet je soms
ook, of hij een grijze tweed overjas heeft
met ingenomen rug?"
Zij vroeg met groote oogen: „Was hij er
weer?"
„Een man, die aan deze beschrijving vol
doet."
„Wat deed hij?" vroeg ze verschrikt.
„Niets. Ik geloof niet dat hij me herkende,
of me met jou in verband gebracht heeft."
Zij zei halfluid: „Hij stond op me te
wachtenIk ga niet naar huis."
„Nee.
„Terwijl jij weg was, heb ik je telefoon
gebruikt. Ik heb met mijn baas gesproken."
Met den teen van haar schoentje teekende
ze een figuur op den grond. „Ik heb mijn
vacantie nog te goed. Het is nu ons slappe
seizoen. Ik ga er een maand uit."
„Weet hij iets over deze geschiedenis?"
„Niemand weet daar iets van."
„Dus je loopt weg voor dien Rick?"
„Ja."
„Zal dat iéts helpen, als je voor een
maand ontsnapt? Zal hij hier dan over een
maand niet meer zijn?".
„Waarschijnlijk niet."
..Waar ga je naar toe?"
„Weg," antwoordde ze. „Waarheen weet
ik nog niet."
„Dan zal je meer kleeren noodig hebben.
Ik zal ze voor je halen."
„Jij schijnt voorbestemd te zijn om hoo-
pen dingen voor mij te doen."
Zijn oogen hielden de hare vast, en hij
zei kalm: „Dat hoop ik."
„Ik zal ergens heen gaan, waar het rus
tig is, waar ik kan uitrusten waar nie
mand mij zal zoeken."
Hij liep naar het raam en stond met de
handen op den rug een tijdje naar het ver
keer, diep onder hem in de straat, te kij
ken. Toen hij zich weer omdraaide, glim
lachte hij, en zijn oogen keken onderne
mend. Hij vroeg zoo onopvallend mogelijk:
„Heb je wel eens van het plaatsje Karnak
gehoord?"
„Egypte", knikte ze trots. „Daar ben ik
eens bijna heengegaan toen ik met een
boottocht naar de Middellandsche Zee wilde
meegaan."
„Ik bedoel een ander Karnak. Ergens in
het Zuiden in Dixieland, waar de katoen
bloesems bloeien. Het is heusch een be
koorlijke streek. Het zal je er wel bevallen."
„Mij Zij staarde hem dankbaar en
tegelijk protesteerend aan. „Wat moet ik in
Karnak doen?"
Hij keek haar breed glimlachend aan.
..Daar ga ik heen vandaag nog. En ik
neem jou met me mee."
Zij kwam dicht op hem toe en,nam zijn
beide handen. „Vind je het erg als ik zeg"
zei ze, terwijl ze hem in de heldere grijze
oogen keek, „dat ik je de aardigste kerel
vind, dien ik nog ooit ontmoet heb?"
Hij kreeg er een kleur' van. „Heelemaal
niet erg. Je vleit me."
„Je bent dapper, je bent edelmoedig
„Nou, nou. Hoor eens even
„Hoor jij eens even; ik praat. Want je
moet me goed begrijpen. Wat de gebeurte
nissen van den vorigen dag voor mij dra
gelijk maakt, is het feit, dat ik jou daardoor
heb ontmoet. Dat zijn geen complimentjes;
ik constateer alleen feiten. En ik weet, dat
je deze invitatie ernstig meent.maar,
waarde heer, ik mag er niet op ingaan. Het
staat nu eenmaal voor ons niet in de ster
ren geschreven."
„Mag ik je vragen, waarom?"
„Het schijnt wel, dat je me dat altijd
moet vragen", zei ze met een glimlachje.
„Zal je niet boos worden, Gregg?"
„Dat heb je al meer van me gemerkt."
„Goed dan. Let op." Hij kon zien dat ze
verlegen en tegelijk bang was. „Je begint
me aardig te vinden, is het niet?"
„Dat is heel zacht uitgedrukt."
„Wel, daar heb je je antwoord. ToeIk
probeer heelemaal niet koket of. preuts-, te
doen; allerminst. Ik probeer verstandigte
zijn. Ik probeer je te doen inzien, dat je
niet verder mag gaan. Ik had hulp noodig,
en jij kwam als een dolende ridder, in blin
kend harnas om me te redden. In jouw
bloed gisten vele generaties van romanti
sche traditie. Jij zou op die manier door
willen gaan en plotseling zou je verstrikt
zitten in iets min en laags en gemeens. En
daarom zeg ik nee."
Hij hield nog steeds haar handen vast,
toen hij antwoordde: „Jij zult mij nooit
kunnen overtuigen, Lynn, dat er aan jou
iets laags of vuils of gemeens kan zijn."
„Voor dat antwoord zou ik je een zoen
kunnen geven."
„Ga je gang."
,.Ik zal Plotseling week ze achteruit.
„Nee, ik zal het niet doen." Zij keken el
kaar in de oogen en waren beiden een tikje
opgewonden. Het oogenblik ging voorby.
(Nadruk verboden), (Wordt vervolgd).
IN HET GOFFERT-STADION TE NIJMEGEN WERD GISTEREN
EEN GROOTE SPORTDAG GEHOUDEN. DE VOLKSDANSEN
VIELEN IN DEN SMAAK. (Polygoon)
DUITSCHE TROEPEN OP MARSCH N£AR ATHENE. Op verschil
lende plaatsen waren de wegen vernield, maar ook over de rails ging de
Duitsche opmarsch onweerstaanbaar verder.
(Orbis-Holland).
HET ZEILSEIZOEN IS AANGEVANGEN MET DE VOORKAAG.
DE START DER REGENBOOG-KLASSE. (Polygoon)
RIJKS JEUGD LEIDER AXMANN IN NEDERLAND. Zaterdag j.l. kwam
de Rijksjeugdleider Axmann in Den Haag aan. Op de foto Rijksjeugd
leider Axmann inspecteert een afdeeling1 van de Hitlerjugend. Links General-
kommissar Schmidt, rechts de leider van den Nat. Jeugdstorm. (Stapf)
DE EERSTE VOETBALWEDSTRIJDEN OM HET KAMPIOENSCHAP
VAN NEDERLAND werden gisteren gespeeld. De wedstrijd
V.S.V.—P.S.V. eindigde in een gelijk spel 11. V.S.V. maakt 10.
(Polygoon)
DE A.N.W.B. ORGANISEERDE GISTEREN EEN RLIWIELTOCHT MET
ONBEKENDE BESTEMMING DOOR DE BLOEIENDE BETUWE. Onder
weg langs de boomgaarden, (Polygoon)