yiiegtuig-modellenbouw in Maastricht - De beschieting Van den Olympus LEEDSCH DAGBLAD Tweede Blad Moord op kasteel Entzberg 82ste Jaargang FEUILLETON door PETER PAUL BERTRAM. (44 „Geen twijfel mogelijk, commissaris," wendde hij zich na eenigen tijd tot Busch- roitner. „Identiek." Buschroitner knikte. „Wel, Maxner, wilt u een bekentenis afleggen?" Maxwell zweeg. Dikke zweetdruppels stonden hem op het voorhoofd. Hij had zijn handen om de leuningen van den stoel ge knepen. Inspecteur Haberler zette zijn schrijfmachine klaar op de tafel. Alles ver liep rustig. Nog steeds zweeg Maxwell. Inspecteur Haberler gaapte en zette lang zaam een vel papier in de machine. Lech- parger had zijn boeltje weer ingepakt. „Als we den afdruk van den wijsvinger hier en op de revolver vergrooten," zei hij half luid tegen den commissaris, „dan kunnen we ze op de rechtszitting projecteeren als lantaarnplaatjes." „Lang geen slecht idee." Buschroitner knikte instemmend. Hij wendde zich tot Maxwell. „Maxner, hoe is het, will: u nu bekennen of zullen we u naar de gevange nis in Lienz laten overbrengen?" „Gevangenis!" schreeuwde Maxwell. „Goed!" zei Buschroitner koel. „Hand boeien aandoen en door twee man met ge velde bajonetten naar Lienz laten brengen." „Jawel, commissaris," zei Lechperger en wendde zich naar de deur. „Neen, neen!" schreeuwde Maxwell, ter wijl hij opsprong. Haberler, de hand in de pistooltasch, liep op hem toe. Maxwell zakte in de fauteuil terug, een gebroken man. »,Ik wil bekennen," stamelde hij. HOOFDSTUK XIII. De directeur van den Geneeskundigen Dienst dr. Wachter stak een sigaret aan en wendde zich tot den officier van Justitie mr. Urban. „Dus morgen komt de touring car van kasteel Entzberg terug?" Hij nam het pak kaarten op, dat zijn buurman, de bankier Weigelsberger, hem toegeschoven had. „Dat moet ik zien. Dus die Busch roitner, die zich zoo geblameerd heeft De officier van Justitie, een kleine man met een wit Henri IV baardje, kreeg een kleur. „Van blameeren kan geen sprake zijn," zei hij geprikkeld. „Buschroitner is een nauwgezette, voorzichtige ambtenaar, mijn knapste medewerker. Hij zou waarschijnlijk Duschinsky ook ontmaskerd hebben. En als die buitenstaander er niet tusschen geko men was, dan zou hij waarschijnlijk het noodige materiaal gevonden hebben en den zelfmoord verhinderd hebben." Hij nam zijn kaarten op en sorteerde ze haastig. „Wie heeft gegeven?" „Ik," zei Weigelsberger. „Eén schoppen." „Twee ruiten," bood de diepe bas van mr. Schwaiger, den notaris. Op dat oogenblik kwam de dienster en riep mr. Urban aan de telefoon. „Pardon," zei hij en stond op. „Ik ben da delijk weer terug." Maar het duurde bijna twintig minuten voor hij weer naar het tafeltje terugkeerde. „Dat heeft lang geduurdbegon mr. Schwaiger verwijtend, maar toen zag hij het ontstelde gezicht van den officier. „Is er iets onaangenaams gebeurd?" informeerde hij snel. „Hoe men het neemt," zei mr. Urban. „Buschroitner belde me op. Nieuwe gebeur tenissen op kasteel Entzberg." „Wat!?" „Vertel eens!" Allen riepen door elkaar. „Luister dan: Duschinsky was niet de moordenaar." En hij begon te vertellen, hoe Buschroitner en Vahoda samen achter het geheim van kasteel Entzberg gekomen wa ren. „De moeilijkheid was," verklaarde hij, „dat de autoriteiten in Schechat geen strafkaart met vingerafdrukken van dien Maxner meer hadden. Toen heeft Busch roitner heel eenvoudig een strafkaart ge- imiteerd en Maxner overbluft. Ten slotte is hij ineengestort en heeft bekend. Den dub belen moord gedurende den oorlog, den moord op Von Ghetaldi, dien hij per abuis eigenlijk gedood heeft en den moord op Duschinsky. Precies zooals in dat tijdschrift stond, dat Vahoda gevonden had. Hij had dat verhaal gelezen, al voor Duschinsky op het kasteel kwam. Toen Vahoda hem van zijn nasporingen vertelde, heeft hij het be sluit genomen zich van den afperser te ont doen. Opdat niemand er op zou komen, heeft hij het slot uit het magazine ge scheurd en verbrand." „Niet zoo snel," verzocht dr. Wachter. „Hoe zat dat met dat magazine?" „Maar dat is toch heel eenvoudig. Max- ner-Maxwell had er in gelezen, zooals ik vertelde, dat er iemand in doodgeschoten was, terwijl het op zelfmoord leek. Dat heeft hij met Duschinsky ook gedaan. Hij wist, dat deze een revolver bezat. Tijdens Vahoda's voordracht is hij vlak achter hem gaan staan en heeft plotseling de revolver uit Duschinsky's zak getrokken. Toen schreeuwde hij„Om 's hemelswil, wat doet u!" en heeft hem neergeschoten, eer de ander zich kon omdraaien. Natuurlijk twij felde niemand er aan, dat Duschinsky het zelf gedaan had." „Hoe is het mogelijk," zei mr. Schwaiger hoofdschuddend. „Een koelbloedige schurk," zei Weigels berger. „Inderdaad," stemde mr. Urban toe. „Toen Maxner-Maxwell zijn bekentenis ondertee kend had. is Buschroitner een steen van het hart gevallen. Het bewijs zou ternauwer nood hebben kunnen dienen voor een pro ces op aanwijzingen. De brieven aan die Zwitsersche bank zouden wel veel gedaan hebben en men had hem in Schwechat, kunnen confronteeren, maar een bekente nis is beter." „Nou, dan krijgen we weer een beroemde rechtzaak," dacht de notaris. Mr. Urban schudde het hoofd. „Neen, die Maxner-Maxwell zal niet voor het gerecht verschijnen. Voor hij weggeleid werd, ver zocht hij met een der Chineezen majoor- ik-weet-zijn-naam-niet-meer te mogen spreken. Buschroitner heeft het toegestaan. Toen hebben die twee een paar minuten ge sproken. In het Chineesch. Natuurlijk heeft niemand het verstaan. En toen Maxner weggeleid werd, door de gang met de exo tische wapens, heeft hij zich plotseling los gerukt en zich een pijl, die aan den muur hing, in de borst gestooten. Niet diep, maar tien minuten later was hij dood. Moet on der verschrikkelijke pijnen gestorven zijn. De pijl kwam uit Indochina en was vergif tigd. De majoor heeft verklaard Maxwell dien raad gegeven te hebben. Het waren goede vrienden en hij meende, dat hij hem dien vriendschapsdienst moest bewijzen. Als men hem daarvoor ter verantwoording wilde roepen, dan stond hij ter beschikking. Maar we laten de zaak natüurlijk loopen. Heeft toch geen zin." Voor dien avond was het met bridge af- geloopen. De touringcar A 13513 kwam den volgen den dag ongeveer kwart voor elf in Lienz voor Hotel Post aan. Het plein was vol nieuwsgierigen. Toen Buschroitner en de beide inspecteurs uitstapten, werden zij da delijk door de nieuwsgierige Lienzenaren met vragen bestormd. Wie mijnheer Vahoda was, wie de mooie mevrouw Fechner, wie de Amerikaansche dokter. Zoo, was die op het kasteel gebleven als gast van freule Angela? Een heer van omstreeks vijf en dertig jaar, met een handkoffer, baande zich een weg door de menigte. Hij gaf Wieninger zijn koffer. „Goeden morgen," zei hij en stapte den wagen binnen. Toen sprak hij tot het reisgezelschap„Dames en heeren, sta mij toe dat ik mij aan u voorstel. Mijn naam is Wilhelm Gratz, ik ben de nieuwe reisleider. Namens het bureau „Ueberland" heb ik u de volgende mededeeling te doen: degene die den tocht over Mallnitz, Gastein en Salzburg nog wil meemaken, kan den tou ringcar verder gebruiken. We komen met twee dagen vertraging in Weenen terug. Voor degenen die geen tijd meer hebben staat een spoorkaartje tweede klas snel trein naar Weenen ter beschikking, bene vens een derde deel van het betaalde reis biljet. Ik verzoek u om spoedig uw beslis sing te willen nemen, daar we over tien minuten verder reizen." De familie De Jong verklaarde, dat zij helaas naar Weenen moest terugkeeren, de anderen echter wilden den tocht verder meemaken. „Uitstekend," zei de heer Gratz, „dan zal ik de dames en heeren aan het station af zetten. Vooruit, Wieninger, er van door. We zijn ten slotte geen wildedierenspul.." „Blijft u toch ook hier, mijnheer Vahoda" zei Buschroitner, die naast den wagen stond, daar waar de kleine bibliotheekbezit- ter zijn plaats had. „Blijft u een paar dagen bij mij logeeren, dan kunnen we eens rus tig praten. Wilt u niet?" Vahoda kleurde. „Meent u dat werkelijk?" vroeg hij ver baasd en verlegen. „Maar natuurlijk, bok de officier van Justitie zal wel kennis met u willen maken. Het zal gezellig worden. We zullen elkaar uitstekend begrijpen." Vahoda was opgestaan. „Graag", aan vaardde hij de uitnoodiging. „Buitengewoon graag." Toen wendde hij zich tot den nieu wen reisleider. „Ik zou toch liever willen uitstappen." „Zooals u wilt mijnheer," zei Gratz. Hij betaalde hem een derde deel van-het reis geld en den prijs van een kaartje tweede klas naar Weenen uit. Wieninger was uit gestapt en bracht Vahoda's zwaren koffer. „Misschien zie ik u nog, mijnheer Va hoda," zei hij. „Ik kom namelijk weer te rug naar kasteel Entzberg. Ik ga met Eme- renzia trouwen en de graaf heeft gezegd, dat bij hem als chauffeur mag komen." „Dat doet me veel genoegen" zei Vahoda hartelijk, „dan wensch ik je veel geluk". Hij reikte den chauffeur de hand. „Dank u, mijnheer," zei Wieninger. Toen ging hij snel terug naar zijn plaats achter het stuur. Buschroitner had Vahoda's koffer geno men. „Aha," zei hij, toen hij het gewicht voelde. „Allemaal romannetjes?" „Ja," zei Vahoda en knipperde achter zijn dikke brilleglazen tegen de zon, toen de touringcar A 13.513 over het plein rolde en ~»m een hoek verdween. EINDE. BIJ DEN WESTZEEDIJK TE ROTTERDAM ontstaat een fraai zgn. opstelplein, waar het stadsverkeer over dat van de Maastunnel wordt geleid. Door de beide op de foto duidelijk zichtbare tunnels gaat het verkeer naar de Maas. (Polygoon) HARDE STRIJD OM DEN OLYMPUS. ZWARE DUITSCHE ARTILLERIE BESCHIET VAN DEZE STELLING UIT DE ENGELSCHE VERDEDIGINGSLINIES. (Hoffmann/ DE JEUGDLUCHTVAART START IN HET ZUIDEN. De Maas- trichtsche jeugdluchtvaartclub is, na een langen winter van modellenr bouw, waarbij talrijke nieuwe modellen op stapel werden gezet, ge start met de nieuwste typen. In de kraamkamer der modellen. (Het Zuiden) VAN DIK HOUT ZAAGT MEN PLANKEN. Vlugger gaatr het met de cirkelzaag maar romantischer is de Limburgsche boer, die met zijn knechts de dikke boomstammen tot planken zaagt, zooals zijn voorouders dit deden. (Het Zuiden) OM EEN ZOO GROOT MOGELIJKE PRODUCTIE TE VERKRIJGEN, is men op de Friesche gronden allerwege bezig met het poten van zgn. „Bintjes". Werden voorheen eerst met een pootstok de gaten in den grond geboord, thans wordt machinaal een geul getrokken (rechts), waarna de inleggers de aardappelen hierin op de vereischte afstanden leggen (Polygoon) DUITSCHE BERGJAGERS DOORBREKEN DE METAXAS-LINIE. STRIJD OM EEN 2000 METER HOOGEN BERG OP DE GRENS. EEN ZWARE GRANAATWERPER IN STELLING. (Hoffmann)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1941 | | pagina 5