De ineenstorting van Zuid-Slavië No. 24864 Is er nood in Nederland, ja of neen? 82ste Jaargang DONDERDAG 17 APRIL 1941 Gegevens uit de officieele rapporten der Nederlandsche Regeering van vóór 10 Mei 1940 Nog slechts een guerilla-krijg Denemarken en de kwestie Groenland Verspreide berichten Verduisteren: 20.41 uur 6.37 uur EERSTE BLAD Feiten van den dag LEIDSCH DAGBLAD DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN PRIJS DER ADVERTENTIES 32 ets. per regel voor advertenties uit Leiden en plaatsen waar agentschappen van ons Blad zijn gevestigd. Andere advertenties 37 ets. per regel. Minimum 5 regels. - Verplicht bewijsnummer 5 ets. - Incassokosten volgens postrecht. „Kleine Advertenties" (hoogstens 30 woorden) uitsluitend bij vooruitbetaling, alleen 's Woensdags en 's Zaterdags 55 ets. - Voor toezending van brieven wordt 10 ets. berekend. Bureau Witte Singel no. 1, hoek Noordeindsplein Telef. nrs. Directie en Administratie 25041 (2 lijnen) Redactie 21507 Postcheque- en Girodienst no. 57055 - Postbus no. 54 PRIJS DEZER COURANT Voor Leiden en gemeenten, waar agentschappen gevestigd zijn: per 3 maanden2.47 per week 0.19 Franco per post ƒ2.47 per 3 maanden portokosten (voor binnenland ƒ0.80 per 3 mnd.) Nu de W.H.N. het einde harer eerste zoo bewogen werkperiode tegemoet ziet, wil zij het Nederlandsche volk inlichten omtrent de door haar opgedane ervaringen betref fende den nood, die in Nederland wordt geleden. Boven deze mededeelingen is als titel ge plaatst: „Is er nood in Nederland, ja of neen?" Hierop geven de ervaringen van de W.H.N. een duidelijk antwoord: Ja, er heerscht een nood, die onduldbaar geacht moet worden. De hier volgende gegevens mogen dit antwoord verduidelijken. Zou de W.H.N. haar eigen ervaringen zonder meer mededeelen, dan zou een be langrijk deel van het Nederlandsche pu bliek argwaan koesteren, omdat het nu eenmaal tot nu toe getoond heeft niet ten volle van het goede doel van de W.H.N. overtuigd te zijn geweest. Daarom veroor loven wij ons onze ervaringen te toonen door middel van de gegevens, gepubliceerd in officieele rapporten van de Nederland sche regeering van voor den lOden Mei 1940. Onze ervaringen liggen vaak ruimer, in vele gevallen helaas ook dieper, maar desondanks willen wij ons beperken tot het onderstrepen van de bericht-en, die de Ne derlandsche regeering zelf omtrent nood toestanden in Nederland heeft gepubli ceerd. Wanneer wij allereerst eens overzien op welk levenspeil de bevolking van Neder land zich bevindt, dan krijgen wij een aar dige voorstelling door de gegevens over de inkomstenbelasting. De volgende cijfers, dit zij nadrukkelijk vastgesteld, betreffen al leen diegenen, die belasting betalen, dus een inkomen hebben van f800 of meer. De meesten dezer belastingbetalers onderhou den uit ditzelfde inkomen een gezin, ter wijl degenen met een inkomen van bene den f.800, dus dit is een maandverdienste van minder dan f. 68, hier niet onder val len. Eveneens zijn hierin niet begrepen de or-dersteunde werkloozen, die immers geen belasting behoeven te betalen en andere categorieën armlastigen. In dezelfde pe rioden als waarover onderstaande inkom- stencijfers gelden, nJ. van 1 Mei 1937 tot 30 April 1938, waren gemiddeld 362124 on dersteunde werkloozen en bij werkverrui mingen geplaatste werkloozen ingeschre ven. Inkomstenbelastingjaar 1 Mei 1938 tot 30 April 1939. Inkomens vóór kinderaftrek. 47.18 pCt. of 643649 personen verdienen van f.800 tot f.1400; 27.07 pCt. of 369295 personen verdienen van f. 1400 tot f. 2000, d.i. te zamen 74.25 pCt. of 1.012944 perso nen met minder dan f.2000; 13.46 pCt. of 183599 personen verdienen van f. 2000 tot f.3000, dus 87.71 pCt. of 1.196543 personen verdienen f3000 of minder. Hieruit leeren wij, dat bijna de helft aller belastingbetalers met de van hen af hankelijke personen moeten leven van een inkomen van tusschen de f. 800 en f.1400. Ruim 27 pCt. aller belastingbetalers moe ten met de van hen afhankelijke personen leven van f. 1400 tot f. 2000. Wanneer men deze beide groepen samenvoegt, ziet men, dat 75 pCt. aller Nederlandsche belasting betalers een inkomen van minder dan f. 2000 hebben. Bijna 14 pCt. verdienen dan nog eens van f. 2000 tot f. 3000, zoodat 88 pCt. minder dan f.3000 en ruim 12 pCt. meer dan f. 3000 verdienen. Met deze getallen voor oogen willen wij nu de volgende gegevens nauwkeurig aan schouwen. Een officieel onderzoek naar de gezinsuitgaven van personen die minder dan f. 1400 verdienen, toont aan, dat deze gezinnen in doorsnee op de volgende wijze hun gelden besteden: Voeding f. 491 Huishuur f. 180 Woning f. 127 Kleeding en schoeisel f. 87 Belasting f. 16 Ontspanning f. 19 Ontwikkeling f. 16 Diversen f-187 De gemiddelde gezinsgrootte is 4.93, dus bijna 5 personen. Van deze bedragen moe ten dus 5 personen leven. Wanneer men alleen het bedrag neemt, dat per gezinslid aan voeding besteed wordt, dan is die f. 99.50 per jaar en dus per dag f. 0.27 per gezinslid. Het gemiddelde tekort per week bij deze gezinnen is 54 ct. In dezelfde perioden, waarin de onder zoekingen plaats vonden, liggen de# kosten van een minimum voeding per dag iets daarboven, zoodat over een jaar gerekend, gesproken moet worden van een voeding die beneden het minimum ligt. Wanneer men nu bedenkt, dat de werk loozen in Nederland, voor zoover zij gezin nen hebben, binnen deze zelfde inkomsten klasse vallen en men de volgende uiteen zetting uit een officieel rapport omtrent den voedingstoestand van werklozengezin nen leest, dan kan ieder de eenige juiste en voor de" hand liggende conclusie trek ken, namelijk, dat in de werkloozen-ge- zinnen de toestand nog slechter is. Over het door den minister van sociale zaken in de Tweede-Kamervergadering van 5 Maart 1936 toegezegde onderzoek bij werkloozen-gezinnen meldt het uitgebrach te rapport: 700 werkloozen-gezinnen uit het geheele land, in allerlei omstandigheden levende, zijn onderzocht gedurende alle seizoenen. De samenvatting der 700 gezinnen is zoo danig, dat de onderzoekingscommissie den minister kan verzekeren, dat zij den ge- heelen stand onzer werkloozen vertegen woordigen. De kostwinners dezer gezinnen zijn nagenoeg geheel op steun of werkver schaffing aangewezen en beschikken niet over gezinsinkomsten. Zij moeten de laat ste twee jaar werkloos zijn geweest en op het oogenblik aaneengesloten voor tenmin ste 6 maanden. De gezinnen staan als or delijk en net bekend. De gemiddelde .groot te der gezinnen bedraagt ten naastebij 6 personen, man, vrouw en 4 kinderen. Om trent het budgetonderzoek komt men tot de conclusie, dat de kosten van voeding over het geheele ^id practisch gelijk zijn. Voor de 9 steu?tarief-klassen wijzen de budgetten, behalve voor de tweede klasse, alle een nadeelig saldo aan, dat van de tweede tot de negende klasse geleidelijk toe neemt. Bovendien moet worden aangeno men, dat een groot deel der ondersteunden schulden bij leveranciers-hebben gema0 '-^ Vergelijkine der budgetten van werkloo zen-gezinnen met die van werk.--.den (met een inkomen-van f. 1400 of minder per jaar) toont aan in welke mate het werkloozen- gezin zich bezuinigingen oplegt: 6 pet. aan huur, 7 pet. aan vuur en licht, 25 pet. aan voeding, 47 pet. aan kleeding en wasch, 52 pot.' aan verzekeringen en 58 pet. aan ove rige uitgaven. De uitgaven der werkloozen beperken zich noodgedwongen tot die, welke voor een minimaal levensonderhoud nood zakelijk zijn. Verzekeringen (ziekenfondsen, begrafenisfonds, etc.) nemen met de ver mindering der steunnormen af. Dit kan niet worden toegeschreven aan lagere ta rieven voor verzekering en ook niet aan ge zinsgrootte, doch aan de nijpender armoede, die de gesteun den der lagere tarief klasse kenmerkt: Noodgedwongen laten zij na ver zekeringen af te sluiten of zelfs aan te hou den, die toch wel van primair belang zijn te achten. Het gemiddelde nadeelige saldo bedraagt voor alle klassen 58 ct; per week. De budgettekorten loopen op tot 15,1 pet. Kleinstj gemiddelde is 3,1 pet. bij gezinnen -met 3 personen. Hoogste gemiddelde tekort is 11,5 pet. bij gezinnen met 10 personen. Er is dus mindere welvaart bij gezinnen met veel kin-deren. Op voeding bezuinigt men in de eerste instantie op qualiteit en eerst in de tweede instantie op quantiteit. Bezuiniging op klee ding en wasch met: 47% is niet mogelijk zon der de aanvulling van de kleerenkast te verwaarloozen. Als een bekend feit mag worden geacht, dat bij langdurige werk loosheid een onvermijdelijk te kort aan kleeding, schoeisel en dekking ontstaat. De werkloozen zijn noodgedwongen beperkt tot de uitgaven, die voor een minimaal levens onderhoud noodzakelijk zijn. Aap de meer normale kosten van levensonderhoud komt de werklooze niet toe. Tijdens de werkloos heid gaat huisraad en kleeding door niet- aanvulling achteruit. Ook de inkomens be neden f. 1400 der werkenden zijn onvoldoen de, daar zij een gemiddeld tekort per week van 54 ct. hebben. Vergelijking van de budgetten met lage en hooge voedingscijfers maakt het aanneme lijk, dat hierbij ook begrippen van moraal en fatsoen een rol spelen. De gezinnen met lage voedingscijfers verkiezen veelal hon gerlijden boven schulden maken, gezinnen met hooge voedingcijfers maken veelal alles ondergeschikt aan een ruime voeding. Vergelijking van den budgetairen toe stand van groote en kleine gezinnen doet zien, dat de grootere gezinenn zich nog wel de noodzakelijke voeding kunnen verschaf fen en ook de meest noodzakelijke uitgaven aan kleeding besteden op dezelfde wijze als de kleinere gezinnen, maar_dat de eerstge- noemden zich een verder gaande versobe ring in alle andere uitgaven moeten ge troosten en bovendien in grootere schuld geraken. De voedingsuitgaven t. o. v. het geheele budget, bedragen ongeveer 40 pot. bij kleine gezinnen en tot 60 pet. bij de groote gezin nen, met een gemiddelde van 51,7 pet. voor alle gezinnen te zamen. Dit zijn zeer hooge percentages. Bij werkende arbeidersgezin nen in Amsterdam bedraagt dit niet meer dan 35 pet. Al bestaat over het algemeen de moge lijkheid, dat, dank zij de voor de werkloozen gedistribueerde levensmiddelen, de voeding der werkloozen voldoende is, toch is in 24 °/o van de gezinnen de voeding krap of matig te noemen (het overeenkomstige cijfer bij de werkende bedraagt 6 pCt.) terwijl de Ca-, Fe-, eiwit- en vitamina A-voorziening bij resp. 31, 26, 20 en 10 pCt. van de gezin nen beneden de door de commissie gestelde normen blijft. Ongunstige beïnvloeding van bestaande tuberculose door lage welvaart is waarge nomen. Wat het platteland betreft, speciaal de kleine boerenbedrijven, het volgende: Duidelijk kan men vaststellen, dat men behalve in de kleistreken in het Noorden en Westen van ons land, op de zand- en veengronden in Oost- en Zuid-Nederland om en onder het minimum leeft. De vrouw op het kleine boerenbedrijf heeft een dubbele taak, in het bedrijf en in het gezin. De geringe middelen voeren ondanks hard werken en soberheid tot schulden. De beschikbare woonruimte is veelal te klein. Vloeren, drempels, raamko zijnen, daken, maar ook muren toonen ernstige gebreken en .zijn met onbewoon baarheid in overeenstemming te brengen. Ondervoeding werd bij kinderen uit groote behoeftige gezinnen geconstateerd. Boven dien kunnen door gebrek aan middelen meestal geen voorzieningen worden getrof fen tegen ziekte, overlijden, invaliditeit, ouderdom en dergelijke gevallen. Warm ondergoed ontbreekt vaak. Boven dien is de slijtage groot. Zakjes voor ver pakking van meel, rijst en kippenvoer wor den vrij algemeen gebruikt voor het maken van onderkleertjes. Bij de kinderen moet vaak 's avonds de kleeding worden gewas- schen, opdat zij den volgenden dag naar school kunnen gaan. Vaak worden zij uit kerk of school gehouden wegens te groote slijtage van kleeding en schoeisel. Men ver zuimt naar een zuigelingen-consultatiebu reau te gaan, daar men zich schaamt voor de kleertjes van.de baby. Afgedragen klee ding wordt vaak als ondergoed gebruikt, terwijl niet ieder kind steeds verschoond kan worden. De toestand ten aanzien van schoeisel is gelijk aan die van onderklee- ding. De toestand der bedden is vaak aller- bedroevenst. Bij gebrek aan behoorlijke matrassen en dekens, slapen ouders en kin deren vaak op stroo, bedekt met lompen en met van oude zakken gemaakte dekens. Ziedaar een beeld van den toestand hier te lande, zooals die voor den tienden Mei was, (A.N.P.) Het D.N.B. ontleent aan een Reuterbericht: De toestand in Zuid-Slavië is slecht. Het gesloten verzet heeft opgehouden en de krijgsverrichtingen hebben den vorm van een guerilla aange nomen. De toestand in Zuid-Slavië kan niet meer al te optimistisch beoordeeld worden. Er bestaat geen hecht aaneen gesloten Zuid-Slavisch bevel meer. Het D.N.B. meldt uit Berlijn dat de berichten over capitulatie van deelen van het verslagen Servische leger met het uur toenemen. Zes Servische divisies werden door deelen van twee Duitsche divisies „opgerold" en acht generaals, vele officieren en 50.008 man krijgsge vangen gemaakt. Het opperbevel van de Duitsche weer macht deelde gisteravond mede: Het „tweede Zuid-Slavische leger te Serajewo heeft gecapituleerd en de wa pens neergelegd." Bij de laatste gevechten tegen de resten van het Servische leger heeft een Duitsche legergroep 75 vliegtuigen, 45 stukken ge schut, 30 mijnwerpers, 50 machinegeweren en duizenden geweren buitgemaakt. Dagelijks neemt de buit in omvang toe, dien d<e Duitsche troepen in Servië binnen halen. De vluchtende vijand heeft overal langs de terugtochtswegen, onoverzienbare hoeveelheden oorlogsmateriaal achtergela ten. Pantserwagens, motorfietsen, auto's, tractors, munitiewagens, met paarden be spannen voertuigen zijn bij duizenden tege lijk buitgemaakt. Op verscheidene plaatsen zijn uitrustingsstukken van allerlei soort in Duitsche handen gevallen b.v. uniformen, geweren, infanterie- en artilleriemunitie. Ook paarden en muildieren zijn buitge maakt. Een aanzienlijk gedeelte van het oorlogsmateriaal en de uitrustingsstukken bevindt zich nog in goeden bruikbaren staat. Berlijn zegt voorts: 1 De militaire gebeurtenissen in Servië zijn- in een stadium gekomen, waarin er van een wapenstilstand geen sprake meer kan zijn, daar het Servische leger als zoodanig vol komen vernietigd is. In de Wilhelmstrasse verklaarde men voorts in antwoord op een vraag, waar de afzonderlijke leden der regeering Simowitsj zich bevinden, dat daarover noch te Berlijn noch te Belgrado iets bekend is. In Berlijn zijn berichten ontvangen, als zou Simo witsj zich naar het buitenland begeven hebben en door een anderen minister-pre sident vervangen zijn. Ook over het ver blijf van koning Peter weet men niets. Over het lot van leden van de vroegere Zuidsla- vische regeering is op het oogenblik te Berlijn alleen bekend, dat de vroegere minister-president Tswetkowitsj door een vooraanstaande Duitsche militaire instan tie is bevrijd en zich in veiligheid bevindt. Het Giornale d'Italia meldt uit Boe dapest, dat generaal Simowitsj, de Zuid-Slavische minister-president, zich op het oogenblik in Athene bevindt en voornemens is naar Moskou door te reizen. „Dat is het einde van een politieke en militaire oplichterij", schrijft de Berliner Lokal Anzeiger. Het blad stelt de vraag, wat de generaals in Belgrado eigenlijk heb ben gedacht, toen zij zich in dit avontuur stortten. Zij hadden geen duidelijk denk beeld verklaart het blad, maar hebben slechts de gevoelens van haat de overhand doen krijgen. Bij hun va-ban que spel heb ben zij in een week alles verloren. De ver liezen aan Duitsche zijde zijn na dezen bliksemoorlog volgens alle tot totver ont vangen berichten zeer gering. Servië ech ter heeft al zijn oorlogsmateriaal verloren en zijn nederlaag is algemeen, een voor de toekomst zeer noodlottige nederlaag. De Berliner Boersenzeitung schrijft over eeen „baisse, die gevolgd is op de illusionis tische hausse in de Ver. Staten". Deze baisse is ontstaan door het RussischJapansch neutraliteitspact, door de gebeurtenissen in Noord-Afrika en door de catastrophe van de Balkanonderneming. De Deutsche Allgemeine Zeitung wijst er op, dat het aanschouwelijk onderricht, dat de Duitsche weermacht sedert 10 dagen op het nieuwe oorlogstooneel heeft gegeven, den doorslag heeft gegeven. Engelands laatste poging om onder het voorwendsel van een militaire ondersteuning als poli tieke factor aan den rand van het vaste land op te treden, is mislukt, zoo schrijft het blad, zoodat Churchill vandaag het Grieksch-Servische avontuur precies zoo vervloekt als een jaar geleden Chamber lain het Noorsche. De Voelkisöher Beobachter schrijft, dat in Griekenland de Britten nu eindelijk tot den strijd zijn gedwongen, toen zij reeds op het punt stonden weggevoerd te worden. Het blijft hun voorbehouden daarop een legende van offervaardigheid en bondge- nootschapstrouw op te bouwen, nadat Duitschland hen tot dezen niet in het voornemen gelegen hebbende deugd heb ben moeten dwingen. (D.N.B.) Omtrent de „overeenkomst" die de door de Deensche regeering in tusschen terug geroepen Deensche gezant von Kauffmann in Washington met de Amerikaansche re geering betreffende Groenland heeft ge sloten, heeft het Deensche ministerie van buitenlandsche zaken een verklaring gepu bliceerd, waarin om. wordt gezegd: door dat gezant von Kauffmann op eigen gele genheid, zonder dat de Deensche koning of de door hem benoemde wettige Deensche regeering er bij hebben medegewerkt of er ook maar iets van geweten hebben, een overeenkomst heeft gesloten omtrent het overnemen der verantwoordelijkheid voor Groenlands' defensie door de regeering der V. St., heeft hij misbruik gemaakt van den naam van den Deenschen koning en de Deensche regeering ernstige moeilijkheden bereid. Hij heeft met zijn actie het oog gehad op het vestigen van een toestand, waaronder Groenland of deelen daarvarv,, onder vreemde heerschappij komen en on der bepaalde constellaties het uitgangs punt zouden kunnen worden voor acties in verband met oorlogsoperaties. Daardoor heeft hij zich schuldig gemaakt niet alleen aan een grof op zij zetten van zijn plichten als ambtenaar, maar tevens aan een mis daad jegens de zelfstandigheid en veilig heid van den Deenschen staat. Bij konink lijk besluit is gezant von Kauffmann der halve ontslagen uit den buitenlandschen dienst overeenkomstig de ambtenarenwet. Tegelijkertijd heeft de Deensche regeering stappen genomen, opdat een strafrechtelijk onderzoek tegen hem zal worden ingesteld. (D.N.B.) VON PAPEN NAAR BERLIJN. U. P. meldt uit Berlijn: In buitenlandsche politieke kringen alhier verluidt dat de Duitsche ambassadeur in Turkije, von Papen, tegen het eind van deze week in Berlijn zal aankomen, om verslag uit te brengen over de laatste gebeurtenis sen in Turkije. DE RAVITAILLEERING VAN ENGELAND. De pogingen van den Britschen minister van landbouw om door het omploegen van weidegrond de ravitailleering met produc ten van eigen bodem te bevorderen, heb ben, naar aan de Glasgow Herald kan wor den ontleend, voor de Schotsche schapen teelt fatale gevolgen gehad. De door den minister van landbouw bevolen maatregelen hadden er nl. geen acht op geslagen, dat de reusachtige kudden schapen, die in den zomer de Schotsche bergen bevolken, in het algemeen overwinteren op vlak lar.d. »f ten minste gevoed worden door de vlak „ewei den, aangevuld met ander veevoer. Dit van ouds gevestigde gebruik kon in den afge- loopen winter door de autarkische politiek van het Britsche ministerie van landbouw niet uitgevoerd worden. Daardoor zijn dui zenden schapen verloren gegaan. Soortge lijke verliezen worden gemeld uit de berg achtige deelen van Engeland en Wales. Met het oog op den rampspoedigen toestand eischen de farmers steun van de regeering, die voor Engeland en Wales becijferd wordt op 300.000 pond en voor Schotland op 350.000 pond. (D.N.B.) HARRY HOPKINS CONTROLEERT WAPENLEVERANTIES AAN ENGELAND. De twee jaar geleden gevormde com missie welke ten doel had, buitenlandsche orders aan oorlogsmateriaal in overeen stemming te brengen met het Amerikaan sche bewapeningsprogram, wordt, volgens een mededeeling van het Witte Huis, met onmiddellijke inwerkingtreding ontbonden. Naar de meening van president Roosevelt en van het ministerie van financien is deze commissie door de leen- en pachtwet over bodig geworden, temeer daar de toewijzing van oorlogsmateriaal thans niet meer ge schiedt volgens technische overwegingen der productie-capaciteit, doch volgens poli tieke overwegingen. Met de controle op de toewijzingen aan Groot-Brittannië, Grie kenland, enz., is, naar thans officieel is be kend gemaakt, Harry Hopkins belast. Het departement van buitenlandsche za ken zal de belangen behartigen van de bij de leen- en pachtwet betrokken Spaansch- Amerikaansche landen. (A.N.P.) van hedenavond tot morgenochtend De maan kwam hedennacht op te 2.11 uur en ging onder te 11.14 uur. Dit Nummei bevat DRIE Bladen Binnenland Ir. Verwey over de Nederlandsche Arbeids markt. (3e Blad). Oud-minister Goseling is overleden. (Bin nenland, 3e Blad). Overleden is het lid der Eerste Kamer P. Moltmaker. (Laatste Berichten, le BI.) De stand der rijksmiddelen. (Binnenland, 3e Blad). Juffrouw de Man vertelt over een uitster vend vrouwelijk beroep. (3e Blad). Nederlandsche schilderijen-tentoonstelling te Keulen. (3e en le Blad). Buitenland Ineenstorting van Zuid-Slavië. Alleen nog een guerilla-krijg. (le Blad). De Duitsche opmarsch in Griekenland, (le Blad). ZIE VOORTS „LAATSTE BERICHTEN" EERSTE BLAD.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1941 | | pagina 1