De Maastunnelbouw te Rotterdam - De 15000ste Borsig-locomotief
82ste JaargangLEiDSCH DAGBLAD Tweede Blad
Moord op kasteel
Entzberg
FEUILLETON
r—n—rrw—m
door
PETER PAUL BERTRAM.
(25
Wieninger haalde zijn portefeuille te voor
schijn en gaf hem aan den commissaris.
„Roofmoord," zei Buschroitner zacht maar
doordringend. „Dood door den strop, versta
je?" Hij nam drie honderd schilling uit de
portefeuille en wees er op. „Die komen uit
de portefeuille van mijnheer Von Gethaldi".
Ook dat hebben we kunnen vaststellen. En
nu, Wieninger, pas op. Met deze bewijzen
zou ik het geval kunnen sluiten en je aan
de galg brengen. Ik geef je een goeden raad
spreek, spreek zoo vlug als je kunt en de
waarheid. Als ik je op een nieuwen leugen
betrap, probeer ik het niet voor de tweede
maal. Dan ga je naar Lienz. En nog iets:
als je schuldig bent, maakt een bekentenis
een goeden indruk. Misschien word je dan
begenadigd tot levenslang. Als je onschul
dig bent, helpt je verklaring me misschien
den moordenaar te pakken,"
Wieninger dacht na. Weifelend keek hij
den commissaris aan.
„Luister eens," hielp Buschroitner hem,
we weten trouwens toch al de helft. Je hebt
het geld gestolen omdat je olie- en benzine
rekening niet meer klopt. Hetzelfde geval
als met de firma, waar je er uit gegooid
bent. 's Nachts ben je binnengedrongen in
de kamer van mijnheer Von Ghetaldi, je
wilde zijn portefeuille stelen en toen hij
zich verroerde, heb je
„Neen!" schreeuwe Wieninger. „Hij was
al dood. Ik heb hem niet vermoord! Dat
heeft iemand anders gedaan,"
„Maar je bent er geweest, niet waar?"
„Ja."
„En waarom moeten, we niet gelooven,
dat jij hem ook vermoord hebt?"
„Ik heb het niet gedaan," riep Wieninger
wanhopig.
Buschroitner bood den man een sigaret
aan. „Vertel me nu van het begin af alles!"
„Dank u." Wieninger rookte gejaagd. Hij
was klein gemaakt en zijn stem klonk hui
lerig. „Gelooft u me, commissaris, ik heb
Von Ghetaldi niet vermoord."
„Dat zullen we dan zien, als je eerst maar
vertelt."
„Omdat ik wilde trouwen, ben ik 's nachts
naar de kamer van mijnheer Von Ghetaldi
gegaan."
„Wat heeft dat er mee te maken?"
„OmdatWieninger aarzelde een
oogenblik, „omdat in de verrekening van
de benziner een tekort was. Ik heb gedron
ken, commissaris", brak hij plotseling boet
vaardig los. „Opeens was het geld weg. En
ze hadden me er vast uitgegooid als ze het
gemerkt hadden. En ik wil trouwen en
daarom had ik die betrekking noodig. Toen
ben ik naar den kapitein gegaan om hem
te vragen, mij te helpen."
„En juist hier kwam je op dat idee? Dat
klinkt niet erg waarschijnlijk." Buschroit
ner schudde ongeloovig het hoofd.
„Het is heusch waar, commissaris. Zietu,
om u te dienen, het meisje waar ik van houd
is Emerenzia. Dadelijk den eersten keer dat
ik in Lienz kwam heb ik haar gezien. En den
tweeden keer heeft-ze me gezegd, dat ze mij,
ook mocht, maar verder heeft ze niets van
me willen weten. Alleen als ik met haar
trouw, heeft ze gezegd."
Buschroitner knikte. „Ja, Emerenzia is
een braaf meisje."
„En toen ben ik woedend geworden en
heb haar laten staan. En toen we twee we
ken later weer in Lienz kwamen, was Eme
renzia weg. Ik heb aldoor aan haar ge
dacht, commissaris en ik heb haar willen
zeggen, dat ik met haar trouwen wilde. En
toen was ze weg. En toen ben ik weer be
gonnen met drinken."
„Mooi. Verder", drong Buschroitner aan.
„Ja, commissaris. En eergisteren toen ik
hier kwam, wie zie ik in de keuken? Eme
renzia. Toen ben ik reuzeblij geweest en
dadelijk na het eten,, toen zij klaar was met
haar werk, heb ik met haar gepraat. Ik
heb haar gezegd dat ik een schurk was, een
lammeling, maar dat ik me wilde beteren.
En dat ze vertrouwen in me moest hebben.
En toén viel me in, dat de „Ueberland" me
toch zou ontslaan, wegens het tekort, en
dat ik zonder werk toch niet met Emeren
zia kon trouwen. Toen heb ik gedacht, ik
ga naar boven, naar den kapitein en ver
tel hem wat er gebeurd is. De kapitein is
een fijn mensch, die het zal begrijpen. En
misschien wil hij me helpen, nu ik niet
meer drink en uitga."
Hij keek Buschroitner aan, alsof hij op
diens gezicht wilde lezen of hij geloofd werd
„Hoe laat was dat, toen je naar boven
bent gegaan?"
„Dat wasneem me niet kwalijk, com
missaris, dat weet ik niet."
„Enfin, vertel dan maar verder."
„Ik ben dus naar boven gegaan. Toen ik
voor ie deur van mijnheer Von Ghetaldi
kwam, heb ik aangeklopt, heel zacht, op
dat niemand van de gasten wakker zou
worden, maar hij antwoordde niet. Ik maak
te de deur open, heel zacht en keek naar
binnen. Toen Zag ik, dat het geen slaapka
mer was, maar een salon en ging verder.
„Kapitein!" riep ik eerst zacht en toen har
der. En weer verroerde zich niets. Toen heb
ik mijn zaklantaarn genomen en
Wieninger's-stem trilde-en daar lag hij,
het mes in zijn rug en het bloed was van
het bed op den grond geloopen. Mijn knieën
knikten. En toen, toen bedacht ik ineens,
dat als men mij daar zou vinden.... men
zou denken dat ik hem vermoord heb. Ik
werd bang en wilde wegrennen. Maar toen
is me ingevallen, dat de „Ueberland", nu
de kapitein dood was, een nieuwen reislei
der zouden sturen en diezou dan vinden,
dat er geld aan de benzinekas ontbrak. En
toen.... toentoen heb ik
„Toen heb je drie honderd schilling uit de
portefeuille genomen," vulde Buschroitner
aan.
Wieninger knikte.
„Waarom heb je maar drie honderd ge
nomen?"
„Ja, commissaris, mijn tekort was toch
maar twee honderd en vier en tachtig
schilling. Ik'wilde niet meer nemen
Buschroitner onderdrukte een glimlach.
„Maar waarom heb je mijnheer Von Ghe
taldi zoo laten liggen? Misschien was hij
nog niet dood?"
Wieninger schudde treurig het hoofd.
„Daar viel niets meer te helpen."
„Hoe wist je dat zoo?"
„Ik weet het niet. Maar hij was dood, dat
oeldc ik."
Buschroitner knikte. Toen leunde hij in
zijn stoel achterover en dacht na.
Wieninger keek hem angstig aan. Lang
zaam verliepen de seconden. Eindelijk, heti
scheen een eeuwigheid te duren, zei Busch
roitner: „Hier, neem- je portefeuille mee.
Die drie honderd schilling, blijven voorloó-
pig hier. Je kunt gaan. Maar laat het,niet
in je hoofd opkomen te verdwijnen!"
De chauffeur, staarde den commissar,Is
ongeloovig aan. Toen stond hij op en ver
liet aarzelend de bibliotheek.
Buschroitner keek hem hoofdschuddend
na. „Misschien had'ik hem toch moeten ar-
resteeren," zei hij, meer tot zichzelf dan tot
Haberler. „Geeft niets, ver komt hij .toch
niet, als hij hem smeert."
Hij stond op en ging naar het venster.
Hoofdinspecteur Leohperger kwam binnen.
„Niets gevonden, commissaris," ant
woordde hij op Buschroitner's zwijgende
vraag.
Buschroitner knikte. „Mooi. Dan gaan we
verder. Ik wil nu Duschinsky hier hebben."
Het duurde een paar minuten voor Du
schinsky verscheen,.
„U hebt me laten roepen?"rzei hij, toen
hij tegenover Buschroitner ging zitten.
„Ja, mijnheer Duschinsky. Ik ben name
lijk met uw verklaring van gisteren niet te
vreden. Neen, maar dan ook heèlemaal
niet."
„U had het natuurlijk liever gehad, dat
ik bekend had mijnheer Von Ghetaldi ver
moord te hebben. Dat begrijp ik, commis
saris. Dat zou de zaak voor u vergemakke
lijkt hebbén. Maar, .tot mijn. spijt, kan ik
u dat genoegen werkelijk niet doen." On-
de. den oppervlakkigen ironischen toon, was
toch een lichte ongerustheid waar te nemen.
..Want ik heb den moord werkelijk niet ge
pleegd. U zult to: nog wat moeite moeten
doen vrees ik."
XWordt. vervolgd). s
DUITSCH KWALITEITSWERK OOK IN DEN OORLOG.
IN DE WERKPLAATSEN DER BORSIG LOCOMOTIVBAU Gm.b.H. IS DEZER DAGEN DE 15.000STE LOCOMOTIEF, EEN
STROOMLIJN-LOCOMOTIEF VAN NIEUW MODEL, VOOR DE-DUITSCHE REICHSBAHN VERVAARDIGD. (Holland)
NU DE LENTE IN HET LAND IS GEKOMEN, breekt het hoogtij aan voor den
landbouw. Producten, welke gedurende de wintermaanden ingekuild zijn geweest,
zijn uit deze kuilen gehaald om verder verwerkt te worden. Zoo ook gebeurt met
de suikerbiet-stekken, waarvan nu tal van nijvere handen de z.g. kop en staart
afhalen, voor de nieuwe planting. (Polygoon)
ROME—BERLIJN—TOKIO.
EEN; STRAATBEELD TE ROME, DAT EEN DUITSCHE SOLDAAT MET EEN
ITALIAANSCHEN MATROOS EN EEN JAPANSCHEN STUDENT TOONT.
(Scherl)
DUITSCHE SOLDATEN LEEREN HET BOELGAARSCHE DORPSLEVEN
KENNEN. DE JEUGD-IS MET DE DUITSCHE SOLDATEN
SNEL VERTROUWD GERAAKT. (Scherl)
DE MAASTUNNELBOUW TE ROTTERDAM. Bij het ventilatiegebouw op den
Rechter Maasoever is men bezig met het maken van den kademuur. Enorm veel.
zand moet voor dit werk aangevoerd worden. (Polygoon)'
WLADIMIR BIELKINE vervaardigt de
décors voor Shakespeare's „Het spel der ver
gissingen", dat het Centraal Tooneel in het
kader van „Kunst in Amsterdam" in den
Stadsschouwburg zal opvoefcèn. (Polygoon)
DE "CENTRALE KEUKEN te 's-Hertogènbosch wérd'door-burgemeester van Lan-
schot, en diverse genoodigden officieel in gebruik gesteld.- Het eerste bord snert
wordt den- Bosschen magistraat aangeboden. (Het Zuiden)
1