Matsoeoka te Rome Onderhoud met den nieuwen Burgemeester No. 24852 Nog altijd onzekerheid in Zuid-Slavië Verduisteren: 82ste Jaargang DINSDAG 1 APRIL 1941 Nieuwe incidenten gemeld Geestdriftige ontvangst 20.13 uur 7.14 uur „Bereid tof samenwerking mei alle politieke partijen" Uit Amerika EERSTE BLAD Feiten van den dag LEIDSCH DAGBLAD DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN PRIJS DEZER COURANT 32 ots. per regel vopr advertenties uit Leiden en plaatsen waar agentschappen van ons Blad zijn gevestigd. Andere advertenties 37 ets. per regel. Minimum 5 regels. - Verplicht bewijsnummer 5 ets. - Incassokosten volgens postrecht. „Kleine Advertenties" (hoogstens 30 woorden) uitsluitend bij vooruitbetaling, alleen 's Woensdags en 's Zaterdags 55 ets. - Voor toezending van brieven wordt 10 ets. berekend. Bureau Witte Singel no. 1, hoek Noordeindsplein Telef. nrs. Directie en Administratie 25041 (2 lijnen) Redactie 21507 Postcheque- en Girodienst no. 57055 - Postbus no. 54 PRIJS DEZER COURANT Voor Leiden en gemeenten, waar agentschappen gevestigd zijn: per 3 maanden ƒ2.47 per weekƒ0.19 Frahco per post 2.47 per 3 maanden portokosten (voor binnenland 0.80 per 3 mnd.) In Joego-Slavische kringen te Belgrado staat men op het standpunt dat de beraad slagingen tusschen de regeeringsfronten wellicht niet voor het midden van deze week een einde nemen. De regeeringsver- klaring van generaal Simowitsj verwacht men op zijn vroegst Donderdag, waarbij men zich vooral voor de buitenlandsche politiek interesseert. Van officieelen Duitschen kant is ook A.NP.: Va nofficieelen Duitschen kant is ook gisteren geen standpunt bepaald ten op zichte van de gebeurtenissen in Zuid-Sla- vië. De Rijksregeering heeft echter, zoo hoorde men in de Wilhelmstrasse, buiten gewoon groote belangstelling voor de ge beurtenissen in Zuid-Slavië. De ontwikke ling, die zich atfteekent op de straat in Belgrado en in andere Zuidslavische ste den wordt, zoo werd verder verklaard, ijs koud waargenomen. In dit verband werd op de vraag, of de Duitsche beslissing omtrent Zuid- Slavië te venvachten is, van Duitsohe zijde geconstateerd, dat Duitschland in het geheel geen beslissingen over Zuid-Slavië neemt. Zuid-Slavië is, zoo werd gezegd, een met Duitschland ver bonden staat. Duitschland neemt geen beslissingen over de Zuidslavische re geering, maar zoo noodig alleen met het oog op de belangen der eigen Duit sche politiek en der Duitsche menschen en met het oog op een afweer van de vijanden. Aangezien door de Zuidslavische regee ring niet de noodige maatregelen zijn ge nomen, om de ontwikkeling, welke ging in de richting van versterkte anti-Duitsche excessen, tegen te gaan, heeft de rijksre geering den rijks-Duitschers in Zuid-Slavië opdracht gegeven te vertrekken. In politieke kringen der rijkshoofdstad spreekt men er over, dat de anti-Duitsche tendentie in de Ziiid-Slavische excessen steeds duidelijker zichtbaar wordt. In deze kringen wijst men opnieuw op het Duitsche standpunt, dat het geen Duitsche gewoon te is zich de politiek te laten voorschrijven door welke oncontroleerbare groepen of anonieme krachten ook. In deze politieke kringen verklaarde men gisteren ook met nadruk, dat het op den duur nauwelijks raadzaam is te verwachten, dat Duitsch land excessen, die het Duitsche prestige in gevaar moeten brengen, zal dulden. Dit geldt vooral voor den tijd, waarin Duitsch land te zamen met zijn bondgenooten in een groot conflict gewikkeld is. Wanneer men de Duitsche dagbladn opslaat, dan wel de officieuze Duitsche uitlatingen bekijkt, zal men tot de conclusie moeten komen, dat men tegenover de gebeurtenissen in Zuid- Slavië van Duitsche zijde staat met een weergalooze grootmoedigheid en met een vérgaande reserve aan voorzichtigheid. Het moet echter allen instanties en ook de Zuidslavische regeering duidelijk zijn, dat aan iedere grootmoedigheid eens een einde moet komen. In de Wilhelmstrasse vernam men, dat de nabuurstaten van Zuid-Slavië natuur lijk vérgaand contact hebben met de rijks regeering. In hoeverre vooral Bulgarije op grond van den huldigen toestand gedwon gen is maatregelen te nemen, kan men in Berlijn niet zeggen. DUITSCHERS EN ITALIANEN GEMOLESTEERD. Het D.N.B, meldt uit Boedapest: Naar van de Hongaarsch-Zuid-Slavische grens wordt gemeld, is een Duitsch dorp in de Baranja, een landstreek tusschen Drave en Donau met talrijke Duitsche nederzet tingen, door Servische betoogers in brand gestoken en volledig in de asch gelegd. In het Roemeensche- Banaat zijn nog meer Volksduitsclie vluchtelingen uit Joe goslavië aangekomen. De Serven hebben sinds gisternacht de grens met Roemenië door sterke militaire patrouilles afgesloten, zoodat nog slechts twee groepen vluchte lingen van omstreeks vijftig man in totaal, op twee plaatsen er in slaagden over de grens te komen. Naar deze vluchtelingen melden, trach ten nog vele honderden Volksduitschers over de grens te komen. De Duitsche volks groep in Roemenië heeft in overleg met de Roemeensche autoriteiten te Temesvar een kamp ingericht om de vluchtelingen te ontvangen. Uit het dorp Stanora, in de nabijheid van de Roemeensche grens aan het spoor wegtraject Temesvar-Werschetz wordt ge meld, dat men vandaar twee aan de over zijde van de grens in Joegoslavië gelegen Duitsche gemeenten ,te weten Zichydorfen Kudritz, ziet branden. Gistermiddag om 13.00 uur is de tweede en laatste extra trein met Rijks-Duitschers uit Kroatië uit Agram vertrokken. Evenals bij het vertrek van den eersten trein, die Zondagavond vertrok, waren ook gisteren, behalve vertegenwoordigers van het Duit sche consulaat-generaal en volks-Duitsche vrienden der vertrekkenden, talrijke Kro- aten aan het station verschenen. Er waren tegen de 300 Kroatische mannen en vrou wen, die zich de gelegenheid niet wilden laten ontgaan om den Rijks-Duitschers uitgeleide te doen. Toen na een hartelijk afscheid de trein in beweging kwam, ver goten vele achterblijvenden tranen en uit vele monden klonk de roep: ,.tot weer ziens." Het „Giornale d'Italia" meldt in verband met de anti-asdemonstraties in Joegoslavië de volgende bijzonderheden: Het filiaal van de Italiaansche autofa- briek Fiat is bestormd en verwoest. De grootste verwoestingen zijn echter gepleegd in het Italiaansche; reisbureau en in de Italiaansche bibliotheek. Bij het Italiaan sche reisbureau werden de kostbare uitstal ling, kunstvoorwerpen en boeken, vernield. Bij een demonstratie tegen het Italiaan sche gezantschap wérd het gezantschaps gebouw met steenen ;bekogeld. Voor het na bijgelegen Engelsche gezantschap kwamen de betoogers opnieuw bijeen. Door een der Britsche militaire attache's in uniform wer den hier den geheelén dag Engelsche vlag getjes verdeeld. Het is de bevolking van Agram opgeval len, dat een groot deel van de plaatselijke Joodsche bevolking vertrokken is naar Split en andere Joegoslavische havens. De villa wijk Toesjkanats, waar bijna uitsluitend Joden wonen, is dientengevolge de laat ste dagen zoo üoed als leeggestroomd. BESPREKINGEN DER KROATEN. Het D.N.B. meldt: Tusschen dr. Matsjek en vertegenwoordi gers van de Kroatische nationalisten is de laatste dagen contact tot stand gekomen. Het 'feit, dat de nationalisten, die zich reeds maandenlang in interneeringskampen be vonden, thans door de autoriteiten vrij ge laten zijn, wordt in.Kroatische kringen met dit contact in verband gebracht. Overal demonstreeren de Kroaten in den geest van hun langdurigen vrijheidsstrijd, meldt de Gardista uit Agram. De graven van de Kroatische martelaren zijn overstelpt met bloemen. In de dorpen worden godsdienst oefeningen voor de vrijheid gehouden. In het geheele land grijpt een boycot tegen alles wat Servisch is om zich heen. Deze boycot wordt vooral gepropageerd door de studenten, die daarbij door hun hoogleera- ren gesteund worden. Gisterochtend heeft, naar het D.N.B. uit Agram meldt, de banus, dr. Sjoebasjitsj, den legercorpscommandant, generaal Nedeljo- vitsj ontvangen voor non langdurige bespre king. In het paleis van den banus versche nen de voorzitter van de Kroatische boeren partij, dr .Matsjek en de Zondagavond in Agram aangekomen minister van handel en industrie, dr. Andres. Zij voerden een lang durige beraadslaging met den banus. Aangezien geen communiqué's omtrent de besprekingen zijn uitgegeven, is het publiek op vermoedens aangewezen. Gisteren deed in Agram het gerucht de ronde, dat gedacht werd aan het bijeenroepen van de Kroati sche afgevaardigden voor een vergadering, opdat de afgevaardigden vertrouwd zouden kunnen worden gemaakt met de belangrijk ste problemen, die op het oogenblik aan de orde zijn en opdat zij daarover hun meening zouden kunnen uitspreken. Naar het D.N.B. uit Belgrado meldt, is de Zuidslavische gezant te Berlijn, dr. Ivo An- óritsj, te Belgrado aangekomen. Hij heeft De Japansche minister van buitenland sche zaken Matsoeoka is gisteravond om streeks zeven, uur te Rome aangekomen. De Japansche gast werd op het Ostia-station met gejubel ontvangen. Ter begroeting van den minister van buitenlandsche zaken waren in de stations hal, die rijk met de Japansche en Italiaan sche vlaggen versierd was, aanwezig: De Italiaansche minister van buiten landsche zaken, graaf Ciano, als vertegen woordiger van den Duce, de secretaris generaal van de fascistische partij minis ter Serena, de onderstaatssecretaris van het minister-presidium en van de minis ters van oorlog en marine, de gouverneur van Rome, vorst Borghese, de chef van den 'generalen staf der fascistische militie, de bevelvoerende generaal van het garnizoen van Rome, alsmede van Duitsche zijde am bassadeur von Mackensen, verder de ge zanten van de bij het driemogendheden- pact aangesloten landen. Onder de klanken van het Japansche volkslied inspecteerde Matsoeoka de voor het station opgestelde eerecompagnie. Een duizendkoppige menigte begroette den Ja- panschen gast met eindeloos gejuich. Steeds weer weerklonk de roep: „Evviva il Giappone, evviva la Germania^ ewiva ntalia". Nadat de personen, die ter begroeting van Matsoeoka aanwezig waren, voorge steld waren, begaf de Japansche gast zich irr gezelschap van den minister van bui tenlandsche zaken, graaf Ciano naar villa Madama, dat de Italiaansche regeering den Japanschen minister voor den duur van zijn verblijf ter beschikking heeft gesteld. De Romeinsche dagbladenwijden harte lijke verwelkomingsartikelen aan den Ja panschen minster v. buitenlandsche zaken. De besprekingen van Matsoeoka met den Duce en graaf Ciano, beginnen heden in den loop van den middag. Matsoeoka wordt vanochtend door den Koning-Kei zer in gehoor ontvangen. Ter eere van Mat soeoka zal deze in het Quirinaal een offi cieel dejeuner geven. BOODSCHAP VAN MATSOEOKA. De Japansche minister heeft na zijn aan komst te Rome een boodschap tot het Ita liaansche volk gericht, waarin hij wijst op de nauwe en hartelijke betrekkingen, die van oudsher tusschen Italië en Japan be staan hebben. Door het driemogendheden- verdrag, aldus de boodschap, hebben wij, Japanners en Italianen, samen met de Duitschers, onze uiterste krachten beschik baar gesteld om ons gemeenschappelijk doel te bereiken, namelijk een bovenden vrede door het scheppen van een nieuwe wereldorde op de basis van gerechtigheid en rechtsgelijkheid. Dit is sedert onheuglijke tijden het ideaal van het Japansche volk jeweest en het was ook de overheerschende gedachte bij de stichting van het Japan sche imperium. De Japansche minister heeft voorts in villa Madama de Italiaansche en buiten landsche pers ontvangen en eenige belang wekkende verklaringen over den internatio nalen toestand en zijn reis in Europa afge legd. Het hoofddoel van zijn reis, aldus zeide hij, is een persoonlijke gedachtenwis- seling met de leiders der beide volken, die thans bondgenooten van Japan zijn en het overbrengen van de Japansche gelukwen- schen bij het sluiten van het driemogend- hedenverdrag. Het heeft misschien verwon dering gewekt, dat hij onmiddellijk na de bij legging van het Indochineesch-Thailand- sche geschil op reis gegaan is, maar het be sluit voor deze reis stond reeds langen tijd vast. Matsoeoka zeide de grootste beteekenis te hechten aan een persoonlijk contact met de leiders der bondgenooten. Men kan daar door den weg effenen tot vriendschappelijke betrekkingen, welke kunnen leiden tot re sultaten, die nooit te bereiken zijn door een nog zoo levendige diplomatieke gedachten- wisseling. Toen een Amerikaansche journalist een vraag stelde over de zoogenaamde bemid delingsplannen van Japan, keerde Mat soeoka zich scherp tegen de uitlegging, die de Engelsche en Amerikaansche pers heb ben gegeven aan zijn persoonlijk memoran dum aan den Britschen minister van bui tenlandsche zaken. Dit memorandum staat geenszins in verband met den tegenwoor- digen oorlog en heeft slechts in den meest algemeenen vorm en in een abstracten theo- retischen gedachtengang uiting gegeven aan zijn meening over het probleem van den wereldvrede. Een verkeerde uitlegging had uitgesloten moeten zijn met het oog op het zuiver theo retische en abstracte karakter van het me morandum. De bewering van de Amerikaansche en Engelsche pers, als zou Japan voor zijn be middeling tusschen Thailand en Frankrijk een hoogen prijs verlangd hebben, is, aldus Matsoeoka, het beste weerlegd door de fei ten. Japan heeft niet het geringste ver langd, hetgeen de regeeringen van Frank rijk en Thailand- kunnen bevestigen. Over zijn verdere reisplannen verklaarde Matsoeoka, dat hij zich van Rome weer naar Berlijn zal begeven, waar hij vermoedelijk den Führer en von Ribbentrop opnieuw zal ontmoeten. Het verdere programma was nog niet vastgesteld. Op de vraag, of hij ook naar Washington zou gaan, antwoordde Matsoeoka, dat hij gaarne een bezoek aan Washington zou brengen, doch dat zijn tijd dat niet toeliet. (DNB). van hedenavond lot morgenochtend De hiaan kwam hedenmorgen op te 9.53 uur en gaat vannacht te 0.56 uur onder. Nauwelijks een uur nadat de Telex het feit van de officieele benoeming van mr. R. N. de Ruyter van Steveninck te onzer kennis had gebracht, mocht een onzer redacteuren met den toekomstigen burgemeester in diens werkkamer van het Departement van Defensie, waar hij als leider der juridische af deeling in het afwikkelingsbureau werkzaam is3 een kort onderhoud hebben. De heer van Steveninck kwam ons reeds bij de deur van zijn kamer tegemoet en verontschuldigde zich, dat hij ons eenigen tijd had moeten laten wachten. Hij maakt op het eerste gezicht een prettigen indruk en die indruk wordt in den loop van het onderhoud bevestigd. Van onder het hocg-gewelfde voor hoofd kijken twee staalblauwe oogen den bezoeker vriendelijk, doch tegelijkertijd doordringend aan. Hij is betrekkelijk klein van gestalte en heeft stevige, vier kante schouders. Zijn geheele houding en wijze van optreden kenmerken den oud-officier en wanneer men een kwartier met hem gesproken heeft, behoeft de ondervrager geen groot psycholoog te zijn om te kunnen concludeeren, dat hij zit tegenover iemand met een sterke persoonlij kheid; iemand die niet houdt van veel omhaal van woorden, maar die precies weet wat hij vól en die de geestelijke kracht bezit om dien wil door te zetten. Kent U Uwe toekomstige gemeente? is onze eerste vraag. „Ja en neen", luidt het antwoord. „Leiden was in 1914 de eerste garni zoensplaats, waar ik als jong officier werd geplaatst. Ik maakte toen deel uit van het 1ste regiment veldartillerie, dat zijn garnizoen eigenlijk in Amersfoort had, doch werd in de mobilisatiedagen geplaatst bij het depot te Leiden in de Witte-poort-kazerne. Na een half jaar werd ik overgeplaatst naar het veldleger. Mijn tweede kennismaking met Leiden dateert van de jaren 1927 en '28, in welk laatste jaar ik aan de Leidsche Universiteit het candidaatsexamen in de rechten aflegde en mijn meest recent contact met de Sleutelstad is van de Meidagen 1940, toen ik als commandant van de 1ste afdeeling van het in Leiden thuis- behoorende 6e regiment veldartillerie een post bezette in Sassenheim. Van deze omgeving uit heeft mijn afdeeling deelgenomen aan het bombardement van Valkenburg en later aan den strijd nabij Delft en Overschie". Kunt U iets mededeelen over Uwe politieke gezindheid? In de jaren '32 en '33 bekleedde ik eenige belangrijke functies bij de N.S.B. O.a. was ik commandant van de Weerafdeeling en hoofd van de afdeeling „Organisatie". Het Ambtenarenverbod van 1933 maakte een eind aan mijn lidmaatschap en sindsdien ben ik niet meer actief in de politiek werkzaam geweest. Is het U op dit oogenblik al mogelijk eenige richtlijnen aan te geven voor Uw toekomstig beleid? Daarover wil ik mij liever thans nog niet uitlaten. Wél wil ik U zeggen, dat ik sterk den nadruk zal leggen op samenwerking met alle politieke partijen. Ten slotte deelde de toekomstige burgemeester ons nog mede, dat hij voor nemens is een dezer dagen een on-officieel bezoek aan zijn nieuwe gemeente te brengen teneinde met de voornaamste bewindslieden kermis te maken. Op 15 April hoopt hij dan zijn ambt te aanvaarden. De gisteren door ons gepubliceerde biografische gegevens betreffende den toekomstigen Leidschen burgemeester behoeven een kleine verbetering en aan vulling. Het geslacht der Van Steveninck's stamt oorspronkelijk n.l. niet uit Zeeland, doch uit Westfalen. In het begin van den Dertigjarigen Oorlog ten tijde van de geloofsvervolgingen weken de Van Steveninck's uit naar Holland en vestigden zich merkwaardigerwijze teLeiden. In latere jaren trad een Van Steveninck in het huwelijk met een dochter van den grooten vlootvoogd Michiel de Ruyter en het is uit dezen tak. dat de nieuwe burgemeester stamt. Ook het geslacht van zijn echtgenoote, de familie Van Bosse, spruit voort uit Westfalen. In de jaren rond 1580 nam dit geslacht om dezelfde redenen de wijk naar Holland. Het is wel een zeer merkwaardige co-incidentie, dat ook deze familie zich in Leiden vestigde. De toevoeging „de Ruyter" aan den geslachtsnaam Van Steveninck dateert van veel lateren tijd; zij werd erbij gekocht door den grootvader van den toekomstigen burgemeester. gisterochtend een vrij langdurig onderhoud gehad met den nieuwen minister van bui tenlandsche zaken, Ninitsjitsj. Jevren Tomitsj, die tot dusverre burge meester van Belgrado was, is bij koninklijk decreet uit zijn functie ontheven. Volgens een bericht van het D.N.B. uit Stockholm: De diplomatieke correspondent van de Daily Mail deelt mede, dat de minister-pre sident zijn uitgestelde radiorede binnenkort zal houden. Hij zal dan in staat zijn de hou ding van de regeering inzake de jongste gebeurtenissen'op den Balkan te bespreken en deze met betrekking tot de ondersteuning van Zuid-Slavië uiteen te zetten. In de afge- loopen 36 uur zijn belangrijke besprekingen gevoerd, zoodat de Zuid-Slavische regeering niet kan twijfelen aan de snelheid en aan de mate, waarin de Britsche hulp zal worden versterkt. Minister Eden en de chef van den Brit schen generalen staf Dill, zijn, volgens Reu ter, te Athene aangekomen om het overleg met de Grieksche regeering weer te her vatten. BESLAG GELEGD OP 2 DUITSCHE, 27 ITALIAANSCHE EN 36 DEENSCHE SCHEPEN. De regeering cler Vereenigde Staten heeft volgens de Associated Press ook 36 in Ame rikaansche havens liggende Deensche sche pen overgenomen. Het departement van financiën heeft als motiveering aangevoerd, dat aan eenig materiaal pogingen tot Sabo tage te zien zijn. Daarom heeft men de schepen op grond van de wet op de spion- nage moeten overnemen. Van de 36 Deen sche schepen liggen er 15 in New York, 8 in Baltimore, 2 in Philadelphia, 2 in Nor folk, 2 in Los Angeles, 2 in Jacksonville, 1 in Portland en 1 in Harbour (Washington). Het Deensche gezantschap heeft geweigerd, aldus U.P., zich over dezen maatregel uit te laten. Op het Duitsche gezantschap zeide men, dat men in deze aangelegenheid niets zou ondernemen, daar de Deensche regeering in het bezit van haar volle souvereiniteit is. Over het beslag on twee Duitsche schepen was deze ambassade nog niet ingelicht. Uit Berlijn meldt U.P.: Over de inbeslag- Dit Nummei bevat DRIE Bladen Binnenland Geen deviezengrens. meer met Duitschland. (Binnenland, 3e Blad). Melkaflevering beperkt tot 85 pCt. van den dagomzet. (Binnenland, 3e Blad). Indeeling der hotelbedrijven. (3e Blad). Buitenland Situatie in Zuid-Slavië nog altijd onzeker. (Ie Blad). Matsoeoka te Rome. (Ie Blad). De Vereenigde Staten nemen Duitsche, Italiaansche en Deensche schepen in beslag. (Ie Blad). ZIE VOORTS „LAATSTE BERICHTEN" EERSTE BLAD. MEN ZIE VOOR ONS KORT VERHAAL PAPG 2 VAN HET DERDE BLAD.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1941 | | pagina 1