Matsoeoka te Moskou STADSNIEUWS LEIDSCH DAGBLAD - Eerste Blad Maandag 24 Maarf 194f OFFICIEELE KENNISGEVING KERK- EN Sfwww\m VISSCHERIJ-BERICHTEN Farïnacci zou zijn gesneuveld Zuid-Slavië en Turkije TCONtflTÖ NIEUW/ BURGERLIJKE STAND VAN LEIDEN FAILLISSEMENTEN De Japansche minister van buitenland- söhe zaken, Matsoeoka, is gistermiddag om halfvier plaatselijken tijd met zijn gevolg te Moskou aangekomen, Behalve van Rus sische zijde werd de minister verwelkomd 'door de gezanten van Duitsohland, Italië, Bulgarije, Roemenië, Hongarije en Slowa kije, De minister, "die zijn intrek nam in het gastenhuis der Sovjet-regeering, zal hedenavond naar Berlijn doorreizen. Gis teravond gaf de Japansohe ambassa deur Tatekawa ter eere van Matsoeoka een diner. Kort na zijn aankomst heeft Matsoeoka op de Japansohe ambassade de plaatselijke Duitsche persvertegenwoordigers ontvan gen. Met groote vreugde en vervuld van groote verwachtingen, aldus verklaarde de minister, ben ik op reis gegaan. Het stemt mij tot bijzondere verheugenis, gelegenheid te hebben, Duitsöhlands grooten Führer, Adolf Hitler, te ontmoeten, benevens den rijksminister van buitenlandsche zaken Ven Ribbentrop en de overige persoonlijk heden van het Duitsche rijk. Matsoeoka zei niet alleen të hopen hen te ontmoeten, maar hen ook beter te lèe- ren kennen. „Ik acht het mijn plicht," zoo vervolgde hij, „den Führer en zijn mede werkers heel goed te leeren kennen, vooral nu wij door het driemogendhedenpact met elkaar verbonden zijn." Matsoeoka wees er op, dat dit pact voor Japans buitenlandsche politiek het voor naamste internationale instrument betee- kent, waaraan Japan ooit heeft medege werkt. Eenige lieden gelooven, dat ik Iets bijzon ders in den zin heb, nu ik maar naar Duitschland en Italië begeef, doch ik koester slechts dezen een en wensoh: de leiders van Duitsohland en Italië te onc- moeten en te leeren kennen. Deze reis, die plaats vindt op uitnooddging van de Duit sche en Italiaansche regeering, beantwoordt aan mijn eigen vurig gekoesterden wensch, aldus merkte Matsoeoka ten slotte op. Ik zal gaarne de gelegenheid benutten om mij van Duitschland en Italië een persoon lijk oordeel te vormen en te zien, hoe Duitsohland en Italië hun geweldige taak op den weg naar de overwinning volbren gen. In het Maartnummer van „Berlin-Rom- Tokio" schrijft dr. Rudolf Fischer o.m.: Het driemogendhedenpact is van den aanvang af geen gemeenschap van geza menlijk lijdenden geweest. Wanneer de Engelsohen zich meenen te kunnen veroor loven, de resultaten van de samenwerking tot dusver te onderschatten, dan is dit hun zaak. De overige wereld weet uit ervaring, dat de Duitsche diplomatie, zoolang de strijd om een rechtvaardige verdeeling van de bezittingen in de wereld gaat, nog geen enkele gelegenheid ongebruikt voorbij heeft laten gaan. Wanneer thans de mo gelijkheid gegeven is voor grootere resul taten. kan men er zeker van zijn, dat de Duitsche buitenlandsche politiek, niet min der dan de Italiaansche en de Japansohe, deze kans met al haar kracht en dynamiek zal weten te gebruiken. Het voorbeeld van een door dezelfde gezindheid hecht gewor den naar buiten zoowel als naar binnen absoluut gesloten, tot in de perfectie func- men kent, gebie- .en ren, on- tionneerende samenwerking, deze uit de politiek <der as tot moge voor de zoover uiteengele] den, waarin de samenwerking Duitschland en Japan moet func voor de wereld Iets geheel nieuws gekends zijn, toch zou het niet maal zijn, dat de Duitsche diploma dezen beslissenden eindstrijd, den ken wereldeindstrijd, de deur opent" een nieuwe ontwikkeling, waarvan ijverig doende zijn, steunpunten tegen logssohroot te verhandelen, zelfs niet droo" men. Het is een op zichzelf reeds in de ge sohiedenis ongewoon schouwspel, dat een Japansohe minister Van buitenlandsche zaken een officieel bezoek aan Eurona brengt. En inderdaad: hij komt in de hoofdsteden van de asmogendheden, hij komt in de hoofdsteden van Europa en wel van een Europa, dat bondgenoot is. In nauw verband met het verdrag, dat Duitschland, Italië en Japan verbindt, -groeit de kern van de nieuwe orde in Europa snel.Slowakije.Honglarije, Roemenië en Bulgarije zijn als actief medewerkende leden tot het drie-mogendheden-pact toe getreden. De beide feiten, dat zich onder den in vloed ran het driemogendhedenpact tus- schen Midden- en Zuid-Oost Europa het politieke kerngebied van de nieuwe orde uit vrijen wil gevormd heeft en de asmo gendheden aan den anderen kant in staat zijn de nog niet aangesloten rest van Europa niet alleen te verdedigen, doch met een belangrijk deel van haar productie mogelijkheden ook in de wereldpolitiek een rol te doen spelen, verleenen het Japansche bezoek aan Europa een bijzonder karakter. Europa als uniform geleide wereld politieke factor is, naar vanzelf spreekt, voor de Japansche politiek van veel groo tere beteekenis dan een afzonderlijke Euix>- peesohe staat kan zijn. De mogelijkheden, de befeekenis van dit nieuwe Europa op te voeren, zijn bij lange na nog niet uitgeput Dat zij echter alleen ter beschikking van de asmogendheden staan, weet men sedert de toetreding van Bulgarij en sedert het neen van Joego slavië aan Roosevelt zeer goed. De toe treding van nieuwe staten tot het drie mogendhedenpact in Europa werd reeds aangekondigd. Wie weten wil, om wie het hierbij gaat, behoeft slechts te zien naar de melancholieke pogingen, die Eden en zijn Engelschen aan bepaalde Europeesche sta ten wijden. Hoe het ook zij, de voordeelen van een organisatie op ons continent, die een doeltreffende vertegenwoordiging der gemeenschappelijke belangen waarborgt, zijn na de ineenstorting van Frankrijk én het verraad, dat Engeland jegens zijn con tinentalen bondgenoot pleegt, voor alle volken van Europa te zichtbaar geworden, dan dat de een of andere regeering, kliek of met de Engelsohe belangén verbonden groep nog in staat zou kunnen zijn, het baanbraken van een algemeen streven naar dit Europa op te houden. Deze ontwikke ling gaat met rasse schreden haar hoogte punt. tegemoet. De tij d daarvoor wordt rijp. Daaï-mede wordt hij tegelijkertijd ook voor Japan, den bondgenoot van het nieuwe Europa, rijp. (D.N.B.). AAN HET GRIEKSCHE FRONT. Het AN.P. meldt uit Belgrado: Farïnacci, de vroegere algemeene secre taris van de fascistische partij, zou, volgens een bericht uit Bitolj, in de gevechten voor Tepeleni gesneuveld zijn. Farinacci stond aan het hoofd van een bataljon 'zwarthem- den en betoonde, naar Grieksche berichten uit Saloniki melden, groote dapperheid. Na een strijd die urenlang duurde, vonden de zich terugtrekkende Italianen zijn lijk. Farinacci was een man uit het volk. Ge boren IS Oct. 1892 in een dorp in de Abuz- zen werd hij beambte bij de spoorwegen. Voor den wereldoorlog was hij socialist doch in 1919 sloot hij zich aan bij het fascisme. Als leider van „Regima fascista" te Cremo na, werd hij een warm voorvechter van het regime van den Duce. Van 1924192J was hij secretaris der partij. Later werd hij lid van den grooten fascistischen raad en minister. In betrouwbare politieke kringen verluidt, dat de Zuid-Slavische ministers van justi tie, sociale zaken en landbouw, Konstanti- nowitsj, Boedisawljewitsj en Tsjoetrilowitsj, hun ontslag hebben ingediend, aldus meldt het D.N.B. uit Belgrado. Prinsregent Paul heeft het ontslag aanvaard. De oorzaak van dit aftreden schijnt te zijn, dat deze minis ters het niet eens waren met de opvattin gen der groote kabinetsmeerderheid op het terrein der buitenlandsche politiek. Verder verneemt men, dat reeds maatregelen ter aanvulling van het kabinet worden geno men. In Zuid-Slavische kringen verwacht men, dat het kabinet aanzienlijk versterkt zal worden, doordat de opvattingen der mi nisters overeen zullen stemmen. Prins-regent Paul heeft gistermorgen om 11 uur den premier, Tswetkowitsj, ontvan gen. Deze bracht hem verslag uit over de onderhandelingen, welke de laatste dagen met verscheiden politici gevoerd zijn. Te vens besprak hij met hem de candidaten voor de drie vacante ministerposten. Men verwacht te Berlijn, dat de slotfase der onderhandelingen.reeds heden zal kun nen beginnen en de overeenkomst misschien nog voor aankomst van Matsoeoka te Ber lijn bezegeld zal wezen. Ook de gewijzigde Zuid-Slavische regee ring wenscht waarborgen voor het behoud van de Zuid-Slavische neutraliteit en ln zoo- yerre wenscht zij geen doortocht van gere- (Ingez Med.) gelde troepen. Daarentegen zou zij geen be zwaar maken tegen een transitoverkeer van ziekentransporten, levensmiddelen en goe deren voor zoover het geen eigenlijk oor logsmateriaal betreft, aldus de N. R. Crt. De Berlijn'sche correspondent van dit blad meldt voorts nog: Na het Turksche antwoord, dat geheel aan de verwachtingen heeft beantwoorde mag de directe gedachtenwisseling tusscheh de beide staatshoofden Hitier en Inönü' als gesloten worden beschouwd. De gedachten- wisseling langs de gebruikelijke diplomatie ke wegen zal eerlang worden geopënd, na dat Turkije heeft verklaard, dat Iiet prin cipieel tot economische en ook -' politieke toenadering bij handhaving van-'zijn neu traliteit (ongeacht het bestaande bondge nootschap met Engeland) bereed is. Meer heeft Duitschland voorshandir stellig niet verwacht, zoodat ook dit resultaat weder als een volkomen succes van Duitschland mag worden beschouwd. Naar officieel werd medegedeeld, aldus het D.N.B. uit Istahboel, heeft de Turksche minister van buitenlandschen zaken, Sarad- jogloe, bij zijn vertrek van Cyprus den Britschen minister van buitenlandsche za ken, Eden, een af scheidstelegram doen toe komen, waarin hij opnieuw uiting gaf aan zijn vriendschappelijke gevoelens en con stateerde, dat de samenkomst wederom de volkomen overeenstemming van opvatting heeft bewezen. Ten slotte wenschte Sarad- jogloe den Britschen minister een goede reis. toe. 40-JARIG JUBILEUM J. HETTEMA. Zooals in ons blad van Zaterdag j.l. werd gemeld, herdenkt de heer J. Hettema van daag den dag, waarop hij 40 jaar geleden als timmerman.in dienst trad bij Gemeen tewerken alhier: Nadat hij vanmorgen met zijn vrouw per auto van huis was gehaald, werd hij in den feestelijk versierden timmerwinkel aan de Stadswerf ontvangen door zijn onmiddel lijke superieuren en collega's; ook zijn kin deren v/aren hierbij aanwezig Het allereerst werd hij toegesproken door den hoofdopzichter den heer H. J. Barent- Jen, die zijn uitstekende vakkennis en grpote plichtsbetrachting roemde en hem dank bracht voor alles wat hij in het be lang der gemeente Leiden en speciaal voor de afdeeling Bruggen en Waterwerken heeft gedaan. Daarna werd het woord gevoerd door zijn collega N. de Neef, die hem hartelijk dank bracht voor de prettige samenwerking en hem namens superieuren en collega's een eikenhouten rookstoel aanbood. Hierna voerde het woord een vertegen woordiger van de afd. Plantsoenen, de heer Noteboom, die den jubilaris ook schetste als een eminent vakman en collega en hem als blijk van waardeering een mooie pijp in étui aanbood. Nadat nog de oud-hoofdopzichter van Gemeentewerken, de heer G. L. de Goede ren, den jubilaris hartelijk had toegespro ken dankte de heer Hettema ontroerd, doch in welgekozen woorden alle sprekers voor hun vriendelijke woorden en voor de mooie cadeaux. Na deze huldiging werd hij om 11 uur door den directeur van Gemeentewerken ontvangen in diens kamer op het Stadhuis waarbij mede aanwezig waren de adjunct directeur, ir. Boogerd, de Ingenieurs Lem en Westra, de architect de heer Neisingh, de hoofdambtenaar de heer Den Hartigh, de hoofdopzichters Kil jan, Baren tsen en Voorbach, de chef van de Teekenkamer de heer Dubbeldam en de boekhouder de heer Van Leeuwen. De wethouder van Fabricage, de heer Wilbrink, kon tot zijn leedwezen wegens uitstedigheid niet aanwezig zijn. De directeur wenschte den jublaris har telijk geluk en dankte hem ook namens het Gemeentebestuur voor alles wat hij voor de gemeente Leiden heeft gedaan. Hij roemde ook zijn groote vakkennis en plichtsbetrachting. Namens het Gemeentebestuur bood hij hem een enveloppe met inhoud aan. Het was voor den jubilaris een dag, dien hij niet licht zal vergeten. ZILVEREN JUBILEUM L. J. PADDENBURG. Zaterdag j.l. herdacht de heer Louis Paddenburg het feit, dat hij vóór 25 jaar als schildersgezel in dienst trad bij de firma H. P. Jansen, Oude-Singel 20, alhier. Op verzoek van den patroon, kwamen dezen middag alle bij dit schildersbedrijf werkzaam zijnde gezellen bijeen in het Parochiehuis Oude SJngel hoek Mare, ter herdenking van dit juibileum. Voorts waren hierbij tegenwoordig de heer G. E. E. Kuyntjes, directeur van de Ambachts school, alsmede de heer D. Ladan, vroe ger meesterknecht aan genoemd bedrijf, benevens vele familieleden. Nadat de patroon onder hartelijke be woordingen het plichtsbesef en de uitne mende vakbekwaamheid van den jubilaris had gememoreerd, overhandigde hij hem een gouden horloge. Een der collega's dankte namens allen den jubilaris voor zijn kameraadschappe- lijken en prettigen omgang en bood hem namens de collega's een gouden horloge ketting aan. Hierna sprak de heer Kuyntjes, direc teur der Ambachtsschool, den jubilaris toe. Deze memoreerde, dat hij op de Leidsche Ambachtsschool de eerste streken met de verfkwast, maar ook met het penseel heeft leeren zetten en sprak zijn vreugde er over uit, dat hier opnieuw is gebleken, dat de Leidsche Ambachtsschool uitnemende vak lieden kweekt. Wel legde hij er nog den nadruk op, dat de vervolmaking van de vakkennis in het bedrijf zelf pas kan ge schieden, maar dit kan alleen indien de jezellen niet in een zekere sleur verrallen, maar liefde'voor het vak blijven betconen. Ware levensvreugde is alleen mogelijk in dien men met ambitie het gekozen am bacht blijft beoefenen. Dat dit hier het geval is, staat vast en hij feliciteerde dan ook den jubilaris met het bereikte resul taat en tevens wenschte hij den heer Jan sen geluk niet zulk een uitnemend gezel. Hierna voerden nog vele sprekers het woord en deden dit vergezeld gaan van bloemen en stoffelijke blijken van waar- aeering. Nadat men nog enkele gezellige uren had doorgebracht, en ook de waardeering van patroon tot gezel was uitgesproken, kwam het einde van dezen middag met een kernachtig slotwoord van den jubila ris tot patroon, collega's, familie en be langstellenden. UITLOTING GELDLEENINGEN. Bur gemeester en Wethouders van Leiden brengen ter algemeene kennis, dat bij de op 19 Maart 1941 gehouden uitloting van obli- gatiën van geldleeningen der gemeente Leiden, zijn uitgeloot: a. 16 obligatiën a f. 1.000.van de 3% geldleening van 1896, groot f. 1.069.000. b. 10 obligatiën a f. 1.000.van de 3y2% geldleening van 1904, groot f. 500.000. De obligatiën worden 1 Juli 1941 met de tot dien datum verloopen rente afgelost, en houden met dien dag op rente te dragen. De lijst van de uitgelote nummers ligt ter inzage op de financieele afdeeling van de gemeente-secretarie. A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN, Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 24 Maart 1941. 801 VER. VAN CHR. ONDERWIJZERS. Lezing van Lode van Gent over Noord-Afrika. De afdeeling Leiden en omstreken van de Ver. van Chr. Onderwijzers(essen) in Ne derland en de Overzeesche Gewesten hield Zaterdagmiddag in Patrimonium een bij eenkomst, waarin de heer Lode van Gent, ethnoloog te Utrecht, het een en ander ver telde over zijn verblijf in Noord-Afrika en zijn tocht door de Sahara. De voorzitter, de heer B. Offringa van Hazerswoude, opende de vergadering met Schriftlezing van een gedeelte uit Job 8 en woorden *van welkom waarop direct het woord was aan den heer Lode van Gent. De heer Van Gent, die eenige maanden in Noord-Afrika vertoefd heeft en daar streken bezocht, die voor het toerisme on toegankelijk zijn, vertelde allereerst het een en ander van Marokko, Algerlë en Tunis. Zeer uitvoerip weidde spr. daarbij uit over de zeden en gewoonten van 'de daar ver blijf houdende volken. Onvergetelijk sch"«one indrukken heeft de heer Van Gent van deze streken medegenomen. Ook over den gods dienst deelde spr. zijn interessante erva ringen mede. De heer Van Gent, die zijn lezing met fraaie gekleurde lichtbeelden verduidelijkte, wees er op dat in de groote steden de oos- tersche poëzie van nauwe straatjes en kleurrijke kleederdrachten, wordt afgewis seld door modernen bouw en voortbrengse len van de moderne techniek. Nadat spr. nog een oogenbllk had stilgestaan bij de vele ruïnes van oude steden, die men in deze streken aantreft, gaf hij een beschrij ving van zijn omzwervingen door de Sahara, een woestijn die een oppervlakte beslaat van 2 millioen vierkante K.M., een uitge strektheid zoo groot als Europa buiten het Russische gebied. Dat men in deze woestijn dagen, ja zelfs weken kan trekken zonder één menschelijk wezen tegen te komen, laat zich verstaan als men bedenkt, dat de ge- heele bevolking van de Sahara, die leeft waar een oase wordt, gevonden iets meer is dan het inwonertal van Utrecht. Een deso- latie in deze desolatie noemde spr. de woeste berggroepen, die meerdere malen nog een hoogte van 3000 M. bereiken. Als geldmunt in de Sahara dientde dadel palm. Deze palmen, die men bij elke oase in groote hoeveelhedetn aantreft, vormen het voedsel (voor mensch en dier). Bijzonder fraai waren de opnamen van de Sahara, een zandwoestijn, waarin inder daad nog veel afwisseling valt te bespeuren. Na een dankwoord van den voorzitter tot den heer Lode van Gent werden nog enkele huishoudelijke zaken afgedaan. COMMISSIE INZAKE HUISHOUDELIJKE VOORLICHTING EN GEZINSLEIDING. Jaarverslag over 1940. Aan bovengenoemd verslag is het volgen de ontleend: De Commissie heeft zich in deze verslag periode wederom belast met het geven van voorlichting, niet alleen op naai- en kook- gebied, maar nu ook op gebied van kinder verzorging en opvoeding, terwijl in Februari op aandringen van het Departement van Sociale Zaken, een cursus werd gegeven voor z.g. vertrouwenspersonen, d. w. z. af gevaardigden van alle in Leiden op sociaal gebied werkende vereenigingen, sociale werksters en wijkverpleegsters. Geplaatst werden in 1940: Kookcursussen a. (gelijk aan 1939) 102; idem b. (voeding in oorlogstijd) 165; Naaicursussen 168; Kin derverzorging- en opvoedingscursussen 58; Cursus voor vertrouwenspersonen 38. Totaal 531 personen. Ter propageering van de actie „Voeding in Oorlogstijd" werden op 17 Juli en 6 Nov. kookdemonstraties gehouden, waarvoor het Leidsche Volkshuis welwillend de groote zaal afstond. Medewerking hierbij verleen den voorts leeraressen en leerlingen der bei de hier gevestigde huishoudscholen. Behalve door de kookdemonstraties heeft de Commissie door het inrichten van een adviesbureau getracht de huisvrouwen be hulpzaam te zijn bij het oplossen der vele vraagstukken op het gebied van koken, voe dingsleer, waschbehandeling, brandstof be sparing, verdeeling van het inkomen, naaien en verstellen. Het adviesbureau werd door 250 dames bezocht, w.o. leerlingen der huishoudschool. Plannen voor het houden van een groote tentoonstelling op gebied van voeding, klee ding, waschbehandeling en verdeeling van het inkomen, konden 2 dagen voor de ope ning, door omstandigheden geen doorgang vinden. Van de Gemeente Leiden werd evenals in 1939 aanvankelijk een subsidie van f.500— ontvangen, later verhoogd met f. 200.—. Van het Werkcomité werd een be drag van f. 300.— ontvangen.,Wederom werd e en beroep gedaan op de verschillende ver eenigingen, instellingen en particulieren, teneinde de noodige gelden bijeen te bren gen. Ook dit jaar heeft de Commissie, n.l. in Juli, een speldjes verkoopdag gehouden, die een flink batig saldo opleverde. De ontvangsten bedroegen f. 2.062.451/2, de uitgaven f2.178.77, zoodat er een nadee- lig exploitatie-saldo is van f. 116.31V^. HANDELSREGISTER KAMER VAN KOOPHANDEL. Nieuwe inschrijving: J. M. Samson, Hooge Rijndijk F. 34, Zoe- terwoude. Aannemers-, transport- en over slagbedrijf. Eigenaar: J. M. Samson, Zoe- terwoude. Wijziging: A. v. d. Berg, Hoofdstraat 78, Noordwijk. Schoenmakerij en -winkelier. Overleden eigenaar: A. v. d. Berg, Noordwijk a. Zee, d.d. 9 Febr. 1941. Woensdag a.s. hoopt de heer J. Arnol- dus den dag te herdenken, waarop hij voor 50 jaar in dienst trad bij de firma J. J. Krantz en Zn., lakenfabrikanten alhier. Leidsche Schouwburg. ZEVENDE ABONNEMENTSVOORSTELLING. Tooneelgroep Het Masker. Rebecca, spel in drie bedrijven van Daphne du Maurier. Kunstenaarsbloed verloochent zich niet: verraste destijds George du Maurier de we reld met „Trilby", uit welke roman even eens een dankbaar tooneelwerk is gefa briekt, diens kleindochter Daphne heeft furore gemaakt met den roman „Rebecca" die ongetwijfeld tot de bestsellers behoort en zijn weg heeft gevonden over vrijwel de gansche aardbol. Te verbazen was het der halve niet, dat ook uit dezen roman een tooneelspel is vervaardigd. Feitelijk is dit echter niet geheel juist uitgedrukt, want de schrijfster heeft zelf het tooneelstuk be werkt, weliswaar met handhaving van den inhoud in groote lijn, doch niet klakkeloos dezen inhoud volgend. Daardoor mist dit tooneelspel dan ook het fragmentarische, meestal aan roman-uittreksels eigen, is het een nieuwe levende editie geworden van het roman-gegeven. En evenals het boek trekt ook dit spel, hoewel eerlijk moet worden erkend, dat het wel wat erg overhelt naar het ouderwetsche melodrama. Niettemin, het leeft en biedt alle gelegenheid tot ka-' rakteriseering der rollen; men kan er in „spelen" en Het Masker heeft onder regie van Ko Arnoldi zich deze kans niet laten ontnemen. Dankbaar heeft een bijkans uit verkocht Huls van dit krachtige en warm bloedige spel der executanten genoten, et telijke malen moest worden gehaald. Voor de zooveelste maal is weer eens bewezen, dat het publiek in groote massa nog wel belangstelling heeft voor tooneel, maar dan tooneel, dat iets „doet". Op den Inhoud zullen wij niet ingaan, we mogen dezen als algemeen goed beschou wen. Voor de opvoering alle lof. In een gelukkig getroffen decor was di rect de „sfeer", die dit werk eischt in zoo groote mate, bijzonder raak getroffen. Men voelde, hoe de doode nog altijd heerschte in haar vroegere huis, waarop zij zoozeer haar stempel had gedrukt. Dat maakte veel terstond aannemelijk, waar men anders ietwat onwennig zou staan tegenover de handeling. Geen moment ging die sfeer ver loren, prachtig bleef zij gehandhaafd boven alles uit. Daarnevens gaven de hoofdver tolkers stuk voor stuk echt doorvoeld, warm aanslaand spel. In John Gobau leefde Maxim de Winter ten voeten uit in zijn gefolterde ziel, speci aal zijn bekentenis tegenover zijn tweede vrouw was een hoogtepunt. Hij vond in Heieen Pimentel een prachtige tegenspeel ster; eerst de groote schuchterheid, later de gelouterde en alles begrijpende liefde, beide kwamen fraai tot uiting zonder overdrij ving, waarvoor juist alle kans bestond. Haar hoogtepunt lag wel in de trapscène met mrs. Danvers, door mevr. Royaards- Sandberg met strakke lijn getypeerd. Rond haar hing van den beginne af aan die drukkende stemming, hier zoozeer vereischt. Zij was een waardige plaatsvervangster voor Nel Oosthout, die door ziekte haar rol moest overdragen. Een gemakkelijke op gave was het niet voor mevr. Royaards, doch zij heeft zich geheel ingeleefd. Cruys Voorbergh en Ko Arnoldi leverden uitmuntende prestaties ln de betrekkelijk kleine rollen van den afperser en van den justitie-ambtenaar en dit geldt evenzeer voor Jan Retel als de voor het gesticht vreezende idioot Ben. Trouwens alle bijrol len waren ln goede handen; speciaal Georgette Reyewsky en Lucas Wensing ver dienen nog genoemd evenals Adolf Rij kens. Het was een kostelijk geheel, dat volko men de waardeering vond, die het ver diende. GEBOREN: Matthys, z. van M. Ouwerkerk en J. van Hou ten Maria Elisabeth Antonia, d. van C. P. van Veldhuizen en A. J. Warmerdam Adriaan Johari, z. van J. de Roode en C. Buur. ONDERTROUWD: J. v. Evert, jm. 31 jaar en M. Maurits, jd. 28 jaar A. Laman, wedr., 46 jaar en A. A. de Goeij, Jd. 44 Jaar H, E. Schreuder, jm, 23 jaar en J. Rijsbergen, jd. 20 jaar L. O. J. A. Vol kers, jm. 23 jaar en J. T. v. Griensven, jd. 19 jaar. OVERLEDEN: A. van Rijn, wed. van F. P, C. Cornelisse, 74 jaar J. A. M. Langeveld, dr., 2 jaar. CHR. GEREF. KERK. Bedankt voor Ede ds. J. G. van Minnen te Huizen (NIL). VISCHPRIJZEN. IJMUIDEN, 24 Maart. Groote bot 49.00—45.00, kleine bot 39.00—33.00, kleine schol 60.0035.00, pufschol 31.0019.00, groote griet 100.00, middelgriet 104.00—92.00, kleine griet 73.00, wijting 56.0030.00, kleine wij ting 28.5026.00, groote schar 50.0046.00, kleine schar 34.00—17.00, pufschar 14,00—7.50, poontjes 26.00—24.00 (alles per 50 K.G.). Tarbot 5.00—4.70, - tongen 3.70—2.10 (per kg.) Kabeljauw 16.009.00 per stuk. Snoekbaars 1.521.34, spiering 0.630.61, bra sem 0.560,51 (ales per kg,). Besomming loggers: KW 47 f,3814 en KW 144 f. 1419. Uitgesproken: Joh de Groot, Voorhout, 's-Gravendamsche- weg 22. R.-c.: mr. A. Hilbingh Prins; cur.: mi' M. B. Vos, Leiden. In de week van 17 t/m. 22 Maart werden la Nederland 8 faillissementen uitgesproken. 2—1

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1941 | | pagina 2