Restauratie Gravensteen- Roeiers trainen - Schoonmaak Kurhaus
Moord op kasteel
Entzberg
82ste Jwpphi LEiDSCH DAG3UD
FEUILLETON
HET SCHEVENINGSCHE RURHAUS ONDERGAAT DE JAARLIJK-
SCHE SCHOONMAAKBEURT. Een der torens wordt onderhanden
genomen. Op den achtergrond de wandelpier. (Polygoon)
ENKHUIZEN IS DE PLAATS,.waar de bekende pakjes zaad vandaan
komen, bestemd voor tuinderij en bloementuintjes. Het poten van uien
voor zaaizaad. De uien worden netjes in rijen gelegd. In den herfst kan
men het zaad oogsten. (Polygoon)
door
PETÉÈÏ PAUL BERTRAM.
(16
„Zou ik u om een iets nauwkeuriger ant
woord mogen vragen?"
„Beate en mijnheer von Ghetaldi waren
verloofd, al was die verloving nog niet be-
bekend gemaakt."
„Wanneer is dat geweest?"
„Ongeveer vier jaar geleden."
„U ging in dien tijd met de gravin om,
als ik goed ingelicht ben?"
„Ja, Beate en ik zijn kostschoolvriendin
nen."
„Dan kunt u mij ook wel zeggen, waarom
de verloving destijds afgeraakt is."
„Ik weet werkelijk niet, waar u met die
vraag heen wilt, commissaris." Angela's
stem klonk opgewonden. „Maar ik denk dat
het was, omdat mijnheer Von Ghetaldi niet
in staat was, een positie te bemachtigen,
die voldeed aan de eischen van Beate."
„En was mijnheer Von Ghetaldi, toen de
verloving uitraakte, zeer onder den indruk?"
„Hij heeft zich tegenover mij daarover
niet uitgelaten."
„En welken indruk kreeg u?"
„In het geheel geen. Mijn vader en Beate
besloten spoedig te trouwen. Omdat de si
tuatie, een schoolvriendin als stiefmoeder
te hebben, wat ongewoon was, ben ik inder
tijd op reis gegaan. Ik heb een half jaar in
Engeland gelogeerd."
Buschroitner knikte. „Dan heeft u inder
daad geen gelegenheid gehad persoonlijke
waarnemingen te doen." Hij las zijn aan-
teekeningen door. „Ik had eigenlijk ge
hoopt", ging hij voort, zonder op te zien,
„dat u mij een aanwijzing had kunnen ge
ven, maar ik heb helaas weer pech gehad."
Angela stond op. „Dan kan ik zeker wel
gaan?"
„Zeker freule." Hij stond op en maakte
een buiging. Angela knikte hem nauw merk
baar toe en ging naar de deur. Toen zij de
hand op de deurknop legde, klonk plotse
ling de stem van den commissaris zacht
aan haar oor:
„Wist uw vader van de verloving met Von
Ghetaldi?"
Buschroitner was zacht achter haar aan
gekomen. Een oogenblik bleef Angela on
bewegelijk staan. Toen draaide zij zich om
en nam den commissaris met een koelen
blik op.
„U hebt een wonderlijke manier om vra
gen te stellen." zei ze. „Beate heeft vanzelf
sprekend geen aanleiding gehad, deze om
standigheid voor mijn vader geheim te
houden."
Buschroitner antwoordde niet. Pas toen
Angela wilde gaan, schrok Hij op zijn over
peinzing.
„Weet u, freule," zei hij plotseling goed
moedig glimlachend, „Een onderzoek als dit
maakt iemand doodmoe. Vragen, vragen,
niets dan vragen. En van louter vragen had
ik bijna nog de belangrijkste vergeten. Hebt
u nog een oogenblik?"
„Zeker."
Buschroitner liep met groote stappen de
kamer op en neer.
„Freule, wanneer hebt u mijnheer Von
Ghetaldi het laatst gezien?"
„Na het diner in de hall."
Buschroitner maakte een geërgerde be
weging. „Na het diner in de hall," herhaal
de hij boos. „U is nu al de negende getuige.
En niemand weet wat Ghetaldi na het diner
gedaan heeft of waar hij geweest is."
Angela zweeg.
„Houdt u mij ten goede, freule, maar het
is om uit je vel te springen. Werkelijk." Hij
haalde een sigaret te voorschijn en begon
gejaagd te rooken. „En nu, freule, wilt u
zoo goed zijn mij te vertellen, waar u zelf.
's avonds geweest bent? Niet dat ik denk
dat u den heer Von Ghetaldi vermoord hebt
maar ik wil de verklaringen van anderen
controleeren."
Angela verklaarde, dat zij met dr. Muir
naar de kamer van Feldmann gegaan was,
daarna naar de badkamer van haar vader
en toen dr. Muir naar Feldmann terugge
gaan was had zij zich in haar kamer terug
getrokken.
„Hebt u iets gehoord?"
Angela schudde het hoofd.
„Goed, dan zijn we nu klaar. Ik dank u
zeer, al heeft het niet veel geholpen."
Angela glimlachte en ging heen. Inspec
teur Haberler kwam binnen juist toen An
gela de deur uit was.
„Hier is de Veronal, commissaris."
Buschroitner nam het buisje aan. „Apo
theek De Heilige Drievuldigheid, Dölsach
las hij. „Haberler, kijk eens in de lijst of
er in de portefeuille een recept voor Vero
nal was."
„Neen, mijnheer," zei "de inspecteur een
oogenblik later! Buschroitner antwoordde
niet. Nadenkend liep hij de kamer op en
neer. Uit de hal) klonken de plechtige klan
ken van de gongslagen, die het diner aan
kondigden.
HOOFDSTUK VI.
De volgorde aan tafel was veranderd.
Duschinsky zat niet meer naast mevrouw
Fechner. De commissaris zat nu naast de
gravin.. Feldmann was aan tafel verschenen
maar.hij at slechts weinig en alleen speci
aal voor hem bereide schotels. Hij keek ver
langend naar de heerlijkheden die vrouw
Fini voor de gasten bereid had, maar dan
ontmoette hij dr. Muir's waarschuwende
blikken en schouderophalend wendde hij
zich weer naar zijn eigen bord.
Alle gasten zouden graag over den moord
gesproken hebben. De gewelddadige dood
van den reisleider, hield allen bezig. In het
kasteel was de moordenaar. Niemand wist
wie het was. Niemand, behalve de moorde
naar zelf. Was het iemand van het reisge
zelschap, van de familie of van de bedien -
den?
Josef Vahoda keek misnoegd naar den
commissaris, die de gravin van zijn vrouw
en kinderen vertelde, van het leven in Lienz
en van zijn persoonlijken hartstocht: de
archaeologle Gezwam, dacht Vahoda. Was
hij hier om over zijn opgravingen te spre
ken of om den moordenaar te vangen? Hij
keek naar Duscninsky, die schuin tegen
over hem zat. Daar zat de moordenaar!
Waarom had Buschroitner hem nog niet
gearresteerd? Wat wilde hij nog meer voor
bewijzen? Motief? Als er ooit een motief
overtuigend geweest is, was het dit wel.
Alibi? Het was een kleinigheid een alibi te
verzinnen. Hij, Vahoda zou dadelijk zoo maar
een ha^lf dozijn alibi's kunnen verzinnen.
En Duschinsky maakte zeker niet den in
druk, een zeer vindingrijk man te zijn. Zijn
alibi moest uiteen te rafelen zijn, dat er
geen stuk meer van overbleef. Hij had den
commissaris zijn hulp aangeboden, hem
voorgesteld, mede te werken aan de oplos
sing van het raadsel. Moord op kasteel Entz
berg, dacht Vahoda genotvol. Dat klonk
als de titel van een van zijn detective-ro
mans. Ook overigens waren alle elementen
aanwezig, die hij in zijn boeken liefhad.
Een kasteel, een bont gezelschap, een moord
En ook de met het onderzoek belaste detec
tive maakte een zeer middelmatigen en
langzamen indruk. Er ontbrak slechts de
scherpzinnige amateur, wiens koene gevolg
trekkingen, die steeds lijnrecht tegenover
de theorie van de politie stonden, ten slotte
tot de dramatische ontmaskering van den
dader leidden.
En wie was eerder geschikt om deze zware
taak op zich te nemen dan Josef Vahoda,
bibliotheek-eigenaar uit Teplitz-Schönau?
Josef Vahoda kleurde onwillekeurig. En
toen strekte hij zijn onaanzienlijke figuur.
Hij zou op zich nemen het geval op te los
sen. Hij zou niet meer bescheiden op den
achtergrond blijven en trachten met zijn
onderzoekingen de autoriteiten te helpen.
Van nu af zou hij op eigen rekening wer
ken. Onafhankelijk. Die vervelende com
missaris kon doen wat hij wilde. Hij zou
hem wel toonen dat hij verstandiger en vin
dingrijker was.
Het besluit was genomen, maar hoe zou
hij het uitvoeren? Vahoda verzonk opnieuw
in gepeins
De bedienden brachten het fruit. Toen
stond commissaris Buschroitner op en klop
te tegen zijn glas. Dadelijk zwegen allen.
.(Wordt vervolgd).
„GRAVENSTEEN", het oude gerechtsgebouw tevens gevangenis, een van de typische gebouwen van onze stad,
dat sedert jaren ongebruikt is en dat in vervallen staat verkeert, wordt thans hersteld. Aan de voorzijde van
het gebouw aan het Gerecht (de naam van de straat) heeft men den gevel, waarop de ramen van de gaan
derij uitkomen, waar in vroeger eeuwen de schout en schepenen de terechtstellingen bijwoonden, gestut en
een gedeelte van het oude fries blootgelegd. (Polygoon)
DE FÜHRER BEZICHTIGT IN HET ZEUGHAUS DE TENTOONGESTELDE
BUITGEMAAKTE STUKKEN. De Führer voor Belgische en Engelsche
uniformen, op den achtergrond en daarboven
veroverde Fransche vaandels. (Hoffmann)
ROEMEENSCHE OFFICIEREN BEZOEKEN DE MAGINOT-LINIE. Een
deputatie van Roemeensche officieren bezichtigt op een tocht in het Westen
het voorterrein van een Fransch pantserwerk. (Hoffmann)
HET ROEISEIZOEN NADERT EN VANZELFSPREKEND WORDT VOOR DE KOMENDE WEDSTRIJDEN
HARD GETRAIND. DE JONGE-ACHT VAN NEREUS TE AMSTERDAM TIJDENS EEN TRAININGSTOCHT.
(Polygoon)]