Civiel Standrecht LEIDSCH DAGBLAD - Eersfe Blad Vrijdag 2t Maart 1941 Invoering thans mogelijk geworden De opheffing van de militaire gerechten Propaganda voor eigen land Ledenvergadering van V.V.H. Overbrenging van aanhangige strafzaken naar den gewonen strafrechter Bijeenkomst der Nederlandsche Reisvereeniging. MEDEWERKING VAN J. PANMAN EN JULIA DE GRUYTER. De Nederlander spreekt zoo graag met Vondel: „De liefde voor het eigen land ls den Nederlander aangeboren", zoo zelde de directeur van het centraal bureau der Ne derlandsche Reisvereeniging, de heer J. Panman, gisteravond in een druk bezochte bijeenkomst van de Leidsche afdeeling in „Schuttershof". Helaas, aldus voegde hij er aan toe vergeet hij die stelling wan neer het zijn eigen vacantie betreft! Een mensch zoekt nu eenmaal altijd naar te genstellingen en wil bijgevolg vacantie in een andere omgeving dan waarin hij dage lijks verkeert. Daarom gaat de bewoner der vlakke landen zoo graag naar de bergen en daarom ook zoekt de mensch uit het berg land bij voorkeur de zee opToen ver leden jaar echter onze grenzen gesloten waren besloot menigeen maar thuis te blij ven in plaats van er op uit te gaan in het eigen land. Dat eigen land kende men im mers! Was men er niet herhaaldelijk door heen gespoord of met een snellen auto door gejaagd? Het aantal menschen, dat door de N.R.V. in groepsverband ter vacantie werd geleld, daalde dientengevolge van 40.000 tot 2.000 en het kostte waarlijk moeite om tot een dergelijk totaal te komen. En toch, aldus de heer Panman, was deze houding van het publiek onjuist. Vacantie is levensvreugde, welke op haar beurt een levensrecht is en er is geen reden zich die vreugde te ontzeggen temeer niet omdat ons eigen land zooveel moois biedt. Kent men onze schoone polderlanden, de onvergelij kelijk mooie Kagerplassen, het groeiende land in den Wieringermeer? Zwierf men ooit door den Imbosch, door onze duinen of toefde men aan de Brabantsche vennen? Bezocht men de streken, welke men be schreven vindt in „De Peelbewerkers" van Anton Coolen en „De kroonprinses1' van Herman de Man? Er is zoo ontzaglijk veel dat stof biedt tot rustig en aandachtig ge nieten, mits men zich slechts de moeite ge troosten wil al die wondermooie plekjes op te zoeken! De N.R.V. maakt het den Nederlander trouwens gemakkelijk. Zij organiseert vele vacantie-uitstapjes tegen lage prijzen en zij hoopt dat ons volk, na een korte periode van stilstand weer tot reizen zal worden ge bracht, het liefst met de N.R.V., maar an ders ook zonder haar. De bevordering van het reizen is tenslotte hoofddoel! Spreker gaf hierna eenige bijzonderheden over het N.R.V.-programma, waarna Julia de Gruyter aan het woord kwam en de tal rijke toehoorders geruimen tijd op zeer aangename wijze heeft bezig gehouden. Deze bekende Vlaamsche voordrachtskun stenares bracht schetsen uit het Vlaam sche volksleven: eerst fragmenten uit „Het blijde leven van pastoor Campens", van Ernest Claes, daarna guitenstreken van Tyl Uilenspiegel (van Herman Teirlinck) en verder een geestig verhaal ,,'t Verksken" van Felix Timmermans, en zij wist het publiek onafgebroken te boeien met haar grappige gebaren, haar groote zeggingskracht en haar prettige voordracht. Vooral de verha len van „Rosalien, de onderpastoor" en van de „Papegaai en den kwajongen'' hebben groote vroolijkheid gebracht en een zeer warm applaus was dan ook haar verdiende loon. Tot slot van den geslaagden avond zijn eenige kleurenfilms vertoond van Mar ken, Volendam en de bloembollenvelden. FILMVERTOONING OVER ROTTERDAM'S JEUGD. In café-restaurant ,,'t Schuttershof" had gistermiddag een ledenvergadering plaats van de Vrijwillige Vrouwelijke Hulp, afd. Leiden en Oegstgeest, waarvoor ruim 30 leden hun belangstelling toonden. De voor zitster, mevrouw Juynbolvan IJsselsteijn, gaf in haar openingswoord een overzicht van de belangrijkste gebeurtenissen sinds de oprichting in Mei 1939. Over de toekomst van de V.V.H. kan momenteel weinig wor den gezegd, aangezien moeilijk vooruit te zien is, hoe en waar hulp te verleenen is. Vast staat echter, dat de V.V.H. steeds goed werk kan blijven verrichten, zooals dat ook in den afgeloopen tijd geschied is. De or ganisatie van V.V.H. onderging eenige ver beteringen. Zoo werden o.a. de V.V.H.-leid sters de vroegere wijkleidsters aange steld. In den vervolge zullen zij op bepaalde tijden thuis zijn om verzoeken voor iedere soort hulp in ontvangst te kunnen nemen. Op veelvuldig verzoek wordt binnenkort overgegaan tot het geven van herhalings cursussen E.H.B.O. Verder zal nogmaals een beroep worden gedaan op de leden, om al lerhande goederen, voornamelijk speelgoed, af te staan voor het getroffen Rotterdam. Ten slotte stelde spreekster vast, dat de hulpverleening in tijdelijk hulpbehoevende huishoudens nog steeds niet vlot verloopt. Het zal noodig zijn, dat verschillende leden bepaalde geheele dagen ter beschikking hebben om deze dankbare gelegenheid tot hulpverleening ten volle te kunnen uit voeren. De secretaresse, mej. E. C. H. Smits, las vervolgens het jaarverslag voor, waaruit o.a. bleek, dat op 1 Januari j.l. het ledental 665 bedroeg. Dit eerste jaarverslag loopt ten gevolge van de omstandigheden, van de oprichting in Mei 1939 tot eind 1940. In dien tijd kon allereerst Gravensteen als centrum van de organisatie worden ingericht. Verschillende cursussen werden in de afgeloopen maan den gegeven, waaronder 7 E.H.B.O.-cursus sen, die de meeste belangstelling trokken. De noodverbandorganisatie, waarbij vele dames zich o.a. verdienstelijk maakten met het fabriceeren van pluksel, heeft groote diensten bewezen in de dagen na den oor log. in hoofdzaak te Rotterdam en Valken burg. Deze plaatsen profiteerden ook in hoofdzaak van het ophalen van huisraad en speelgoed, dat later werd georganiseerd. Een belangrijk onderdeel van het werk van V.V.H. werd het onderbrengen van de vluch telingen uit Rotterdam, die in eerste in stantie een toevlucht vonden in het pad vindershuis aan den Stille Rijn. Later bleek dit tehuis te klein te zijn en moest het wijk-Noordwijk. gebouw van Staalwijk aan de Heerenstraat eveneens in gebruik genomen worden. In de zomervacantie werden vele Rotterdamsehe kijideren bij particulieren, vooral in Oegst geest, ondergebracht. Hiermede is heel veel goed werk verricht en een woord van dank aan allen, die hiervoor gelegenheid hebben gegeven, is zeker op zijn plaats. Later moes ten ook de vluchtelingen uit het padvin dershuis en het Staalwijkgebouw ingekwar tierd worden bij particulieren. Ruim 10.000 gulden werd in Leiden besteed om de door den oorlog getroffen gezinnen van Rotter dam en Valkenburg aan nieuw huisraad en andere benoodigdheden te helpen. Ten slotte kon nog hulp worden verleend aan huishoudens, waar door toevallige omstan digheden tijdelijk geen huisvrouw aanwezig was. Uit het jaarverslag van de penningmees- teresse, mevrouw Verhey van WijkRoem, bleek, dat eind 1940 de boeken moesten worden afgesloten met een nadeelig saldo van f. 135.08. Aangezien het huishoudelijk gedeelte na de korte rondvraag vroeg bleek te zijn af geloopen, moest een half uur worden ge pauzeerd alvorens de filmvoorstelling over de Rotterdamsehe jeugd een aanvang kon nemen. De heer H. S. van der Waals, gedelegeer de voor de kinderevacuatie van de gemeen te Rotterdam, leidde deze film in met een toespraak, waarin hij zijn ervaringen met de Rotterdamsehe jeugd na de ontstellende dagen van Mei 1940 uitvoerig beschreef. Namens het gemeentebestuur van Rotter dam bracht spreker dank voor het zeer vele, dat in het belang van Rotterdam, en daardoor in het belang van geheel Neder land was gedaan. Alleen door hen, die deze hulp deelachtig werden, kan dit geheel naar waarde geschat worden. Van de 12000- kinderen, die uit Rotterdam over geheel Nederland werden verspreid, zijn er zeker 11000, die met de prettigste herinneringen terugdenken aan dien tijd, die aanvanke lijk slechts vervuld was door een gevoel van wanhoop en diepe ellende. Eenige brieven van pleegouders gaven een duidelijk beeld, dat allerwegen ook van die zijde de pret tigste ervaringen werden ondervonden. Kleine moeilijkheden konden niet uitblij ven, en zullen dat ook niet in de komende vacantie, als wederom een groot aantal Rot terdamsehe kinderen naar buiten gebracht zal moeten worden. Vervolgens werd een filmpje gedraaid over de evacuatie van de zoozeer getroffen Rotterdamsehe jeugd. Het was een goede aanvulling op het dringende beroep, door spreker gedaan op het gemeenschapsgevoel van Nederland, om ook dit jaar, nu de eerste indrukken van de rampspoedige dagen van Mei 1940 weer verder in het verleden liggen, ten volle me de te werken aan den noodzakelijken en moeilijken wederopbouw van de getroffen stad. N.V. KON. NED. FABRIEK VAN WOLLEN DEKENS v.h. J. C. ZAALBERG EN ZOON. Jaarverslag over 1940. Aan bovengenoemd verslag van de direc tie uit te brengen op de algemeene verga dering van aandeelhouders op 27 dezer, is het volgende ontleend: „Tot het oognblik, waarop Nederland in den oorlog tusschen de groote mogendheden betrokken werd, hebben wij uitsluitend ge fabriceerd voor opdrachten onzer binnen- landsche afnemers; wij hebben dan ook alle ingekomen orders voor de burgerbevolking in Nederland volledig kunnen uitleveren. Enkele exportorders, welke op 10 Mei voor verscheping gereed lagen, konden niet worden afgezonden. Wij waren genoodzaakt onze in Nederland aanwezige aanzienlijke wol voorraden aan het Rijksbureau voor Wol en Lompen te Tilburg te verkoopen. Hoewel van de tegen waarde het grootste gedeelte werd betaald, moet bij het schrijven van dit verslag nog een aanzienlijk bedrag worden ontvangen. De productie werd door voorschriften van genoemd Rijksbureau belangrijk ingekrom pen, hoewel wij nog aanzienlijke opdrach ten voor verschillende Nederlandsche Over heidsinstanties e.a. konden uitvoeren. Aan gezien de kwaliteit der dekens belangrijk afwijkt van de bekende Zaalberg dekens, waarop wij steeds vol vertrouwen ons fa brieksmerk plaatsten en welke wij thans niet in staat zijn aan te maken, hebben wij besloten voorloopig geen dekens voor den handel te fabriceeren. De prijzen der na 15 Mei vervaardigde dekens, welke nog van de bekende kwaliteit waren, mochten wij in gevolge ontvangen autorisatie met 1,2 pCt. verhoogen. Gedurende de eerste maanden van 1941 kon zij het met een belangrijk verkleinde productie worden doorgewerkt. Wij ach ten echter de naaste toekomst in verband met het gebrek aan grondstoffen hoogst onzeker en het komt ons daarom wenschë- lijk voor een fonds te-vormen, hetwelk zal dienen om verliezen, ontstaan door eventu- eele stagnatie in het bedrijf, op te vangen, terwijl mogelijke verliezen, te ontstaan door experimentatie, eveneens uit dit fonds ge dekt kunnen worden. In overleg met den Raad van Commissa rissen stellen wij voor over het boekjaar 1940 een dividend uit te keeren, resp. van f.500,— en f.50.— per aandeel; hiervan is als interim-dividend reeds f. 200, resp. f. 20 uitgekeerd. Wij deelen tevens mede, dat Directie en Commissarissen hebben besloten nog te plaatsen nominaal f. 75.000,aandeelen onzer N.V. Aan aandeelhouders zal de gele genheid worden gegeven op elke f. 3000, nominaal één aandeel van nom. f. 1000, a pari te verkrijgen. De aldus verkregen gel den zullen dienen om de N.V. in de gele genheid te stellen deel te nemen in het ka pitaal van een door onze N.V. op te richten Wollenstoffenfabriek. De netto-winst, per 31 December 1940 be draagt f. 340.165.75 nadat is rekening ge houden met f. 24.567,22 afschrijvingen. Het voordeelig saldo der exploitatiereke ning bedraagt f. 293.869,81. HANDELSREGISTER KAMER VAN KOOPHANDEL. Wijziging: Baartman Koning N.V., Hoofdstraat 94, S assenhelm. Overleden procuratiehouder: J. Zuilhof, Sassenheim, dd. 11 Mrt. 1941. Procuratie verleend aan: H. J. B. Arents- horst, Sassenheim ('beperkende bepalingen) Opheffing: Pension „De Bledk", Oude Zeeweg 19,. DE CONCENTRATIE IN DE ELECTRICITEITSVOORZIENING. In het bijzonder in Zuid-Holland. De afdeeling Leiden van den Nederland- sohen Bond van Personeel in Overheids dienst hield gisteravond in de groote zaal van het Leidsche Volkshuis aan den Apo- thekersdijk een vergadering, waarin de algemeen-voorzitter, de heer L. J. Bakker een voordracht heeft gehouden over het onderwerp „De concentratie van de elec- triciteitsvoorziening in ons land, in het bij zonder in de provincie Zuid-Holland". De bijeenkomst, welke slechts matig be zocht was, werd geopend door den voorzit ter der afdeeling, den heer J. H. Schüller, die in het bijzonder begroette het lid van de Commissie van Beheer der Sted. Licht fabrieken, den heer H. L. J. Tobé en den spreker, die zijn voordracht aanving met een overzicht te geven van de ontwikkeling van de electriciteit-svoorziening in ons land, Einde 1938 het laatste jaar waarover de statistische gegevens zijn gepubliceerd waren er in Nederland 342 zelfstandige electriciteitsbedrijven, waarvan 34 produ- ceerende en 308 uitsluitend distribueerende In 1919 waren er nog 104 productiebedrij ven, zoodat in nog geen 20 jaar niet min der dan 70 °/o van het toon eel verdween. De 34 ook thans nog bestaande produc tiebedrijven omvatten in totaal 45 stroom- opwekkende centrales. Ook het aantal dis tributiebedrijven is in het tijdvak 1919 1938 geleidelijk teruggelooven, n.l. van 435 tot 308. Van de 342 bedrijven in 1938, wa ren er niet minder dan 61 gevestigd in Zuid-Holland, d.i. verreweg het hoogste aantal van alle provincies. Ondanks de hierboven geschetste con centratie is de totale personeelssterkte in het tijdvak 19191938 toegenomen; zij be droeg ultimo 1938 5500 werklieden en 5000 ambtenaren. Van de werklieden waren er 4000 werkzaam in de distributie en 1500 in de productie-bedrijven. Niettegenstaande de vrij sterke concentratie werden steeds meer Nederlandsche gemeenten geëlectrificeerd. in 1905 voorzagen 104 productie-bedrijven 405 gemeenten van electrischen stroom; in 1938 waren deze aantallen respectievelijk 34 en 1050, terwijl slechts 6 gemeenten niet geëlectrificeerd waren. Deze sterkte toename is volgens spr. voor namelijk te danken aan het feit, dat het grootste deel der bedrijven werd geëxploi teerd door overheidsinstellingen. Het to tale stroomverbruik vermeerderde in de jaren 19291938 met niet minder dan 54% het bedroeg in laatstgenoemd jaar 2.389 millioen K.W.U., terwijl de gezamenlijke winst de f. 40.000.000.— overschreed. Die hooge vunst was veelal een noodzakelijkheid welke verband hield met de belastinghef fing, doch laat spr. die noodzakelijkheid buiten beschouwing, dan zou het mogelijk zijn den stroomprijs met 2 cent per K.W.U. te verlagen, hetgeen ongetwijfeld een prachtige stimulans zou beteekenen voor het stroomverbruik. Spr. stond vervolgens uitvoerig stil bij het streven der overheid om te komen tot concentratie in de electriciteitsvoorziening, voornamelijk door beperking van het aan tal distributiebedrijven en rechtstreeksche levering aan de verbruikers door de pro ductiebedrijven, waardoor ook de gemeen telijke winstbelangen meer naar den ach tergrond worden gedrongen. Van dat stre ven getuigden de Electriciteitswet van 1938 en de instelling van een Electriciteitsraad. De situatie in Zuid-Holland. Zuid-Holland telt 179 gemeenten, waar van 174 zijn geëlectrificeerd; de stroomle- vering geschiedt door zes productiebedrij ven t.w. Rotterdam, Den Haag, Dordrecht, Leiden, Gouda en Delft. Hiervan leveren Rotterdam en Den Haag te zamen 72 van den benoodigden stroom, Dordrecht 12 en Leiden 8 Het Rotterdamsehe be drijf leverde in 1938 een winst op van rond f. 1.399.160.de zes bedrijven gezamenlijk f. 14.685.000. De steeds voortschrijdende concentratie plannen leidden tot de instelling eener provinciale commissie, welke in November j.l. adviseerde tot de oprichting eeiier N.V. Electriciteitsbedrijf Zuid-Holland met als eenige deelnemers de provincie en de zes stroomopwekkende gemeentebedrijven. Daarnaast staat een zg.n. koppelstichting, welke zich den aanleg der koppelleidingen ten doel stelt. De plannen zijn bereids door de Prov. Staten en de gemeentebesturen aanvaard en treden geleidelijk in werking. Ten slotte besprak de heer Bakker de positie van het in deze zes bedrijven werk zaam gestelde personeel en hij zeide daar over, dat bij eventuee'le stopzetting van een dier bedrijven, de bestaande arbeids voorwaarden en derhalve ook de werkgeld- regeling blijft gelden. De mogelijkheid van stopzetting bestaat stellig niet in de eerste plaats voor het Leidsche bedrijf, doch spr heeft dan ver der het oog op kleinere bedrijven, zooals bijvoorbeeld Gouda. Spr. heeft in zijn kwa liteit van lid van den Electriciteitsraad en voorzitter van den Bond reeds besprekin gen gevoerd met de bevoegde autoriteiten en daarbij den indruk gekregen, dat deze hun volledige medewerking zullen verlee nen om ingeval van stopzetting geen wacht geldregeling toe te passen, doch het betref fende personeel over te plaatsen. De leden, aldus spr. kunnen ervan over tuigd zijn. dat hun belangen de volle aan dacht van het Bondsbestuur hebben en in dit verband merkte hij op. dat de zes be drijven in Zuid-Holland 1600 werklieden in dienst hebben, waarvan 600 lid zijn van den Ned. Bond van Overheidspersoneel. In Leiden waren op 1 Januari j.l. 140 werklieden in dienst van de Sted. Lichtfa brieken, waarvan 10 R.K., 18 Christelijk en 60 modern zijn georganiseerd. Voor het, ge heele land zijn die aantallen, respectievelijk 5500, 739, 491 en 1655, zoodat 2618 werklie den nog ongeorganiseerd zijn. Spr. besloot met. een opwekking tot leden werving. waarbij zich de heer Schüller onder dank aan den spreker en tot de aan wezigen voor hun opkomst aansloot. Bij verordening van den rij'kscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied be treffende het afkondigen van het civiele standrecht is het volgende bepaald: Artikel 1. (1) Wanneer de rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied' zulks voor de handhaving of het herstel van de openbare orde en van de veiligheid' van het openbare leven noodig acht, kondigt hij voor dit ge bied of voor bepaalde deelen daarvan het civiele standrecht af. (2) Het civiele standrecht treedt door de enkele afkondiging daarvan terstond in werking. Deze afkondiging geschiedt door aanplakking op openbare straten, wegen en pleinen, door den radio-omroep, door de pers of volgens plaatselijk gebruik. De op heffing van het civiele standrecht geschiedt dienovereenkomstig. (3) De afkondiging van het civiele stand recht gaat gepaard met het bevel, dat een ieder zich heeft te onthouden van iedere beroering, welke de openbare orde en de veiligheid van het openbare leven zou kun nen verstoren of in gevaar zou kunnen brengen, en zich heeft te schikken naar de bijzondere maatregelen van den rij'kscom missaris. welke deze, daarbij uitdrukkelijk de aandacht vestigende op de scherpte van het civiele standrecht, uitvaardigt, terwijl hij die aan een en ander niet voldoet, standrechtelijk zal worden vervolgd. Artikel 2. In het gebied, waarvoor het civiele stand recht is afgekondigd, treden voor den duur daarvan de bepalingen van de artikelen 3 tot en met 8 in werking, voor zoover de rijkscommissaris niet anders bepaalt. Artikel 3. (1) De hoogere SS- en politieleider treft alle maatregelen, welke hij voor de hand having van het herstel van de openbare orde en de veiligheid van het openbare leven noodig acht. (2) Hij vaardigt de ter uitvoering van zijn taak noodige rechtsvoorschriften uit. Deze kunnen, onverminderd het bepaalde in ar tikel 7, geldboeten tot een onbeperkt be drag, hechtenis van ten hoogste zes weken en gevangenisstraf van ten hoogste vijf jaren inhouden. Zij dienen op de wijze, als bedoeld in artikel 1. lid 2, tweede volzin, te worden afgekondigd. (3) Bij de uitvoering van zijn taak kan de hoogere SS- en politieleider van het gel dende recht afwijken. Artikel 4. (1) De rijkscommissaris benoemt voor het geheele gebied, waarvoor het civiele stand recht is afgekondigd, een bijzonderen ge volmachtigde. (2) Het geheele openbare bestuur, met uitzondering van de politie, is onderge schikt aan den bijzonderen gemachtigde, voor zoover de hoogere SS- en politieleider m deze rJet overeenkomstig het eerste lid van artikel 3 ingrijpt. (3) De bijzondere gemachtigde vaardigt de ter uitvoering van zijn taak noodige rechtsvoorschriften uit. Deze kunnen, on verminderd het bepaalde in artikel 7, geld boeten tot een onbeperkt bedrag, hechtenis van ten hoogste zes weken en gevangenis straf van ten hoogste vijf j^ren inhouden. Zij' dienen op de wijze, als bedoeld! in arti kel 1, lid 2, tweede volzin, te worden af gekondigd. (4) Bij de uitvoering van zijn taak kan de bijzondere gemachtigde van het geldende recht afwijken. (5) De rijkscommissaris behoudt zich het recht voor ook voor 'bepaalde deelen van het gebied, waarvoor het civiele standrecht, is afgekondigd, bijzondere gemachtigden te benoemen. Artikel 5. De werkzaamheden van alle vertegen woordigende lichamen, zoomede van alle openbare bestuurscolleges, welke in verga dering besluiten hemen, blijven rusten. Hun bevoegdheden gaan over op het daarvoor in aanmerking komende leidende bestuursor gaan (bij voorbeeld commissaris in de pro vincie, burgemeester, dijkgraaf, enz.). Artikel 6. De geldigheid van algemeen verbindende rechtsvoorschriften, welke door de secreta rissen-generaal van de Nederlandsche de partementen van algemeen bestuur in over stemming met par. 3, lid 2, tweede volzin, van de verordening no. 3/1940 of op grond van de verordening no. 23/1940 worden uit gevaardigd, is afhankelijk van de vooraf gaande toestemming van den bijzonderen gevolmachtigde (artikel 4). Artikel 7. Hij, die na afkondiging van het civiele standrecht opzettelijk aan beroeringen, welke de openbare orde en de veiligheid van het openbare leven zouden kunnen verstoren of in gevaar zouden kunnen brengen, deelneemt, alsmede degene, die opzettelijk in strijd handelt met de inge volge het derde lid van artikel 1 uitgevaar digde bijzondere maatregelen van den rijks commissaris wordt standrechtelijk vervolgd. Hij wordt met den dood, in lichtere geval len met levenslange tuchthuisstraf of met tijdelijke van ten minste tien jaren gestraft. Artikel 8. (1) Als standgerecht treedt het Duitsche hooggerechtshof op, hetwelk overeenkomstig de in het Duitsche rijk (in de gedaante van vóór de aansluiting van Oostenrijk-Al- treich-) geldende voorschriften omtrent de procedure voor de bijzondere rechtbank (Sondergericht) vonnist. (2) De voorschriften betreffende de be voegdheid van de Duitsche militaire ge rechten en van de bijzondere rechtbanken in strafzaken voor leden der S.S. en voor de leden der politie-organisaties met een bijzondere taak blijven onverminderd' van kracht. (3) De rechters van het standgerecht worden door den rijkscommissaris benoemd. Het standgerecht wordt ook dan beschouwd volgens de voorschriften te zijn bezet, wan neer slechts één zijner rechters de bevoegd heid voor het rechtersambt heeft. (4) De doodvonnissen worden door mid del van den kogel voltrokken. Artikel 9. Deze verordening treedt in werking den dag harer afkondiging. op J. S, te S. - Inderdaad bestaan zulke uit gaven. Bij een boekhandelaar kan men U vol ledig inlichten. Wed. A. J. G te L. Wanneer U werkelijk goed verduisterd heeft, behoeft U onder d'erge- lyke omstandigheden binnenshuis de lichten niet te dooven. Thans is bij verordening van den secre taris-generaal van het departement van justitie betreffende de opheffing van de militaire gerechten en de overbrenging van aanhangige strafzaken naar den gewonen strafrechter o.a. het volgende vastgesteld: Het hoog-militair gerechtshof, dc krijgs raden voor de landmacht te 's-Gravenhage en te Utrecht en de krijgsraad voor de zee macht te Den Helder worden opgeheven. De berechting van alle strafbare feiten, welke behoorden tot de kennisneming van de genoemde militaire gerechten en welke vóór 20 October 1940 werden begaan, gaat over naar de gewone gerechten. De strafbare feiten, welke volgens de wet op de rechterlijke organisatie behooren tot de kennisneming van de kantongerechten, worden vervolgd voor de kantongerechten te 's-Hertogenbosch, Arnhem. 's-Graven hage, Amsterdam en Leeuwarden. Het rechtsgebied van elk van deze kan tongerechten valt hierbij samen met het rechtsgebied van het gerechtshof, waarme de het den zetel gemeen heeft. In de gevallen, waarin volgens de wet op de rechterlijke organisatie hooger beroep mogolijk is, staat hooger beroep open op de arrondissements-rechtbank te 's-Gra- venhage. De strafbare feiten, welke volgens de wet op de rechterlijke organisatie behooren tot de kennisneming van de arrondissements rechtbanken, worden vervolgd door de ar rondissementsrechtbank te 's-Gravenhage. In de gevallen, waarin volgens genoemde wet hooger beroep mogelijk is, staat hooger beroep open op het gerechtshof te 's-Gra venhage. Wanneer ingevolge beroep in cassatie of herziening de zaak naar een arrondisse ments-rechtbank verwezen moet worden, verwijst de hooge raad naar de arrondisse ments-rechtbank te 's-Gravenhage, indien verwijzing moet plaats hebben naar een gerechtshof, naar het gerechtshof te 's-Gra venhage, ook indien dit laatste reeds van de zaak heeft kennis genomen. In dit geval mag aan de nieuwe behandeling niet wor den deelgenomen door raadsheeren en leden van het openbaar ministerie, die aan de vorige behandeling deelnamen. MILITAIRE LEDEN VAN RECHTBANK EN HOF. De rechtbank en het gerechtshof te 's-Gravenhage spreken recht met de meer voudige strafkamer, aangevuld met twee militaire leden, voor zoover mogelijk van hoogeren rang dan de verdachte of van ge lijken rang doch van oudere anciënniteit. De militaire leden van de rechtbank en het gerechtshof worden benoemd door den secretaris-generaal van het département van justitie. Als raadslieden worden ook officieren of gewezen officieren toegelaten; zij worden alleen op uitdrukkelijk verzoek van den verdachte als raadslieden toegevoegd. OVERGANGS. EN SLOTBEPALINGEN. De zaken, welke bij de opgeheven mili taire gerechten aanhangig waren, gaan aan de voortaan bevoegde gerechten over in den staat, waarin zij zich op het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit be vonden. Herziening van in kracht van gewijsde' gegane einduitspraken van militaire ge rechten is mogelijk volgens de voorschrif ten van het wetboek, van strafvordering. Dit besluit treedt in werking op den dag zijner afkondiging met terugwerkende kracht tot 20 October 1940. 2—1

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1941 | | pagina 2