Heldengedenktag 1941 - Restauratie ruïne - Huwelijk per paardenbus LEfDSCH Iweede Blad Moord op Kasteel Entzberg FEUILLETON door PETER PAUL BERTRAM. (15 „De officier van justitie denkt dat we heksen kunnen," bromde hij tegen Haber- ler. „Zeilmoser! Is Jean daar? Goed, breng hem binnén." Jean trad binnen. Hij wees de uitnoodi- ging van den commissaris om te gaan zit ten af en bleef in afwachtende houding voor de tafel staan. „Vertelt u mij eerst eens, wie van de be dienden vannacht mijnheer Feldmann war me kruiken gebracht heeft," begon Busch- roitner. „Hij heet Sebastian Kriegler en wordt Wastl genoemd," antwoordde Jean. „En u wordt Jean genoemd, maar u heet?" „Ferdinand Schweizer, commissaris." „Prachtig, Schweizer. Is Kriegler in huis op het oogenblik?" „Neen commissaris. Hij en een andere be diende zijn vanmorgen vroeg door mij naar het dorp gestuurd om inkoopen te doen. Ze zullen wel laat terug komen, want zooals u weet is de brug weg." „Denkt u eens na, Schweizer. Weet u iets over den moord?" „Neen, commissaris.'' „Wat heeft u gisteravond gedaan?" „Ik heb aan tafel op de bediening toe zicht gehouden, daarna likeur, sigaren en sigaretten gepresenteerd. Terwijl mijnheer de graaf den gasten zijn verzameling liet zien, heb ik de likeur en het rookgerei weer weggesloten. Toen heb ik op het weg brengen van het zilver gelet en mij ter be schikking van mijnheer de graaf ge houden." „Wanneer heeft u mijnheer Von Ghetaldi het laatst gezien?'' „In de hall na het diner. Ik had h~t voor recht den overledene een glas Cordial Me doc te mogen inschenken." „Weet u wat mijnheer Von Ghetaldi daarna gedaan hëeft?'' „Neen, commissaris." „In de biljartzaal hebben twee heeren ge speeld. Weet u ook hoe lang de partij ge duurd heeft?'' „Ik weet niet hoe lang ze gespeeld hebben maar om half elf was de zaal weer leeg." „Uitstekend. Maar hoe weet u dat?'' „Ik heb in de garderobekamer op mijn heer de graaf gewacht. Toen mijnheer de graaf zich kort na kwart voor elf in zijn vertrekken terug trok, stuurde hij mij weg. Mijnheer de graaf vond, dat het een zware dag geweest was met al die gasten en ik moest maar zorgen dat ik in bed kwam. Mijnheer de graaf is altijd zeer welwillend." Buschroitner knikte. „Ik ben toen naar het souterrain gegaan om te zien of alle vensters afgesloten waren en de deur gegrendeld was. Daarbij ben ik door de biljartzaal gekomen.'' „En toen?" „Toen heb ik het personeel naar bed ge stuurd en ben zelf ook naar mijn kamer gegaan.'' „Wie bedient op de eerste verdieping?" „Ook Sebastian Kriegler, voor zoover er heeren wonen. In de kamer van de dames dienen de kamermeisjes van mevrouw de gravin en de freule.'' „Hoe heeten die twee?" „Het meisje van mevrouw de gravin heet Elise Fütterer, en van de freule Minna Strachek.'' Buschroitner noteerde. „Prachtig, Schweizer. Wees nu zoo goed naar de gravin te gaan en te vragen, of zij even bij mij zou willen komen." „Zeker, commissaris.'' De oude bediende ging heen. Het duurde een poosje voor gravin Beate in Ce bibliotheek verscheen. „Het spijt me dat ik u moest laten wach ten, commissaris", zeide zij, „maar ik was juist bezig mij te verkleeden." „Ik zou graag willen, mevrouw," begon Buschroitner, „dat u mij eenige inlichtingen gaf over mijnheer Von Ghetaldi. De graaf heeft mij verteld, dat u hem reeds lang kent of gekend heeft, zooals we helaas moeten zeggen." „Mijnheer Von Ghetaldi en ik waren jeugdvrienden. Ook later, na den dood van mijn vader, toen mijn moeder naar Weenen verhuisde, kwam hij vaak, bij ons aan huis. Een tijdlang zijn we zelfs verloofd geweest. Toen ik trouwde en Weepen verliet we wonen bij-na het heele jaar hier op het kas teel hebben wij elkaar uit het oog ver loren." „Ik begrijp het," zei Buschroitner. „U hebt zeker geen vermoeden, wie er belang bij gehad kon hebben den heer Von Ghe taldi te dooden?" „Als die Duschinsky het niet gedaan heeft, zou ik geen verklaring weten." „Heeft u gisteren iets opgemerkt, dat mij misschien op een spoor zou kunnen bren gen?" Gravin Beate schudde het hoofd. „Neen commissaris. Ik heb mij dadelijk na het diner teruggetrokken." „Wanneer heeft u mijnheer Von Ghetaldi het laatst gezien?" „In de hall, bij de koffie. Ik zeide hem, dat ik mij wilde terugtrekken, waarna ik zonder afscheid te nemen van de andere gasten weggegaan ben." „Dan weet u dus ook niet wat mijnheer von Ghetaldi later gedaan heeft?" „Ik heb u toch al gezegd, dat ik naar mijn slaapkamer gegaan ben?" „Zeker, zeker," zei Buschroitner. „De in lichtingen die ik krijg zijn mager, heel ma ger, maar ja, dat is uw schuld niet. Maar ik moet uitzoeken wie den armen heer Von Ghetaldi omgebracht heeft en niemand weet iets. Maar, niet waar, als u nog iets mocht invallen dan hoor ik het van u?" „Natuurlijk, commissaris. Heeft u mij nog noodig?" „Neen, neen, ik dank u zeer mevrouw". Buschroitner keek op de klok. „Tien voor zeven, dan heb ik nog een half uur. Zeil moser! Roep c'.e freule bij me." Terwijl hij op Angela wachtte, ging de telefoon. „Ja, Buschroitner Dag dokter! Weet u het al? Wat? Zoo vroeg? Tus- schen elf en twaalf? Zoo, en hij had een slaapmiddel ingenomen? Veronal! Hm. Nee. ik heb nog niets gevonden. Ben nog n- zoo wijs als ik in het begin was Zal wel zoo wijs blijven? Mooie meening hebt u over mij! Enfin, bedankt. Tot ziens, dokter!" Hij wendde zich tot den inspecteur. „Ha- berler, schrijf op. De sectie heeft uitgewe zen, dat de misdaad tusschen elf en twaalf uur gepleegd moet zijn. In de maag van het lijk werden sporen van een als Veronal be kend staand slaapmiddel aangetroffen. De ingenomen dosis was van de normale sa menstelling. De door het middel opgeroe pen diepe slaap kan de oorzaak zijn, dat de vei oorde door den dader verrast is. Ha- berler, kijk eens in de inventarislijst of je veronal vindt." De griffier nam de lijst en zocht. „Ja, mijnheer. Hier staat: een buisje met opschrift Veronal, inhoudende vier tablet ten." „Ren naar de kamer, Haberler, en haal het buisje." De inspecteur wilde juist de deur uit gaan, toen freule Angela binnentrad. Ha berler keek den commissaris vragend aan. „ja maar," zei Buschroitner, „ik heb je op het oogenblik niet noodig." En tot An gela: „Ik moet u helaas een paar onaange name vragen stellen, maar het moet. Ten slotte gaat het om een moord." Angela knikte. „Ga uw gang, commis saris." „Die mijnheer Von Ghetaldi," begon Buschroitner langzaam, „was toch een laten we zeggen Don Juan, niet waar, een man die alle knappe vrouwen het hof maakte?" „Van dien kant heb ik hem niet leeren kennen," antwoordde Angela ontwijkend. „Maar?" Buschroitner's vraag kwam snel. „Hij was als iedere andere man, ik heb ïooit iets bijzonders aan hem gemerkt." „Maar hij was toch met de gravin ver loofd, met uw stiefmoeder." „Heeft ze u dat verteld? Dan zal het zoo wel geweest zijn." .(Wordt vervolgd). HELDENGEDENKTAG 1941. DE FÜHRER SPREEKT MET GEWONDE KAMERADEN NA DE KRANS- LEGGING IN HET EEREMONUMENT UNTER DEN LINDEN. Hoffmann DE SPEELWEIDE IN HET ZUIDERPARK te den Haag is wederom door de jeugd' in gebruik genomen en deze geniet naar hartelust. Tijdens een partijtje voetbal doet een mand van een fietsjongen dienst als de eene „goalpaal" en een hoopje jassen als de andere. (Polygoon) BOVEN HAMBURG NEERGESCHOTEN BRITSCHE BOMMENWERPER. Bij den Britschen luchtaanval op Hamburg in den nacht van Donderdag op Vrijdag werd deze Engelsche bommenwerper, welke kort tevoren zijn bommen op woonhuizen neergeworpen had, neergeschoten en stortte in het plantsoen voor een blok woonhuizen. (Scherl) DE CHARMANTE OPTIM1STE OP HET SCHEVENINGSCHE STRAND. Schimmelpenningh VOORJAAR OP HET LAND. Alom is men aan den arbeid om de gronden klaar te maken voor het zaaien of pooten van landbouwproducten. De moderne en oude tijd in actie. Een forsch span land- bouwpaarden trekt de eg door den bodem en mechanisch worden de zaaivoren getrokken. (Polygoon) OUDE GEBOUWEN GERESTAUREERD WORDEN behoort niet tot de zeldzaamheden de restauratie een ruïne echter is uniek. De bekende kerkruïne in Bergen is echter zoo bouwvallig geworden, dat res- atie dringend noodzakelijk werd. De kerk werd in 1574 tijdens het beleg van Alkmaar verwoest en in werd zij gedeeltelijk herbouwd. Opname van de restauratie. (Polygoon) HUWELIJK PER PAARDENBUS. Te Wassenaar vond het eerste huwelijk per paardenbus plaats. Na de huwelijksvoltrekking vertrokken het bruids paar en zijn gasten voor een ritje naar den Haag. Schimmelpemüngh)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1941 | | pagina 5