DENSDAG 18 MAART 1941 No. 24840 Megerle over de voorstellen van Hoover Duitsch-Italiaansche repliek op Roosevelt's rede Verduisteren: 82sfe Jaargang Critiek op het Engelsche standpunt Nieuwe burgemeester van Assen Titulescu overleden Scherpe afkeuring Rond den Balkan. Verspreide berichten 19.48 uur 7.47 uur EERSTE BLAD Feiten van den dag LEIDSCH DAGBLAD DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN PRIJS DER ADVERTENTIES 32 ets. per regel voor advertenties uit Leiden en plaatsen waar agentschappen van ons Blad zijn gevestigd. Andere advertenties 37 ets. per regel. Minimum 5 regels. - Verplicht bewijsnummer 5 ets. - Incassokosten volgens postrecht. „Kleine Advertenties" (hoogstens 30 woorden) uitsluitend bij vooruitbetaling, alleen 's Woensdags en 's Zaterdags 55 ets. - Voor toezending van brieven wordt 10 ets. berekend. Bureau Witte Singel no. 1, hoek Noordeindsplein Telef. nrs. Directie en Administratie 25041 (2 lijnen) Redactie 21507 Postcheque- en Girodienst no. 57055 - Postbus no. 54 PRIJS DEZER COURANT Voor Lelden en gemeenten, waar agentschappen gevestigd zijn: per 3 maanden3.35 per week'0.18 Franco per post 2.35 per 3 maanden portokosten (voor binnenland ƒ0.80 per 3 mnd.) De Berliner Börsenzeitung publiceert on der het opschrift, „het Kaïnsteeken" een .artikel van dr. Karl Megerle over de En- gelsch-Amerikaansche afwijzing van het plan-Hoover Inzake hulpverleening aan België. Hij schrijft o.a.: De laatste dagen Is Engeland wegens de politiek van uithongering van vroegere bondgenooten tweemaal aan de kaak ge steld. Eerst door oud-president Hoover, die Engeland gevraagd had, of Engeland be reid Is zijn hulpactie aan België toe t.e staan en' daarna door de Fransche regee- ring, die aankondigde, dat zij haar sche pen met levensmiddelen door Fransche oorlogsbodems tegen Engelsche aanvallen zal laten beschermen. Engeland stond daarmede voor een vraag van menschelijk- held, een vraag van de ongeschreven en door alle landen erkende zedenwet, alsook van het geschreven Internationale volke renrecht. In het geval van Frankrijk stond Engeland bovendien voor een aangelegen heid, die niet gemakkelijk kon worden op genomen. Hoover moest een hard „neen" in ontvangst nemen en moest van den al- lerchristeMjksten Halifax vernemen, dat wat hij voornemens was te doen verkeer de menschlievendheid was. HOOVER'S VOORSTELLEN. Hoover had zijn voorstellen met kennis van zaken zoo opgesteld, dat alles streng op humanitairen grondslag zou blijven. Het zou een experiment binnen klein be stek zijn, welks resultaat het verloop van militaire gebeurtenissen in geen enkel op zicht kon influenceeren. Het ging om de vraag of Engeland de eenige natie zou zijn, die zou ingaan tegen de opvatting van alle volkeren om naast de harde nood zakelijkheid van den oorlog overal waar het mogelijk Is,- de menscheüjkheid aan het woord te laten komen en het leed van de getroffen volkeren te verzachten. Hoover kon er op wijzen, dat hij van de Duitsche regeering alle voorwaarden en verzekeringen voor het streng onpolitieke en onmilitaire karakter van zijn hulpwerk had ontvangen. Een millioen in ellende levende volwassenen en twee millioen kin deren in België zouden uit gaarkeukens ge spijzigd worden.- Het noodige broodgraan stelde Duitschland ter beschikking, het noodige vet en ander materiaal zou Enge land door de blokkade toelaten. Een neu trale controle-commissie was toegelaten. De Belgische emigrantenregeering drong er bij de Engelsche regeering op aan om het plan aan te nemen. Gezien deze feiten, moest het antwoord van Hoover op het „neen" van Lord Halifax tot een felle aan klacht worden tegen de Engelsche bruta liteit, huichelarij en onmenschelijkheid. Hij weerlegde de Britsche bewering, dat de bezette gebieden genoeg hadden om te le ven, wanneer Duitschland ze niet zou leeg plunderen door erop te wijzen, dat deze landen ook in vredestijd voor hun voeding in ruime mate op den invoer van overzee waren aangewezen. Noch Engeland, noch Amerika zouden hiervan financieele lasten hebben te verduren. Niets van den voor genomen invoer zou rechtstreeks of indi rect naar Duitschland gaan. Integendeel, Duitschland zou meer teruggeven dan het tevoren 'betrokken heeft. De hulp zou niet gaan naar Belgen, die voor Duitschland werken, doch uitsluitend naar kinderen, werkloozen en noodlijdenden. Van Enge land zou geen scheepsruimte gevraagd worden. Het hulpplan zou noch een mili tair verlies voor Engeland, noch winst voor Duitschland beteekenen. „Het leven van deze kinderen te redden is geen verkeerde menschlievendheid." Daarmede eindigt het antwoord van Hoover aan Halifax. BESTRIJDING VAN ENGELSCHE STELLINGEN. Op deze wijze in het nauw gedreven, hebben de Engelschen geprobeerd, Duitsch land de verantwoordelijkheid ln de schoe nen te schuiven. Wij zijn gaarne bereid, zoo schijft Megerle, juist ln deze kwestie met de Angelsaksen te debatteeren. Er moet hier geen valsche legende ontstaan. De hongeroorlog is een Angelsaksische uitvinding. Het volkerenrecht verklaart hem voor onwettig. Dat Engeland en zijn Mr. H. W. BLOEMERS BENOEMD. Het rijkscommissariaat maakt bekend: De rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied heeft op ~rond van zijnverordening Nr. 3/40 betref fende de uitoefening van de regeerings- b^voegdheden in Nederland den burge meester der gemeente Assen, mr. J. B. Bothenius Lohman, eervol ontslag ver leend en gepensionneerd. Tot zijn op volger is benoemd de tegenwoordige burgemeester van de gemeente Roden, mr. H. W. Bloemers. De rijkscommissaris heeft verder op grond van artikel 1 van zijn verorde ning mevrouw H. A. van RielSmeenge te Assen eervol van haar functie van schoolinspectrice in de inspectie Assen ontheven en gepensionneerd. In haar plaats benoemde hij krachtens artikel 3 van zijn vierde verordening nr. 108/40 betreffende bijzondere maatregelen op administratief-rechtelijk gebied den hoofdonderwijzer F. K. E. Veld, te Den Andel, tot inspecteur van het lager on derwijs in de inspectie Assen. De vroegere ftoemeesche minister van buitenlandsche zaken, Titulescu, Is gister- Foto-archief L. D. delen en kleeding noodig heeft, niet als contrabande mag worden beschouwd. In zoover de Engelsche schending van het volkerenrecht zich tegen het Duitsche volk keert, is er voor gezorgd, dat dit wa- den Engelschen uit de hand werd ge slagen. Tegenover Engeland, zijn bondgenooten en zijn slachtoffers heeft Duitschland door de Engelsche schending van het volke renrecht onbeperkt het recht van vergel ding. verkregen. Van Duitschland uit ge zien bestaat er geen noodzakelijkheid en I geen verplichting om den door Engeland bondgenooten den" hongeroorlog van 19141 verleide volkeren -de gevolgen van den 1918 met geweld bij de oorlogvoering hebben betrokken, maakt van een rechts- schending nog geen volkenrecht, doch heeft er slechts toe bijgedragen om in het oorlogsrecht den factor der onbeperkte onmenschelijkheid in te voeren. Bij het begin van dezen oorlog, toen Engeland op de lijst van contrabaride weer al die goederen plaatste, welke noodig zijn voor het levensonderhoud van de burgerbevolking, hebben daarom talrijke staten, waaronder de meerderheid van de neutrale groote mogendheden, bezwaren, protesten e.d. te berde gebracht. Op de pan-Amerikaansche conferentie van Octo ber 1939 werd eenstemmig, dus ook met de stem van de Vereenigde Staten vast gesteld, dat al hetgeen de burgerbevolking der oorlogvoerende landen aan levensmid- militairen toestand te onthouden. Ten deele hebben zij destijds actief, ten deele passief aan de Engelsche blokkadepolltiek tegen Duitschland deelgenomen. Zij heb ben zich tegen de Engelsche schending van het volkerenrecht niet geweerd, maar zich door onderwerping aan de Engelsche blok kade-bepalingen tegen het Duitsche Rijk laten misbruiken. Desondanks bestaat er van Duitsche zijde niet het voornemen de bezette gebieden leeg te plunderen. Duitsch land houdt zich binnen het bestek van de internationale verplichtingen en draagt het zijne er toe bij om den toestand te ver lichten. Evenals de actie van Hoover heb ben tot dusver ook andere organisaties, zooals de Quackers en het Roode Kruis in Duitschland volledig begrip voor haar wenschen gevonden. De verantwoordelijk- Wijlen Titulescu. avond te kwart voor twaalf in den leeftijd van 58 jaar te Cannes overleden. Nicolaas Titulescu werd ln 1883 te Cra- jova geboren en promoveerde na zijn stu die aan de Sorbonne te Parijs tot doctor in de rechtswetenschappen. In 1905 werd hij hoogleeraar aan de universiteit te Jassy en in 1909 werd hij als zoodanig te Boe karest benoemd. In het politieke leven trad hy eerst ln 1912, toen hy ln de Kamer ge kozen werd, Tydens den wereldoorlog was hy minister van financiën. Hy ondertee- kende het vredesverdrag van Trianon als gedelegeerde van Roemenië. In 1920 werd hy wederom tot minister van financiën benoemd, en twee jaar later bekleedde hy den post van Roemeensch gezant te Lon den. Minister van buitenlandsche zaken werd hij ln 1927. om echter ruim een Jaar later weer als zoodanig af te treden en zyn positie in Londen weer te bekleeden. In de herfstzittlngen ln de jaren 1930 en 1531 van den Volkenbond, waarby hy ver tegenwoordiger was, fungeerde Titulescu als president. In 1932 werd hy wederom tot het ministerambt geroepen, doch an dermaal niet voor langer dan ruim een jaar. Hy bekleedde in Januari 1934 weder om het ministerschap van buitenlandsche zaken onder Tatarescu. Titulescu heeft, door zyn telkenmale herhaalde ministerschap voor buitenland sche zaken zyn stempel gedrukt op vele jaren van de Roemeensche politiek en zulks ln scherp pro-geallieerden geest. HU kreeg zyn ontslag in Augustus 1936, waar na hy langen tyd in St. Morltz en Parijs vertoefde. ^ïeld moet dus uitsluitend gelegd worden op Engeland en op degenen, die Engeland in zyn politiek van massa-moord tegen de hulpeloozen actief en passief ondersteu nen. Deze hulpeloozen zyn de vroegere bondgenooten van Engeland. Dat Enge land besloten Is juist hen aan „den witten dood" uit te leveren, zal uit het geheugen van eervolle volkeren niet* meer verdwij nen. Zooveel laagheid en gemeenheid heeft de wereld ln langen tüd niet meer gezien, zooals Engeland thans begaat Je gens hen, die als hulpvolkeren van Enge land hun bloed gegeven hebben, Engelsche opmarschen en aftochten met hun lichaam gedekt hebben en nog na de nederlaag him goud en schepen aan1 Engeland ter beschik king hebben gesteld. Geen militaire nood- zakelykheid, aldus Megerle verder, zal Engeland van de aanklacht vry spreken, dat het heden de vrouwen en kinderen van die Belgen, Franschen, Noren enz. zon der medelyden laat ofnkomen, die voor Engeland gevallen zyn. Lord Halifax ant woordt hierop: Engeland moet hard zyn, omdat dit den oorlog verkort. De Londen- sche radio verklaarde, dat aan de Denen, Tsjechen, Nederlanders, Noren en Fran schen te verstaan gegeven is, dat zy om hun bevryding te verkrygen, ontberingen moeten doorstaan en moeten afwachten. Zij moeten slechts hun riem iets aantrek ken. Wat beteekenen Immers 40 millioen hongerHjdende Franschen, nu Engeland toch voor de vryheid van alle volkeren strijdt! In werkehjkheid verhongeren en Ujden dezo volkeren gebrek, niet voor zichzelf, maar voor Engeland. De minister van scheepvaart, Cross, heeft dat ln December 1940 openiyk gezegd, Engeland heeft slechts te kiezen om, óf Duitschland, zyn kinderen inbegrepen, uit te hongeren, óf zelf, met inbegrip van de Engelsche kinderen uitge hongerd te worden. Men kan voor de be zette gebieden niets doen, want „voor ons bestaat slechts eerst het leven van ons eigen volk. Hoe meer wy aan Europa den toevoer afsnyden, des te minder bloed zal het ons kosten." Met andere woorden: „Al gaan de bond genooten van gisteren ook te gronde, als Engeland maar het leven behoudt." Het Britsche cynisme gaat echter nog verder. Het wil uit de ellende van die vroegere bondgenooten nog militair voordeel beha len. Het wil hen, door hen in nog diepere ellende te storten, aanzetten tot opstandig heid tegen de militaire feiten en tot daden van wanhoop, hoewel Engeland heel goed weet, dat het geheele militaire en politieke resultaat van een dergeUjke politiek gelijk Officieel hebben Berlyn en Rome nog geen commentaar geleverd op Roosevelt's rede. De Deutsche diplomatlsch-politische Kor- respondenz schrijft echter o.a. het vol gende. - „De tegenwoordige regeermg van Noord- Amerika schijnt bewust de principes van Washington en van de Monroe-leer over boord te werpen. President Roosevelt heeft niet den moed openiyk te zeggen wat hij in werkehjkheid wil. Hy verschanst zich by zyn aggressieve bedoelingen achter de uit vlucht dat het er om gaat, de democratieën tegen de dictaturen te beschermen, alsof b.v. Griekenland een democratie is. Hy gebruikt als motiveering van zyn doel de onware bewering, dat de mogendheden van de spil openiyk prob'eeren alle „krachtens verkie zingen aangestelde regeeringssystemen te vernielen". Niet alleen in haar eigen gebie den, doch ook op het Amerikaansche con tinent. Een drieste bewering, die echter niet slaat op Europa, waar in de staten, die zijn' aangesloten by het drie-mongendheden- pact. de meest verschillende regeeringsvor- men bestaan, doch, met betrekking tot het Amerikaansche continent een byzonder arglistige propaganda-manoeuvre betee- kent. Het gaat Roosevelt in geenen deele zoo zeer om het „verankeren" van democratische stelsels, dan wel om het bevredigen van zijn machtshonger. Volgens zyn opvatting heeft Noord-Amerlka, nu het het stadium van de Monroe-leer heeft overwonnen, thans tot taak de geheele wereld te controleeren. By den wederopbouw van de wereld, zoo zegt Roosevelt, zullen de Vereenigde Staten een groote rol spelen. Het program van den tegenwoordigen president der Vereenigde Staten wordt hierdoor duidelijk, n.l. een wereldorde, die hij naar zijn goeddunken aan de andere naties en wel zijn vrienden wil opdringen en aan zyn vyanden met geweld wil opleggen. Een natie, die, zooals de Vereenigde Staten de medeverantwoordelijk heid draagt voor den waanzin van Versailles, heeft echter niet het recht aanspraak te maken op de leiding by den wederopbouw van Europa, om niet te spreken van een leiding by de hervorming van de wereld. Een Noord-Amerlkaansche inmenging, van welken aard deze ook zy, zal door het Europeesche continent als een hoogst lastige en gevaarlijke aanmatiging van de hand gewezen en wanneer het zyn moet met de scherpste middelen worden afgewezen" En onder het opschrift „de stem van het geweld" verklaart de Glornale d'Italia dat de rede van Roosevelt van het begin tot het einde niets anders is dan een uitdaging tot oorlog en een poging om aan zyn toekom stige aggressieve maatregelen een schijn van recht te geven. Thans bewijst Roosevelt, dat hy alle beloften ,die hy voor zyn her kiezing aan het Amerikaansche volk ge geven heeft, over boord werpt en dat hy' de verstandige raadgevingen, die Washington zijn volk als politiek testament heeft achter gelaten, volkomen veronachtzaamt, even als de Monroe-leer. Hij heeft hiermede een precedent geschapen, dat op zekeren dag door Europa tegen Amerika gebruikt kan worden. Rond den Balkan hangen steeds geruch ten, maar gewijzigd is er niets. Sir Ronald Campbel, de Engelsche ge zant te Belgrado, heeft gistermiddag een langdurig onderhoud met minister-presi dent Tswetkowitsj gehad. Volgens United Press verluidt te Istam- boel dat een Turksche koerier, op weg naar Berlijn om daar het antwoord van presi dent Inönü op de nota van Hitier te over handigen bij zich heeft, uitsluitend een hoffelijk antwoord op de Duitsche verzeke ring, dat Duitschland Turkije met vreed zame bedoelingen tegemoet treedt. Hieraan schijnt de verklaring vastgeknoopt te zijn, dat Turkije met alle landen goede betrek kingen wenscht te bewaren en in vrede wenscht te-leven. Koning Boris van Bulgarije heeft Zondag in zijn buitenverblijf Wrana ter eere van generaal-veldmaarschalk List en de hem vergezellende officieren een diner aangebo den. Hieraan hebben deelgenomen: de koningin, de familieleden van den koning, prins Kyrill en prinses Eudokioa, de Bul- gaarsche minister-president, professor Filof de minister van oorlog Daskalof, de Duit sche gezant von Richthofen, de Duitsche militaire attaché en leden van het konink lijk gevolg. United Press zegt voorts, dat Engelsche kringen te Istamboel verklaarden, dat Brit- j,sche strijdkrachten in Griekenland zijn ge- 'land bij de verdediging van de Rupolpals ten Noorden van Demirhissar zullen steunen en indien mogelijk aan de verdediging van Saloniki zullen deelnemen. Naar beweerd werd, zijn deze troepen 150 a 200.000 man sterk. Er bevinden zich troe- penonderdeelen bij, die reeds in Frankrijk en Lybië hebben gestreden. Over de aankomst van deze troepen zegt men verder te Istamboel, dat deze alleen voor defensieve doeleinden en tot steun van de Grieken daarheen getransporteerd zijn, en dat het hoogst onwaarschijnlijk is, dat zij een offensief op den Balkan zullen in zetten. Goed ingelichte waarnemers ver klaarden, dat een Britsch offensief op den Balkan met een zelfmoord gelijk zou staan, daar de zv/akke strijdkrachten, die Enge land in het Naburig Oosten heeft met inbegrip van de troepen in Afrika te zamen net 400.000 man bijna onbegrensde Duit sche strijdkrachten tegenover zich zouden vinden. Het Zuid-Slavische blad „Politika" zegt o.a.: Grieksche politieke kringen en de openbare meening schijnen begrip te heb ben voor het besluit van Joegosalvië, zich van de tegenwoordige gebeurtenissen afzij dig te houden en een volkomen neutraliteit in acht te nemen, hoewel het vastbesloten is, zijn onafhankelijkheid en territoriale integriteit te verdedigen. Dat Jdegoslavië, de sterkste militaire mogendheid op den Balkan, een dergelijk standpunt inneemt, heeft den toestand op den Balkan ver helderd. Ten aanzien van de houding van Turkije verklaart men in Griekenland, dat Turkije de positie inneemt van een neutralen waar nemer met het geweer aan den voet. In geval van uitbreiding van het conflict op den Balkan zal Turkije volgens berichten uit Istanboel al zijn verplichtingen nakq,- men. Het Turksche leger is volkomen paraat om het hoofd te kunnen bieden aan elk gevaar voor de Turksche onafhankelijkheid' of aan het ontstaan van een toestand op den Balkan, welke de territoriale integri teit van Turkije in gevaar zou kunnen brengen. DARLAN WEER TE PARIJS. De vicepresident der Fransche regeering, admiraal Darlan, de Duitsche ambassa deur, Abetz. en de algemeene gedelegeerde der Fransche regeering voor het bezette gebied, ambassadeur de Brinon, alsmede andere Fransche en Duitsche heeren heb ben gisteren in hotel Matignon te Parijs aan een noenmaal aangezeten. Bij deze ge legenheid had de Duitsche ambassadeur een langdurig onderhoud met Darlan. DE VERLIEZEN VAN DE ENGELSCHE DUIKBOOTVLO OT. Het D.N.B. meldt: Met het' verlies van de duikboot Snapper ter grootte van 670 ton, heeft de Engelsche admiraliteit de vernietiging van 26 Britsche duikbooten tijdens het verloop van dezen oorlog toegegeven. Hoewel in deze opgaven het aantal verloren gegane duikbooten door mijnen enz. niet is vermeld de Duitsche cijfers melden meer dan 30 tot zinken gebrachte Engelsche booten dan bevestigt deze verlieslijst van de Engelsche admiraliteit, ofschoon niet volledig, toch, dat meer dan de helft van de bij het uit breken van den oorlog bestaande Engel sche duikboofcvloot ter grootte van 56 boo ten, vernietigd is. MA^SOEOKA OP RUSSISCH GRONDGEBIED. Het DUB. meldt ait Hsingking Matsoeoka is op het Sovjet-Ruslsche grensstation Otpor door een vertegenwoor diger van de Sovjet-Russische regeering, die den Japansohen minister van buiten landsche zaken ln een door de Sovjetregee- ring ter beschikking gestelden specialen wagon, tot Tsjita zal vergezellen, begroet. vcm hedenavond tot morgenochtend De maan ging heden onder te 10.41 voorm. en komt op heden nacht om 2.24 uur. Dit Nummer bevat DRIE Bladen Binnenland, Opening van het nieuwe gebouw van den Nederlandschen Bioscoopbond. (3e BI.) Duurtetoeslag ook voor personeel, behoo- rend tot vaste kern van den luchtbe schermingsdienst. (Binnenland, 3e BI.) Weer treinstoring bij Utrecht. (Gemengd, 3e Blad). Buitenland Karl Megerle over de blokkade en Hoover's voorstellen. (Ie Blad). De Duitsche en Italiaansche pers over Roo sevelt's rede. (Ie Blad) Overleden is de vroegere Roemeensche mi nister van buitenlandsche zaken Titu lescu. (Ie Blad). ZIE VOORTS .LAATSTE EERSTE BLAD BERICHTEN" MEN ZIE VOOR ONS KORT VERHAAL PAG. 1 VAN HET DERDE BLAD.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1941 | | pagina 1