Een beroemde molen wordt gerestaureerd - Gemaal te Muiden gesloopt
Tweede Biad
Moord op kasteel
Entzberg
82sfe Jaargang
FEUILLETON
VOORBEREIDINGEN VOOR HET KOMENDE BADSEIZOEN. DE BAD
KOETSJES TE SCHEVENINGEN KRIJGEN EEN KWASTJE.
(Polygoon)
HET STOOMGEMAAL TE MUIDEN, dat door de drooglegging van de
Zuiderzee overbodig geworden is, wordt gesloopt. Een overzicht
van de werkzaamheden. (Polygoon)]
DE BEROEMDE MOLEN VAN „RUYSDAEL", de „Rijn en Lek",
te Wijk bij Duurstede, dateerende uit 1659, wordt door de vereeni-
ging ,.De Hollandsche Molen" in- en uitwendig gerestaureerd.
(Polygoon)
MEISJES IN DIENST VAN DE DUITSCHE RIJKSPOST. ONDERWIJS IN DE VER
SCHILLENDE SCHAKELINGEN. (Polygoon)
HEERLIJK IN HET ZONNETJE. De patiëntjes van het Haagsche kinderziekenhuis worden, als het mooi weer is, met bed
en al naar buiten gebracht, om in het voorjaarszonnetje nieuwe gezondheid op te doen. De zusters doen alles, om het den
kinderen naar den zin te maken. Een aardig tafereeltje op het terras. (Polygoon)]
door
PETER PAUL BERTRAM.
(7
„China," zei Maxwell, „is een van de
wonderlijkste, zoo niet het wonderlijkste
land ter wereld. Ik heb er meer dan vijftien
jaar geleefd. En toch kan ik niet zeggen,
dat ik China ken of begrijp."
„Maar u woont nu toch niet meer in
China?" informeerde Duschinsky.
„Neen. Sedert een paar jaar woon ik in
Genève."
„Was u tijdens den oorlog in China?"
vroeg Duschinsky.
„Gedeeltelijk."
„Dan waren wij, althans betrekkelijk,
bijna buren." zei Duschinsky. „Ik ben op 7
Januari 1915 bij den terugtocht over de
Karpathen door de Russen gevangen ge
nomen en in een kamp bij Werohne Udinsk
opgesloten."
„O ja, werkelijk," zei Maxwell.
„Ja. Het toeval speelt soms een groote
rol in het leven. Daar zou ik u de ongelofe
lijkste staaltjes van kunnen vertellen."
„O, stellig." mompelde Maxwell.
Waarom verveelde hij dien Engelschman
met zijn geklets, dacht Mathilde Fechner.
Duizenden Oostenrijkers hadden in Siberië
gevangen gezeten.
„Overigens was die terugtocht over de
Karpathen een gruwelijke gebeurtenis,"
ging Duschinsky voort. „Daar hebben zich
de afschuwelijkste dingen bij voorgedaan.
En ten deele ook in eigen rijen."
„Oorlog," zei Maxwell, „is een gruwelijke
zaak. Maar nog veel wreeder is misschien
de burgeroorlog, zooals hij jarenlang in
China gewoed heeft en ten deele neg
woedt." Hij maakte een kleine pauze en
keek nadenkend voor zich heen. „Maar la
ten we over iets prettigers praten, om onze
buurvrouw te onderhouden. Oorlog is een
zaak van mannen. Daarom moesten de
mannen er ook alleen over spreken wan
neer zij onder elkander zijn."
,,U heeft gelijk," stemde Duschinsky toe.
„We zullen stellig nog gelegenheid hebben
op dit onderwerp in te gaan." Hij hief zijn
glas op en dronk mevrouw Fechner toe.
Daisy Grabner, die aan zijn rechterzijde
zat, voelde zich erg verwaarloosd. Dat Du
schinsky zich niet om haar bekommerde
verwonderde haar niet. Maar Feldmann had
zich toch met haar bezig kunnen houden?
Doch deze hield zich alleen maar bezig met
eten en drinken. Hij at met toewijding.
Derhalve gaf Daisy Grabner haar opmerk
zaamheid aan de tegenover gelegen zijde
van de tafel. Daar zaten dr. Muir en freule
Angela. Tusschen deze beiden was een mee-
ningsverschil gerezen.
Met schitterende oogen en zeer opgewon
den had Angela Vestic-Falkenberg een
hartstochtelijk betoog tegen vivisectie ge
houden. „Wij hebben het recht niet om
dieren te pijnigen", zei ze.
„Het gebeurt toch alleen voor weten-
r-'-'appelijke doeleinden", wierp dr. Muir
tegen. „Het dient den vooruitgang, de we
tenschap."
Angela liet zich daar niet mee vangen.
„Wetenschappelijke doeleinden, vooruit
gang", zei ze boos. „Slagzinnen zijn het,
waarachter zich wreedheid en onnaden
kendheid verbergt. Gelooft u soms, dat
het een dier minder pijn doet, wanneer het!
om wetenschappelijke doeleinden en in het
belang van de wetenschap opengesneden
wordt?"
„U laat zich meesleepen door uw gevoe
lens, countess," zei dr. Muir ernstig. „U
heeft gelijk wanneer u zich door uw gevoel
laat leiden. Maar wanneer u even verder
denkt, zult u erkennen, dat er in dit vraag
stuk geen gelijk of ongelijk bestaat. Slechts
noodzakelijkheid. En deze noodzakelijkheid
rechtvaardigt dit vaak wreede onderzoek."
Hij zette met een ruk zijn bril recht. „Als
u het toestaat zal ik u iets vertellen."
„Graag."
En dr. Muir begon, wat aarzelend, vaak
naar een woord zoekend en het door een
Engelsch vervangend, een verslag te geven
van de beroemde Braziliaansche slangen-
farm in Butantan, waar hij een half jaar
voor studie geweest was. Hij vertelde van
de vele honderden giftslangen, die daar
gehouden worden en waarvan regelmatig
het gift afgetapt wordt, dat dan bij paar
den in steeds sterkere dosis ingeënt wordt.
In het bloed van de paarden vormt zich een
serum, dat gedroogd wordt, gedoseerd, in
gedestilleerd water opgelost en in glas ver
zonden wordt.
Op het oogenblik is in ieder dorp in
Brazilië, ja bijna in iedere boerderij, serum
voorradig. Soortgelijke instellingen bestaan
in Zuid-Afrika en Indië. Ieder jaar zijn er
vroeger misschien vijftig duizend menschen
aan slangenbeten ten onder gegaan, die nu
door een injectie met serum van een zeke
ren dood gered kunnen worden. Zoo was
het met veel dingen. En het leven van vijf
tigduizend menschen was toch met het lij
den van de proefdieren niet te duur betaald
Freule Angela had ernstig geluisterd. De
argumenten van den dokter klonken over
tuigend.
„U heeft gelijk," verklaarde ze tenslotte,
terwijl ze een niet geheel gelukte poging
deed om te glimlachen. „Ik beken dat ik
verslagen ben. Misschien is mijn inzicht
dom en sentimenteel, maar verstand en ge
voel zijn vaak met elkander in tegen
spraak." Ze keek nadenkend voor zich heen.
Ook dr. Muir zweeg. Hij bekeek haar
slanke en toch krachtige, door de zon ge
bruinde hand, die zenuwachtig met een
vork speelde. Het was een prettige hand.
Zij verraadde hem goed ras, groote gevoe
ligheid en de geschiktheid om mee aan te
pakken, wanneer de nood aan den man
kwam. De hand scheen een eigen leven te
leiden; ze drukte de groote innerlijke ont
roering uit, die freule Angela voelen moest
en die zij dank zij haar zelfbeheersching
niet toonde. Maar haar hand verraadde,
dat zich achter de schijnbare rust van haar
mooie, wat bittere gezicht, iets verborg, dat
het meisje tot in het diepst van haar ziel
raakte, zelfs naar het den jongen dokter
scheen ook pijnigde.
Ondanks alle schoonheid en kracht had
deze hand iets hulpeloos, wanhopigs, bijna
ontroerends. Dr. Muir had plotseling be
hoefte om deze hand in de zijne te nemen,
ze zacht te streelen en gerust te stellen.»
„Countess," zei hij zacht, „ik wilde u
graag iets zeggen. We hebben elkander van
daag voor het eerst gezien. Morgen rijden
wij waarschijnlijk weer verder en dan zul
len wij elkaar nooit weer tegenkomen. Niet
temin waag ik het u te zeggen wat ik denk.
Het is misschien voorbarig, maar ik wil het
toch doen."
Hij aarzelde een oogenblik, wat verward
door den verbaasden blik van zijn buur
vrouw, die hem op geen enkele wijze aan
moedigde verder te gaan. „Wel", meende
hij, verontschuldigend glimlachend, „ik heb
het gevoel dat u zorgen heeft, groote, ern
stige zorgen, die u pijnigen. Kan ik u mis
schien helpen? Ik zou het graag doen."
„U vergist u", antwoorde ze koel, bijna
vijandig. Haar gezicht was streng afwij
zend. „En als u gelijk hadt, zou ik u er zeker
niet over spreken." Haar toon was harts
tochtelijk. „Is het u niet voldoende uw
honden en marmotjes op de vivisectie-tafel
te leggen en te pijnigen? Moeten wij ook
onze ziel blootleggen, opdat u er in kunt
rondwoelen om uw nieuwsgierigheid te be
vredigen? Bestaan er voor u geleerden," ze
sprak dit woord uit alsof het een beleedi-
ging was, „geen grenzen? Gelooft u in uw
hoogmoed dat er overal middeltjes voor
zijn? Dat het voldoende is als men bij u
komt en zegt: „Oom dokter, hier heb ik
pijn!" U verbeeldt zich waarschijnlijk dat
u dan een wijs gezicht moet zetten en een
spreuk moet uitspreken. En dan is alles in
orde." De hoon in haar stem had iets
kwellends. haar woorden troffen dr. Muir
als zweepslagen. „Maar laat ik u een geheim
verraden," ging ze voort. „Er zijn dingen
in het leven, die niet geopereerd kunnen
worden, dingen die buiten de competentie
en het bereik van den arts liggen. Je kunt
nu eenmaal niet alles onder een microscoop
leggen en bekijken. Nog zijn we niet zoo
ver, dat menschen als proefdieren moeten
dienst doen." Ze legde, met een heftige be
weging haar servet op tafel en stond op. Het
maal was ten einde, ook de andere gasten
stonden op. (Wordt vervolgd).