Ds. D. J. Vossers aanvaardt zijn ambt STAD Am LEIDSCH mmw - Tweede Bkd Naandag 3 Maarf 1941 Na door ds. M. J. Punselie bevestigd te zijn Uit de Omstreken Het was gisteren voor de Ned. Herv. Gemeente te dezer stede een dag van bijzondere beteekenis. Was het minis terie van predikanten sedert het eme ritaat, dat op 1 Mei Ï938 aan wijlen dr. J. C. S. Locher verleend werd, niet meer voltallig geweest, gisteren, met de bevestiging en intrede van ds. D. J. Vossers van Vlissingen, zijn alle negen plaatsen in het ministerie weer bezet geworden. Van te meer beteekenis is dit, daar er zelfs nog een oogenblik sprake van is geweest om de negende predi kantsplaats voorloopig niet te vervullen. DE BEVESTIGING. In de bijna geheel bezette Pieterskerk is gistermorgen ds. Vossers door ds. M. J. Puncjlie, in wiens wijk hij zal komen te arbeiden, bevestigd. Onder hen, die deze plechtigheid bijwoonden, merkten wij o.m. op wethouder Wilbrink namens het ge meentebestuur, prof. dr. F. W. A. Korff, ds. H. C. Touw en verscheidene afgevaardigden van kerkelijke colleges en het wijkbestuur „Levendaal". Als bevestigingstekst koos ds. Punselie Hebr. 1 vers 5B: „Want zie, zegt Hij, dat gij liet alles maakt naar de afbeelding, die U op den berg getoond is." Alvorens spr. tot de ontvouwing van dit tekstwoord kwam, wees hij er op, dat op deze bijzondere en verblijdende plechtig heid, door het overlijden van den vader van ds. Vossers, een zwarte schaduw is gevallen. Een feestelijke plechtigheid werd hierdoor een droeve noodzakelijkheid. Hierna tot de behandeling van zijn tekst komende, stond ds. Punselie achtereenvol gens stil bij den aard, de beteekenis en den inhoud van de evangelieverkondiging. Nadrukkelijk zette spr. daarbij uiteen, dat de ware evangelieprediking een Christus prediking dient te zijn. Na het uitspreken van deze overdenking ging ds. Punselie tot de bevestiging over. Met een duidelijk hoor baar „Ja, ik van ganscher harte*' ant woordde ds. Vossers op de hem gestelde vragen. Toegezongen werd hierop Gez. 260 vers 2: „Och, dat Uw geest den leeraar sterk." Ds. Punselie richtte zich vervolgens in een persoonlijk woord tot den nieuwen predi kant. Het ambt van den evangeliedienaar, aldus spr., is een zalig maar tegelijkertijd ook huiveringwekkend ambt. Zalig, omdat kostbare schatten uitgedeeld mogen worden aan hongerige zielen, die in nood verkee- ren, huiveringwekkend, omdat deze schat ten door menschenhanden gaan en o wee, als wij die schatten bezoedelen. Daarom is het voor den evangeliedienaar zoo hoog noodzakelijk, dat hij veel op den berg, in God's nabijheid, verkeert. Spr. die begrijpt, dat ook ds. Vossers in deze gemeente door veel werk zal overstelpt worden, hoopt en verwacht, dat al dat werk hem er niet toe zal brengen het klimmen op den berg te verwaarloozen. Spr. waarschuwt er de ge meente voor, dat zij niet in de meening moeten verkeeren, dat een predikant alleen dan zijn roeping verstaat als hij overal in de gemeente aanwezig is behalve op zijn studeerkamer. Hoe zullen wij, predikanten, het goddelijke kunnen doorgeven als wij dit zelf niet uit God's eigen hand ontvangen. Verkeer, aldus spr., daarom veel op den berg en daal dan af naar beneden. Kom met wat U daar getoond is tot heel de gemeente. God geve, aldus spr. U veel genade om op dien berg te verkeeren, dan kunt gij in de vlakte de gedachten Gods uitwerken. •Met bijzondere liefde draagt spr. wijk 9 in de belangstelling van den nieuwen pre dikant op. Daar liggen de akkers te wach ten om bewerkt te worden. Ds. Punselie hoopt, dat de gemeente het den nieuwen predikant gemakkelijk zal maken en dat gemeente en predikant samen zullen wer ken om God's huis te bouwen. Heerlijk is het daarbij te weten, dat de glanzende achtergrond van al ons werken en wor stelen daarin gelegen is, dat straks, op God's tijd, alles gereed is. Dan zal al het werk den grooten Bouwer prijzen. Met het zingen van Gez. 94 „Hallelujah, eeuwig dank en eere" werd deze plechtige ure besloten. INTREDE Ds. D. J. VOSSERS. In de dichtbezette Pieterskerk deed ds. D. J. Vossers 's avonds zijn intrede. Onder de vele aanwezigen merkten wij.om. op: weth. Wilbrink, die ook nu het gemeentebestuur vertegenwoordigde, prof. dr. J. N. Bakhui zen v. d. Brink, zijn bevestiger ds. M. J. Punselie, de plaatselijke collega's: dr. J. Riemens, ds. J. de Wit, ds. M. Ottevanger, ds. D. Kuilman, ds. J. C. van Apeldoorn, dr. G. J. Streeder en ds. H. C. Touw, voorts dr. J. G. Ubbink, hulpprediker, den heer Hak- kert, godsdienstonderwijzer in wijk 9, den heer P. J. Mulder, voorzitter van de ge meente-commissie en verder een deputatie uit de vcrige gemeente Vlissingen en nage noeg alle leden der kerkelijke colleges. Als tekst waarmede ds. Vossers zich aan zijn nieuwe gemeente verbond, koos hij Hebr. 12 vers 21: „Ziende op den oversten Leidsman en Voleinder des geloofs Jezus". Deze intrede, aldus begon spr., is voor u en mij een dag van verwachting. Gij vraagt u af of, nu de vacature-ds. Punselie bijna één jaar onvervuld is geweest, iemand deze plaats komt bezetten, die een waardig op volger is van hem, die hier 31 jaar met groote trouw en toewijding heeft mogen arbeiden. Ook voor mij is het een dag van groote verwachting. Gekomen b'.:: ik hier echter, aldus spr., met de bede in het hart u veel te kunnen geven. Maar ook dit moe ten wij afwachten. In dit verband is het wel treffend hier te memoreeren wat, ik, aldus ds. Vossers, eens een predikant bij een komst in zijn gemeente heb hooren zeggen: Ik hoop voor allen alles te zijn. Toen hij echter wat langer in deze ge- Ds. D. J. Vossers. meente stond, was het al: ik hoop voor velen nog veel te zijn en toen hij de ge meente verliet was het: ik hoop, dat ik voor een enkeling nog iets ben geweest. Er is veel, dat spr. in deze nieuwe ge meente aantrekt: het kerkelijk leven, een groeiende jeugdbeweging, omgang met de collega's en ten slotte Leiden als historische stad. Ds. Vossers, die eerst nog even aan het gevoel van vreemdheid tegenover de nieuwe omstandigheden moest wennen, verloor dit vreemdheidsgevoel al heel spoedig toen hij zich zette tot het maken van zijn intree- preek. Toen heeft hij het duidelijk gevoeld, dat in het gelooven iets gemeenschappelijks zit. Gelooven, in denzelfden Heiland wat kan er dan nog vreemd zijn? Voorganger en hoorders dienen beiden het oog op Christus geslagen te hebben. Daarom koos spr. dezen avond ook tot tekst: Ziende op den over sten Leidsman en Voleinder des geloofs Jezus Tot de-ontvouwing van dezen tekst over gaande, wees ds. Vossers er op, dat de brief der Hebreëen gericht was aan een jonge Christen-gemeente. De gemeente leefde in een tijd van vervolging en druk. De schrij ver van dezen brief spoort zijn lezers aan om staande te blijven en het geloof niet te verliezen. Opmerkelijk is het, dat gemeen schappelijke vreugd de menschen bij elkan der houdt. Gemeenschappelijke smart bindt de menschen nog sterker aan elkander. Zagen wij dit verschijnsel in de gemeente der Hebreëers, ook in onzen tijd openbaart zich dat. Met een verwijzing naar Hebr. 11, waarin sprake is van de wolk der getuigen, toont spr. aan, dat er vooral van de kerk gcmeenschapsvormende kracht uitgaat. Treden wij misschien eerst nog onwennig de kerk binnen, al spoedig merken wij, dat daar menschen bijeenkomen, die leven uit dezelfde beloften. De kerk moet in deze we reld een weg gaan, die haar door God is aangewezen. God heeft haar loopbaan be paald. Dwars door alles heen schrijft God zelf Zijn kerkgeschiedenis. Ook onze loop- bar.n door dit leven is door God bepaald. Spr. gaf hierna een uiteenzetting van de oorspronkelijke beteekenis van de loopbaan in het Romeinsche rijk en merkte op, dat als wij door God op 's levens loopbaan ge plaatst zijn, dit voor ons ernstige conse quenties inhoudt. Het gaat daarbij om win nen of verliezen; een derde mogelijkheid is er niet. Welke is nu de kracht, die ons tot de overwinning kan leiden? In de loopbaan van he christelijk leven zal het niet mogen gaan om eigen eer, maar om Christus en Zijn koninkrijk alleen. Het geloof brengt ons tot de eindpaal en overwinning. Op dit geloof wijst ons ook Hebr. 11 (de wolk der getuigen) en verder de groote schare van hen, die den goeden strijd hebben gestreden Rondom ons zijn er ook duizenden, die tot, levend geloof zijn gekomen. Maar aan een wolk der getuigen, aldus spr., hebben wij niet genoeg. Het moge ons tot jaloerschheid verwekken, iets anders hebben wij toch in wezen noodig, en dat is waarvan onze tekst spreekt: ziende op den oversten Leidsman en Voleinder des ge loofs Jezus. Ook Christus heeft als mensch dezelfde loopbaan ïhoeten gaan als wij. Er is geen nood of verzoeking geweest of Hij heeft die ook moeten doorstaan. In het geloof heeft Ilij dit echter alles kunnen volbrengen. Ernstig vermaande spr. op dezen Leids man te letten. Hij zal echter het begin met ons moeten maken. Zoolang wij niet door Hem worden aangesproken, kunnen wij niet antwoorden. Worden wij eenmaal door Hem aangeraakt, dan zal het zijn een voor of tegen Hem. Neutraliteit is dan niet moge lijk. Mogen wij met Petrus kunnen zeggen: Gij zijt de Christus, de Zoon des levenden Godsdan is er een begin met ons ge maakt. Is dat begin er eenmaal, dan strekt het ons tot troost, dat Christus alleen geen Leidsman, maar ook een Voleinder is. Dan wordt gelooven aanschouwen. Dit evangelie nu, aldus spr., wil ik ook in Leiden in prediking, huisbezoek, cate chisatie en op zoo velerlei ander terrein brengen. Van een predikant wor,dt op veler lei gebied veel gevraagd, en ook spr. zal zich daaraan niet onttrekken, maar toch hoopt hij er voor te waken, dat allerlei bijkom stigheden niet afleiden van de hoofdzaak en dat is de prediking van het evangelie. In al ons werk hebben wij ons er goed reken schap van te geven, dat er van de grootste krachtsinspanning en van de machtigste beweging niet terecht komt, als God het niet zegent. Wij blijven in alles afhankelijk van Gods geest. Nadat spr. 'nog:' het gebed en den steun van allen, die hem terzijde zullen staan, had ingeroepen, eindigde hij met er op te wijzen, dat wij, wil het goed zijn, hier op aarde hebben te verkeeren als vreemdelin gen, maar dan als vreemdelingen, die op reis zijn naar het Hemelsch Jeruzalem. Na gemeenschappelijk gezang van Gez. 132 vers 2 en'5 volgden de gebruikelijke toe spraken, Zeer in het bijzonder dankte ds. Vossers ds. Punselie voor de wijze waarop hij hem 's ochtends had bevestigd. Spr. zeide het als een voorrecht te achten, dat hij het centrum van wijkwerk, dat reeds zoo gegroeid was, uit de handen van ds. Pun selie mocht overnemen. Aan het einde van den dienst zong de gemeente haar nieuwen leeraar de zegen bede uit Ps. 134 toe. Na afloop van deze plechtigheid heeft de nestor der Leidsche predikanten, dr. J. Rie mens, ds. Vossers in de consistorie nog toe gesproken. METHODOLOGISCHE BESCHOUWINGEN OVER HET VOLKSKARAKTER. Voordracht van prof. dr. J. M. Romein. Voor de maandvergadering van de Mij. van Nederlandsche Letterkunde alhier heeft prof. dr. J. M. Romein een voordracht gehouden over „Methodologische beschou wingen over het volkskarakter". Spr. had zijn voordracht in drie deelen gesplitst. Het eerst ging over „karakter", het tweede over „volkskarakter" het derde over de methoden dit te leeren kennen. In het eerste gedeelte gaf hij een om schrijving van het begrip „karakter", waarbij hij uit de vele mogelijkheden, die de tegenwoordige karakterologie biedt, er een koos, die het meest geschikt is om toe gepast te worden op het begrip volkskarak ter. Hij scheidde daarom „karakter" scherp van „aard" en „aanleg" en omschreef het als „een, in het psychisch geheel en onder ling naar een eigen wetmatigheid gecoör dineerde en nochtans beweeglijke bundel eigenschappen, die even zooveel reactie wijzen zijn, zoowel bestemd om het eigen driftleven te bevredigen als om het te be teugelen uit noodzaak van de omgeving". In het tweede gedeelte van zijn betoog ging spr. over tot het begrip volkskarakter. Hij wees de oude opvatting van een volks ziel als ook de meer moderne van een „group mind" als object „sui generis" af en definieerde het karakter van een volk als „de component van de in den loop der ge schiedenis en door die geschiedenis op el kaar afgestemde en naar elkaar toege groeide karakters van de volksgenooten". Dat we bijna uitsluitend bij nationale cri sistoestanden de meest intensieve belang stelling voor dit probleem constateeren, bewijst niet, dat dit begrip volkskarakter een illusie is. Ook het individueele karak ter immers is alleen bij crisistoestanden goed analyseerbaar, maar daarom ontkent toch ook niemand het bestaan ervan in normale omstandigheden. Ten slotte be handelde spr. in dit gedeelte het „tempe rament", dat hij ziet als „datgene, wat het tempo bepaalt, waarin het karakter zich ontwikkelt". In het derde gedeelte, waarin spr. zich tot het Nederlandsche volkskarakter be paalde, besprak hij de volgende acht me thoden die ons ten dienste staan om het volkskarakter te leeren kennen. Ie. de stu die van de bestaande Nederlandsche lite ratuur over het onderwerp. Spr. vroeg zich af waarom deze literatuur niet bevre digt en zocht een der oorzaken hierin, dat die schrijvers te weinig afstand van hun onderwerp hebben (zooals men ook niet het eigen nationale handschrift, wel dat van andere naties Onderkennen kan). Als cor rectie op die fout dient daarom de 2e me thode: de studie van buitenlandsche schrij vers over Nederland. De derde methode is studie van de Nederlandsche geschied schrijving, die immers a. h. w. een zelfspie- geling van de natie is. De 4e .methode is studie van de gedragingen vari Nederlan ders in het buitenland (een ander milieu openbaart ook in de individueele psycholo gie anders verborgen eigenschappen). De 5de methode is die van het taalonderzoek, waarbij spr. wat langer stil stond. Hij be handelde de onvertaalbare woorden, voorts enkele spreuken en spreekwoorden. De 6e methode, die hij de folkloristische noemt, wees hij af. Zij kan hoogstens dienen bij de studie van bepaalde „fixaties" van het volkskarakter in het verleden. De 7e me thode de experimenteel-psychologische, kan mogelijk op den duur resultaat opleveren. Als 8ste methode besprak hij de diepte psychologie, die z.i. voorloopig meer indi rect, dan direct nut heeft: n.o. bij de be studeering der „erflaters" van een bescha ving, die als het ik-ideaal van een volk zijn te beschouwen. TERAARDEBESTELLING STOFFELIJK OVERSCHOT VAN DR. G. KORTHOF. Zaterdagmiddag vond op de begraafplaats nabij het Groene Kerkje de teraardebestel ling plaats van het stoffelijk overschot van wijlen dr. G. Korthof, in leven conservator aan het Klinisch Laboratorium van het Academisch Ziekenhuis alhier, die dezer dagen op 50-jarigen leeftijd overleed. De overledene diende de Gereformeerde Kerk te Oegstgeest meermalen als ouderling. Voorts was hij voorzitter der Leidsche Houtschool en bestuurslid van de Chr. H. B. S. alhier. Ten sterfhuize heeft ds. R. C. Harder Geref. pred. een rouwdienst geleid en wel naar aanleiding van Joh. 17. Op de be graafplaats merkten wij o.a. op: het be stuur der Chr. H.B.S. en het bestuur van de Leidsche Houtschool. den kerkeraad der Geref. Kerk van Oegstgeest met dr. D. J. van Katwijk, wnd. praeses van den Kerke raad, verscheidene doktoren van het Aca demisch Ziekenhuis, het voltallig personeel van de afdeeling van het Klinisch Labora torium, prof. dr. W. A. Kuenen namens de geneeskundige afdeeling van het Acad. Zie- huis. prof. dr. S. T. Bok namens de Stich ting tot opleiding van Analisten, prof dr. P. C, Flu D. M. Klyzing. notaris te Haar lem, de heer A. C. de Wilde, burgemees ter van Valkenhui-' en vele vrienden en kennissen van den overledene. Toen het stoffelijk overschot in de kerk was ge plaatst, trad ds. R. C. Harder naar voren, KATWIJK AAN DEN RIJN. VERGADERING NED. TUINDERSBOND. De afd. Katwijk van den Ned. Tuinders- bond hield haar matig bezochte jaarver gadering in de zaal aan de Voorstraat. Na het welkomst- en openingswoord van den voorzitter, den heer G Parlevliet, volgde verslag van den secretaris den heer C. Kor- pelshoek; daarna werden speciaal de om zetcijfers aan de veilingen, ook hier ter plaatse besproken. Het verslag wees er voorts op, hoe de tuinbouw de laatste ja ren kunstmatig in het leven moest worden gehouden door de (trouwens onvoldoende) steunbedragen. Nu dit jaar de steun niet noodig is, omdat de productiekosten wer den benaderd, blijkt pas goed, hoeveel mil- lioenen de tuinbouw voorheen te kort kwam De productiekosten waren mede aanzien lijk hooger; de opbrengst moet dus ook hooger zijn. Vervolgens moesten alle fee lers hun producten ter veiling brengen en was er een uitbreiding in den tuinbouw door de bekende 50 inkrimping der bloembollenteelt. Niet uit het oog dient verloren, dat de gemengde bedrijven, zoo als zij hier bijna allen zijn en het neven- bedrijf, de bloembollenteelt in 1940, slecht waren en de opbrengst dientengevolge be droevend. Vergelijkt men het verlies door de bloem bollenteelt met vorige jaren, en zou men dit bedrag van den groentenomzet aftrek ken, dan zou men verbaasd staan, hoe laag dit cijfer dan zou dalen. Het verslag had de volle instemming der vergadering. Het verslag van den penningmeesterden heer C. Zwaan wees een batig saldo aan van f. 40.38. De heer C. Zwaan werd als bestuurslid herkozen: in de vacature we gens bedanken donr de heeren H. Abbink en C. Korpelshoek werden gekozen de hee ren P. Doets en Gov. Bol. Dan werd het looncontract voor 1941 besproken. Besloten werd voor te stel len in combinatie met de beide andere Standsorganisaties het loon te bepa len op f. 20.voor een volslagen werk man met een arbeidsdag van 7 uur v.m. tot 7 uur 'n.m. in gelijke verhou ding, zooals ook algemeen in Noord- Holland werd voorgesteld. Gevraagd werd, of het niet wenschelijk is voor gezamenlijke rekening in den zomer legpoters te koopen en zaden aan te schaf fen, alsmede om gezamenlijk aardappelen te spruiten te leggen. Het bestuur zal een en ander onder de oogen zien. Hierna slui ting, waarna nog negen tuinders met een verrassing huiswaarts gingen. Tot Kerkvoogd der Ned. Herv. Ge meente is, in de vacature P. v. d. Waay ge kozen de heer L. Kalsbeek; deze heeft zijn benoeming aangenomen. KATWIJK AAN ZEE. Aan het postkantoor alhier en het daaronder behoorende ambtsgebied werd gedurende Februari ingelegd f. 5412.25 en terugbetaald f. 15919.08. SASSENHEIM. 40-jarig jubileum van den heer Chr. Homan. Zaterdag was het 40 jaar geleden dat de heer Dhr. Homan als baas der kweekerij in dienst trad bij de N.V. Baartman en Ko ning alhier. Des morgens werd deze op het kantoor in tegenwoordigheid van het geheele per soneel, hartelijk toegesproken door den di recteur, den heer H. J. Arentshorst, die hem een couvert met inhoud overhandigde. Namens mevr. Baartman (echtgenoote van den stichter der firma) werd den jubilaris een bloemenmand aangeboden, hetgeen ook het personeel deed. Namens het personeel sprak de heer J. Zwaan den jubilaris toe, en prees de pret tige omgang, die er steeds tusschen den baas en het personeel heerscht. Hij deed toezegging, dat een stoffelijk blijk van waardeering spoedig zal volgen. Velen deden in den loop van den dag ten huize van den jubilaris van hun be langstelling blijken en menig voorval uit de a-fgeloopen jaren werd opgehaald. VOORSCHOTEN. ZILVEREN JUBILEUM VAN DEN POLITIE-CHEF. De heer S. van der Meer gehuldigd. Zaterdagmiddag vulde de raadzaal in het gemeentehuis zich met vele politiemannen, in afwachting van de komst van den Chef van Politie, den heer S. v. d. Meer, die ter gelegenheid van zijn zilveren jubileum in politiedienst gehuldigd zou worden. Ook het voltallige gemeentepersoneel, zoowel als de hoofden van dienst als de overige ambte naren waren aanwezig. Burgemeester M. F. Berkhout geleidde de familie de zaal binnen waarna hij hem toe sprak. Spr. wees op dezen feestdag op het feit, dat het voor hem een voorrecht is dat hij naast zich heeft een rechterhand die voor de dagelij ksche leiding zorgt, als moest hij het zélf doen en die bij de vele voorschriften die den laatsten tijd zoo zijn toegenomen, vóór alles zijn plicht weet te doen en te zorgen, dat alles zoo goed mo gelijk verloopt. De Chef is een voorbeeld voor jongeren. Altijd hebt gij klaar gestaan, uren zijn niet geteld en het is toch zóó, dat gij gezorgd die verzocht gemeenschappelijk te zingen het derde vers van het gebed des Heeren. Hierna volgde Schriftlezing uit Ps. 103 n.h de Psalm van David, waarna gezonden werd Gez. 130 vers 6. Ds. Harder sprak vervolgens naar aanleiding van Ps. 103 en richtte tot de nabestaanden woorden van troost. Vervolgens werd ge zongen Ps. 89 vers I, waarna het stoffelijk overschot door het bestuur der Leidsche Houtschool grafwaarts werd gedragen, waarna ds Harder ge geloofsbelijdenis bad en gezongen werd Gez. 269 vers 1 en 5. Aan het slot ging ds. Harder in gebed voor. De oudste zoon van den overledene dankte na mens de familie voor de betoonde belang stelling en voor het medeleven tijdens de ziekte en na het overlijden van zijn vader. hebt dat het publiek niet onnoodig gedrukt werd en dat toch uw plicht werd vervuld. Gij hebt de vriendschap en de eer van dé bevolking weten te bewaren. Ook mevrouw v. d. Meer heeft veel moeten missen omdat haar echtgenoot geen kantoorwerk heeft met een afgepasten tijd. Vooral den laat sten tijd is er weinig tijd geweest en over gebleven voor het gezin, maar gij hebt daarin weten te berusten. Namens het gemeentebestuur, maar ook persoonlijk wenschte de burgemeester den jubilaris en zijn echtgenoote geluk met de herdenking van dezen dag en wenschte dat God hen nog lang moge sparen voor hun gezin. Voor de aangeboden couvert met inhoud hoopte spr. dat 'een herinnering aan dezen dag zal worden aangekocht. Vervolgens sprak de heer A. A. Hilgersom namens het gemeentepersoneel onder aan bieding van een mooie klok en van een schitterende bloemenmand aan de echtge noote van den jubilaris. Dit geschenk ging vergezeld van een album, vervaardigd eq geteekend door den heer D. W. J. de Rijfc alhier, waarin belangrijke episoden uit de 25 jaren politiedienst werden weergegeven, gevolgd door handteekeningen van ambte naren en hen die met den chef in contact komen. De heer Koot uit Oegstgeest huldigde den jubilaris namens de veldwachters uit d« omgeving en bood hem enkele schilderijen aan. De heer M. W. Vliet sprak namens den kring Leiden van den Alg. Ned. Pol. Bond en bood eveneens een herinnering aan. Na mens de oud-volontairs bij de politie in Voorschoten voerde de heer J. Sinke, chef van politie te Huizen het woord en bood namens de jongeren een horloge aan, waar na de heer C. Bins namens de Midden- standsvereeniging den jubilaris geluk- wenschte onder aanbieding van een aan denken. Uitvoerig dankte hierop de chef alle sprekers in het bijzonder burgemeester Berkhout, waarna ververschingen werden aangeboden. Ook ten huize van den heer v. d. Meer kwamen vele gelukwenschen binnen. Het was een dag, waarop de erkentelijkheid voor den jubilaris wel in hooge mate ge bleken is! WARMOND. AFSCHEID VAN DEN HEER DE VRIES. Als hoofd der Chr. School. „Meester" de Vries heeft in een drukbe zochte bijeenkomst afscheid genomen van bestuur, onderwijzend personeel, leerlingen en oud-leerlingen der Chr. school, en ver dere belangstellenden. Wegens ziekte van ds. de Bel stond de bijeenkomst onder lei ding van den heer J. Dekker, die met bijbel lezing en gebed opende, en een kort ope ningswoord sprak. Hierop nam mej. Caspar! in hartelijke bewoordingen namens de kin deren en het personeel afscheid van den meester, waarbij de kinderen, die voltallig aanwezig waren, den scheidende enkele lie deren toezong, terwijl de heer v. d. Linden namens leerlingen en personeel een fraai geschenk aanbood. Nadat de heer Dekker namens het school bestuur den meester dank had gebracht voor zijn Tangen, trouwen arbeid, waarbij een geschenk in enveloppe aangeboden werd. dankte de heer de Vries voor de be wezen belangstelling, richtte nog eens voor het laatst als „meester" het woord tot de kinderen, en ging daarna voor in dank gebed. Na het vertrek van de schoolkinderen werd het woord gevoerd door den heer Jol- singha, inspecteur bij het Lager Onderwijs, en den heer Schilp, inspecteur bij het Chr. Nationaal Onderwijs, terwijl namens de oud-leerlingen nog een oorkonde en een ge schenk in den vorm van een klok, aange boden werden. Deze geslaagde bijeenkomst werd gevolgd door een drukbezochte receptie, waar o.m. de burgemeester en de wethouders en de gemeentesecretaris blijk van hun belang stelling gaven. VOOR DINSDAG 4 MAART. Hilversum I, 415 M. Nederlandsch Pro gramma. AVRO 7.30 Gram muziek 7.45 Ochtendgymnastiek 7.55 Carillonbespeling (opn.) 8.00 Grammuziek 8.20 Ochtend; gymnastiek 8.30 Nieuwsber. ANP. 8.45 Gram.muziek 10.00 Morgenwijding 10.15 Grammuziek 10.25 Voor de vrouw 10.30 Orgelconcert 11.10 Huishoudelijke wenken 11.30 De Romancers en soliste 12.30 Al manak (opn.) 12.33 Orgelspel 12.45 Nieuws- en econondsche berichten ANP. 1.00 AVRO* Musette-ensemble en grammuziek 1.30 Cy clus „Uw hond en de mijne" 1.40 AVRO- Aeolianorkest 2.20 Voor de huisvrouw 2.40 Cabaretprogramma 3.40 Cyclus „In den schijnwerper" 4 00 Gram.muziek 4.15 Vra genuurtje voor de kinderen 5.00 Gram.mu ziek 5.15 Nieuws-, economische en beurs berichten ANP. 5.30 RVU: Boekbespreking 6.00 AVRO-Amusementsorkest 6.42 Al manak (opn.) 6.45 Actueele reportage of gram.muziek 7.00 Vragen van den dag ANP. 7.15 Duitsche les (7.307.45 Berichten, En- gelsch) 8.00 Nieuwsber. ANP. 8.15 Gram.; muziek 8.30 Berichten (Engelsch) 8.45 Omroeporkest en soliste 9.45 Engelsche be richten ANP. 10.00 Nieuwsber. ANP. en slui ting. Hilversum II, (alleen voor radiocentrales met lijnverbinding) 7.30 Grammuziek 745 Ochtendgymnastiek 7.55 Grammuziek 3.00 Wij beginnen den dag 8.20 Ochtendgymnas tiek 8.30 Nieuwsberichten ANP. 8.45 Gra- mofoonmuzïek 11.30 Religieuze gram.muziek 12.00 Berichten 12.15 Gerard Lebon en zijn orkest 12.45 Nieuws- en economische be richten ANP. 1.00 Grammuziek 1.15 Ge rard Lebon en zijn orkest 1.45 Gram.muziek 2.00 Vrouwenuur 3.00 Gram.muziek 3.30 Zang met pianobegeleiding (3.40—3.50 Gram muziek) 4.00 Gram.muziek 4.15 KRO- Symphonie-orkest 5.00 VPRO: Jeugduitzen ding 5.15 Nieuws-, economische en beurs berichten ANP 5.30 Gram.muziek —^00 KRO - Sy mph on ie - orkest 6.45 Actueele repor tage of gram.muziek 7.00—7.15 Vragen van den dag ANP. en sluiting. GEM. RADIO DISTRIBUTIEBEDRIJF. Voor Dinsdag 4 Maart. lste Programma: 7.30—16.15 AVRO 1615:; 17.00 VARA 17.00—17.30 AVRO 17.30—18.00 RVU 18.00—22.00 AVRO 22.0024.00 Ouitsch Programma. 2de Programma 7.30—17 00 KRO 1700Tn 17.15 VPRO 17.15—19.15 KRO 19.15-23.09 KRO (Programma uitsluitend voor Radio Cen trales) 23.00—24.00 Duitsch Programma 3de en 4de ProgTamma: 7.3024.00 (Duitscn programma). 4—2

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1941 | | pagina 8