82sfe Jaargang LESDSCH DAGBLAD ftwejle Blad FEUILLETON Het Noodlot van de Ransome Rovers Een roman uit de voetbalwereld, door J. WILMAN. (57 „Klim op een tafel, trommel het heele kellnerslegioen bij elkaar en waarschuw, dat ze het hart niet hebben om alles uit te schenken, want dat er iemand op komst is met een f eestelij ken dorst!" In de deuropening draaide de inspecteur zich om. „A propos van uwe twee nieuwe vrienden, Mr. Sullivan achteraf lijkt het me toch maar raadzaam drommels voor zichtig met hen te zijn!" Sullivan zei 'iets, dat in gelach verloren Sing. Met uitgestrekte handen kwam hij naar Curtis. In zijn oogen was een vochtige Slans. „Kerel, hoe zal ik je hier voor danken? Door Arthur de hand boven het hoofd te houden heb je voorkomen, dat mijn naam door den modder werd gehaald. Als één ^oet, dat Arthur zooveel consideratie niet verdient, dan ik." „Ik moest hem wel in bescherming ne- 1 toen, wilde ik u kunnen helpen." „Ik begrijp het, beste jongen, en ik zal het niet vergeten, zoolang ik leef. Bij mijn weten heb ik nooit iemand te kort gedaan, nooit Iemand onbillijk bejegend. Toch zijn er genoeg menschen in Ransome, die me mijn succes in zaken misgunnen en er in zouden groeien, als mij reputatie een ste- vigen opstopper kreeg. Nora was het privé kantoor binnengeko men. Zij ging op een armleuning van Cy ril's stoel zitten en streek hem over het haar. Curtis zei: „Ik mag van de «er niet méér aannemen dan me toekomt, en dat is goed beschouwd maar een schimmetje. Zonder Steve's hulp was ik nog even ver als toen ik begon". Hanley sloeg de hakken tegen elkaar. „Ik sluit me aan bij den vorigen spreker. Zonder Gore's medewerking had ik er geen spaan van terecht gebracht." Nora sprong in de houding. „Bij ontsten tenis van den inspecteur breng ik zijn bood schap over. Gore zegt: zonder Brook's aan deel liepen we nog in een kringetje rond." Sullivan lachte. „Hoe dikwijls wordt de wissel nog geëndosseerd vóór iemand hem krijgt, die er ook de duiten op gaat halen?" „Nora noemde den naam reeds," zei Cy ril. „Brooks, we zijn nu onder ons en be hoeven het niet langer geheim te houden. Als Brooks had geweigerd mee te doen, waren we er niet in geslaagd Henline's brandkast te openen en had Hanley den armband van keizerin Poppea niet tegen de imitatie kunnen ruilen. Hij speelde het buitengewoon handig klaar; vóór vanmor gen wist ik zelf nog niet, hoe de vork in den steel zat. Had het aan mij gelegen, dan was u direct ingelicht. Maar Steve verbood het; ik moest hem mijn woord geven het niet te doen. Anders trok hij zich terug, dreigde hij. Mijn bezoek aan den procura tiehouder was een uitvlucht. Ik ging naar de wachtkamer en kreeg daar van Steve den armband." „Zoo is het", bevestigde Hanley. „Al doet het misschien als een dissonant ih de jubel- symphonie aan Mr. Sullivan verdiende werkelijk, een oogenblik in den piepzak te zitten. Hij heeft direct Arthur van den diefstal verdacht. Dat hij het voor zich hield is begrijpelijk, maar hij had zijn houding behooren te herzien toen anderen, al waren het dan ook schavuiten, voort gingen met jou er van te beschuldigen." Hij zag Sullivan aan en glimlachte. „In uw hart geeft u toe, het lesje verdiend te heb ben. Aangezien over dit punt geen discus sie wordt toegestaan, verzoek ik Curtis, zijn pleidooi ten gunste van Brooks voort te zetten." „Na wat is gebeurd, kan hij bezwaarlijk als trainer worden gehandhaafd," meende Cyril. „Hanley beloofde uit uw naam, dat u hem niet in den steek zult laten. Zonder overdrijving het was Brooks, die u den belangrijksten dienst bewees." „En dat zal ik me herinneren", verze kerde Sullivan. "teve kwam glunderend overeind. „Wel, er zijn twee partijen slaags geweest en de onze heeft alle reden, over den afloop dub bel en dwars tevreden te zijn. Ik geloof, dat ik nu maar eens naar het Old White House ijl. Gore bezit een pracht van een dorst wanneer hij hem op rekening van een ander lesschen kan." Nora weerhield hem. „Een oogenblik nog, Mr. Hanley! Ik behoor tot de partij, die u de onze noemt, en ik ben niet tevreden, niet dubbel en ook niet dwars. Waarom werd ik bij het endosseeren van den wissel glad over het hoofd gezien? Durf eens zeg gen, dat ik er geen recht op had! Als ik er niet.was geweest, zou Cyril niet naar Ransome zijn gekomen en had ik hem niet kunnen overhalen om voor de Rovers te gaan spelen. Dan had u nooit van zijn be diende vernomen, dat er in ons land een stad bestaat, die Ransome heet. En dan was de bal niet aan het rollen gebracht, naar geen enkelen kant!" Hanley boog. „Miss Grasham, u hebt het grootste gelijk van Ransome!" Hij wenkte een denkbeeldig iemand. „Heila, Brooks! Frommel den wissel eens gauw uit je vest jeszak en laat Miss Grasham hem een mi nuut vasthouden!" Toen klopte hij het meisje op den rug. „U gebruikte daar een zeer toepasselijk beeld een rollende bal. Dat brengt ons vanzelf op de Rovers van wie, naar we hopen, nu verdere onheilen zullen zijn afgewend. Cyril, jij hebt Mr. Sullivan zeker al verteld, hoe wij den boel in het vat dachten te gieten?" Curtis schudde van neen. „Het ging me in al die herrie glad door het hoofd!" „Wel, zei Steve, het verzuim is gauw ver holpen. In het kort komt de zaak hierop neer, Mr. Sullivan. De oude dokter in Shields scheidt er met Mei uit. Een beste praktijk. In was het eerst aan bod om ze over te nemen en we werden het eens. Curtis en ik hebben besloten, dit seizoen de kleuren van de Rovers te blijven dragen, nu Tom Fedler uit wandelen is gestuurd. Dick Walsh kan zijn plaats innemen. Hij trapt minstens even goed rechts als links. Keeper Rand en spil Mullin wilden we nog een kans gegeven zien; ze zijn bruikbare spelers. Nu ze niet langer onder Fedler's funesten invloed staan, zullen ze wel geen gekke dingen meer uithalen. Het spreekt vanzelf, dat we deze oplossing aan de hand doen onder voorbehoud, dat u er mee ac- coord gaat." „Van harte L" verklaarde Sullivan. „En zoo zijn we tct de rondvraag gevorderd. Heeft iemand iets in het midden te bren gen?" Hij wachtte even. „Ik wel, Zondag geef ik in het Rovers House een feestdiner, dat klinkt als een klok. Dc heele club zal aanzitten en bij hooge uitzondering ook een dame, Miss Nora Grasham. Geen op- of aanmerkingen?" Sullivan nam den asch- bak en gaf er een slag mee op het schrijf bureau. „Dan is het voorstel met algemeene stemmen goedgekeurd en sluit ik de ver gadering!" EINDE. EEN GROOT GEZELSCHAP VRIENDEN EN BEWONDERAARS was in Diligentia in den Haag bijeengekomen om Koos Speen hof! te huldigen in verband met het feit, dat hij veertig jaar ge leden voor het eerst op de planken kwam. Een ontroerend oogen blik tijdens de huldiging van Koos en Caesarina Speenhof!.- De bejaarde actrice Mevr. van Eysden-Vink (in het midden) biedt het echtpaar haar gelukwenschen aan. (Schimmelpenningh) DR. TH. GOEDEWAAGEN, secretaris-generaal van het departement van Volksvoorlichting en Kunsten, heeft Zaterdag in het Stedelijk Mu seum te Amsterdam de tentoonstelling van beeldhouwwerk bezocht V.l.n.r. de heeren Dirk Wolbers, Eduard Gerdes en Dr. Goedewaagen. (Polygoon) EEN DUITSCH GEVECHTSVLIEGTUIG VAN HET TYPE FOCKE WULF „CONDOR" BOVEN VIJANDELIJK GEBIED. (Holland) OP HOUTRUST IN DEN HAAG werd Zondag in den stroo menden regen de voetbalwedstrijd H.B.S.Blauw Wit (21) gespeeld. Tijdens een aanval van H.B.S. op het Blauw Wit-doel. (Polygoon) DE VLASSERSOPLEIDING TE STEENBERGEN. Onlangs werd te Steen bergen een vlasschool geopend. De leerlingen aan de „bookmachine" (beuk- machine) onder leiding van Adr. Vanderputten. (Het Zuiden) DE VOETBALWEDSTRIJD H.B.S.—BLAUW WIT. Een tweetal per sonen had den moed den geheelen middag den regen te trotseeren. Een kijkje op de staantribune, waar de man van het scoringbord aanwezig was, benevens één toeschouwer. (Polygoon) DE BEKENDE ZUID-HOLLANDSCHE SCHAATSENRIJDER PIET KEYZER uit de Lier, de feitelijke winnaar van den Elfstedentocht 1940, werd Zondag in den Haag door hét bestuur van den Zuid-Holland- schen Ijsbond gehuldigd. Niet alleen voor zijn prachtige prestatie in den vorigen Elfstedentocht, doch ook voor zijn overwinning op de 5000 meter tijdens de nat kampioenschappen te Bergen in Januari j.l. De heer H. Veth, voorz. Z.H.IJ.B., speldt hem een medaille op. (Schimmelpenningh)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1941 | | pagina 5