Skeletten-inspectie in het museum - De Vierdaagsche te Antwerpen
31ste Jaargang
Tweede Blad
FEUILLETON
Het Noodlot van de
Ransome Rovers
Een roman uit de voetbalwereld,
door J. WILMAN.
(53
„Afwachten! Wanneer u een dwaas wilt
zijn, dan staat morgen uw zoon voor heel
Ransome te kijk als een dief en de vader
als één, die de misdaad dekte. Het gebeurde
biet den bracelet is niet langer Arthur's
geheim, evenmin het uwe. Dan weet ik wel
wie het met de justitie aan den stok krij
gen! Maar u laat het zoo ver niet komen!"
Onder Henline's woorden was Curtis te
ruggekeerd. Naar zijn' schrijfbureau gaand,
zei hij glimlachend tot Sullivan: „De fout
bij mij, sir." Hij deponeerde het kas
boek en trad naar voren. „Neem me niet
kwalijk, dat ik me in het discours meng.
Ata ik me niet vergis had Mr. Henline het
over een bracelet, hem door Arthur in on
derpand gegeven met de bewering, dat hij
er vrij over kon beschikken. Geheel juist is
dit niet."
„Waar bemoei jij je mee, kerel!" viel
Henline uit. .„Ik heb Arthur's verklaring bij
Jbe, door hem geschreven, door hem onder
teekend! Wou je mij voor leugenaar uitma
ken?"
„In de verste verte niet! De zaak zit zóó.
een avond klampte Arthur me aan en
^i» dat hij geld kon krijgen mits hij een
onderpand had. Ik vroeg hem, hoeveel hij
moest hebben en hij antwoordde: zonder
uitstel veertig pond. Ik gaf hem de imitatie,
die ik van den bracelet bezit; u kent haar,
Mr. Sullivan. Ze was door Davidson in
Londen op vijftig pond getaxeerd. Waar
schijnlijk vond Arthur het om de een of
andere reden gewensoht, mijn naam. er bui
ten te houden en zich als eigenaar voor te
doen. Het is in orde, sir behalve dan voor
Mr. Henline." Cyril lachte zachtjes. „Hij
verstrekte op de imitatie ruim driemaal zoo
veel als ze waard is!
Het duurde even vóór Henline zijn ge
dachten verzameld had en zich kon uiten.
„Jawel!" grinnikte hij. „Een niet onaardig
fabeltje!" Zijn vroolijkheid klonk gefor
ceerd, wrang. „Er is alleen wat méér noodig
om mij er tusschen te nemen!"
„Niemand wil u er tusschen nemen, Mr.
Henline. Wellicht hoorde u mijn opmer
king dat ik den procuratiehouder iets moest
vragen. Toen u namelijk den bracelet van
keizerin Poppea ter sprake bracht begreep
ik direct, dat u zich vergiste. Om u te over
tuigen liet ik me Mr. Sullivan's sieraad uit
de safe geven den echten bracelet, wel
te verstaan. Hier is hij". Curtis haalde den
armband te voorschijn en legde hem voor
Sullivan neer.
Er viel eén drukkende stilte, van span
ning geladen. Sullivan's gezicht was on
doorgrondelijk. De donkerblauwe oogen
hadden zich tot spleten vernauwd. Plotse
ling maakte hij een zacht geluid achter in
de keel, ondefinieerbaar. Het kon een snik
zijn geweest, die werd gesmoord. Cyril zag
hem strak aan met een blik, welke tot zwij
gen drong. En Sullivan zweeg. Hij had het
gedaan óók zonder de stille waarschuwing
waarvan alleen hij de diepe beteekenis ver
stond.
Van Sullivan keek Cyril naar Henline,
wiens gezicht even van een vreemde woe
de werd vertrokken, doch dat onmiddellijk
een andere uitdrukking aannam, half spot
tend, half geërgerd zoodra hij de oogen van
den jongeman op zich gericht voelde.
„Laat de grap uit zijn!" zei hij met een
verveeld gebaar. „Ik ben heusch de stom
merd niet, die een vrijwel waardeloos prul
voor echt aanziet. Tot op zekere hoogte
apprecieer ik, dat je je patroon uit de peri
kelen tracht te helpen. Toch schiet hij er
geen snars mee op. Hij moet kiezen of dee-
len."
Advocaat Russell kwam overeind en bleef
bij zijn stoel staan. Zijn stem was verwron
gen, met een onmiskenbaren ondertoon van
haat.
„Dat hij van zijn baas een plasdankje
probeert te verdienen is tot daar aan toe,
Henline! Maar dat hij zich voor Arthur zou
hebben uitgesloofd, is te krankzinnig om
los te loopen! Die twee konden elkaar niet
luchten of zien!"
Cyril zei vijandig: „Houd je mond".
Russell stak de handen in zijn zakken.
Hij hield het hoofd eenigszins schuin en zag
Curtis met een sarcastisch glimlachje aan.
„Geen uitvluchten! Spreek het tegen als
je durft!"
Cyril herhaalde nog een graadje vijandi
ger: „Hoxud je mond!"
Sullivan had het twistgesprek over zich
heen laten gaan; de bracelet nam zijn volle
aandacht in beslag. Er bestond geen twij
fel: vóór hem lag de armband, die in den
onweersnacht op „Dragon's Castle" werd
gestolen. Doch het was ten eenenmale uit
gesloten, dat de procuratiehouder het kost
baar sieraad uit de safe had gehaald iets
wat er niet was, kón bij geen mogelijkheid
te voorschijn worden gebracht. Bij stukjes
en beetjes werd het Sullivan duidelijk, hoe
het geval in elkaar moest zitten. Een drang
stuwde in hem op naar Curtis te gaan,
diens handen te grijpen en hem te danken.
Hij wist de begeerte te bedwingen; het
oogenblik leende zich er niet toe om de ge
voelens, die in hem stormden, tot uitdruk
king te brengen. Zijn gezicht was een mas
ker gelijk toen hij zei:
„Dit is de bracelet van keizerin Poppea.
Een expert als Christie schat de waarde op
tien duizend pond. Ik stel voor dat Mr.
Henline het exemplaar haalt, dat hij in on
derpand nam. Dan zullen we Craigson tele-
foneeren, hier te komen en de beide arm
banden te onderzoeken. Craigson mag dan
geen Christie zijn, hij is in ieder geval een
deskundige, die spoedig genoeg echt van
imitatie heeft onderscheiden."
Twee, drie minuten verstreken in strakke
stilte. Toen sloeg Henline met de gebalde
rechtervuist op de palm van zijn linker
hand en het leek, alsof een pistool was af
geschoten.
„Juist" riep hij uit. „De inbraak van Zon
dagavond! Natuurlijk, dat zat er achter! Ze
had geen ander doel dan den echten arm
band tegen de imitatie te ruilen!"
XIX.
De deur van het privé-kantoor was open
gegaan. Steve Hanley en inspecteur Gore
stonden in den ingang.
Zonder eenige voorbereiding vroeg de
politieman: „Hoorde ik goed inbraak?"
Hij keek Henline geïnteresseerd aan.
Deze was zoo vervuld van zijn ontdek
king, dat hij glad over het hoofd zag, een
vreemde voor zich te hebben.
„En of! Ik beschuldig één of twee van de
hier aanwezigen, de dader te zijn!"
„Dat is niet mis. Hoewel nogal vaag, hè,
één of twee, Mr.
„George Henline van Park Avenue 7."
„Ah juist. Daar moet Zondagavond iets
van dien aard zijn voorgevallen. Ik heb er
tenminste over gelezen. Als ik me niet ver
gis werd volgens uw verklaringen aan de
politie niets vermist. Een gebroken span
jolet deed u inbraak veronderstellen. Nu
bent u er dus achter, dat één of twee per
sonen in dit vertrek er debet aan zijn?"
„Ja, Sullivan of die daar." Henline wees
op Curtis. „Mogelijk deden ze het in veree-
niging. Ik ben er althans zeker van dat
Henline zei niet waar hij zeker van was,
doch sloot hoorbaar den mond. Hij had een
waarschuwenden blik van advocaat Russell
opgevangen en begreep, wat die blik betee-
kende: voorzichtig te zijn met de verkla
ring dat hij den armband van Keizerin
Poppea, als onderpand had aangenomen
van iemand, die niet gerechtigd was er over
te beschikken. En hij dacht aan de onpret
tige mogelijkheid, dat hem wel eens heling
ten laste kon worden gelegd.
Na een korte pauze informeerde Gore
poeslief: „Waar bent u zeker van?"
„Voor den drommel! Heb jij je daar mee
te bemoeien?" viel Henline uit. Hij was nu
niet langer een heer, doch een tiptop
boef. „Wie ben je en wat moet je?"
(Wordt vervolgd)., j
ZULLEN ZIJ ALLEN GEZOND TERUGKOMEN In spanning
wachten de mannen op het vliegveld op den terugkeer van hun
kameraden, die een vlucht naar den vijand maken. (Holland.)
TERUGKEER VAN DE GEVANGEN GENOMEN BELGEN. Aan
komst van een contingent krijgsgevangenen aan het
Gare du Nord te Brussel. (Holland)
OM DE PAAR JAAR WORDT IN HET RIJKSMUSEUM VOOR NATUURLIJK
HISTORIE ALHIER EEN INSPECTIETOCHT LANGS DE SKELETTEN
GEMAAKT. DE OLIFANTEN WORDEN AAN EEN ONDERZOEK
ONDERWORPEN. (Polygoon)
HOUT, EEN VEEL GEVRAAGDE BRANDSTOF. In de zagerij heeft men druk werk. Zoowel machinaal
als met de hand worden de boomen klaar gemaakt voor haard, kachel en motortractie. Op een houtzagerij
te Ittersum heeft men juist een respectabelen beukenboom onder handen. (Holland)
[N DEN MIDDENPOLDER NABIJ DE KALFJESLAAN (BIJ AMSTERDAM) ZAL EEN NIEUW COMPLEX
VOLKSTUINTJES VERRIJZEN. Op het oogenblik is men bezig met het ploegen van de groote stukken
grond. De meeuwen zijn de eersten, die hun voedsel van dezen bodem weghalen. (Polygoon)]
DE ANTWERPSCHE VIERDAAGSCHE. DE NEDERLANDSCHE RENNERS OP DE BAAN. LINKS BOEYEN,
DAARACHTER WALS, BOVEN WALS ARIE VAN VLIET EN GEHEEL RECHTS ONDERAAN SCHULTE,
DIE MET ZIJN KOPPELGENOOT BOE YEN DE OVERWINNING HEEFT BEHAALD. (Polygoon),