Hitier tot zijn oude garde Jaargang DINSDAG 25 FEBRUARI 1941 No. 24822 De overwinning zal zich herhalen Verduisteren: Gouden standaard zal geen overwinnaar zijn Duitschland en Mussolini's rede 19.11 uur 8.35 uur EERSTE BLAD Feiten van den dag LEIDSCH DAGBLAD DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN PRIJS DER ADVERTENTIES 32 ets. per regel voor advertenties uit Leiden en plaatsen waar agentschappen van ons Blad zijn gevestigd. Andere advertenties 37 ets. per regel. Minimum 5 regels. - Verplicht bewijsnummer 5 ets. - Incassokosten volgens postrecht. „Kleine Advertenties" (hoogstens 30 woorden) uitsluitend bij vooruitbetaling, alleen 's Woensdags en 's Zaterdags 55 ets. - Voor toezending van brieven wordt 10 ets. berekend. Bureau Witte Singel no. 1, hoek Noordeindsplein Telef. nrs. Directie en Administratie 25041 (2 lijnen) Redactie 21507 Postcheque- en Girodienst no. 57055 - Postbus no. 54 PRIJS DEZER COURANT Voor Leiden en gemeenten, waar agentschappen gevestigd zijn: per 3 maandenƒ2.35 per weekƒ0.18 Franco per post ƒ2.35 per 3 maanden portokosten (voor binnenland ƒ0.80 per 3 mnd.) Ter gelegenheid van het feit, dat gisteren 21 jaar geleden de N.S.D.A.P. werd opge richt, heeft Hitier te Mündhen het woord gevoerd tot zijn oude garde. Hitier begon zijn rede weer met een uit- gebreiden terugblik te werpen op -de oprich ting der partij en op de afkondiging van het partijprogramma, dat, naar hij onder streepte, in de sindsdien vervlogen jaren op geen. enkel punt is gewijzigd. Hij wees op het verschil tusschen deze partij en alle an dere partijen, hetgeen o.a. daarin bestond, dat de N.S.D.A.P. niet de belangen van eenige laag der bevolking wilde vertegen woordigen, maar welbewust het Duitsche volk in het middelpunt van haar werk en haar strijd plaatste. De burgerlijke en ook de marxistische partijen, aldus Hitier, zijn toen reeds on vruchtbaar geworden. Alleen door deze nieuwe beweging kon de volkomen ontbin ding van het Duitsche volk worden verhin derd. Voor ons lag het schandelijke dictaat van Versailles, dat Duitschland tot slaaf wilde maken en in den ondergang wilde storten. In twee afgescheiden kampen ver zette het Duitsche volk zich tegen dit nood lottige dictaat. Beide kampen hoopten op aternationale helpers. De burgerlijke par tijen hoopten op een vaag Volkenbondside de marxisten op de roode internationale. Niemand dacht aan het oude woord: „Helpt zelf, zoo helpt u God." Ik heb dit schan delijke dictaat geheel in mij opgenomen en niets er van vergeten. Ik heb het bladzijde voor bladzijde van buiten geleerd. De te genstanders wilden een democratisch Duitschland, niet om aan zulk een Duitsch land later het dictaat kwijt te schelden, maar zij hadden een democratisch Duitsch land noodig, omdat alleen zulk een Duitsch land dit verdrag zou nakomen. Ik zelf heb er nooit over in twijfel verkeerd, dat op het oogenblik, waarop het Duitsche volk zijn bmnenlandsche crisis had overwonnen, het vervolgens als krachtig volk van tachtig millioen zielen het ook klaar zou spelen met de crisis van buiten af. Bij de schildering van den binnenlandsch- politieken strijd der partij in den tijd der oppositie, herinnerde Hitier er aan, dat aan geen enkelen sterveling zoo vaak de onder gang is aangekondigd als toen aan hem. In dit opzicht, zoo zeide hij, ben ik daarvoor immuun geworden. Hij herinnerde aan—de leugens en den laster van den tegenstanj- der. Thans, zoo voegde hij hieraan toe, voel ik mij op mijn gemak, wanneer ik van het buitenland de vele leugens en lasterpraatjes hoor. lederen dag,zou ik kunnen zeggen: Pre cies zooals vroeger (Wie einst in Mai). Hitier herinnerde er voorts aan. dat de beweging uit alle tegenslagen, ook uit de grootste tegenslagen van het jaar 1923 ster- her dan tevoren te voorschijn is gekomen. Uit dezen harden strijd is in de leiding van zijn beweging een keur van de beste man nen voortgesproten. De geweldige revolutie die wij in Duitschland hebben verwekt, heeft de andere wereld volkomen in slaap gesust. Ook thans nog begrijpen die heeren niet, dat in Europa twee volken iets gewel dig nieuws tot stand hebben gebracht. Evenwijdig met ons leidde ook de fascisti sche revolutie tot hetzelfde resultaat. Tus schen beide revoluties bestaat niet alleen een absolute identiteit van doelstellingen, doch ook van middelen, en bovendien een vriendschap, die meer beteekent dan een zuiver welbewust samengaan. Dat begrijpen onze tegenstanders nog niet. Zij begrijpen niet, dat, wanneer ik eenmaal een man als vriend beschouw, ik dien man dan terzijde sta en met deze houding geen handel drijf. Want ik ben geen democraat en daarom ook geen zwendelaar. Ik ben ook geen 0 W.'er, maar een man, die wenscht, dat men hem na zijn dood de rechtvaardigheid ten deel laat worden, dat zijn geheele le vensstrijd slechts diende voor een enkel groot ideaal. Op dit gebied zou ik geen zwakte willen toonen. Daarom bestaat er geen twijfel, dat de band, die de beide re voluties en de beide mannen met elkaar verbindt, onverbreekbaar is en dat wanneer het den eenen man slechter gaat, de andere hem zal helpen. Bovendien zullen wij immer een gemeenschappelijken vijand verslaan. Er is een tijd geweest, waarin Italië zeer sterke vijandelijke krachten voor ons heeft vastgehouden. Talrijke Britsche schepen 2ijn opgehouden en eveneens talrijke Brit sche vliegtuigen in de Britsche koloniën van Noord-Afrika alsmede talrijke strijd krachten te land. Dat was voor ons heel goed. DUITSCHE HULP IN GEBIED DER MIDDELLANDSCpE ZEE. Onze strijd ter zee kan nu ^.s begin nen. De reden ligt in het feit, dat wij eerst de nieuwe bemanningen wilden opleiden voor de duikbooten die thans komen. Dat zij thans komen gaan, daaraan behoeft men niet te twijfelen. Twee uur geleden heb ik van den opper bevelhebber der vloot het bericht ontvan gen, dat zoo juist de rapporten zijn bin nengekomen van twee dagen, waarop strijd krachten ter zee en duikbooten 215.000 ton ■tot zinken hebben gebracht, waarvan alleen door duikbooten 110.000 ton en daaronder een geheel convooi, dat gisteren vernietigd werd met 125.000 ton. De heeren zullen zich echter van Maart en April af op heel an dere dingen voorbereid moeten houden en dan zullen zij bemerken, of wij dezen win ter weer geslapen hebben en wie zijn tijd goed heeft gebruikt. In deze lange maan den van tevoren, waarin wij met zoo weinig duikbooten streden, heeft Italië voor ons sterke krachten vastgehouden. Ons kan het thans onverschillig zijn of onze Stuka's En- gelsche schepen in de Noordzee of in de Middellandsche Zee kunnen aanvallen, het blijft steeds hetzelfde. Dit eene is zeker: waar de Britten aan het continent raken, zullen wij hen terstond tegemoet treden en waar Britsche schepen zich vertoonen, tre den onze duikbooten daar tegen op totdat het uur van de beslissing slaat. Wanneer mijn tegenstanders gelooven mij met den tijd te kunnen afschrikken, zeg ik het vol gende: Ik heb leeren wachten, maar in den tijd van het wachten, heb ik nooit ge luierd. Wij hebben immers ook van 1923 af tien jaar moeten wachten totdat wij einde lijk aan de macht kwamen. Maar in die tien jaren hebben wij gewerkt. Wat hebben wij niet allemaal gedaan en tot stand gebracht. Nooit stond bij ons echter het doel voorop dat op den eersten Maart of den vijftienden Juni of den zeventienden September dit of dat moest gebeuren. Dat weten alleen de journalisten van onze tegenstanders. Ook vroeger hebben zij dat al geweten. In 1932 zeiden zij: Nu is het nationaal-socialisme dood. De Führer heeft geweigerd. Hij is te laf om verantwoordelijkheid te dragen. Dat hebben onze scherpzinnige genieën gezegd, die nu in Engeland zitten. Bij ons zijn -e niet meer. Steeds nieuwe termijnen hebben zij moeten noemen, totdat eindelijk de dag kwam, waarop wij de macht overnamen. Toen zeiden zij nu hebben zij de fout ge maakt. Binnen zes weken of op zijr. hoogst drie maanden is het met de nationaal-so- cialisten afgeloopen. En in den oorlog doen ze het net zoo. Het zijn dezelfde lieden, de zelfde profeten en politieke wichelroede- loopers, die thans in het Engelsche propa- gandaministerie en in het Engelsche mini sterie van buitenlandsche zaken zijn aange steld. Ik behoef slechts aan de beroemde uitspraak van een grooten Britschen staats man te herinneren, die nog enkele dagen voor den negenden April 1940 verklaarde: Gode zij dank, zij hebben de autobus ge mist. Of aan een uitspraak van den Engel- schen opperbevelhebber: Eenige maanden geleden was ik bezorgd, thans hebben zij den tijd voorbij laten gaan. Bovendien heeft hij uitsluitend jonge generaals, dat is zijn fout. Enkele weken later heeft deze generaal zijn ontslag genomen, waarschijnlijk was hij ook nog te jong. Ook thans bepalen zij weer termijnen. In het najaar zeiden zij: wan neer er thans geen landing komt, is alles in orde. In het voorjaar 1941 zal Engeland het offensief op het vasteland nemen. Ik blijf op het Britsche offensief wachten. Zij hebben het naar ergens anders verplaatst. Wij moeten hen ach terna loopen om hen te vinden. Maar wij zullen ze vinden, waar zij ook heen gaan; wij zullen ze ook daar vinden, waar de slag voor hen de vernietigend- sta uitwerking zal hebben. GEEN DOOD GOUD VOOR DE DUITSCHE WERKKRACHT. Hitier herinnerde er aan, dat hij van de wereld niets anders verlangd heeft dan dat zij aan Duitschland dezelfde rechten zal geven en dat hij steeds nieuwe voorstellen aan de wereld heeft gedaan. Wij voeren de economische politiek, die van nut is voor het Duitsche volk. Ik meng» mij ook niet in de zaken van anderen. Wan neer zij op zakken goud willen gaan zitten, laat zij hun gang gaan. Maar wanneer men zegt: „Doet u het ook," dan zal ik mij er voor hoeden om voor de Duitsche werk kracht dood goud te koopen. Ik heb de Duitsche arbeidskracht, de producten van het Duitsche leven op het spel gezet en het reuitaat van onze economische politiek ge tuigt voor ons en niet voor de goudstaten. Zeer zeker hebben wij achter onze economi sche politiek ook de geordende kracht en de discipline van de natie geplaatst. De economische strijd heeft opgehouden. Uiter aard was daartoe een algemeen sociaal fun dament noodig. Men kan thans geen staten meer opbouwen op een kapitalistischen grondslag. Op den duur ontwaken de volken en wanneer men meent, door den oorlog het ontwaken der volken te kunnen ver hinderen, dan meent men verkeerd, want daardoor wordt het ontwaken juist bespoe digd. Deze staten zullen wegzinken in fi- nancieele catastrophes, welke den grond slag van hun eigen financieele kracht zul len vernietigen. Uit dezen oorlog zal niet de gouden standaard als overwinnaar zijn in trede doen. En zij zullen onder elkaar den voor hem noodigen handel drijven. De volken zullen het in de toekomst van de hand wijzen om van een bankier voorschrif ten in ontvangst te moeten nemen over hun handelspolitiek. Zij zullen de handels politiek voeren, die voor hen goed is. En wij kunnen gerust zeggen: Duitschland is een geweldige economische factor, niet alleen als producent maar ook als consument. Wij hebben een groot afzetgebied, maar wij zijn ook de grootste koopers. Wij hebben niets tegen de andere we reld gehad. Nooit heb ik verlangd, dat Amerika of Engeland of een ander ons goud zou schenken. Dat hebben wij niet noodig. Dat mogen zij houden. Maar wij voeren niet onze economische politiek volgens de wenschen van de bankiers in New York of Londen, maar uitsluitend volgens de belangen van het Duitsche volk. En op dit punt ben ik een fana tiek socialist, die altijd slechts de ge zamenlijke belangen van zijn volk voor oogen houdt. Ik ben niet de knecht van een der internationale bankconsortia. Ik ben aan geen enkele kapitalistische groep iets verplicht. Onze beweging is een Duitsche volksbeweging. Wij zijn daarom verplicht aan het Duit sche volk. Zijn belangen geven richting aan onze economische politiek. Wanneer de an dere wereld zegt: dus dan oorlog, dan kan ik slechts zeggen: goed ik wil den oorlog niet, maar de vroomste kan niet in vrede leven, wanneer het den boozen buurman niet bevalt. Ik behoor niet tót diegenen, die beginnen te jammeren, wanneer zij zulk een oorlog zien aankomen. Hitier herinnerde er voorts aan hoe hij steeds nieuwe voorstellen aan Engeland en Frankrijk heeft gedaan en hoe deze van de hand werden gewezen. Voorts stond spr. stil bij de geschiedenis der vorming van de Duitsche weermacht. Een Amerikaansche generaal heeft nog slechts enkele dagen geleden voor de com missie van onderzoek uit het Congres ver klaard, dat Churchill hem in 1936 persoon lijk heeft verzekerd: Duitschland wordt ons te machtig, het moet worden vernietigd. Ik zal alles in het werk" stellen om met deze vernietiging te beginnen. Ik heb voor Chur chill gewaarschuwd, vervolgde Hitier. Zoo dra ik echter merkte, dat in Engeland een bepaalde kliek, aangevuurd door het joden dom, bewust en vastberaden tot den oorlog ophitste en naar den oorlog dreef, heb ik op hetzelfde oogenblik van mijn kant alle voorbereidingen getroffen om de Duitsche natie te bewapenen. Ik heb dat grondig ge daan. Wanneer thans de anderen zeggen: We doen dit en dat, dan kan ik slechts zeg gen: Ik heb het al gedaan. Zij vertellen mij geen sprookjes, want ik ben deskundig, specialist in bewape ningsaangelegenheden. Ik weet heel precies wat men van menschen kan maken en wat men er niet van kan maken. Ik heb tijdig het Duitsche volk daarop ingesteld. Ik kan ook Europa er op instellen en doe het ook. Ik zie het conflict met kalmte-tegemoet, moge slechts de andere partij het met de zelfde kalmte tegemoet zien. Ik steun daar bij op de beste weermacht ter wereld, op de beste weermacht, die het Duitsche volk ooit heeft bezeten. VAGE VERWACHTINGEN VAN DEN TEGENSTANDER. Vervolgens zeggen de anderen, aldus Hit- Ier, de winter zal Duitschland op de knieën dwingen. Ach, het Duitsche volk is tamelijk bestand tegen den winter, het heeft reeds vele duizenden winters doorgemaakt. Dan zeggen zij weer: er zal honger komen. Op dat punt hebben wij voorzorgsmaatregelen genomen, want wij kennen de vriendelijke gevoelens van onze tegenstanders jegens medemenschen. Wij weten, dat de honger daar eerder komt dan bij ons. Vervolgens beroepen zij zich op den tijd, die moet hel pen De tijd helpt echter altijd slechts dien- gene, die werkt. En in Duitschland wordt gewerkt. Alles welbeschouwd zijn al deze vage verwachtingen terecht naïef. Het Duitsche volk heeft een ontwikkeling van vele duizenden jaren achter zich; in deze tijden heeft ons volk de zwaarste slagen van het noodlot doorstaan. Het zal alles doorstaan, wat heden en toekomst het bren gen, evenals het het verleden doorstaan heeft. Maar het zal alles nog beter te boven komen, omdat er wel altijd een Duitsch volk geweest is, maar niet altijd de Duit sche eenheid van thans. Er heeft ook niet altijd de leiding bestaan, die het Duitsche volk thans bezit. Ik heb het reeds tegen veel democratische tegenstanders opgeno- men. Tot dusver ben ik altijd nog als over winnaar uit dezen strijd te voorschijn ge komen. Ik geloof, dat ook deze strijd niet onder andere omstandigheden plaats vindt, d. w. z. dat de sterkteverhouding dezelfde is als toen. Ik ben de Voorzienigheid dank baar, dat, nu deze strijd eenmaal niet lan ger kon uitblijven, hij tijdens mijn leven is uitgebroken en op een tijd, waarin ik mij nog flink en sterk voel. En juist thans voel ik mij heel monter. De lente komt, die wij allen begroe ten. De tijd breekt weer aan, waarin men de krachten kan meten. Ik weet, dat ondanks de vreeselijke hardheid van den strijd op dit oogenblik mil lioenen Duitsche soldaten net zoo den ken als ik. Wij hebben een jaar achter ons van ongeloofelijke successen, ook van zware offers niet gezien in het algemeen, maar toch in het afzonderlijk verband. Wij weten echter, dat wij niets cadeau hebben gekregen, doch dat ontelbare Duit sche mannen aan het front met de grootste dapperheid het leven op het spel hebben gezet en nog onverstoorbaar op het spel zetten. Wat zoovele van onze mannen pres- teeren, heeft men nog nooit meegemaakt. Nog nooit waren er betere en dapperder soldaten. Wij, oude nationaal socialisten, zijn bijzonder trotsch op hen, want wij zijn toch niet anders dan een enkele oude frontpartij van den wereldoorlog. Voor deze oude nationaal socialisten was het een ge weldige voldoening thans datgene werke lijkheid te zien worden waarvoor zij toen goed en bloed hebben veil gehad zonder iets te kunnen bereiken. Zij zijn trotsch op hun zoons, op de jonge soldaten van het Derde Rijk. EEN NIEUW GEVECHTSJAAR BREEKT AAN. Wij staan voor een nieuw gevechtsjaar. Wij weten allemaal dat het groote beslis singen zal brengen en blikken met vast vertrouwen in de toekomst. Wij hebben de hardste school doorloopen, die menschen doorloopen kunnen en weten, dat deze gróote offers niet vergeefsch waren, want wij gelooven hier ook aan een rechtvaardig heid. De Voorzienigheid heeft ons niet tever geefs dezen wonderbaren weg laten opgaan. Ik heb op den dag der oprichting van de beweging eens het volgende gezegd: Ons volk heeft geweldige overwinningen behaald, maar toen is het ondankbaar ge worden en heeft zich de straf van de Voor zienigheid op den hals gehaald. Wij waren er toen van overtuigd, dat wanneer ons volk weer vlijtig en achtenswaardig wordt, wan neer elke Duitscher voor zijn volk opkomt en niet voor zichzelf alleen, dan zal eens het uur komen, waarop God de Heer onze beproeving voor geëindigd verklaart en wanneer dan het lot ons nog eens naar het slagveld roept, dan zal Zijn zegen berusten bij hen, die den zegen in harden arbeid van tientallen jaren hebben verdiend. En dat kan ik thans zeggen, zoo besloot Hitier zijn rede, die steeds weer met zeer grooten bijval werd onderbroken. „Wanneer ik naar mijn tegenstanders kijk, in andere landen, dan wordt het mij niet bang te moede bij het afwegen van mijn gevoelens. Wie zijn zij, deze egoïsten? Elk van hen komt slechts op voor de be langen van zijn stand. Achter hen allen staat of wel de jood of wel de eigen geld zak. Zij zijn allen niets dan geldverdieners. Zij leven van de winst van dezen oorlog. Daarop kan geen zegen rusten. Tegenover deze lieden treed ik op als niets anders dan de strijder voor mijn volk. Voor dit volk kom ik op en ik ben er van overtuigd, dat evenals deze strijd door de Voorzienigheid gezegend werd, hij ook in de toekomst ge zegend zal zijn. Een en twintig jaar geleden kwam ik ook voor mijn volk op als een on bekende en in deze 21 jaar is er een nieuwe wereld ontstaan. De weg van thans naar de de toekomst zal gemakkelijker zijn dan de weg van 24 Febr. 1920 tot heden op deze plek. Zoo zie ik met een fanatiek vertrou wen de toekomst tegemoet. Het geheele volk staat thans aangetreden. Ik weet, dat wan neer het commando: voorwaarts marsch weerklinkt, alles optrekt." DUITSCHE PERSSTEMMEN. Als kernpunten van de gisteren door den Fuehrer uitgesproken redevoering noemen de Duitsche bladen de bereidheid tot den strijd en de zekerhel-J der overwinning, die gesproken heeft uit de woorden van Adolf Hitler. De bladen leggen den nadruk op de onbeperkte bereidheid en den wil van het Duitsche volk om in ieder geval gevolg te geven aan het bevel van den Fuehrer tot den strijd. De Voelkischer Beobachter noemt de uit eenzettingen van Adolf Hitler een rede tot den opmarsch naar de overwinning." De Fuehrer weet, dat wij ongeduldig zijn. zco verklaart het blad. Hij weet, dat niet alleen de mlllioenen van zijn soldaten, maar dat alle Duitschers de dagen verbeiden, die de verstijving van den winter, van de pauze, zullen opheffen en ons weer in het nauw ste conact zullen brengen met den vijand. Met vreugde hebben wij de nieuwe, man nelijke gelofte vernomen van trouw van 1 Adolf Hitler jegens Italië, dat de gemeen- j schappelijke zaak zoo zware offers heeft gebracht. Wij zouden ons zelf moeten ver achten, wanneer wij ook maar een spoor in ons zouden weten van dien lagen geest, die het den Engelschen mogelijk heeft ge maakt al hun bondgenooten koel glimla chend af te schrijven op het oogenblik, dat zij militaire nederlagen leden. De Berliner Boersenzeitung herinnert aan de redevoering van den Duce en merkt op, dat de „afgemeten, maar zware hamer slagen uit Berlijn en Rome" het begin zul len zijn van een voorjaar, welks noodlots- zwaarte In de geschiedenis van Groot Brit- tannië haar weerga niet zal hebben. Wat de Fuehrer in den loop van dezen oorlog heeft aangekondigd, is nog steeds in ver vulling gegaan. Want hij weet precies welk volume de Duitsche weermacht heeft en weet het effect van het optreden van deze kracht vlijmscherp te ramen. De Deutsche Allgemeine Zeitung noemt de mededeeling van Adolf Hitler, dat de Duitsche marine alleen de laatste twee dagen 217.000 ton vijandelijke scheeps- ruimte tot zinken heeft gebracht, een voor proefje van de komende dingen in den oor log van 1941. Het blad wijst erop, dat de Fuehrer en de Duce met dezelfde ijskoude taal en nuchterheid en met de uiterste za kelijkheid hebben gesproken. Deze vormen een indrukwekkende tegenstelling tot de wanhopige autosuggestie van de democra tische politici. Op den drempel van de nieuwe gevechten van 1941, zoo constateert het blad ten slotte, behoort het initiatief der oorlogsvoering precies zoo als tot dus ver, aan de spil. Het lot van Europa volgt dfn wil van zijn revolutionhaire leiders, omdat achter hen het zegevierende geloof van hun volken en de geweldige macht der betere wapens staan. Van wel ingelichte zijnde verneemt het A.N.P. uit Berlijn: De rede van Mussolini heeft in politieke kringen een zeer sterken indruk gemaakt. In de Wilhelmstrasse hoorde men alge meen de opvatting verkondigen, dat deze rede ook het formeele einde van alle „com binaties" beteekent, die men in Engeland over den pohtieken toestand in Italië heeft gemaakt. In politieke kringen van de rijks hoofdstad is men bijzonder onder den in druk gekomen van de openhartigheid en duidelijkheid, waarmede Mussolini de groo te kwesties, die het volk bezig houden, heeft uiteengezet. Op dat punt is de tegenstel ling tot de gewoonten der democratieën treffend duidelijk geworden. Deze rede van Mussolini, zoo verklaart men, zal in de ge schiedenis van Italië's triomftocht in den strijd voor zijn levensgebied worden opge- teekend als de groote geloofsbelijdenis van de eigen kracht en de trouw, die Italië met zijn bondgenooten verbindt. Daar de En gelschen zich genoopt voelen juist com mentaar te leveren op de zinsneden der rede van Mussolini, die betrekking hebben op het bondgenootschap met Duitschland, van hedenavond tot morgenochtend De maan kwam heden op te 8.04 uur en gaat onder te 18.47 uur. .J Dif Nummer bevat TWEE Bladen Binnenland De Leidsche Raad he' n één middag de begrooting 1941 j.igedaan en aange nomen. (2e Blad). De steunverleening bij den wederopbouw (2e Blad). Een groot «abotage-proces begonnen. (Bin nenland, 2e Blad). Buitenland Weer een rede van den Führer. (Ie Blad). ZIE VOORTS „LAATSTE BERICHTEN" EERSTE BLAD.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1941 | | pagina 1