Hitier tot zijn oude garde
Jaargang
DINSDAG 25 FEBRUARI 1941
No. 24822
De overwinning zal zich
herhalen
Verduisteren:
Gouden standaard zal
geen overwinnaar zijn
Duitschland
en Mussolini's rede
19.11 uur
8.35 uur
EERSTE BLAD
Feiten van den dag
LEIDSCH
DAGBLAD
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
PRIJS DER ADVERTENTIES
32 ets. per regel voor advertenties uit Leiden en plaatsen waar agentschappen
van ons Blad zijn gevestigd. Andere advertenties 37 ets. per regel. Minimum
5 regels. - Verplicht bewijsnummer 5 ets. - Incassokosten volgens postrecht.
„Kleine Advertenties" (hoogstens 30 woorden) uitsluitend bij vooruitbetaling,
alleen 's Woensdags en 's Zaterdags 55 ets. - Voor toezending van brieven
wordt 10 ets. berekend.
Bureau Witte Singel no. 1, hoek Noordeindsplein
Telef. nrs. Directie en Administratie 25041 (2 lijnen)
Redactie 21507
Postcheque- en Girodienst no. 57055 - Postbus no. 54
PRIJS DEZER COURANT
Voor Leiden en gemeenten, waar agentschappen gevestigd zijn:
per 3 maandenƒ2.35
per weekƒ0.18
Franco per post ƒ2.35 per 3 maanden portokosten
(voor binnenland ƒ0.80 per 3 mnd.)
Ter gelegenheid van het feit, dat gisteren
21 jaar geleden de N.S.D.A.P. werd opge
richt, heeft Hitier te Mündhen het woord
gevoerd tot zijn oude garde.
Hitier begon zijn rede weer met een uit-
gebreiden terugblik te werpen op -de oprich
ting der partij en op de afkondiging van het
partijprogramma, dat, naar hij onder
streepte, in de sindsdien vervlogen jaren op
geen. enkel punt is gewijzigd. Hij wees op
het verschil tusschen deze partij en alle an
dere partijen, hetgeen o.a. daarin bestond,
dat de N.S.D.A.P. niet de belangen van
eenige laag der bevolking wilde vertegen
woordigen, maar welbewust het Duitsche
volk in het middelpunt van haar werk en
haar strijd plaatste.
De burgerlijke en ook de marxistische
partijen, aldus Hitier, zijn toen reeds on
vruchtbaar geworden. Alleen door deze
nieuwe beweging kon de volkomen ontbin
ding van het Duitsche volk worden verhin
derd. Voor ons lag het schandelijke dictaat
van Versailles, dat Duitschland tot slaaf
wilde maken en in den ondergang wilde
storten. In twee afgescheiden kampen ver
zette het Duitsche volk zich tegen dit nood
lottige dictaat. Beide kampen hoopten op
aternationale helpers. De burgerlijke par
tijen hoopten op een vaag Volkenbondside
de marxisten op de roode internationale.
Niemand dacht aan het oude woord: „Helpt
zelf, zoo helpt u God." Ik heb dit schan
delijke dictaat geheel in mij opgenomen en
niets er van vergeten. Ik heb het bladzijde
voor bladzijde van buiten geleerd. De te
genstanders wilden een democratisch
Duitschland, niet om aan zulk een Duitsch
land later het dictaat kwijt te schelden,
maar zij hadden een democratisch Duitsch
land noodig, omdat alleen zulk een Duitsch
land dit verdrag zou nakomen. Ik zelf heb er
nooit over in twijfel verkeerd, dat op het
oogenblik, waarop het Duitsche volk zijn
bmnenlandsche crisis had overwonnen, het
vervolgens als krachtig volk van tachtig
millioen zielen het ook klaar zou spelen met
de crisis van buiten af.
Bij de schildering van den binnenlandsch-
politieken strijd der partij in den tijd der
oppositie, herinnerde Hitier er aan, dat aan
geen enkelen sterveling zoo vaak de onder
gang is aangekondigd als toen aan hem. In
dit opzicht, zoo zeide hij, ben ik daarvoor
immuun geworden. Hij herinnerde aan—de
leugens en den laster van den tegenstanj-
der. Thans, zoo voegde hij hieraan toe, voel
ik mij op mijn gemak, wanneer ik van het
buitenland de vele leugens en lasterpraatjes
hoor.
lederen dag,zou ik kunnen zeggen: Pre
cies zooals vroeger (Wie einst in Mai).
Hitier herinnerde er voorts aan. dat de
beweging uit alle tegenslagen, ook uit de
grootste tegenslagen van het jaar 1923 ster-
her dan tevoren te voorschijn is gekomen.
Uit dezen harden strijd is in de leiding van
zijn beweging een keur van de beste man
nen voortgesproten. De geweldige revolutie
die wij in Duitschland hebben verwekt,
heeft de andere wereld volkomen in slaap
gesust. Ook thans nog begrijpen die heeren
niet, dat in Europa twee volken iets gewel
dig nieuws tot stand hebben gebracht.
Evenwijdig met ons leidde ook de fascisti
sche revolutie tot hetzelfde resultaat. Tus
schen beide revoluties bestaat niet alleen
een absolute identiteit van doelstellingen,
doch ook van middelen, en bovendien een
vriendschap, die meer beteekent dan een
zuiver welbewust samengaan. Dat begrijpen
onze tegenstanders nog niet. Zij begrijpen
niet, dat, wanneer ik eenmaal een man als
vriend beschouw, ik dien man dan terzijde
sta en met deze houding geen handel drijf.
Want ik ben geen democraat en daarom
ook geen zwendelaar. Ik ben ook geen
0 W.'er, maar een man, die wenscht, dat
men hem na zijn dood de rechtvaardigheid
ten deel laat worden, dat zijn geheele le
vensstrijd slechts diende voor een enkel
groot ideaal. Op dit gebied zou ik geen
zwakte willen toonen. Daarom bestaat er
geen twijfel, dat de band, die de beide re
voluties en de beide mannen met elkaar
verbindt, onverbreekbaar is en dat wanneer
het den eenen man slechter gaat, de andere
hem zal helpen. Bovendien zullen wij immer
een gemeenschappelijken vijand verslaan.
Er is een tijd geweest, waarin Italië zeer
sterke vijandelijke krachten voor ons heeft
vastgehouden. Talrijke Britsche schepen
2ijn opgehouden en eveneens talrijke Brit
sche vliegtuigen in de Britsche koloniën
van Noord-Afrika alsmede talrijke strijd
krachten te land. Dat was voor ons heel
goed.
DUITSCHE HULP IN GEBIED DER
MIDDELLANDSCpE ZEE.
Onze strijd ter zee kan nu ^.s begin
nen. De reden ligt in het feit, dat wij
eerst de nieuwe bemanningen wilden
opleiden voor de duikbooten die thans
komen. Dat zij thans komen gaan,
daaraan behoeft men niet te twijfelen.
Twee uur geleden heb ik van den opper
bevelhebber der vloot het bericht ontvan
gen, dat zoo juist de rapporten zijn bin
nengekomen van twee dagen, waarop strijd
krachten ter zee en duikbooten 215.000 ton
■tot zinken hebben gebracht, waarvan alleen
door duikbooten 110.000 ton en daaronder
een geheel convooi, dat gisteren vernietigd
werd met 125.000 ton. De heeren zullen zich
echter van Maart en April af op heel an
dere dingen voorbereid moeten houden en
dan zullen zij bemerken, of wij dezen win
ter weer geslapen hebben en wie zijn tijd
goed heeft gebruikt. In deze lange maan
den van tevoren, waarin wij met zoo weinig
duikbooten streden, heeft Italië voor ons
sterke krachten vastgehouden. Ons kan het
thans onverschillig zijn of onze Stuka's En-
gelsche schepen in de Noordzee of in de
Middellandsche Zee kunnen aanvallen, het
blijft steeds hetzelfde. Dit eene is zeker:
waar de Britten aan het continent raken,
zullen wij hen terstond tegemoet treden en
waar Britsche schepen zich vertoonen, tre
den onze duikbooten daar tegen op totdat
het uur van de beslissing slaat. Wanneer
mijn tegenstanders gelooven mij met den
tijd te kunnen afschrikken, zeg ik het vol
gende: Ik heb leeren wachten, maar in den
tijd van het wachten, heb ik nooit ge
luierd. Wij hebben immers ook van 1923 af
tien jaar moeten wachten totdat wij einde
lijk aan de macht kwamen. Maar in die tien
jaren hebben wij gewerkt. Wat hebben wij
niet allemaal gedaan en tot stand gebracht.
Nooit stond bij ons echter het doel voorop
dat op den eersten Maart of den vijftienden
Juni of den zeventienden September dit of
dat moest gebeuren. Dat weten alleen de
journalisten van onze tegenstanders. Ook
vroeger hebben zij dat al geweten. In 1932
zeiden zij: Nu is het nationaal-socialisme
dood. De Führer heeft geweigerd. Hij is te
laf om verantwoordelijkheid te dragen. Dat
hebben onze scherpzinnige genieën gezegd,
die nu in Engeland zitten. Bij ons zijn -e
niet meer. Steeds nieuwe termijnen hebben
zij moeten noemen, totdat eindelijk de dag
kwam, waarop wij de macht overnamen.
Toen zeiden zij nu hebben zij de fout ge
maakt. Binnen zes weken of op zijr. hoogst
drie maanden is het met de nationaal-so-
cialisten afgeloopen. En in den oorlog doen
ze het net zoo. Het zijn dezelfde lieden, de
zelfde profeten en politieke wichelroede-
loopers, die thans in het Engelsche propa-
gandaministerie en in het Engelsche mini
sterie van buitenlandsche zaken zijn aange
steld. Ik behoef slechts aan de beroemde
uitspraak van een grooten Britschen staats
man te herinneren, die nog enkele dagen
voor den negenden April 1940 verklaarde:
Gode zij dank, zij hebben de autobus ge
mist. Of aan een uitspraak van den Engel-
schen opperbevelhebber: Eenige maanden
geleden was ik bezorgd, thans hebben zij
den tijd voorbij laten gaan. Bovendien heeft
hij uitsluitend jonge generaals, dat is zijn
fout.
Enkele weken later heeft deze generaal
zijn ontslag genomen, waarschijnlijk was hij
ook nog te jong. Ook thans bepalen zij weer
termijnen. In het najaar zeiden zij: wan
neer er thans geen landing komt, is alles in
orde. In het voorjaar 1941 zal Engeland het
offensief op het vasteland nemen.
Ik blijf op het Britsche offensief
wachten. Zij hebben het naar ergens
anders verplaatst. Wij moeten hen ach
terna loopen om hen te vinden. Maar
wij zullen ze vinden, waar zij ook heen
gaan; wij zullen ze ook daar vinden,
waar de slag voor hen de vernietigend-
sta uitwerking zal hebben.
GEEN DOOD GOUD VOOR DE
DUITSCHE WERKKRACHT.
Hitier herinnerde er aan, dat hij van de
wereld niets anders verlangd heeft dan dat
zij aan Duitschland dezelfde rechten zal
geven en dat hij steeds nieuwe voorstellen
aan de wereld heeft gedaan.
Wij voeren de economische politiek, die
van nut is voor het Duitsche volk. Ik meng»
mij ook niet in de zaken van anderen. Wan
neer zij op zakken goud willen gaan zitten,
laat zij hun gang gaan. Maar wanneer men
zegt: „Doet u het ook," dan zal ik mij er
voor hoeden om voor de Duitsche werk
kracht dood goud te koopen. Ik heb de
Duitsche arbeidskracht, de producten van
het Duitsche leven op het spel gezet en het
reuitaat van onze economische politiek ge
tuigt voor ons en niet voor de goudstaten.
Zeer zeker hebben wij achter onze economi
sche politiek ook de geordende kracht en
de discipline van de natie geplaatst. De
economische strijd heeft opgehouden. Uiter
aard was daartoe een algemeen sociaal fun
dament noodig. Men kan thans geen staten
meer opbouwen op een kapitalistischen
grondslag. Op den duur ontwaken de volken
en wanneer men meent, door den oorlog
het ontwaken der volken te kunnen ver
hinderen, dan meent men verkeerd, want
daardoor wordt het ontwaken juist bespoe
digd. Deze staten zullen wegzinken in fi-
nancieele catastrophes, welke den grond
slag van hun eigen financieele kracht zul
len vernietigen. Uit dezen oorlog zal niet de
gouden standaard als overwinnaar zijn in
trede doen. En zij zullen onder elkaar den
voor hem noodigen handel drijven. De
volken zullen het in de toekomst van de
hand wijzen om van een bankier voorschrif
ten in ontvangst te moeten nemen over
hun handelspolitiek. Zij zullen de handels
politiek voeren, die voor hen goed is. En wij
kunnen gerust zeggen: Duitschland is een
geweldige economische factor, niet alleen
als producent maar ook als consument. Wij
hebben een groot afzetgebied, maar wij zijn
ook de grootste koopers.
Wij hebben niets tegen de andere we
reld gehad. Nooit heb ik verlangd, dat
Amerika of Engeland of een ander ons
goud zou schenken. Dat hebben wij niet
noodig. Dat mogen zij houden. Maar wij
voeren niet onze economische politiek
volgens de wenschen van de bankiers in
New York of Londen, maar uitsluitend
volgens de belangen van het Duitsche
volk. En op dit punt ben ik een fana
tiek socialist, die altijd slechts de ge
zamenlijke belangen van zijn volk voor
oogen houdt. Ik ben niet de knecht van
een der internationale bankconsortia. Ik
ben aan geen enkele kapitalistische
groep iets verplicht. Onze beweging is
een Duitsche volksbeweging.
Wij zijn daarom verplicht aan het Duit
sche volk. Zijn belangen geven richting aan
onze economische politiek. Wanneer de an
dere wereld zegt: dus dan oorlog, dan kan
ik slechts zeggen: goed ik wil den oorlog
niet, maar de vroomste kan niet in vrede
leven, wanneer het den boozen buurman
niet bevalt. Ik behoor niet tót diegenen, die
beginnen te jammeren, wanneer zij zulk een
oorlog zien aankomen.
Hitier herinnerde er voorts aan hoe hij
steeds nieuwe voorstellen aan Engeland en
Frankrijk heeft gedaan en hoe deze van de
hand werden gewezen. Voorts stond spr.
stil bij de geschiedenis der vorming van de
Duitsche weermacht.
Een Amerikaansche generaal heeft nog
slechts enkele dagen geleden voor de com
missie van onderzoek uit het Congres ver
klaard, dat Churchill hem in 1936 persoon
lijk heeft verzekerd: Duitschland wordt ons
te machtig, het moet worden vernietigd. Ik
zal alles in het werk" stellen om met deze
vernietiging te beginnen. Ik heb voor Chur
chill gewaarschuwd, vervolgde Hitier. Zoo
dra ik echter merkte, dat in Engeland een
bepaalde kliek, aangevuurd door het joden
dom, bewust en vastberaden tot den oorlog
ophitste en naar den oorlog dreef, heb ik
op hetzelfde oogenblik van mijn kant alle
voorbereidingen getroffen om de Duitsche
natie te bewapenen. Ik heb dat grondig ge
daan. Wanneer thans de anderen zeggen:
We doen dit en dat, dan kan ik slechts zeg
gen: Ik heb het al gedaan.
Zij vertellen mij geen sprookjes, want
ik ben deskundig, specialist in bewape
ningsaangelegenheden. Ik weet heel
precies wat men van menschen kan
maken en wat men er niet van kan
maken. Ik heb tijdig het Duitsche volk
daarop ingesteld. Ik kan ook Europa er
op instellen en doe het ook.
Ik zie het conflict met kalmte-tegemoet,
moge slechts de andere partij het met de
zelfde kalmte tegemoet zien. Ik steun daar
bij op de beste weermacht ter wereld, op
de beste weermacht, die het Duitsche volk
ooit heeft bezeten.
VAGE VERWACHTINGEN VAN DEN
TEGENSTANDER.
Vervolgens zeggen de anderen, aldus Hit-
Ier, de winter zal Duitschland op de knieën
dwingen. Ach, het Duitsche volk is tamelijk
bestand tegen den winter, het heeft reeds
vele duizenden winters doorgemaakt. Dan
zeggen zij weer: er zal honger komen. Op
dat punt hebben wij voorzorgsmaatregelen
genomen, want wij kennen de vriendelijke
gevoelens van onze tegenstanders jegens
medemenschen. Wij weten, dat de honger
daar eerder komt dan bij ons. Vervolgens
beroepen zij zich op den tijd, die moet hel
pen De tijd helpt echter altijd slechts dien-
gene, die werkt. En in Duitschland wordt
gewerkt. Alles welbeschouwd zijn al deze
vage verwachtingen terecht naïef. Het
Duitsche volk heeft een ontwikkeling van
vele duizenden jaren achter zich; in deze
tijden heeft ons volk de zwaarste slagen
van het noodlot doorstaan. Het zal alles
doorstaan, wat heden en toekomst het bren
gen, evenals het het verleden doorstaan
heeft. Maar het zal alles nog beter te boven
komen, omdat er wel altijd een Duitsch
volk geweest is, maar niet altijd de Duit
sche eenheid van thans. Er heeft ook niet
altijd de leiding bestaan, die het Duitsche
volk thans bezit. Ik heb het reeds tegen
veel democratische tegenstanders opgeno-
men. Tot dusver ben ik altijd nog als over
winnaar uit dezen strijd te voorschijn ge
komen. Ik geloof, dat ook deze strijd niet
onder andere omstandigheden plaats vindt,
d. w. z. dat de sterkteverhouding dezelfde
is als toen. Ik ben de Voorzienigheid dank
baar, dat, nu deze strijd eenmaal niet lan
ger kon uitblijven, hij tijdens mijn leven is
uitgebroken en op een tijd, waarin ik mij
nog flink en sterk voel. En juist thans voel
ik mij heel monter.
De lente komt, die wij allen begroe
ten. De tijd breekt weer aan, waarin
men de krachten kan meten. Ik weet,
dat ondanks de vreeselijke hardheid
van den strijd op dit oogenblik mil
lioenen Duitsche soldaten net zoo den
ken als ik. Wij hebben een jaar achter
ons van ongeloofelijke successen, ook
van zware offers niet gezien in het
algemeen, maar toch in het afzonderlijk
verband.
Wij weten echter, dat wij niets cadeau
hebben gekregen, doch dat ontelbare Duit
sche mannen aan het front met de grootste
dapperheid het leven op het spel hebben
gezet en nog onverstoorbaar op het spel
zetten. Wat zoovele van onze mannen pres-
teeren, heeft men nog nooit meegemaakt.
Nog nooit waren er betere en dapperder
soldaten. Wij, oude nationaal socialisten,
zijn bijzonder trotsch op hen, want wij zijn
toch niet anders dan een enkele oude
frontpartij van den wereldoorlog. Voor deze
oude nationaal socialisten was het een ge
weldige voldoening thans datgene werke
lijkheid te zien worden waarvoor zij toen
goed en bloed hebben veil gehad zonder
iets te kunnen bereiken. Zij zijn trotsch op
hun zoons, op de jonge soldaten van het
Derde Rijk.
EEN NIEUW GEVECHTSJAAR
BREEKT AAN.
Wij staan voor een nieuw gevechtsjaar.
Wij weten allemaal dat het groote beslis
singen zal brengen en blikken met vast
vertrouwen in de toekomst. Wij hebben de
hardste school doorloopen, die menschen
doorloopen kunnen en weten, dat deze
gróote offers niet vergeefsch waren, want
wij gelooven hier ook aan een rechtvaardig
heid.
De Voorzienigheid heeft ons niet tever
geefs dezen wonderbaren weg laten opgaan.
Ik heb op den dag der oprichting van de
beweging eens het volgende gezegd:
Ons volk heeft geweldige overwinningen
behaald, maar toen is het ondankbaar ge
worden en heeft zich de straf van de Voor
zienigheid op den hals gehaald. Wij waren
er toen van overtuigd, dat wanneer ons volk
weer vlijtig en achtenswaardig wordt, wan
neer elke Duitscher voor zijn volk opkomt
en niet voor zichzelf alleen, dan zal eens
het uur komen, waarop God de Heer onze
beproeving voor geëindigd verklaart en
wanneer dan het lot ons nog eens naar het
slagveld roept, dan zal Zijn zegen berusten
bij hen, die den zegen in harden arbeid van
tientallen jaren hebben verdiend.
En dat kan ik thans zeggen, zoo besloot
Hitier zijn rede, die steeds weer met zeer
grooten bijval werd onderbroken.
„Wanneer ik naar mijn tegenstanders
kijk, in andere landen, dan wordt het mij
niet bang te moede bij het afwegen van
mijn gevoelens. Wie zijn zij, deze egoïsten?
Elk van hen komt slechts op voor de be
langen van zijn stand. Achter hen allen
staat of wel de jood of wel de eigen geld
zak. Zij zijn allen niets dan geldverdieners.
Zij leven van de winst van dezen oorlog.
Daarop kan geen zegen rusten. Tegenover
deze lieden treed ik op als niets anders dan
de strijder voor mijn volk. Voor dit volk
kom ik op en ik ben er van overtuigd, dat
evenals deze strijd door de Voorzienigheid
gezegend werd, hij ook in de toekomst ge
zegend zal zijn. Een en twintig jaar geleden
kwam ik ook voor mijn volk op als een on
bekende en in deze 21 jaar is er een nieuwe
wereld ontstaan. De weg van thans naar de
de toekomst zal gemakkelijker zijn dan de
weg van 24 Febr. 1920 tot heden op deze
plek. Zoo zie ik met een fanatiek vertrou
wen de toekomst tegemoet. Het geheele volk
staat thans aangetreden. Ik weet, dat wan
neer het commando: voorwaarts marsch
weerklinkt, alles optrekt."
DUITSCHE PERSSTEMMEN.
Als kernpunten van de gisteren door den
Fuehrer uitgesproken redevoering noemen
de Duitsche bladen de bereidheid tot den
strijd en de zekerhel-J der overwinning, die
gesproken heeft uit de woorden van Adolf
Hitler. De bladen leggen den nadruk op de
onbeperkte bereidheid en den wil van het
Duitsche volk om in ieder geval gevolg te
geven aan het bevel van den Fuehrer tot
den strijd.
De Voelkischer Beobachter noemt de uit
eenzettingen van Adolf Hitler een rede tot
den opmarsch naar de overwinning." De
Fuehrer weet, dat wij ongeduldig zijn. zco
verklaart het blad. Hij weet, dat niet alleen
de mlllioenen van zijn soldaten, maar dat
alle Duitschers de dagen verbeiden, die de
verstijving van den winter, van de pauze,
zullen opheffen en ons weer in het nauw
ste conact zullen brengen met den vijand.
Met vreugde hebben wij de nieuwe, man
nelijke gelofte vernomen van trouw van 1
Adolf Hitler jegens Italië, dat de gemeen- j
schappelijke zaak zoo zware offers heeft
gebracht. Wij zouden ons zelf moeten ver
achten, wanneer wij ook maar een spoor in
ons zouden weten van dien lagen geest,
die het den Engelschen mogelijk heeft ge
maakt al hun bondgenooten koel glimla
chend af te schrijven op het oogenblik, dat
zij militaire nederlagen leden.
De Berliner Boersenzeitung herinnert
aan de redevoering van den Duce en merkt
op, dat de „afgemeten, maar zware hamer
slagen uit Berlijn en Rome" het begin zul
len zijn van een voorjaar, welks noodlots-
zwaarte In de geschiedenis van Groot Brit-
tannië haar weerga niet zal hebben. Wat
de Fuehrer in den loop van dezen oorlog
heeft aangekondigd, is nog steeds in ver
vulling gegaan. Want hij weet precies welk
volume de Duitsche weermacht heeft en
weet het effect van het optreden van deze
kracht vlijmscherp te ramen.
De Deutsche Allgemeine Zeitung noemt
de mededeeling van Adolf Hitler, dat de
Duitsche marine alleen de laatste twee
dagen 217.000 ton vijandelijke scheeps-
ruimte tot zinken heeft gebracht, een voor
proefje van de komende dingen in den oor
log van 1941. Het blad wijst erop, dat de
Fuehrer en de Duce met dezelfde ijskoude
taal en nuchterheid en met de uiterste za
kelijkheid hebben gesproken. Deze vormen
een indrukwekkende tegenstelling tot de
wanhopige autosuggestie van de democra
tische politici. Op den drempel van de
nieuwe gevechten van 1941, zoo constateert
het blad ten slotte, behoort het initiatief
der oorlogsvoering precies zoo als tot dus
ver, aan de spil. Het lot van Europa volgt
dfn wil van zijn revolutionhaire leiders,
omdat achter hen het zegevierende geloof
van hun volken en de geweldige macht der
betere wapens staan.
Van wel ingelichte zijnde verneemt het
A.N.P. uit Berlijn:
De rede van Mussolini heeft in politieke
kringen een zeer sterken indruk gemaakt.
In de Wilhelmstrasse hoorde men alge
meen de opvatting verkondigen, dat deze
rede ook het formeele einde van alle „com
binaties" beteekent, die men in Engeland
over den pohtieken toestand in Italië heeft
gemaakt. In politieke kringen van de rijks
hoofdstad is men bijzonder onder den in
druk gekomen van de openhartigheid en
duidelijkheid, waarmede Mussolini de groo
te kwesties, die het volk bezig houden, heeft
uiteengezet. Op dat punt is de tegenstel
ling tot de gewoonten der democratieën
treffend duidelijk geworden. Deze rede van
Mussolini, zoo verklaart men, zal in de ge
schiedenis van Italië's triomftocht in den
strijd voor zijn levensgebied worden opge-
teekend als de groote geloofsbelijdenis van
de eigen kracht en de trouw, die Italië met
zijn bondgenooten verbindt. Daar de En
gelschen zich genoopt voelen juist com
mentaar te leveren op de zinsneden der
rede van Mussolini, die betrekking hebben
op het bondgenootschap met Duitschland,
van hedenavond
tot morgenochtend
De maan kwam heden op
te 8.04 uur en gaat onder te
18.47 uur.
.J
Dif Nummer bevat TWEE Bladen
Binnenland
De Leidsche Raad he' n één middag de
begrooting 1941 j.igedaan en aange
nomen. (2e Blad).
De steunverleening bij den wederopbouw
(2e Blad).
Een groot «abotage-proces begonnen. (Bin
nenland, 2e Blad).
Buitenland
Weer een rede van den Führer. (Ie Blad).
ZIE VOORTS „LAATSTE BERICHTEN"
EERSTE BLAD.