Eerste Lenteboden - Opgravingen - Ochtendgymnastiek door de radio
81ste Jaargang LEiDSCH DAGBLAD Tweede Blad
FEUILLETON
Het Noodlot van de
Ransome Rovers
DE NEDERLANDSCHE OMROEP ZENDT TEGENWOORDIG OCHTENDGYMNASTIEK UIT. DUIT$CHE ZWEEFVLIEGTUIGENTENTOONSTELLIN G IN MADRID. In samenwerking van Spaansche en
OOK DE WERKSTERS IN HET STUDIO-GEBOUW TE HILVERSUM OEFENEN MET VEEL ANIMO TIJDENS Duitsche instanties werd in Christall-Pavillon in Madrid een Ditftsche zweefvliegtuigententoonstelling ge-
DEZE UITZENDINGEN MEE. (Polyfoon) opend. NSFK-Obersturmführer Persiehl geeft inlichtingen aan Spaansche bezoekers. (Hoffmann),
GESCHUT, VUUREen foto van schietoefeningen van een artillerie
regiment. De granaat heeft juist den loop verlaten, waarvan de mond door
een witte rookwolk omgeven is. (Holland),
DE EERSTE LENTE-BODEN. Op verschillende plaatsen in West-Fries
land zijn de eerste sneeuwklokjes reeds te voorschijn gekomen, welke
met het heerlijke zonnetje het naderend voorjaar aankondigen.
(Polygoon)
SLOOPERS NEMEN HUN INTREK in het Hotel Nieuw Bussum. Het be
kende Hotel Nieuw Bussum zal weldra onder sloopershanden vallen. (Holl),
MEN IS TE RHENEN 'THANS
BEZIG met wetenschappelijke
opgravingen binnen de muren van
het oude stadje. Deze geschieden
onder leiding van prof. dr. A. E.
van Giffen, hoogleeraar in de ar-
chaeologie te Groningen. Het doel
is, na te gaan of op deze plaats nog
sporen zijn te vinden van neder
zettingen. welke dateeren van
vóór de ommuring.
(Polygoon)
Een roman uit de voetbalwereld,
door J. WILMAN.
(47
„Tja. Hier is het bewijs." Steve klapte
het étui dicht en legde het op de oude
Plaats. Toen hij weer voor de safe neer
hurkte, herinnerde Brooks hem norsch:
„Je wou iets bekijken en je hebt het be
keken. Opgeschoten! Hoe eerder weg, hoe
beter!"
„Een oogenblik. Dat moet er nog af. An
ders zou ik half werk hebben gedaan."
Hanley zocht tusschen de netjes gerang
schikte paperassen en had al gauw waar
het hem om te doen was: eenige strookjes
Papier, met een clip bijeengehouden. Het
waren er zes.
„Accepten, door Arthur geteekend," zei
hij. „Er zit climax in de bedragen tot een
totaal van honderd zestig pond. Ze zijn een
Paar maal verlengd, maar de definitieve
■vervaldag is 4 November, 's middags twaalf
uur. Ja, ik dacht wel, dat het overmorgen
een belangrijke dag voor Henline worden
zou!" Steve legde de schuldbekentenissen
Waar hij ze had gevonden en Brooks sloot
de safe.
„krankzinnig gedoe!" mopperde de trai
ner. „Al die beweging om. niks!"
„Dat denk jij," antwoordde Steve op
vlakken toon.
Zij bereikten zonder incident weer het
achter Park Avenue gelegen wandelpad en
bleven bij elkaar tot zij het stadscentrum
waren genaderd. Daar nam Brooks een bus
naar de Eastern Meadows; Hanley en Cur
tis stapten naar Church Street, waar Steve
zijn Chrysler in een garage had onderge
bracht. Onmiddellijk reden zij naar Shields,
een dorp ongeveer twintig kilometer van
Ransome.
Tijdens den rit informeerde Cyril: „Wordt
het spelletje herhaald en loopen we wéér de
voordeur voorbij?"
„Niets er van! We schellen beleefd aan.
Jij bent voor de feestvoorstelling Mr. James
Dixon en ik Mr. Peter Swane, particulier
detective, door jou gecharterd om een
schavuit achter de pantalon te rijden. Het
zal bij de visite anders toegaan dan je nor
maal lijkt, maar verwonder je nergens
over."
„Hoe anders? En waarom moet ik me ner
gens over verwonderen?"
„Brave makker, gun mé een pretje! Ik
weet, dat het overbodig is, maar ik heb er
nu eenmaal schik in! Slater nam ons te
pakken ik vind geen rust. eer ik op mijn
beurt hem te pakken heb. Een drama pakt
me altoos het sterkst wanneer het als
klucht begint.""-
„Jij hebt een smaak om van te rillen.
Denk je, dat de comedie van Dixon en
Swane opgaat? Je sprak Slater een keer of
wat in Londen. Daarna ontmoette je hem
in de speelgelegenheid boven de „Glad
stone." Hij heeft de truc zóó door."
Steve zei hoofdschuddend: „Onze vriend
is slecht van gezicht. Hij kan de eene kaart
niet van de andere onderscheiden; van
daar dat hij nooit meegokt. Thomas stelt
zich met de revenuen van zijn onderneming
tevreden en die moeten niet voor de poes
zijn. Wees niet benauwd, bij een gesjochten
jongen op visite te gaan en met leege han
den terug te keeren. Er is plenty aanwezig.
Hij is trouwens van het soort, dat zich
altijd in de nabijheid van den schat koes
tert." Hanley minderde vaart, sloeg een
smallen zijweg in en stopte even later. „Ge
schikte plek voor een kort doch noodzake
lijk oponthoud."
Verbaasd vroeg Cyril: „Hier? Mijn oogen
zijn prima. Toch ontdek ik nergens een ge
legenheid, waar jij whisky kunt tanken."
„Achterdochtig sujet!" Steve verliet zijn
plaats aan het stuur, opende de coupédeur
en knipte het licht aan. Na een doos te
voorschijn te hebben gehaald, riep hij Cur
tis. „Maak je opwachting bij den grimeur!"
„Moet die flauwe vertooning?" informeer
de Cyril kregel, zoodra hij gemerkt had wat
de doos inhield. „Ik heb stierlijk het land
aan vermommingen!"
„Kom, kom! Als je voor Kerstmannetje
bij de kleuters van je zuster speelt, ver
schijn je toch óók met een gehuurd ge
zicht!"
„Ik ben geen zuster rijk. De kleuters zijn
dus even legendarisch."
„Altijd rekening houden met de miniem-
s'.e mogelijkheid. De gastheer zou ons kun
nen herkennen. Hij is bovendien niet alleen.
Ik heb een snoeperig Van Dyck-baardje
voor jou, eea keurig bijpassend kneveltje
en een artistieke pruik. In een ommezien
heb ik een knappen vent van je gemaakt
van zoo tegen de veertig. De spullen zijn
prima, want ze zijn afkomstig van inspec
teur Gore." Nadat Hanley zijn vriend had
afgewerkt, versierde hij zichzelf met een
haardoos van bruine krullen en voltooide
de veranderingen aan zijn uiterlijk met
snor en puntbaard. „Een geluk, dat Nora
Grasham je zóó niet ziet. Je was haar
kwijt, vrind!"
Terwijl Steve den auto achteruit naar den
grooten weg reed, foeterde Curtis: „Het had
net zoo goed buiten die maskerade gekund.
Waarom den bediende niet getorpedeerd
zoodra hij de deur opendoet en dan met
Henry de zaakjes vereffend?"
Hanley antwoordde: „Wacht tot je hem
gezien hebt." Verongelijkt liet hij er op
volgen: „Anders verwijt je me steevast, dat
ik een onverbeterlijke vechtersbaas ben, die
in den ring thuishoort. Is dat consequent,
broeder?"
vril's repliek bleef achterwege. Hij had
het druk genoeg met zijn recalcitranten
hoed, die op.de dikke pruik stond te balan-
ceeren nu Steve er weer een stevig gangetje
in had, en hij moest hem met beide han
den vast houden. De rit duurde echter niet
lang meer. Na een klein kwartier stopte
Hanley en zei: „Aanschouw den huize
„Carpe Diem". We zijn er."
Een geducht uit d« kluiten geschoten be
diende deed op het schellen open. Slechts
zóó ver, dat zijn massieve body den toegang
volkomen veilig stelde. Toen hij de bood
schap had aangehoord zei hij, dat Mr. Bow
ser geen bezoeken ontving, die niet van te
voren waren aangekondigd.
„Er zijn bezoeken, die nu eenmaal van
tevoren niet aangekondigd kunnen worden.
Zooals dit," antwoordde Steve rustig. Hij
haalde een kaartje uit zijn portefeuille en
gaf het den knecht. „Ik ben Peter Swane,
particulier detective uit Londen. Deze me
neer is James Dixon, mijn opdrachtgever,
evéneens uit Londen. Breng Mr. Bowser de
boodschap over en zeg er bij, dat we in een
zeer delicate kwestie komen. Als je het
woord delicaat niet mocht kennen, wil ik
het je wel voorspellen". Op je gezicht, dacht
hij, maar zei het niet.
„Wacht", besliste de mannetjesputter
norsch. „Ik geloof niet, dat het wat uit
haalt, maar ik wil het probeeren."
Toen hij weg was, keek Steve zijn vriend
grijnzend aan. „Benieuwd naar je oordeel
een pooteling of niet?"
„Merk uitsmijter," knikte Curtis.
„Zoo ongeveer ja. Niet dat ik benauwd
ben om het tegen hem op te nemen. Maar
ik kwam beslist niet onbeschadigd uit de
arena. Moet het dus niet per se, dan houd
ik de handen in den zak. Ik voel een lichte
aardbeving onze honderd twintig kilo is
in aantocht."
Mr. Bowser bleek er niet zoo ongunstig
over te hebben gedacht als zijn factotum
had vermoed. De antwoord-nota luidde al
thans, dat hij den bezoekers wel tien mi
nuten kon toestaan.
In de hall vroeg Steve den knecht: „Hoe
is jouw naam, gewichtige vriend?"
„Ik zou niet weten, wat die er bij noodig
heeft."
Hanley nam hem bij een khoop van zijn
dienstjasje. „Alleen jongens, die niet kaars
recht op hun onderdanen zijn gegroeid,
maken bezwaar als een detective vraagt,
onder welken naam ze door het leven
reizen."
„Tums," snauwde de kerel.
„Tums," herhaalde Steve. Hij klakte goed
keurend met de tong. „Als ik ooit in de
gezegende omstandigheden verkeer een
manusje-van-alles te kunnen huren, hoop
ik dat hij een naam zal dragen, die even
makkelijk te onthouden is. Misschien wil
Mr. Bowser je tegen dien tijd wel overdoen.
En wijs ons nu den weg, Tums."
.(Wordt vervolgd).