Het Rotterdamsche stadsbeeld wordt Verfraaid - Bootenhuis op drift
81sfe Jaargang LEiDSCH DAGBLAD Tweede Blad
FEUILLETON
Het Noodlot van de
Ransome Rovers
Een roman uit de voetbalwereld,
door J. WILMAN-
i(41
..We vorderen," verzekerde Steve monter.
..Je denkt, datik met spek schiet of anders,
dat ik' je niet vertrouw. Geen van beide,
pakker." Hij liep er vlug over heen. „Brooks
lichtte Norton in. Vóór we vannacht aan
net plukharen gingen merkte ik, dat de ke-
rel mijn naam te weten was gekomen. Het
doet er trouwens nu niets meer toe. Morgen
J'ordt hij 'onderhanden genomen; van zijn
houding hangt een massa af. Doet Brooks
niet wat ik gedaan wil hebben, dan komt
Gore er aan te pas. Maar honderd maal
liever hield ik dezen er buiten."
„We v/aren verder als Gore de leiding
nad en jij achter de schermen bleef", meen
de Cyril stug.
..Vergeet niét, dat er nog een appeltje
*net Thomas Bowser valt te schillen. Aan de
panier waarop ik dat denk te doen, zou
Gore nooit zijn sanctie hechten. Er zijn
grenzen, die een politieman niet over
schrijdt al doet hij den zoon van zijn
°pperbaas nog zoo graag een plezier."
..Neem Gore dan mee als je den trainer
Je duimschroeven gaat aanzetten. Brooks
15 een gare rakker."
«%neltje, Gore!" Steve lachte. „Hij greep
me bij het nekvel wanneer hij wist, wat ik
Brooks wil voorstellen!"
„Dan ben ik van de partij."
Hanley schudde beslist het hoofd. „Jij
vertrekt morgen vroeg naar Londen en
haalt de imitatie van den bracelet van kei
zerin Poppea. Doe als een brave kerel wat
ik zeg en stel geen vragen, die ik voor het
oogenblik toch niet kan beantwoorden. Zórg
dat je om 4.27 terug bent. Je vindt mij aan
het station en ik deel je het resultaat mee.
Weigert Brooks op het voorstel in te gaan,
dan heb jij een vergeefsche reis gemaakt en
krijgt Sullivan zóó'n bitter drankje te slik
ken als hij van zijn leven nog niet inge
nomen heeft."
XVI.
Jim Brooks lag in diepe rust toen Hanley
binnentrad. Een paar minuten beschouwde
hij den slaper zwijgend. De nachtelijke
vechtpartij had den trainer er niet mooier
op gemaakt; onder het verbonden hoofd
kwam een blauw oog te voorschijn, de neus
was gezwollen, een van de lippen in tweeën
en de mond miste eenige boventanden.
Steve schudde hem wakker.
De eerste volzinnen, door Brooks uitge-
stooten, getuigden allerminst, dat hij de
leer aanhing om de linker wang toe te kee-
ren nadat de rechter haar portie in ont
vangst genomen had. Hanley hoorde het
ongekuischte proza met bestraffenden blik
aan. Zoodra de trainer zijp hart had ge
lucht, zei hij:
„Volg mijn raad, Demostenes en beklim
het spreekgestoelte niet vóór de gaten in je
afsluitdijk zijn gedicht. Zelfs in de ernstig
ste passages zou het auditorium zich krom
lachen."
„Ik heb je gezegd op te stappen!" briesch-
te Brooks.
„Kom nu! Het is bezoekuur en aan je
halve gezicht zie ik, hoe je snakt naar een
opbeurend babbeltje."
„Geen stom woord krijg je uit me!"
„Hoeft voorloopig ook niet. Luisteren is
heilzamer in een toestand als de jouwe
je moet altoos oppassen met temperatuurs-
verhooging en zoo. Daarom ga ik iets kal-
meerends vertellen." Hanley trok een stoel
bij het bed en nam plaats.
„Er was eens het begint als een sprook
je, maar het is er om den drommel geen
er was eens een vooruitstrevende knaap die
ontdekte, dat de eerlijke weg verdraaid lang
kan wezen en die daarom een korteren
zocht. Verkeerde omgang was aan die zoe-
kerij niet vreemd. De jongeman verdiende
een behoorlijk loon in een van de bekend
ste brandkastenfabrieken, leefde niet beter
en niet slechter dan alle jongelui van zijn
slag en stak nog een pondje, extra per week
in zijn vestzak, daar hij als semi-prof voor
Sheffield Wednesday uitkwam, hetgeen in
verband met zijn betrekking alleen op Za
terdag kon. Het mes sneed alzoo aan twee
kanten, maar de dwaze jongeling liet zich
door een kameraad, die wegens wangedrag
uit het team was gezet, wijsmaken dat er
ook messen met drie snijkanten bestonden.
In de fabriek had hij (je noodige kennis
omtrent brandkasten opgedaan, hij vischte
uit aan welke adressen ze werden afgele
verd en daarop bouwde hij zijn plannen. Of
beter: de kameraad die er ten slotte in
slaagde, hem over te halen. Want ik geloof
stellig, dat de jongeman niet zou zijn be
zweken zonder de fluweelen tóng van den
ander. Daarbij kwam, dat hij zelf achterop
raakte door het ondersteunen van een broer
die, reeds een onvolwaardige arbeidskracht
voor zijn werk totaal ongeschikt werd, toen
zich bij de lichaamsgebreken nog doofheid
voegde. Zei je iets?"
Brooks zei niets. Hij lag^met gesloten
oogen en hield zich slapend. Doch de ver
teller aan het bed had de mondhoeken ner
veus zien trekken; hij wist, dat de trainer
wakker was en luisterde.
Hanley vervolgde: „Na eenige min of
meer gelukkig geslaagde operaties kuier
den ze tegen de lamp. De kameraad kwam
er genadig af; die had het altijd veiliger
geacht, voor uitkijk te spelen. De hoofdper
soon kreeg een stevigen duw, niet alleen
voor inbraak, maar bovendien voor zware
mishandeling. Toen hij namelijk bezig was
met een inbraak werd hij door een nacht
waker verrast. Het hielp hem niet dat hij
den man neersloeg; den volgenden ochtend
hadden ze hem bij den kraag. Misschien is
hij in den loop der jaren tot inzicht ge
komen, da.1} zijn uitkijk de schoone theorie
van gedeelde, smart is halve smart in prac-
tijk had gebracht en daaraan de vlugge ar
restatie van den hoofddader was te danken
misschien ook niet. Uit mezelf ben ik
echter zoo vrij om aan het verhaal toe te
voegen: voor mij staat vast, dat hij dooi'
zijn kameraad verraden is."
„Je liegt!" riep Brooks uit. „De uitkijk
werd door drie stillen besprongen! Ze wa
ren ons dien nacht nagegaan."
„Hé!" deed Hanley verbaasd. „Ken je het
verhaal? Heb je liever, dat ik een ander
vertel? Ik snijd niet op als verteller zou
ik mijn kostje kunnen ophalen. Dik zelfs."
„Ach, schei uit!" Brooks liet allen tegen
stand varen. Zijn stem klonk vermoeid.
„Waarom kan het verleden niet begraven
blijven?,';
„Ja, waarom niet? We probeeren het vaak
genoeg en steeds zonder resultaat. Omdat
het sterker is dan onze wil. Nog even en ik
ben klaar, Brooks. Het schijnt een wet van
Meden en Perzen te zijn, dat lui, die in
hotel „De harde Brits" hebben gelogeerd,
zich een anderen naam aanmeten zoodra ze
de wandeling door het leven gaan voort
zetten. Van Jim Bowser werd je Jim Brooks.
Het bleef J. B. niet onpractisch in ver
band met de initialen op het ondergoed.
Je maakte een harden tijd door en toen
het water tot aan de lippen was gestegen
zei je bij jezelf: vroeger heb ik mijn broer
Thomas geholpen, nu is het zijn beurt om
mij te helpen. Zoo kwam je naar Ransome.
Je nasporingen liepen op niets uit; je kon
ook niet weten, dat Thomas'de stad had
verlaten onder pressie, er nooit weer een
voet te zetten, wilde zijn wekelijksche uit-
keerlng niet worden ingehouden.
En toen, Brooks, onderging je de sensa
tie van je leven. Op een avond meende je
je broer gezien te hebben al kon je je eigen
oogen niet gelooven een man in bonis,
tiptop gekleed, in het bezit van een duren
wagen, met aan het stuur een chauffeur
die er niet minder duur uitzag. De baard en
snor, gesoigneerder dan ooit, de blauwe
bril, de bochel het klopte. Het sprak van
zelf, dat de ouderwetsche ordinaire hoorn
overeenkomstig den nieuwen stand was ver
vangen door een kostbare microphoon aan
een goud kettinkje. Je vischte uit waar hij
woonde eii den volgenden ochtend bracht
je hem een visite. Zóó stonden jullie van
aangezicht tot aangezicht, of je sloeg bijna
wéér achterover: die man al had hij precies
dezelfde lichamelijke gebreken als je broer,
vas je broer niet!"
(Wordt vervolgd), j
ALS ONDERDEEL VAN DE WERKZAAMHEDEN, welke noodig
zijn om de Schie om te toöveren in een breeden boulevard tugschen
het centrum van Rotterdam en het nieuwere gedeelte Blijdorp, is
men begonnen met het verwijderen van de bruggen
over de voormalige Schie. (Polygoon)
DE MOLEN ACCENTUEERT IN DE ZAANSTREEK HET LANDSCHAP. Het is dan ook jammer, dat de
oude en karakteristieke molen „De Oranjeboom" (Westzaan) in handen van den slooper is gevallen.
De ontwiekte „Oranjeboom". (Polygoon)'
OP DE VECHT BIJ WEESP is
een bootenhuis op drift geraakt.
Men heeft den vluchteling achter
haald en weer stevig
vastgelegd. (Polygoon)
KROONPRINS UMBERTO VAN ITALIË BEZOCHT EEN MILI
TAIRE SCHOOL. DE PRINS INSPECTEERT DE CADETTEN.
(Holland)
EEN ELEGANT HOEDJE MET
EEN VLOTTEN STRIK VAN
VISCHLEDER. (Holland)
KRIJGSGEVANGENEN VAN
EEN BRITSCHEN HULPKRUISER IN EEN DUITSCHE HAVEN. (Holland)