Ons Kort Verhaal LEIDSCH DAGBLAD - Tweede Bied Zaterdag 8 Februari 1941 Drie maanden Winterhulp Onderhoud met den heer Piek KERK- EN SCHOOLNIEUWS In totaal 3'millioen gulden bijeengebracht Het hondje Reizen en avonturen van Mijnheer Prikkebeen Kou - Griep - Pijn. De heer Arie Cozyn overleden Onze telefoonnummers Directie en Administratie25041 Redactie No. 21507 Naar aanleiding van liet feit, dat de stichting Winterhulp Nederland nu onge- reer drie maanden bestaat heeft een ver slaggever van het A.N.P. een onderhoud gehad met een der naaste medewerkers van den directeur-generaal, den heer Piek, over den gang van zaken en de resultaten gedurende deze periode. Hieraan wordt het volgende ontleend: Toen Winterhulp Nederland eind Octo ber 1940 werd opgericht was er geen enkele organisatie, terwijl daar nog bijkwam, dat dit mooie sociale werk onder de groote massa van onze bevolking nagenoeg nog geen bekendheid genoot en de meeste Ne derlanders hiervan slechts op de hoogte iraren door de steeds ln succes opklim mende resultaten van de Wlnterhilfe in Dultschland. Doch thans is dit reeds anders gewor den. Ook in Nederland heeft de gedachte van de winterhulpactie weerklank gevon den en geleidelijk heeft het Nederlandsche publiek zich meer en meer en in steeds breeder lagen ,met dit werk vertrouwd ge maakt en er zijn sympathie aan gegeven. Dit blijkt ook wel duidelijk uit de tot dusver behaalde resultaten. Want bij een beschouwing van de binnengekomen gel den kan. zonder op de juiste uitkomst vooruit te loopen, gevoeglijk worden aan genomen, dat in de afgeloopen drie maan den het Nederlandsche volk ruw geschat circa 3 millioen gulden heeft bijeenge bracht. Daarnaast is het verheugend te kunnen constateeren, dat op dit oogenblik onge veer hetzelfde bedrag voor de behoeftige Nederlanders beschikbaar is gesteld. De directeur-generaal heeft zich n.l. op het standpunt gesteld, dat in deze koude- periode de belangen van de behoeftigen vóór moesten gaan en daarom heeft hij geen moment geaarzeld in Januari alle ingekomen fondsen direct voor uitkeerlng ter beschikking van de burgemeesters te stellen, natuurlijk in het vaste vertrouwen, dat ook de volgende collecten deze ge dragslijn ten volle zullen rechtvaardigen, zoodat hij eveneens bij de eerstkomende uitkeerlng ln staat zal zijn den dringenden nöod zooveel mogelijk te lenigen. In dit verband moge de hoop worden uitgespro ken, dat dit vertrouwen niet zal worden beschaamd, en dit zal zeker niet gebeuren, indien iedere Nederlander, die iets kan missen, naar vermogen zijn bijdrage of fert ten bate van zijn landgenooten, die in minder gelukkige omstandigheden ver- keeren. Dit is een sociale plicht, waarvan allen moeten zijn doordrongen, terwijl sen bovendien na het brengen van zijn offer de voldoening kan smaken, dat mede daardoor opnieuw een zonnestraal kon worden gebracht in vele gezinnen, welke tot dusver helaas dergelijke warmtestralen veelal moesten ontberen. Moge daarom de komende collecte op 14 en 15 Februari staan in den zin van óen volgenden rijm: Geeft wat ge kunt Voor arme landgenooten, Hun zij gegund. Wat gij reeds hebt genoten. Schenkt daarom mild, Om 't lijden te verzachten. De nood zij dan gestild, Vervuld het blij verwachten. In het onderhoud kwam verder ter sprake óe vraag, hoe het mogelijk is, dat gemeen ten een grooter bedrag voor uitkeeringen ontvangen dan de opbrengst van de col lecten in de desbetreffende gemeente is. Hierbij moet in het oog worden gehouden, óat er naast de opbrengst der collecten ook nog een aanzienlijk bedrag aan giften bnnenvloeit, Zoo werd b.v, in November ontvangen 800.000 van de collecte en 600.000 gulden aan giften. Hiervan is toen in De cember 900.000 gulden uitgekeerd, terwijl het overgebleven gedeelte in Januari ge voegd ls bij het nadien ontvangen bedrag san collecten en giften als gevolg waarvan óe meeste gemeenten in Januari meer hebben kunnen krijgen dan de laatste op brengst der collecte. Uit het voorgaande blijkt voorts wel dui delijk, dat en zulks in tegenstelling met allerlei wilde geruchten in de groel-periode van Winterhulp Nederland al het door óe Nederlanders bijeengebrachte geld voor oehoeftige Nederlanders is besteed. In dit verband moge er nog even aan worden herinnerd, dat in het begin der winterhulp-actie bij een deel van het Ne- derlandsch publiek het bezwaar bestond, dat de bezettende overheid behulpzaam is geweest bij de oprichting der stichting. Uit de besteding van de gelden kan men ech ter zien. dat er een Nederlandsch belang ®ee is gediend en aan het eind van deze eerste drie maanden werken mag toch wel worden geconstateerd dat de hulp, welke de bezettende macht bij de oprlch- nng van deze sociale instelling heeft ver- ,eei]d, allerminst laakbaar, doch integen deel te waardeeren is geweest. Een volgend punt van het vraaggesprek betrof de van sommige zijden gemaakte opmerking, dat de collecten voor de win terhulp elkaar te snel opvolgen, als gevolg waarvan een zekere „collecte-moeheid" zou ontstaan. Het antwoord hierop was, dat uit argument geheel en al als onjuist moet worden aangemerkt. in de eerste plaats werden vroeger veel ™ecr collecten gehouden en wel in sommi- vr Plaatsen bijna eens per week, terwijl mans bij het kleiner aantal inzamelin gen bovendien voor den gever een totaal overzicht aanwezig is hoe en waar het geld *°tdt besteed. En wanneer dan iemand hoort, dat het tot nog toe voor de winterhulp opgebrach te geld nog slechts een deel Is van de som, noodig om alle in nood verkeerende Nederlanders eenigszins toereikend voort te helpen, dan zal hij toch zeker genegen zijn zijn offer te brengen voor dit werk tot instandhouding van de Nederlandsche volkskracht en het brengen van vreugde in het leven diergenen, voor wie de mate- rieele nood zoo drukkend is. Ten slotte kwam de kwestie der waarde bonnen ter sprake Helaas bestaan omtrent deze bonnen nog steeds misvattingen en wel voornamelijk deze, dat de winkelier niet direct aan zijn geld zou kunnen ko men. De oorzaak van dit misverstand moet gezocht worden in het feit, dat op de eerste serie der uitgegeven waardebonnen stond vermeld: „de terugbetaling van de waarde van dezen bon vindt uiterlijk op den 15en Mei 1941 plaats bij alle banken en spaarbanken" Hieruit heeft men abusievelijk de ge volgtrekking gemaakt, dat bij inlevering van de bonnen de uitbetaling op zich zou laten wachten tot uiterlijk 15 Mei. Niets is echter minder waar, want in werkelijkheid beteekende deze clausule, welke in dien vorm op de nieuwe bonnen niet meer voor komt, dat iedere waardebon door den be trokken leverancier onmiddellijk na ont vangst en voor het volle bedrag bij alle banken en spaarbanken kon worden ver zilverd. Aileen de mogelijkheid voor deze verzilvering werd aan een termijn gebon den, zoodat bij niet tijdige aanbieding na 15 Mei de bonnen waardeloos zouden wor den. PREDIKBEURTEN. VOOR ZONDAG 9 FEBRUARI. Leiden Chr. Geref. Gem. (Steenschuur) voorm. 10 uur (H. A.) en nam. 4 uur (Dankz.) ds. Joh. Jansen. Doopsgez. Gem.: voorm. 10% uur-, ds. tén Cate. Eglise Wallone: dix hemes et demie, Mr. E. Mlchelin Moreau, pasteur a la Haye. Evang. Luth. Gem.: v.m. 10*6 uur, ds. Bieger. Gerek. Kerk in H. V.: geen opgave. Rem. Geref. Gem.: voorm. 10% uur, ds. Mis pelblom Beyer. Ver. van Vrijz. Hervormden (Volkshuis)v.m. 10% uuiy.ds. H. H. Dorgelo van Ndardèfi. Vrije Kath. Kerk (Vreewykstr. 19)vun. 10% uur, gez. mis. Geref. Kerk (Zuiderkerk)voorm, 10 uur, cand.'G. van Doornik van Delft; nam. 4 uur, ds. A. Hordijk van Loenen a. d. Vecht. Geref. Kerk (Heerengracht): voorm. 10 uur cand. v. d. Schaaf; nam. 4 uur cand. v. Doornik. Geref. Kerk (Oude Vest): voorm. 10 uur, ds. Hordijk; nam. 4 uur, dr. Westerink. Geref. Kerk (Morschweg): voorm. 10 uur ds. A. Merkeleyn, em. pred.; nam. 4 uur, cand. v. d. Schaaf. Hooglandsche Kerk: voorm. 10% uur (jeugd dienst) ds. J. C. van Apeldoorn. Aalsmeer Ned. Herv. Kerk: voorm. 10 uur ds. Y. Alkema; nam. 3 uur de heer E. J. Brug man van Amsterdam. Aalsmeer Oost: voorm. 10 uur ds. H. van der Linden: nam. 3 uur ds. Y. Alkema. Geref. Kerk: voorm. 10 en nam. 3 uur ds. J. Knoppers. Chr. Geref Kerk: voorm. 10 en nam. 3% uur' ds. J. P. Geels. Door ABLOVA. In Newelstreet woont al ontelbare jaren de oude heer Bavon, een'rijk oud-Indisch man met als eenig gezelschap een dwerg- pinchertje. Hij is een zonderlinge oude baas, vrienden schijnt hij niet te bezitten; bedienden houdt hij er niet op na. 's Mor gens komt er een oude werkster die zijn boeltje schoonhoudt en nog vóór de koffie weer verdwijnt De maaltijden gebruikt hij in de stad; met de stiptheid van een klok verlaat hij op vaste tijden zijn huis en komt er op vaste tijdén weer terug, een oude gebogen man. leunend op zijn stok, Altijd alleen of met zijn hondje, dat naast hem dribbelt. Hij moet rijk zijn. schatrijk, de heer Bavon. Maar dat weten alleen zijn ban kiers. de Midland Bank en nog een paar oud-Indischmenschen, die overigens allen contact met den eenzelvigen stuggen man verloren hebben. Nog Iemand weet het, Joe Stevens, de gevreesde barikroover, die se dert een paar maanden tegenover den heer Bavon in Newelstreet woont. Hoe hij het weet. och, langs een van die vele ge heimzinnige ondergrohdsche kanalen,waar door de misdaad in een groote stad gevoed wordt. Hij v/eet alles van den heer Bavon; hij heeft zijn doen-en laten nu al drie maanden lang van uur tot uur gadegesla gen en kent zijn gewoonten alsof hij bij hem inwoont. Maar dat is nog niet alles; hij heeft een nauwkeurige studie gemaakt van zijn loop, zijn manieren, zijn houding. Urenlang heeft hij voor den spiegel zijn vorderingen gevolgd; langzaam is er een tweede heer Bavon ontstaan, tot in de kleinste bijzonderheden heeft hij zijn le vend model gecopieerd. Het sikje, de grijze pruik, de grime, het is alles zoo echt dat hem niets meer zal kunnen gebeuren. Het handschrift heeft nog de meeste moeite gekost. Niet het briefje, dat hij van Bavon terugkreeg toen hij hem brutaalweg, een uitnoodiging stuurde om te komen di- neeren en Indische ervaringen uit te wis selen. Stel je voor! De prompte weigering, het begeerde briefje, had het studiemate riaal gevormd Hoeveel dagen van hard nekkig oefenen had het wel gekost, voordat Stevens het schrift en de handteekening behoorlijk machtig was? De stem en de kleeren leveren niet veel moeilijkheden op. De eerste heeft hij niet noodig warit de heer Bavon is een zwijgzaam mensch; als hij aan het loket van de Midland bank zijn chèque int, waagt geen bediende het om met den zonderlingen man een woord te wisselen. En de kleeren zal het slachtoffer zelf moeten verschaffen. Op een »guren herfstavond zal het gebeu ren. De oude heer Bavon verlaat om een uur of negen met het hondje zijn huis om een blokje om te.looen. Als hij uit het ge zicht is, schuift éen schaduw in het por tiek. er klikt een .slot en Stevens staat in hét donkere huis. Hij sluipt naar de slaap kamer van den ouden man en verbergt zich achter het gordijn. Een half uur later ontdoet hij het .ont zielde lichaam van den ouden man van de kleeren. verwijdert zoo goed mogelijk wat bloedvlekken en trekt ze zelf weer aan. Als hij de pruik en de bril opzet en zich dan in den spiegel bekijkt weet hij, dat alles onfeilbaar klopt Daar staat Bavon daar st-aat-ie, in levenden lijve, niemand zal ook maar de geringste achterdocht kunnen krijgen. Dan ziet hij het hondje. Het zit-bewegenloos in een hoek van de kamer en staart hem onafgebroken aan, stil, met een paar kleine zwarte glinste rende oogjes. De nacht valt; Stevens wacht op den ochtend, hij zit in een stoel bij het donkere raam en overziet nog eens voor het laatst wat hem morgen te doen staat. Om elf uur naar.de bank, om twaalf uur Croydon; via Kopenhagen naar Amsterdam, van Amster dam naar Berlijn, om ze het spoor bijster te maken. Terwijl de plannen hem door het hoofd stormen zit het hondje in den hoek. Het heeft zich nog steeds niet bewogen; het kijkt hem maar aan van uit de verte niét zijn felle oogen. Stevens wordt er krie belig van. Éindelijk komt de ochtend. Voor de werk ster sluit hij zich in de slaapkamer op en bromt wat als ze bij hem aantikt. Dan gaat ze haar gang zonder argwaan gekregen te hebben. Om elf uur hoort hij haar de trap afstommelen en komt hij weer te voor schijn. Na een kwartier verlaat de heer Bavon zijn huls. Een oude gebogen man, geleund op een stok. Als hij de deur achter zich sluiten wil glipt er nog juist iets zwarts naar buiten, zijn dwergpincher. Besluite loos kijkt de heer Bavon naar het hondje, dat vreemd genoeg op een afstand blijft en hem eveneens aanstaart. Het snuffelt een beetje met opgeheven snuit alsof het een bekende maar toch verontrustende lucht in den neus krijgt. Dat zijn de klee ren van zijn dooden baas, gedragen door een vreemden man. Als de heer Bavon hem naar zich toe fluistert met zoete woordje* doet het een paar vlugge dribbelpasjes ach teruit. Dan gaat de oude man verder; zijn doel is de Midland Bank in Regentstreet. Lang zaam schuivelt hij door de straten, op een tien meter afstand volgt het hondje. Als Bavon stilstaat, blijft ook het dier onbe wegelijk staan; alleen zijn neusgaten wer ken. hij snuffelt voortdurend met zijn snuit omhoog. De man krijgt het er warm vandie dekselsche hondHij doet een stap in zijn richting met opgeheven stok waar op het beestje achteruit springt. Terzelf- dertijd weet de man, dat hij iets heel doms heeft gedaan; de oude heer Bavon sloeg zijn hondje nooit. Zijn zekerheid is weg; schichtig kijkt hij voortdurend om naar het zwarte noodlot, dat hem op enkele passen afstand volgt. Daar is de bank. De portier maakt een buiging: morgen mijnheer Bavon. De oude man schuivelt naar de kas, haalt zijn por tefeuille te voorschijn. De kassier pakt de chèque van hem aan en schijnt beduusd te zijn van het hooge bedrag. Hij wil iets zeggen, kijkt den heer Bavon even aan en slikt het dan weer in; er valt met dien ouden zonderling toch niet te praten. Het geld wordt zonder aarzelen uitbetaald, sta peltjes bankpapier liggen in het loket, de portefeuille wordt volgepropt. Maar dan maakt de kassier een bewe ging die den man voor het loket een schok van angst bezorgt. De beambte buigt zich voorover en kijkt verwonderd naar de an dere zijde van het lokaal. Ook nog een paar andere bedienden zijn opmerkzaam gewor den Aan de overzijde staat het zwarte hondje, onbewegelijk, en staart naar de gebogen gestalte voor het loket. Waarom blijft het diertje niet naast zijn meester, zooals altijd? Bavon voelt de vragende blikken van de anderen. Zijn keel wordt dichtgeknepen van angst. Dat mormel. Er knapt iets in hem, met een schreeuw richt hij zich op, zijn stok in de hand en loopt op het hond je toe. Dit wijkt terug, de staart tusschen de beenen. De verbaasde bankbedienden zien hoe de oude heer plotseling jong ge worden is, hij holt zijn hondje achterna door het lokaal, schreeuwend, krijschend. Dan beginnen ze iets te begrijpen; de kas sier heeft de chèque met het duizeling wekkende bedrag voor zich liggen; hij wordt lijkbleek en drukt op een bel naast zijn lessenaar. Als Stevens later in de politieauto ge duwd wordt is het laatste wat hij ziet een klein zwart hondje, dat op de stoep staat. Het staart hem met zijn felle oogjes onaf gebroken aan, zonder te bewegen. Dan zet de auto zich in beweging en rijdt hij de gevangenis tegemoet (Nadruk verboden). (•Auteursrecht voorbehouden Doopsgez. Kerk: voorm. 10 uur ds. R. C. de Lange. Aarlandcrvecn Ned.-Herv, Kerk: v.m. 10.30 en nam. 3 uur ds. v. "BéUsekom. Geref., Kerk: voorm«-lU^0..-en nam. 3 uur ds. Moolhuizert. Alphen aan den Rijn'Rem. Geref. Gem. (School Rar.dhulsstr.)nam. 4 uur mej. ds. Günther. Ned, Herv. Kerk (Julianastraat)voorm. 10 u. ds. Scheers (H. D.); nam. 3 uur ds. Stehouwer. Hulpkerk Góuwsluls: nam. 3 uur de heer Lek- kerkerk. Ned. Herv, Kerk (Oudsh. weg)voorm. 10.30 uur dr. J. P. Cannegieter. Evangelisatie Hoofdstraat: voorm. 10 en nam. 3.30 uur de heer de Jong. Geref. Kerken (Hooftstraat)voorm. 10 en nam. 3 uur ds. G, D. ,L. Bredevold van Leiden. Raadhuisstr.voorm. 10 uur ds. Bosch; nam. 3 uur ds. Mulder, De Ruyterstraat: voorm. 10 uur ds. Mulder; nam. 3 uur ds. Bosch. Martha-Stlchting: voorm. 10 uur ds. Meijer. Chr. Geref. Kerk: voorm, 10 en nam. 4 uur 'eesdienst. Oud Geref. Gem. (Lokaal v. Mandersloostr.) voorm. 10 en nam. .4 uur leesdienst. 110 Teekenlng van Aart van Ewijk. Naar J. J. A. Gouverneur. (Reizen en avonturen van Mijnheer Prikkebeen) Maar eind'lijk, na den langen tocht, Heeft 't schip de haven opgezocht, Maar 't heeft veel averij gekregen, Toch vaart het door „op hoop van zegen". Aan boord ligt alles door elkaar En niemand is er eig'lijk klaar. Door hun kóu- koorts- en pijn uitdrij vende werking helpen hierbij altijd veilig en vlug een poeder of oachet van Mijnhardt te Zeist. Mljnhardit's Poeders per stuk 8 ot. Doos 45 ot. Oachets. genaamd „Mijiihardtjes" Doos 10 en 50 ct. 7038 (IngCB. Med.) Benthuizen Ned. Herv. Kerk: voorm. 10.30 uur en nam. 3 uur ds. W. Bieshaar. Geref. Gem.: voorm. 10.30 uur en nam. 2.30 uur, leesdienst. Bodegraven Ned. Herv. Kerk: voorm. 10 u. de heer Dekker; nam. 4 uur ds. Klüsener. Geref. Kerk; voorm. 10 en nam. 3 uur cand. W. C. P. den Boer. Ev. Luth. Kerk: voorm. 10 uur cand. A. J. Meijer, proponent te Gouda. Geref. Gemeente: voorm. 10 en nam. 4 uur, leesdienst. Evangelisatiekring: nam. 3% uur de heer D. J. Tesselhof van Driebergen. Hillcgom Ned. Prot. Bond: voorm. 10% u. ds. H. J. Kasteln van Hoorn. De Kaag Ned. Herv. Kerk: voorm. 10% u. de heer E. L. de Witt van Noordwijk aan Zee. Leiderdorp Ver. van VrUz. Hervormden (Lindelaan): voorm. 10% uur, jeugddienst. Lisse Ned. Prot. Bond (O. L. School)vm. 101/4 uur de heer J. van Nieuwenhulzen van Leiderdorp (jeugddienst). Geref. Gem.: voorm. 10 uur (Bed. H. A-) nam. 4 uur (Bed. H. D.), ds. H. Ligtenberg van Kampen. Ned. Herv. Kerk: voorm. 10 uur ds. van Vee- nen; nam. 4 uur ds. van Niftrik van Rijnsburg (Jeugddienst). Geref. Kerk: voorm. 10 en nam. 4 uur ds, Jac. Andree van Bennebroek. Chr. Geref. Kerk: voorm. 10 en nam. 4 uur ds. Ponstein. Oud Geref. Gem.: voorm. 9.30 en nam. 2.30 u. leesdienst. Nieuwveen Ned. Herv. Kerk: voorm. 10.30 uur ds. Kater. Geref. Kerk: voorm. 10 en nam. 2.30 uur, ds. Speelman. Evangelisatie; voorm. 10 en nam. 3 uur, de heer A. van Scherpenzeel. Noordwtik-Binnen Ned. Herv. Kerk: v.m. 10 en nam. 3 uur ds. W. W. Siddré. Geref. Kerk: voorm. 10 en nam. 2.45 uur dr. H. B. Visser. Noordwijk aan Zee Ned. Herv. Kerk v.m. 10 uur ds. Streeder van Leiden; nam. 3 uur ds. Hagendoorn van Haarlem. Ger. Kerk: voorm. 10 en nam. 3 uur ds. B. Bouma. Geref. Kerk (H. V.): voorm. 10 uur ds. K. H. Kroon. Oegatfeeat Geref. Kerk (Mauritslaan)Van. 10 en nam. 3 uur, cand. Groen van Aerdenhout Geref. Kerk (Morschweg)Geen opgave. Rijnsburg Ned. Herv. Kerk: Voorm. 10 uur, ds. A Hoekert van Voorburg; nam 5 uur, ds. F. J. Pop van Delft. Kerkzaal: Voorm. 10 uur, dr. Van Niftrik; nam. 5 uur. de heer A. v. Roon. Ger. Kerk (Rapenburg) Voorm. 10 urn-, ds. Post: nam. 3 uur, ds. Van der Loo. Ger. Kerk (Voorhouterweg)Voorm. 10 uur ds. Van der Loo; nam. 3 uur ds. Post. Chr. Ger. Kerk: Voorm 10 en nam. 5 uur, ds. Visser van Midwolde. RUnzaterwoude Ned. Herv. Kerk: voorm. 10% uur, ds. de Vree. Chr. Geref. Kerk: voorm. 10 en nam. 3 uur, leesdienst. Wassenaar Geref. Kerk (Zijllaan)voorm. 10 uur, dr. Wielenga; nam. 5 uur, ds. Fcrlnga. Geref. Kerk (Bloemcamplaan)voorm. 10 u. ds. Feringa; nam. 5 uur dr. Wielinga. Zoetermeer Geref. Gem.: Maandagnam. 7 uur, ds, Honkoop van Den Haag. ZEER BEKEND MOLENAAR TE WARMOND. Foto-arohie£ „L.D." Wijlen de heer Arie Cezijn. Op ruim .76 jarigen leeftijd is te War mond overleden de heer Arie CozIJn, die gedurende meer dan een halve eeuw en tot nog voor kort den molen bediende van den Zwanenburgerpolder onder die ge meente. „Arie", zooals hij in den dagelijkachen levenswandel werd genoemd, wat vooral bij de vele watersportbeoefenaars geen onbe kende en menig zeiler .heeft van hem héél wat. van de zellsport opgestoken. Weer of geen weer: Arie was stééds op zijn post Hij was een weerkenner bij uit nemendheid en een expert op vlschgebled. Bij zijn 40-jarig jubileum als watermole- naar ontving hij een onderscheiding. Op 15 April 1936 herdacht hij onder groote belangstelling zijn 50-jarlg jubileum als molenaar. Gaarne hadden wij Arie nog eên rustige levensavond gegund maar het heeft niet zoo mogen zijn. Velen zullen aan hem een prettige en dankbare herin nering bewaren, want steeds was Arie be reid te helpen, met woord en daad. Cozijn zal dan ook stellig te Warmond, waar hij zulk een bekende figuur was, een leege plaats achterlaten (2 lijnen) 3—2

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1941 | | pagina 7