De herdenkingsrede van den Führer v\nge zour LEIDSCH DAGBLAD, Vrildaq BI Januari 1941 Derde Blad No. 24801 Terugblik en beschouwing der toekomst 81ife Jaargang 1941 het beslissende jaar der nieuwe ordening Ter gelegenheid van den achtsten ver jaardag der nation aal-socialistische revo lutie is in het Sportpaleis te Berlijn een massale vergadering gehouden, in welker middelpunt een met groote spanning ver beide redevoering van den Führer en Rijks kanselier stond. Rijksminister dr. Göbbels verwelkomde den Führer en herinnerde aan den gedenk- waardigen dag van acht jaar geleden, toen het geheele Duitsche volk den Führer trouw beloofde, wat de toekomst ook zal mogen brengen. In de afgeloopen acht jaren, aldus dr. Göbbels, heeft de Führer het Duitsche volk van overwinning tot overwinning, van triomph tot triomph gebracht. Onder het stormachtige gejubel van de geestdriftige menigte betrad daarop de Führer de spre kerstribune. hoe het engelsche rijk werd gebouwd. In zijn redevoering gaf hij eerst een his torisch overzicht van den tijd voor acht jaren. De eigenlijke oorzaak van den toen zoo ellendigen toestand van Duitschland, zoo zeide hij o.a., is natuurlijk de wereld oorlog geweest. Aan den wereldoorlog ech ter heeft Duitschland geen schuld. Dat hebben Amerikaansche doctoren ip op dracht van den tegenwoordigen president Roosevelt Vastgesteld. De werkelijke oorza ken hingen daarmede samen, dat Engeland zijn wereldheerschappij wilde handhaven. Gedurende 300 jaar zoo vervolgde de Führer is het Engelsche wereldrijk opgebouwd en slechts door geweld opgebouwd, door voort durende oorlogen. Daarbij was de demo cratie slechts een masker. Achter de demo- I cratie staat in werkelijkheid de overheer- sching der volken in het algemeen en de kneveling der menschen in het bijzonder. Deze democratie kan het niet aandurven haar volken er over te laten stemmen of zij nu vrijwillige leden van het wereldrijk zouden willen worden. Integendeel, Egyp tische en Indische nationalisten verdwijnen bij duizenden in de gevangenissen. Concen- I tratiekampen, zoo zeide Hitier, zijn niet in Duitschland uitgevonden, maar door de [Engelschen. Zij hadden geleerd om door der- I gelijke instellingen'de ruggegraat van an dere volken te breken en ze geneigd te maken om het Britsche juk der democratie op zich te nemen. Een ander middel daar toe is het middel van de leugen en de phrase. Als spreekwoord wordt gezegd, dat wanneer de Engelschman van God spreekt, hij katoen bedoelt. Dat is heden ten dage nog zoo. Zelden is de menschelijke huiche larij tot een dergelijk maximum gestegen als het bij de tegenwoordige Engelschen het geval is. In ieder gebal is het resultaat van dezen 300 jaar langen en met bloed bevlek ten weg. dat thans een paar Engelschen drievierde deel van de wereld beheerschen, dat 46 menschen op vijftig vierkante kilo meter ruimte wonen. Het is van belang dit te constateeren omdat onbeschaamde de- macratische leugenaars beweerd hebben, dat de z.g. autoritaire staten de wereld wil- jden veroveren, terwijl in werkelijkheid onze oude vijanden de wereldveroveraars zijn. Dit Britsche wereldrijk heeft op den weg van zijn ontstaan slechts een grooten stroom van bloed en tranen achtergelaten. Ook thans wordt deze wereldoverheersching niet door de macht van een denkbeeld uit- I gevoerd, maar door de macht van het ge weld en van kapitalistische of oeconomi- I sche belangen. Wanneer men zich dit eigen aardige ontstaan van het Britsche wereld lijk voor oogen houdt, dan wordt het pro- lees zelf alleen begrijpelijk door het feit, I dat het Europeesche vasteland als gesloten I oeconomische factor tegenover deze ont- I wikkeling volkomen was uitgeschakeld. [Deze afzondering werd vooral gekenmerkt Idoor het uitschakelen van het Duitsche rijk Driehonderd jaar lang is er van een Duitsch [land practisch geen sprake geweest, terwijl de Britten wel over God spraken maar [hun oeconomische belangen in het oog had den heeft het Duitsche volk zijn godsdienst- Itwisten tot "zulk een beteekenis verheven, [dat het daarvoor eeuwenlang bloedige [oorlogen gevoerd heeft. Naarmate het Duit sche volk zijn kracht inwendig begon te [verbruiken en daarmede practisch als [machtsfactor naar buiten verdween, heeft [Engeland zijn wereldrijk bijeen kunnen [i'ooven. Maar niet Duitschland alleen is in I deze drie eeuwen practisch van de concur rentie dezer aarde verre gebleven, hetzelfde [heeft ook gegolden voor Italië. Daar zijn |het dezelfde verschijnselen geweest als in [Duitschland, hoewel minder van godsdien- [stigen aard en meer van staatkundigen aard ■en van dynastie. Weer om andere redenen [zijn andere groote volken in Oost-Azië er ■buiten gebleven. Zij waren eveneens sinds 1400 jaar bezig met zich van de overige we- |ïeld af te zonderen en, zonder te letten op net eigen levensgebied, waren zij onderge- heicl**^ in ^Un teruggetrokken- |edn ordening van krachten. I Zoo is er vooral in Europa een ordening krachten ontstaan, die Engeland ken- ■merkte als het z.g, evenwicht der krachten,' ■«etgeen in werkelijkheid wilde zeggen een |j?*s°rSanisatie van het Europeesche vaste- ■m- ten öUHste van het Britsche eilanden- ES» t>aai*om is het ook het doel van de l:ril ke polütiek eeuwen lang geweest deze ■v^^risatie in stand te houden, natuur- Kra IÜet met den naam van desorganisatie, ■g^jnet een veel mooieren naam. Men preekt niet van de desorganisatie van het volk, maar men spreekt Van het evenwicht der krachten,'en dit z.g. evenwicht der krachten, d.w.z. de werkelijke inwendige onmacht van Europa heeft het, zoo zeide de Führer, Engeland mogelijk gemaakt om steeds weer van geval tot geval en al naar de behoeften den eenen staat tegen den anderen uit te spelen en daardoor de kracht van Europa steeds bij een inwendigen strijd te betrekken, om van zijn kant in volkomen rust te kunnen opdringen in gebieden van de wereld, waar betrekkelijk geen verzet geboden werd. En toch, wanneer wij thans nog van een wereldmacht Engeland of van Engeland als beheerscher der wereld spre ken, dan is dat slechts een waanvoorstel ling. Ondanks zijn verovering van de wereld is Engeland in sociaal opzicht de achterlijkste staat, die er in Europa bestaat. Sociaal achterlijk, d.w.z. een staat, wiens geheele inrichting gericht is op de belangen van een betrekkelijk kleine en dunne bovenlaag en van de met deze bovenlaag verbonden Joodsche gemeenschap. De belangen van de groote massa spelen bij de inrichting van dezen staat in het geheel geen rol. Ook hier behelpt men zich met leuzen, men spreekt van vrijheid, men spreekt van democratie, men spreekt van prestaties van een libe raal 'stelsel en verstaat toch niets anders dan de stabilisatie van een bewind dei- goed gesitueerden, wien het mogelijk is, dank zij hun kapitaal, de pers in handen te krijgen en te dirigeeren en daarmede de openbare meening te vormen. Zoo is het mogelijk, vervolgde Hitier, dat in een staat, die over de grootste rijkdom men der aarde beschikt, wien reusachtige levensgebieden ter beschikking staan, mil- lioenen menschen geen deel hebben aan deze zegeningen, maar armzaliger gehuis vest zijn dan de menschen in onze overbe volkte staten van Midden-Europa. Het land, dat voor enkele weinigen een paradijs is, is voor de massa in werkelijkheid slechts een voortdurende ellende, een ellende in de voe ding, in de kleeding, vooral ook in de wo ning, een ellende in de zekerheid van het bestaan en ten slotte een ellende in de geheele sociale wetgeving, en, wanneer thans plotseling een Britsohe vakbondsse cretaris, die echter als oppositieman van staatswege betaald wordt te voorschijn komt en zegt: Engeland zal na dezen oor log, na zijn overwinning moeten beginnen sociale vraagstukken aan te pakken en so ciale problemen cp te lossen, wij zullen ons ook om de greote massa moeten bekom meren dan kan ik tot dezen secretaris slechts zeggen: dat is bij ons reeds lang gebeurd. DE NIEUWE ORGANISATIE VAN HET CONTINENT. Maar ook naar buiten is de Britsche we reldheerschappij nog slechts schijn. De wereld heeft nieuwe centra gekregen, nieuwe staten zijn ontstaan. De geheel Britsohe wereldheerschappij berust nog op het denkbeeld steeds weer vreemde landen te kunnen krijgen om tegen het continent op te treden. Maar buiten dit Europeesche continent zijn groote staten ontstaan, die voor Engeland volkomen onaantastbaar zijn. Engeland moet thans probeeren we reldstaten tegen elkaar uit te spelen om althans nog den schijn van een wereld macht te kunnen handhaven. In Europa zelf is aan de desorganisatie van het con tinent reeds een einde gekomen, doordat de volken ontwaakt zijn. Öp dit continent heeft het nieuwe rijk van het Duitsche volk zich gevormd en in het Zuiden het nieuwe rijk van het Ittaliaansche volk. Daar zijn nieuwe elementen bijgekomen, die het „evenwicht der krachten" tot hersenschim maken. Het bestaat niet meer. De diepste oorzaak van den wereldoorlog, zoo vervolgde de Führer, moet in het vol gende gezien worden: sinds 1871, sinds den tijd, dat de Duitsche stammen zich begon nen te organiseeren en zich met de natio nale wedergeboorte van het Duitsche volk de staatkundige eenheid aankondigde, be gon Engeland, Duitschland met zijn haat te achtervolgen. Reeds in 1871 begonnen Engelsche dag bladen erop te wijzen, dat deze nieuwe schepping voor Engeland schadelijker was dan het oude Frankrijk. Zoo kwam de tijd van 1871 tot 1914, waarin Engeland onver stoord tegen. Duitschland tot den oorlog ophitste, en wel bij elke gelegenheid, tot dat de oorlog eindelijk uitbrak. Ook bij deze gelegenheid, zoo zeide Hitier, heeft En geland weer vreemde hulp gekregen. In al de 400 jaar der verovering van zijn wereld heerschappij heeft Engeland zich van vreemde hulp bediend. Eerst de strijd tegen Spanje met hulp van de Hollanders, dan de stnjd tegen de Hollanders met de hulp van andere landen, waaronder ook van Frankrijk, dan de strijd tegen Frankrijk met de hulp van Europa en eindelijk de strijd tegen Duitschland met behulp van Europa en met behulp van de rest van de wereld, welke ter beschikking stond. De we reldoorlog is uitsluitend het beoogde pro duct van Britsche staatsmanskunst. On danks het feit, dat de heele wereld toen tegen Duitschland gemobiliseerd was, is Duitschland in feite niet overwonnen .Thans kan Duitschland dat rustig zeggen. Ik zou geen critiek leveren op het verleden, als ik het niet beter gedaan had. Thans echter kan ik als een der historische mannen, die het beter gedaan hebben, ook het verleden beoordeelen en ik kan slechts zeggen: het resultaat van het jaar 1918 is uitsluitend het gevolg van een zelden voorkomende op- eemhooping van persoonlijke onbekwaam heden in de leiding mn ons volk. GEEN HERHALING VAN 1918. Een dergelijke opeenhooping, verklaarde de Führer, is in de geschiedenis nooit voor gekomen en zal zich in de toekomst niet herhalen. En desondanks heeft Duitschland en de Duitsche soldaat ruim vier jaar lang stand gehouden tegen den aanval van een vijandelijke wereld en het had nog langer standgehouden als niet de toen nog aanwe zige 1 ichtgeloovigheid van het Duitsche volk in de achtenswaardigheid van de de mocratische wereld en haar staatslieden er nog bijgekomen yas. Wanneer de Engel schen thans meenen, dat het voldoende is weer de oude propagandaplaat van 1917 op te zetten, ten ëipde nieuwe resultaten te verkrijgen, dan hebben zij niets geleerd. Het Duitsche volk heeft sindsdien wel geleerd. Het heeft echter sindsdien ook niets ver geten. Wij willen daarbij niet kleinhartig zijn. De geschiedenis maakt herhaaldelijk melding van afzonderlijke woordbreuken. Wat echter van 1918 tot 1921 is geschied, waren woordbreuken aan de loopende band Nog nooit is een volk zoo bedrogen gewor den a.ls toen het Duitsche volk. Wat heeft men het Duit90he volk niet allemaal be loofd om het vervólgens uit te plunderen en uit te persen! Men heeft zich van een bui- tenlandschen staatsman, een Amerikaan, bediend en dat was wellicht de oorzaak dot het heele Duitsche volk erin geloopen is. Het is daardoor echter tevens immuun tegen al dergelijke pogingen in de toekomst Het Duitsche volk heeft toen jaar na jaar gelegenheid ge/had om over de betrouw baarheid van de democratische beloften en woorden en over de betrouwbaarheid van democratische staatslieden na te denken, en door vergelijkingen met zichzelf te on derzoeken. Uit dien tijd is toen eindelijk de nationaal-socialistische beweging voortge sproten. Vervolgens best) rak Hitier de oorichting van de nationaal-socialistische beweging, die de eerste was welke toen de gedachte, die men fantastisch noemde en waarom men lachte, tot werkelijkheid maakte, nl. de vereeniging van het nationalisme met het socialisme. Italië is de tweede staat, waar dit proces als geslaagd beschouwd kan worden. In eenige democratieën probeert men den schijn te wekken, alsof men dezelfde vereeniging tot stand wilde brengen. DE NATIONAAL SOCIALISTISCHE MACHT. Vervolgens stelde de Führer opnieuw vast dat hij in 1933 onder het presidentschap van den generaal-veldmaarschalk Von Hin denburg! langs wettigen weg aan de macht gekomen is. Het nationaal-socialisme heeft in de democratie, met de democratie, de democratie overwonnen. Langs streng wettigen weg heeft het alle machtsmidde len in handen gekregen. Ook thans, zoo verklaarde Hitier, sta ik nog hier op grond van het mandaat van het Duitsche volk, een mandaat, dat uitgebreider is, dan eenig democratisch staatsman heden ten dage bezit. Toen ik, zoo vervolgde Hitler, in 1933 aan het bewind kwam, was onze weg duide lijk afgebakend. In het binnenland was die weg nauwkeurig bepaald door een strijd van vijftien jaar, en ik zou eerloos zijn en ver dienen, dat men mij steenigde wanneer ik ook maar een stap van dit program was af geweken of zou terugkrabbelen. Maat schappelijk bezien behelsde dit program: de totstandbrenging van de Duitsche volks gemeenschap, het overwinnen van alle vooroordeelen van klassen en standen, het opvoeden van den Duitschen mensch tot de gemeenschap en zoo noodig het breken van het verzet dergenen, die zich in deze ge meenschap niet willen schikken. In oeco- nomisch opzicht: opbouw van een Duitsche nationale oeconomie, die onder erkenning der beteekenis van het particuliere initia tief toch het geheele oeconomische leven ondergeschikt maakt aan het algemeen belang. En ook hier is een andere doelstel ling niet meer denkbaar. In tijden, waarin de volken genoodzaakt zijn om op de slag velden hun belangen te verdedigen en daarbij een verschil kunnen maken tusschen diegenen die veel en diegenen die weinig te verdedigen hebben, in dergelijke tijden zijn oeconomische voordeelen or machtsposities ten nadeele van het algemeen belang niet meer te handhaven. Zooals overal betrad ik ook hier den weg van leeren, van opvoe den, den langzamen weg van aanpassing, want het was mijn trots deze revolutie uit te voeren zonder dat er in Duitschland ook maar een vensterruit vernield werd. een revolutie, die slechts geleidelijk alles ver andert, die stap voor stap alles nieuw in richt totdat eindelijk deze geheele groote gemeenschap haar nieuwen vorm gevonden heeft. Precies zoo was het op het terrein van de buitenlandsche politiek. Hier heb ik het volgende programma opgesteld: LIQUIDATIE VAN VERSAILLES. Men moet thans in de rest van de wereld niet zoo dwaas zijn met te beweren dat dat een program was. dat ik in 1933 ontdekt had. De heeren hadden slechts moeten le zen, wat ik duizendmaal geschreven heb: Versailles was het grootste onrecht en de gemeenste mishandeling van een groot volk welke ooit in de geschiedenis heeft plaats gehad. Met dit program ben ik in het jaar 1919 opgetreden en heb daarover voor de eerste maal gesproken en dit program heb ik mij als plechtig bindend gebod alle ja ren van den strijd om de macht voorge houden. Maar ook hier wilde ik dit program niet met geweld uitvoeren; maar ik heb ge praat wat een mensch maar praten kon. Mijn redevoeringen in den Rijksdag leggen daarvan getuigenis af. Wat een aanbiedin gen heb ik niet gedaan. Wat heb ik niet gebedeld ver standig te zijn en aan een groot volk de levens- en bestaansmogelijkheden niet te bekniobelen. Maar elk voorstel, dat van mij kwam was voldoende om een bepaalde Joodsche internationale kapitalistische kliek terstond in opschudding te brengen. Mijn rijksdagredevoering van 17 Mei 1933 en mijn latere redevoeringen, al mijn ge schriften zij worden beheerscht door een gedachte; in alle omstandigheden een weg vinden om de herziening van dit verdrag op vreedzame wijze uit te voeren. En dat dit verdrag een gemeen document was, dat hebben tenslotte zijn makers zélf toegege ven, ja zij hebben zelfs toegegeven, dat de mogelijkheid van een herziening onder het oog diende te worden gezien. Zij hebben daarvoor den Volkenbond uitverkoren. De democraten van Berlijn hebben daar gebe deld, zij vielen te Genève voor dit interna tionale forum op de knieën en smeekten: geeft ons de herziening. Alles was tever- geefsch. Ik heb als nationaal-socialist na en kele maanden gezien, dat er voor dit forum niets te winnen viel. In ieder geval heb ik toen de gevolgtrekking gemaakt. Onze te genstanders hebben ons blijkbaar steeds met de lieden verwisseld, met wie zij sinds November 1918 te doen hadden. Het Duit sche volk had met die lieden echter niets te maken. Ons daarmede in verband bren gen is een beleediging. Men mag van ons niet verwachten, dat wij naar Genève zou den gaan en blijven bedelen. Daarmede verwisselen zij den vroegeren Duitschen frontsoldaat met de verraders van het jaar 1918. Beelden de Engelschen zich misschien werkelijk in, dat ik tegenover Engeland een minderwaardigheidscomplex had? Zij heb ben ons toen door een leugen neergeslagen. Maar de Britsche soldaten hebben ons niet neergeslagen. „WAT VERWACHT ENGELAND?" Nadat de Führer had aangetoond, dat Duitschland door dwang van buiten den Volkenbond en de ontwapeningsconferentie moest verlaten, vervolgde hij: Wij zijn den weg opgegaan, dien wij moes ten opgaan, daarbij steeds voor oogen hou dende om, wanneer dit eenigszins mogelijk was, toch nog tot overeenstemming te ko men. En ik mag er op wijzen, dat het in een geval bijna scheen te gelukken, n.l. met Frankrijk. Toen het Saargebied tot ons terugkeerde, hebben wij de consequenties getrokken. Ik heb toen van een verdere herziening der Duitsche grenzen in het Westen afgezien. De Franschen hebben dit heel natuurlijk gevonden. Den Franschen ambassadeur heb ik gezegd, dat dit niet zoo natuurlijk is, als de Franschen zich dit voorstellen. Wij brachten hier een offer ter wille van den vrede. Maar wij willen daarvoor op zijn minst den vrede bewaard zien. De nietsontziende tactiek der kapita listische plutocraten in deze landen is ech ter kort daarop weer aan den dag getre den. Nu stond mijn besluit echter vast. Wij zijn niet gekomen om de belangen van het Duitsche volk, maar wij 'zijn gekomen met den eed: ik geef geen belangen prijs, ik ben vastbesloten geen duimbreed te wijken. Toen ik daarop zag, dat in Engeland de oude oorlogsophitsers van den wereldoor log hun misdadig spel gingen hervatten, toen Churchill, Eden, Duff Cooper, Hore Belisha, Van Sittard, Chamberlain en Hali fax, precies zooals toen weer met hun op hitsing begonnen, toen werd het mij dui delijk, dat het dien lieden niet erom te doen was een rechtvaardige overeenkomst met Duitschland te vinden, maar dat zij weer geloofden het op goedkoope wijze te kunnep verslaan. In deze jaren, te begin nen met 1934, ben ik gaan bewapenen en wel zwaar gaan bewapenen. Het Duitsche volk weet het nu. Het weet echter nog lang niet alles. Het beslissende is inmiddels, dat alles gebeurd is. Toen Fiankrijk dezen oorlog begon, had het in het geheel geen reden daartoe. Het was eenvoudig de lust om weer tegen Duitschland te vechten. Maar zij zeiden: wij willen het Rijnland, wij willen uiteraard nu Duitschland uit elkaar rukken, wij wil len de Oostmark losscheuren, Duitschland ontbinden. Vervolgens hebben zij zich overgegeven aan fantasieën der vernieti ging van ons rijk, welke in de twintigste eeuw, de eeuw van de nationaal-socialisti sche gedachte, volkomen onmogelijk is. Herhaalde malen heb ik Engeland de hand gereikt. Het was juist een punt van mijn programma, met het Engelsche volk tot een accoord te komen. Wij hadden ook in het geheel geen conflict. Een enkel punt bestond er: het teruggeven van de Duitsche koloniën en daarover zeide ik: daar zullen wij eens over onderhandelen, Ook de tijd speelt geen rol. Voor Engeland zijn zij doelloos. Het heeft immers veertig mil- lioen vierkante kilometer? Wat doet het ermede? in het geheel niets. Het is slechts de geest van oude woekeraars, die, wat zij bezitten, niet willen afstaan. Niets heb ik verlangd, wat den Engelschman heeft toe behoord. Slechts datgene, wat zij ons in 1918 en 1919 in strijd met de plechtige ver zekering van den Amerikaans'chen presi dent Wilson geroofd hebben. Steeds weer reikte ik den Engelschen de hand en des ondanks was alles vergeefsch. De redenen zijn duidelijk. Zij zijn gelegen in de Duit sche eenwording. Zij haten onzen staat, on verschillig hoe hij er uitziet, keizerrijk of nationaal-socialistisch, democratisch of autoriteit. En ten tweede, zij haten vooral den socialen bloei van dit rijk. Aan de heeren aan deze zijde en aan 'de overzijde van den Oceaan kan ik slechts een ding zeggen: De wereld van het ontwakende sociale ge weten zal tenslotte de succesrijke wereld zijn. Wij hebben bewijzen in handen, dat het ook in de andere landen op dit gebied thans reeds kritiek begint te worden. Wan neer Engelsche arbeidersleiders thans plot seling met nieuwe sociale gedachten komen, zoo versleten en oeroud, kan ik slechts zeggen: Leg ze weer terug in de kist, dat is reeds afgedankt materiaal van ons. Wan neer de oorlog nog langer duurt, zoo ver volgde de Führer, zal dit voor Engeland een groot ongeluk zijn. Dan zal men nog vari alles beleven. Plotseling zullen de Engel schen een commissife sturen om ons pro gram over te nemen. Vervolgens besprak de Führer weer de pogingen ook het conflict tusschen de vol ken bij te leggen en zeide hijzelfs in den oorlog bestond nog de mogelijkheid om tot een accoord te geraken. Terstond na den Poolschen veldtocht heb ik weer de hand uitgestoken. Ik heb niets verlangd, noch van Frankrijk, noch van Engeland. Het was tevergeefsch. Terstond na de ineenstorting in het Westen heb ik weer de hand uitge stoken naar Engeland. Met gekakel en ge schreeuw ben ik ontvangen. Het is dus alles vergeefsch. Het bloed der volken moet dus weer in dienst van het geld eener heel kleine belangengroep gesteld worden. Een terugblik werpend kan ik echter dit eene zeggen: reeds het jaar, dat achter ons, ligt, heeft practisch dezen oorlog beslist. De poging om one in het Noorden den ertstoe- Maak een einde aan die rheumatische pijnen, die Uw slaap verstoren. Neem Vange tot leniging van Uw klach ten tot het stillen van Uw pijn. - Vange is een dubbel 'krachtige samenstelling, die Uw kwaal aanvalt van twee kanten tege lijk. - Vange Zout bevat alkali, dat de zuren in Uw gestel onschadelijk maakt, maar ook de heilzame minerale zouten, die de opeen hooping van het pijnverwekkend urinezuur tegengaan. - Zoodoende worden de oorzaken van Uw pijnen bestreden van twee kanten tegelijk. En dat verklaart dan ook, waarom Vange Zout baat brengt in gevallen waar minder 'krachtige middelen faalden. - Vange wordt uitsluitend verkocht bij apothekers en drogisten, k 0.86 p. blik, inel. totale O. B. Vangt Uw pijn 6714 (Ingez. Med.) voer af te snijden en een aanvalsbasis te gen Noord-Oost-Duitschland te verkrijgen, werd binnen enkele weken verijdeld. De poging, om via Nederland en België het Ruhrgebied te bereiken, is binnen enkele dagen ineengestort. Engeland werd van het continent verdreven. Ik heb nü eenige ma len gelezen, dat de Engelschen het voor nemen hebben om ergens met een groot offensief te beginnen. Ik had slechts den eenen wensch, dat zij mij dit tevoren zou den mededeelen. Ik zou het gebied dan van te voren laten ontruimen, want ik zal hun graag de moeilijkheden der landing bespa ren. Wat verwachten de Engelschen nu? Wij staan hier op dit Continent en waar wij staan, haalt niemand ons meer weg. Wij hebben bepaalde steunpunten voor ons ingericht en wij zullen, wan neer het uur komt den beslissenden slag slaan. Dat wij den tijd daarvoor gebruikt hebben, dat zullen de heeren dit jaar historisch meemaken. Waar hopen zij op? Op hulp van anderen? Op Amerika? Ik kan slechts het volgen- le zeggen: Wij hebben van tevoren met elke mogelijkheid rekening gehouden. Dat het Duitsche volk tegen het Ame rikaansche volk niets heeft, is iedereen duidelijk, die niet bewust de waarheid verdraait en het tegendeel beweren wil. Duitschland heeft nog nooit op het Amerikaansche vasteland belangen ver tegenwoordigd, tenzij dat het mede- gestreden heeft voor de vrijheid van dit Continent. Wanneer staten van dit Continent nu probeeren, wellicht in het Europeesch conflict in te grijpen, dan zal de doelstelling zich slechts nog sneller wijzigen, doch dan zal juist Europa zich verdedigen. WAARSCHUWING TEGEN HULPVERLEENING AAN ENGELAND. Over één ding vooral moet men zich geen verkeerde voorstelling maken: Wie meent Engeland te kunnen helpen, moet in ieder geval zich van het vol gende bewust zijn: Elk schip, hetzij wel of niet van beteekenis, dat voor onze torpedolanceerbuizcn komt, wordt ge torpedeerd. Wij bevinden ons in een oorlog, dienwij niet gewild hebben, integendeel. Vaker kan men de andere partij niet de hand gereikt hebben. Wanneer de anderen dan echter willen vechten en als doel hebben het Duit sche volk uit te roeien, dan zullen zij leelijk hun neus stooten. Ditmaal vecht men niet tegen een afgemat Duitsch land als in den wereldoorlog. (Groote bijval). Wanneer men echter andere verwachtin gen heeft, dan kan ik slechts zeggen, ik begrijp ze niet. Wanneer er gezegd wordt: Italië zal afvallig worden, dan moeten de heeren toch geen revoluties te Milaan uit vinden, doch dan moeten zij oppassen, dat er bij hen zelf geen onrust ontstaat. De verhouding tusschen Duitschland en Italië wordt door deze staten slechts zoo gezien, zooals zij dat zelf meestal plegen te doen. Wanneer bij de democratieën de een den ander helpt, dan moet hij daarvoor altijd wat hebben, b.v. steunpunten. Die bezet hij dan. Toen de Italiaansche vliegtuiges kaders naar de kust van den Atlantischen Oceaan verplaatst werden, spraken de En gelsche kranten erover, dat de Italianen zich thans in onze oorlogvoering mengen en dat zij in de toekomst daarvoor op den Atlantischen Oceaan een steunpunt zouden verlangen. Thans, nu de Duitsche eskaders, op Sicilië zijn, zeggen zij, dat Duitschland' waarschijnlijk beslag zal leggen op Sicilië. De heeren kunnen ervan overtuigd zijn: met dit grapje kan men noch in Duitsch land, noch in Italië jemand bezorgd maken. Zulke grapjes bewijzen vooral, dat de an deren de beteekenis van den oorlog niet begrepen hebben. Wij hebben die echter wel begrepen: Waar wij Engeland kunnen verslaan, zullen wij het verslaan. Wanneer zij echter in eenige mislukkin gen van onzen bondgenoot thans reeds het bewijs van hun overwinning zien, dan be grijp ik de Engelschen niet. In hun eigen mislukkingen hebben zij tot dusverre altijd slechts het bewijs van hun groote over winning gezien. De heeren kunnen ervan overtuigd zijn: de rekening is een totale rekening, en zij zal aan het einde van den oorlog worden vereffend, punt voor punt. vierkante kilometer voor vierkante kilo meter. En opnieuw moeten zij ervan over tuigd worden: de Duce en ik, wij zijn geen Joden of handelaars. Wanneer wij elkaar de hand schudden, dan is dat de hand van mannen, die eer bezitten. En dat zal ook, naar wij hopen, in den loop van het jaar nog duidelijker worden. Misschien hopen zij ook op den Balkan. Ik zou ook daarom niet veel geven, want dit eene is zeker: waar Engeland verschijnt zulien wij het aanvallen en wij zijn daartoe sterk genoeg. Wellicht koesteren zij hoop op andere sta ten, die zij' nog erbij kunnen halen. Ik kan

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1941 | | pagina 9