Hitier viert Kerstmis bij zijn soldaten - Spijkers slaan voorde Winterhulp 81sie Jaargang DM AD Tweede Blad FEUILLETON Het Noodlot van de Ransome Rovers EENVOUDIGE VILTHOEDEN doen dezen winter opgeld. Een iets meer gekleed model in donkergrijs met veer. (Holland) IN VERBAND met het in werking treden van de nieuwe IJkwet, heerscht op de ijkkantoren groote drukte. (Polygoon) IN HAMBURG STAAT EEN GETROUWE NABOOTSING VAN EEN STUKA JU 87, VAN HOUT VERVAARDIGD. Ieder, die iets voor de Winterhulp offert, mag een spijker in het toestel slaan. Men hoopt hiermede door te gaan, tot het houten vliegtuig in een ijzeren veranderd is. (Associated Press), SOLDATEN-KERSTFEEST MET DEN FÜHRER. Evenals hetvorige jaar bracht de Führer de Kerstdagen met zijn soldaten door. Hier ziet men hem temidden der mannen van een infanterieregiment, dat sedert September 1939 het grootste aantal onderscheidingen heeft ontvangen. (Hoffmann) ALLEEN OP DE FIETS. DAT DE BEURSMENSCHEN ZICH WONDERLIJK SNEL AAN DE OMSTANDIGHEDEN HEBBEN AANGE PAST, BEWIJST DIT PLAATJE, GEMAAKT OP EEN BEURSDAG TE AMSTERDAM. (Polygoon) WINTERGEZICHT IN EEN STADJE ERGENS IN DE DUITSCHE BERGEN. (Holland) Een roman uit de voetbalwereld, door J. WILMAN. (5 In diverse kranten had hij per adver tentie N. G. verzocht, haar adres mee te deelen aan Cyril Curtis, Devonshire Street 70, doch het leverde geen resultaat op. Om dat hij haar bij geen mogelijkheid uit zijn gedachten kon zetten en de reden van haar zoo plotseling gewijzigde houding wilde kennen, had hij ten slotte de hulp van een informatiebureau ingeroepen. Aan de in lichtingen van de firma Benson en Raider dankte hij het, dat hij nu stond voor het huis waar zij woonde, in het onaantrekke lijk geheeten Ransome, voor hem echter de aantrekkelijkste stad ter wereld, want hier zou hij weer met Nora Grasham in contact kunnen komen. Cyril weigerde te aanvaar den, dat het meisje in leven was ver schenen om er na èenige maanden voor goed uit te verdwijnen. Minuut na minuut verstreek zonder dat hij in staat was zich te realiseeren, wat hij eigenlijk verwachtte. In huis bleef alles stil, niemand ging in of uit. Ten slotte stapte hij op en liep denzelfden weg te rug Op Hereford Road, een breede zijstraat van de Grand Avenue, vond hij wat hij zocht: een niet al te prijzig hotel, het Ca ledonian. Na zich op zijn kamer te hebben verfrïscht, nam hij plaats in de eenzame hall en liet een whisky-soda aanrukken. De kellner, die de bestelling uitvoerde, leek Cyril van het type, dat niet afkeerig is van een praatje. Hij besloot bij hem zijn licht op te steken; iemand van de positie als Benjamin Sullivan zou in Ransome zonder twijfel algemeene bekendheid genieten. Zij hadden een poosje over het weer en de slechte tijden gesproken, toen Cyril tot zijn eigenlijk chapiter kwam. „Ik ben voor het eerst van mijn leven in Ransome", zei hij met een flauwen glim lach. „De mogelijkheid is niet uitgesloten, dat ik al heel gauw een bezoek moet afste ken bij Mr. Benjamin Sullivan, den in dustrieel, die op de Grand Avenue woont. Het zou geen kwaad kunnen als ik vooraf wist, wat voor soort man hij is." „Benjamin Sullivan? Nooit anders ge hoord, of hij moet een heel geschikte baas zijn. Hij is eigenaar van de grootste scheeps werf in de stad- je kunt gerust zeggen de eenige, die hier wat beteekent. Maar zijn kantoren heeft hij niet op de Grand Ave nue. Daa^ moet u voor op Docks Quay wezen". „Het is niet te bedoeling, hem over za ken te spreken. Tenminste niet over zaken dieCyril moest even nadenken hoe hij het in zou kleeden zonder dingen aan te roeren waar een derde niet mee te maken had. De kellner was hem vóór met de vraag „Voetbalt u soms?" Curtis keek verbluft ..Of ik voetbal? Het ?rband ontgaat me" „Mr. Sullivan stel; namelijk juitengéwoor. groot belang in de voetbalsport." „Je bedoelt, dat hij geregeld wedstrijden bezoekt? Wel, dat doen de meeste Engel- schen, onverschillig van welken rang en stand. Voor een industrieel dus niets bij zonders. In het dagelij ksche leven hebben ze daarentegen wel andere zorgen aan hun hoofd, dan hoe ze een bal zullen zien trappen-" „Een bewijs, dat u Mr. Sullivan niet kent. Hij is de man van de Ransome Rovers." „Ik kan hem er niet mee feliciteereh," grinnikte Curtis. „Zijn club bengelt onder aan en je behoeft geen profeet te wezen om te voorspellen, dat ze met muziek de eerste divisie uit danst." „Hebt u de Rovers wel eens zien spelen?" ,,Neen, en ik weet zeker dat ik er niets door heb gemist. Naar wat de sportbladen schrijven, is het een slechte ploeg." „Gelijk hebt u. Niet één Ransomei wedt op de Rovers, dat ze zullen winnen. Wel, met hoeveel ze nu weer zullen verliezen. Morgen hebben ze een thuiswedstrijd tegen Birmingham. Natuurlijk gaan ze er dik in. Als u wilt zien, hoe niet gevoetbald moet worden, mag u de vertooning niet verzui men. Lui, die er verstand van hebben, la chen zich gewoon een kriek. Behalve Mr Sullivan. Zijn lip hangt altijd op het .onder ste knoopsgat van zijn vest als hij ''an de Eastern Meadows komt. Geen wonder Ck wou, dat ik op de spaarbank had wat de club hem dit seizoen kost. Dan nam ik een bar in de buurt van de haven over en werd mijn eigen baas." „Mr. Sullivan zai rijk genoeg zijn ^m zich de luxe te kunnen veroorlooven." „Dat wel Maar als ik in zijn schoener stond, zou de grap me al knapjes hebber verveeld. Je zou zeggen, dat zoo wat het heele elftal er met de pet naar gooit. Toch bestaat het uit dezelfde spelers, die het het vorig seizoen tot in de middelmoot schop ten. Onbegrijpelijk. En koren op den molen van de Ransome Wanderers, die pas zijn gepromoveerd. Ze slaan een heel wat beter figuur. Het volgend jaar hebben ze voor Ransome het rijk alléén in de eerste di visie". „Vermoedelijk een inzinking," veronder stelde Curtis. „Misschien toonen de Rovers in de eindspurt wat ze waard zijn. Zooiets is meer gebeurd." Hij zweeg even. Toen vervolgde hij bedachtzaam: ,,Ja, ik zal morgen den wedstrijd tegen Birmingham bijwonen. Zonder op te hakken ik ben zelf een meer dan middelmatig voetballer en heb kijk op het spel. Mogelijk kan ik een paar aanwijzingen geven waarmee de Rovers hun voordeel weten te doen. Het zou een niet ongunstige introductie bij Mr Sullivan zijn. De moeilijkheid is alleen, hoj ik hem tusschen al die duizenden toeschou wers uitpik. Hij is een vreemde voor me Wel heb ik in Londen een nichtje van hem mtrnoet, dat kort geleden weer naar Ran- ome is verhuisd. Ze heeft me nooit ver teld, dat haar oom zoo voor zijn club in de bus blaast." Curtis was er in geslaagd, zijn toon ongeïnteresseerd te doen klinken- De kellner trok een gezicht „Tusschen al lie duizenden toeschouwers, zei u! Dat zal alleen iemand zeggen, die een onbeken de in Ransome is! De Rovers trekken niet meer dan een' handjevol publiek Geef het een- ongelijk! Als u Mr. Sullivan wilt heb ben die is makkelijk genoeg te vinden Hij zit altijd op het voor de directie gere serveerde gedeelte van de eeretribune. Eeretribune! Ze wordt door de Ransomers de folterplaats genoemd. Over het alge meen een tamelijk ruw volkje, maar niet zonder gevoel voor humor. Wat u zei over een nichtje van Mr. Sullivan: den laatsten tijd zie je hem nogal druk met een heel knap meisje. Zijn dochter is het niet. Die stelt geen Delang in voetbal, evenmin als zijn vrouw. Sullivan's zoon behoort tot de aanhangers van de Wanderers. Niet het eenige waarin hij met den ouden heer moet verschillen." Curtis raadpleegde zijn horloge, dronk zijn whiskey-soda leeg en gaf den spraak- zamen kellner te kennen, dat hij het tijd vond om naar bed te gaan. Nog zeventien uur en hij zou naar alle waarschijn lijkheid het meisje terugzien, dat sinds de ontmoeting onder zoo eigenaardige om- stand' eden geen moment uit zijn ge dachten was geweest. IV. De kellner van het Caledonian Hotel had geen kwaad woord te veel over het spel van de Ransome Rovers gezegd: het was een voudig het aankijken niet waard. Toch moest er een tijd zijn geweest, dat de,club i heel wat betere conditie had verkeerd en door de sympathie van ee groot deel der bevolking werd gedragen. Curtis kon zich anders niet voorstellen waarom overdekte en open tribunes waren gebouwd, die zeker tusschen de veertig en vijftig duizend toe schouwers plaats boden. Nu zaten en ston den er misschien een zes, zeven duizend. Maar zij maakten spektakel voor minstens viermaal dit aantal. Niet uit enthousiasme. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1940 | | pagina 5