Winterhulp-kinderfeest in Den Haag - Drukte op de duikhootweroen 8Isle Jaargang \1WM DQIADTweede Biad FEUILLETON Het Noodlot van de Ransome Rovers Een roman uit die voetbalwereld, door J. WILMAN. (4 Tinker wachtte reeds een goed half uur met de lunch, toen Curtis verscheen; zijn gezicht drukte duidelijk afkeuring uit over dit tekort aan waardeering van zijn culi naire talenten. Cyril klopte hem gemoede lijk op den rug. „Kijk maar niet sip, kerel! Het is de schuld van Scotland Yard. Eerst ben ik van het kastje naar den muur gestuurd vóór ik den inspecteur te pakken had, die met het onderzoek in de zaak-Slater is be last. Hij vroeg me van alles en nog wat en toen ik eindelijk kon ophoepelen was ik nog net zoo wijs als bij het begin. Na tuurlijk zei hij het niet, maar mijn indruk is, dat de Yard er weinig fiducie in heeft, Slater mèt de duiten te grijpen. Wat kan mij de schavuit zélf schelen. Het is mij uit sluitend om het geld te doen." Onder het opdienen zei Tinker„Tijdens uw afwezigheid belde Mr. Steve Hanley uit Oxford, sir. Hij wilde u condoleeren met den strop, dien Slater u heeft bezorgd- In zekeren zin voelde hij zich aansprakelijk, omdat hij u een paar jaar geleden met den zwendelaar in connectie bracht. Ik moest u zeggen, dat Slater hem eveneens beet heeft met de Bourghness-geschiedenis, maar hij maakt zich sterk, vandaag of morgen den boef de minder fraaie uitdrukking is van Mr. Hanley, sir bij de jaspanden te hebben. Als hij gelegenheid heeft, komt hij u Zondag opzoeken om u een hart onder den riem te steken." Curtis lachte zachtjes. Hanley's vader is de opperbaas van Scotland Yard; hij heeft er zoowat iederen rang doorloopen. Op grond daarvan kent ook de zoon zich ecla tante speurdersgaven. toe. Toch was Steve maar zoo verstandig, de studie in de medi cijnen te kiezen. Wel, als ik hem zielsge lukkig kan maken met mij een hart onder den riem te laten steken, dan mag hij Zon dag zijn gang gaan." Steve Hanley verscheen dien Zondag niet en heel'wat volgende Zondagen evenmin. Het bespaarde hem in ieder geval een ver- geefschen tocht naar Devonshire Street. Het hoogst onaangename feit; dat Henry Slater er met zijn dierbare duiten vandoor was, had niet. de' geringste wijziging in Curtis' plannen kunnen brengen en de reis naar Ransome zou niet enthousiaster zijn aanvaard, indien hij de bezitter van mil- lioenen ware geworden in plaats van zich een berooid jurist zonder praktijk te weten- Weldra leefde zelfs geen enkele gedachte aan Londen meer in hem. De oorzaak daar van lag bij een meisje met diepblauwe oogen, mysterieus als een meer. Een meisje dat wist te bewerken, dat Curtis zich leen de tot iets, waarvoor hij onder alle andere omstandigheden zeer zeker verachtelijk den neus zou hebben opgehaald om uit te komen als middenvoor in het door het noodlot achtervolgde elftal van de Ran some Rovers. ni. Reeds vijf minuten na aankomst moest Cyril Curtis zijn bediende schoon gelijk ge ven: Ransome was zoo op het eerste oog een allesbehalve aantrekkelijke stad. Het station lag in een omgeving, die een rom- mellgen indruk maakte: tusschen arbei dersbehuizingen verrees hier en daar, vreemd aandoend, een pand welks voorko men zoowel als afmetingen bewezen, dat het door beter gesitueerden werd bewoond. Eischen van stedebouwkundigen aard scheen men in Ransome niet te kennen of wel ze werden overbodig geacht. De be strating bestond uit keien waarin het zware vrachtvervoer ontelbare kuilen had geslagen; de trottoirs legden, van den hui zenkant af, een standvastige neiging tot hellen aan den dag. Een beproefd gebleken taktiek toepas send, volgde Curtis den stroom reizigers wien een rit in de electrische, welke dave rend over het ongelijke plaveisel haar weg zocht, waarschijnlijk een te kras experi ment was, terwijl het gebruik van een taxi op te sterke financieele bezwaren stuitte en die daarom op de capaciteit van hun beenen waren aangewezen. Curtis vond het uitstekend zoo. In de eerste plaats spaarde het geld, en op de kleintjes letten was nu zaak geworden. Dan had het dit voordeel, dat hij meteen een aanvang kon maken, zich te oriënteeren. De avond begon te vallen. Een lange bochtige straat bracht Cyril op de Grand Avenue en hier ging Ransome iets op een groote stad lijken. Er lagen geen keien, maar er was een asfaltdek; hooge boog lampen zorgden voor een haast overda dige verlichting. Aan alles was te merken, dat de Grand Avenue een van de belang rijke verkeersaders moest zijn. De route voerde langs het stadhuis, het postkantoor en de beurs, drie representatief bedoelde ge bouwen, doch te dicht op elkaar geplaatst om aan de bedoeling te kunnen beantwoor den. In de behoefte aan bioscoopvermaak werd ruimschoots voorzien: over een af stand van een paar honderd meter telde Curtis tenminste drie cinema's, en de on vermijdelijke music hall ontbrak al even min. Tal van breede geasfalteerde straten correspondeerden rechts en links op de Grand Avenue. Verderop werd de verkeersweg stiller en deftiger met aan weerszijden statige hee renhuizen en er tusschen enkele hotels, die er duur uitzagen. Curtis liep door tot hij nummer 278 had bereikt, de woning van den industrieel Benjamin Sullivan. Een massief grijs gebouw, dat in zijn voornaam heid beklemmend aandeed. Het gaf hem een gevoel alsof het meisje, dat verblijf hield achter die hooge ramen, afgesloten met zware gordijnen, zoodat geen licht schijnsel naar buiten drong, eensklaps on bereikbaar was geworden. Op dit oogenblik begreep hij niet. hoe zij in zijn gedachten steeds zoo nabij had kunnen zijn hem reeds zoo vertrouwd. Doch onmiddellijk dreef hij de beklemming uit. Wat ook de reden mocht zijn gewee dat Nora Gras ham zoo onverwachts Londen verlaten had, zonder een enkel woord van afscheid zelfs Cyril weigerde aan te nemen, dat de oorzaak aan hem ken liggen. En nu was hij in Ransome waarom zich dus het dwaze denkbeeld in het hoofd gehaald, dat het meisje onbereikbaar voor hem zou zijn geworden? Terwijl Curtis staarde naar het zwijgende huis, doorleefde hij wederom den avond, waarop hij met Nora Grasham in aanra king was gekomen. Hij had haar zijn ge leide aangeboden, toen zij in Russell Street werd lastig gevallen door een tweetal dan dy's, dat boven zijn theewater was, en het was dankbaar aanvaard. Op Red Lion Square, na een wandeling van twintig mi nuten, had zij hem de hand toegestoken en verklaard, nu verder w.el alleen te kun nen gaan, daar zij vlakbij woonde. Het vrij abrupte afscheid, hoewel een ontgooche ling, was Cyril geen beletsel geweest, op een nadere kennismaking aan te dringen en na eenig aarzelen had Nora er in toe gestemd. Er volgde een tijd, dat zij twee maal per week in eikaars gezelschap waren, 's Donderdagavonds en 's Zondagsmid dags; geregeld wachtte hij haar op Red Lion Square en even geregeld scheidden zij daar weder. Tot een Donderdag aanbrak, dat. hij vergeefs naar Nora Grasham uit keek, en een Zondag, die hem eenzelfde te leurstelling bereidde. Curtis werd een be kende verschijning op {iet plein, doch op welk tijdstip van den dag hij er onver droten schilderde, het meisje naar wie van het eerste oogenblik af zijn hart was uitgegaan en dat. naar zijn stellige over tuiging, ook voor hem niet onverschillig ge bleven was, liet zich niet zien. (Wordt vervolgd). EEN BRITSCHE BOMBARDEMENTSMACHINE werd geraakt door het Italiaansche afweergeschut van een: der Marine-afweerbases aan de Middellandsche Zee. De machine stortte in zee en werd later door de Italianen geborgen. (Holland.) ONDER HOOGEN DRUK WORDT ER OP DE DUITSCHE ONDERZEEBOOT- WERVEN GEWERKT. DUIKBOOT NA DUIKBOOT VERSTERKT DE DUITSCHE OORLOGSMARINE. (Holland) DE JAPANSCHE ADELBORSTEN OEFENEN. Bij het Yoko- suka-Marinekorps, dat belast is met de opleiding van de Japan- sche adelborsten, wordt naarstig geoefend in alles wat een zeeman moet weten. (Holland), DE WINTERHULP NEDERLAND ORGANISEERDE IN DEN DIEREN TUIN TE DEN HAAG EEN GROOT KERSTFEEST VOOR ARME KINDEREN. EEN OVERZICHT VAN-DE VOLLE ZAAL. (Polygoon) IN DE OMGEVING VAN ARNHEM hield de A.N.W.B. zijn derden winterwandeltocht met onbekende bestemming. Eenige deelnemers bij een aardig punt in de bosschen van „het Gelder- sche Landschap" nabij de Leeren Doedel. (Polygoon) HET IS BLAUW WIT BIJNA GELUKT V.S.V. EEN NEDERLAAG TOE TE BRENGEN. Driemaal slaagden de Velsenaren er in gelijk te maken. V.S.V. scoort haar eersten gelijkmaker (11). (Polygoon)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1940 | | pagina 5