De strijd teqen Engeland DINSDAG 17 DECEMBER 1940 No. 24765 Vreemde mogendheden in Oost-Azië Verduisteren 81ste Jaargang De Engelsche blokkade Uit Engeland Uit Amerika Gemeenschappelijke belangen van China en Japan 17.28 uur 9.46 uur EERSTE BLAD Feiten van den dag LEIDSCH DAGBLAD DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN PRIJS DER ADVERTENTIES 30 ets. per regel voor advertenties uit Leiden en plaatsen waar agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle andere advertenties 35 ets. per regel. Voor zakenadvertenties belangrijk lager tarief. Kleine advertenties uitsluitend bij vooruitbetaling 's Woensdags en 's Zaterdags 50 ets. bij maximum aantal woorden van 30 stuks. - Incasso volgens postrecht. - Voor opzending van brieven moet 10 ets. porto betaald worden. - Verplicht bewijsnummer 5 ets. Bureau Witte Singel no. 1, hoek Noordeindsplein Telef. nrs. Directie en Administratie 25041 (2 lijnen) Redactie 21507 Postcheque- en Girodienst no. 57055 - Postbus no. 54 PRIJS DEZER fcoURANT Voor Leiden en gemeenten, waar agentschappen gevestigd zijn: per 3 maanden 2.35 per weekƒ0.18 Franco per post ƒ2.35 per 3 maanden portokosten (voor binnenland ƒ0.80 per 3 mnd.) Van bevoegde Duitsche zijde is'het Duit- sche standpunt uiteengezet nopens de En gelsche weigering van doorlating van le vensmiddelentransporten naar de bezette gebieden. Sedert eenigen tijd reeds, aldus onze zegs man, probeert men van Engelsche zijde ieder streven van de zijde der Ver. Staten om levensmiddelen naar de door de Duit- schers bezette gebieden, bij voorbaat reeds te torpedeeren met het argument, dat deze hongerblokkade als een humaan middel moet worden gekenschetst tot een snelle beëindiging van dezen oorlog. De Britsche blokkade is in het bijzonder daarom onze delijk te noemen omdat zij zich niet alleen tegen de burgerbevolking in Duitschland richt maar zich ook uitstrekt tot de neu trale landen in Europa. Ondanks het feit, dat door de oorlogshandelingen de handel in de neutrale landen zoo goed als stopge zet was, hebben de meeste van hen toch gehoopt de eigen behoeften nog te kunnen dekken; een hoop die, het bestaande vol kenrecht in aanmerking genomen, alles zins gerechtvaardigd scheen. Dit geloof in de Engelsche trouw aan verdragen is ech ter door de Britten op de grofste wijze be schaamd. In Engelsche controlehavens wer den de neutrale schepen wekenlang zonder rechtsgrond onder de slechtste voorwaarden vastgehouden en werden zij van de meest waardevolle deelen van hun lading beroofd zonder dat men rekening hield met de be hoeften van de neutrale landen. Dit Engelsche systeem van belemmering der behoeftenvoorziening van de neutrale landen werd dan later nog door de instel ling van het „navicert"-systeem met de daaraan verbonden handelsspionnage nog uitgebreid en verscherpt. Een dekking van de behoefte in het kader va nden normalen toevoer in vredestijden werd door de En- gelschen In bijna geen enkel geval meer toegestaan. Het gevolg hiervan was, dat de neutrale landen door deze in strijd met het .volkenrecht zijnde houding der Engelschen, geen voorraden konden vormen, waarbij ,nog komt, dat na de bezetting van Noor wegen, Nederland, België en Frankrijk door de Duitsche troepen, de Britten in dit ge bied ook in hun hongerblokkade hebben be trokken. Dit is de Engelsche dank voor die moeders, vrouwen en kinderen en voor die Noren, Hollanders, Belgen en Franschen, die voor de Britsche belangen hun bloed hebben moeten vergieten op de slagvelden. Het is met betrekking hierop in het bij zonder perfide om van deze blokkade te spreken als van een humane methode ter verkorting van den oorlog. Daar de Duit sche levensmiddelenvoorziening absoluut veilig gesteld is, kan deze blokkade van de bezette gebieden geen verkorting van den oorlog doch slechts een zinloos lijden voor de bevolking in deze gebieden beteekenen. De houding der Engelschen is daarom zoo schandelijk, omdat de Britsche troepen bij hun terugtocht op het continent, bijna over al de levensmiddelen vernietigd en onbruik baar hebben gemaakt en hierdoor nieuwe schuld op hun schouders hebben geladen. Van de aoor Duitschland grootmoedig ge geven verzekering dat men van Duitsche zijde op de aan Frankrijk door andere lan den te leveren levensmiddelen geen enkele aanspraak zou doen gelden, evenmin als op leveringen aan andere deelen van het be zette gebied, hebben de Engelschen zich niets aangetrokken en men heeft ook Noor wegen. Nederland, België en Frankrijk in de blokkade betrokken. Dit door de Engel schen in strijd met het volkenrecht inge stelde blokkadesysteem is er de oorzaak van wanneer in Europa een gebrek aan zekere levensmiddelen bestaat. Het gaat hierbij om die gebieden, die door de schuld van Enge land en in vertrouwen op zijn bondgenoot schap in den oorlog zijn meegesleept, hun bloed hebben geofferd en nu op een onmen- schelijke wijze door hun vroegere bondge- nooten uitgehongerd worden. Thans gaat men zelfs zoover, dat men de uit Christe lijke gevoelens ontsproten hulp van andere landen aan deze gebieden poogt te verijde len en te bestrijden. Nu de Engelsche pro paganda tot nu toe vergeefsche moeite heeft gedaan de bevolking van de bezette gebieden tot wanhoopsdaden tegen de Duit sche overheid op te zetten, wil men blijk baar thans door middel van den honger on rust en zelfs opstand verwekken. Dan is er nog de volkenrechtelijke zijde van dit probleem Volgens het volkenrecht dit is bij de Haagsche conventie bepaald hebben de Britten geen recht levensmid delen aan de bezette gebieden te onthouden Bekende Nederlandsche volkenrechtkenners zooals Japikse, hebben reeds tijdens den En gelsche blokkade-oorlog in 1914-1918 op het onmenschelijke van deze methode gewezen. Ook is het volkenrechtelijk onjuist te be weren. dat Duitschland eenige verplichting zou hebben voor de le vensmiddelen voorzie ning van de bezette gebieden zorg te dra gen, zooals men in sommige Amerikaansche kringen blijkbaar meent te kunnen doen, gezien het denkbeeld, dat geopperd is om bij de Etuitsche regeering op de vervulling van dien vermeenden plicht aan te dringen. Volkenrechtelijk is Duitschland tot niets anders verplicht dan te gedoogen, dat van uit het bezette gebied pogingen worden ge daan ter aanvulling der voorraden. Maar het blijft dan ook bij deze negatieve ver plichting van niet-belemmeren. Ten slotte is er nóg een ander punt. De bezette gebieden hebbesten deele nog een zeer belangrijk tegoed aan goud in de over- zeesche landen. Volgens het volkenrecht mogen zij hierover beschikken en men kan ervan verzekerd zijn, dat de Duitsche auto riteiten geen enkele moeilijkheid in den weg zullen leggen voor het geval het Neder landsche ministerie van financiën over het tegoed aan goud in de koloniën recht zpu willen doen gelden om daarmede le vensmiddelen te koopen. DE STRIJD AAN DE LIBYSCHE GRENS. Over den slag aan de grens van Egypte en Libye zegt Stefani o.m.: Deze slag zal nog een week en wellicht langer duren. Men moet dus den afloop af wachten, alvorens men een oordeel kan uitspreken. De Italiaansche strijdkrachten in Noord-Afrika, gesteund door de Libysche troepen, strijden dapper en laten stap voor stap het terrein aan den vijand, die zijn krachten en zijn middelen uitput. Men is van meening, dat de Italiaansche strijd krachten, die in het gevecht gewikkeld zijn, en die, welke in reserve worden gehouden, meer dan voldoende zijn om de situatie het hoofd te bieden. De Popoio di Roma schrijft, dat deze slag de grootste is, die ooit in Afrika is gele verd. Het is een grootsche veldslag, waar aan de historie de herinnering zal bewaren. De Italianen zijn er trotsch op, dat zij daar tegen de indrukwekkende macht van het Britsche rijk strijden. In een bespreking van den toestand stelt het Giornale d'Italia het feit op den voor grond, dat Engeland nog nooit een dusda nige machtsontplooiing in een over zee ge- voerden oorlog heeft ontwikkeld, als bij de huidige gevechten in Noord-Afrika, waar Italië den druk van een met de modernste strijdmiddelen uitgeruste legermacht, die o.m. beschikt over 800 pantser- en ge vechtswagen, moet opvangen. Met deze uit het geheele imperium samen getrokken middelen heeft Engeland geloofd een der beide spilpartners buiten gevecht te kunnen stellen. De eerstvolgende maan den zullen toonen, hoe onjuist deze hoop is. Ondanks de haast, die Engeland, voor welk land het op een snel resultaat aankomt, toont, zullen de gevechten nog lang duren. Italië staat vastberaden op zijn strijdplaats en houdt vol. Wat er ook aan het Egyptisch-Libysche front moge gebeuren, Engeland zal zich niet kunnen vrijmaken uit de Middelland- sche Zee en zal tot aan zijn definitieve ne derlaag het gewicht der Italiaansche wa pens te voelen krijgen. Stefani stelt vast: 1. De Italianen hebben zich in de woestijn van Marmarica heldhaftig gedragen en bie den ook thans nog taai verzet. In de eerste zes dagen van dezen slag zijn de Engelschen slechts tot de Italiaansche voorhoede door gedrongen, en wel met middelen, die ver in de meerderheid waren. 2. Italië blijft aanzienlijke Engelsche strijdkrachten vasthouden die Engeland eigenlijk dringend voor de verdediging van het moederland noodig heeft. 3. De bewering van de Britsche en pro- Engelsche propaganda, dat Italië aan de grens van zijn militaire mogelijkheden ge komen is, is eenvoudig belachelijk. Bijna de geheele Italiaansche strijdmacht is intact. 4. Het Engelsche" offensief in Afrika ver andert geen duimbreedte aan het lot van Groot-Brittannië. De woestijn van Mar- marcia beschermt noch de Engelsche ste den noch beschermt zij de Engelsche scheepsruimte voor de felle aanvallen van het lucht- en duikbootwapen der asmo- gendheden. De oorlog, zoo besluit Stefani, ging van Engeland uit en zal in Engeland zijn einde vinden. LLOYD GEORGE BU CHURCHILL. Volgens berichten uit Londen is Lloyd George gisteren aoor Churchill in Downing- street ontboden. Volgens den pariemental- ren correspondent van Reuter zou dit feit in strijd) met de in omloop zijnde geruch ten, niets hebben uit te staan met een be noeming van loydi George tot opvolger van Lord Lothian als ambassadeur te. Washing ton. Het is onwaarschijnlijk, dat Lloyd George tot die functie zal worden benoemd. Waarschijnlijk is het, dat Lloyd George binnenkort zal toetreden tot de regeering van Churchill en wel als minister zonder portefeuille. (DJN.B.) ARBEIDSMOEILIJKHEDEN. Volgens een mededeeling van de Sunday Express is het in verscheidene groote fa brieken in Engeland gekomen tot een stop zetten van het werk, wat ook officieel is toegegeven. De oorzaak hiervan was niet alleen gelegen in onvoldoende luchtbescher ming, maar ook in onvoldoende betaling met het oog op de steeds stijgende prijzen. Het groote conflict tusschen de spoorweg arbeiders en emjployé's en de groote spoor wegmaatschappijen is nog steeds niet bij gelegd en onder de arbeiders neemt de nei ging tot staken toe, naar welingelichte vak- vereen igingskringen verklaren. Het valt den officieelen Britschen vakvereenigingsleiders steeds zwaarder de achter hen staande massa's af te houden van een staking in oorlogstijd. De looneisehen der spoorweg arbeiders worden overigens van conserva tieve zijde reeds uitgebuit om nieuwe prijs- verhoogingen aan te kondigen. Zoo spreekt men van een nogmaals te verwachten ver hooging van de spoorwegtarieven, die pas op 1 December met gemiddeld 10 pet. zijn verhoogd. De spoorwegmaatschappijen ho pen de eischen der spoorwegarbeiders bij de openbare meening te kunnen discredi- teeren door te verklaren, dat in geval van een loonsverhooging ook een prijsstijging onvermijdelijk zou zijn. (D.N.B.) ROOSEVELT's HERKIEZING. Het college van kiesmannen in de V. St. heeft gisteren op grond van de stemming bij de presidentsverkiezing aan Roosevelt 449 en aan Willkie 82 kiesmannen toege kend. Door deze thans voltrokken laatste kieshandeling is Roosevélt officieel voor de derde maal opnieuw gedurende vier jaar president van de Vereenigde Staten. De president is gisteren teruggekeerd. (D.N.B.) De bekende journalist dr. Karl Megerle publiceert in het nieuwe nummer van het tijdschrift „Berhn-Rom-Tokio", dat' dezer dagen verschijnt, een artikel betreffende „vreemde mogendheden in Oost-Azië". Bij de verwezenlijking van de nieuwe orde in Oost-Azië volgens de beginselen van het drie-mogendhedenpact hebben, zoo schrijft Megerle, naast de verhouding tus schen Japan en de Sovjet-Unie, de betrek kingen tusschen China en Japan een bij zondere beteekenis. De grondgedachte van het pact maakt het mogelijk, een ander licht te werpen op dit vraagstuk. Het doel van het pact toch is niet de verovering of onderwerping van de in dit gebied levende volken, doch het geven van leiding en de bevordering van de samenwerking en soli dariteit in de afzonderlijke gebieden, bene vens de bevrijding van het gebied van iede- ren invloed van die mogendheden, die hier niets te maken hebben en die van de on derlinge geschillen dezer volken profitee- ven. Dit komt neer op een duurzame en na tuurlijke ordening,, waarin ieder volk naar zijn beteekenis en prestaties de hem toe komende plaajts kan innemen. Het driemogendhedenpact kwam tot stand op een oogenblik, waarop de Chi- neesch-Japansche betrekkingen in alle op zichten waren vastgeloopen en in verband met de wederzijdsche opvattingen een gun stiger wending onmogelijk scheen. Om tot een nieuw uitgangspunt tc ko men en over het .doode punt heen te ge raken, moet men teruggrijpen op eenige principieele feiten, die door het verbitterde conflict op den achtergrond zijn geraakt. Men ziet dan, dat de belangen, die beide volken gemeen hebben, natuurlijker en be langrijker zijn dan hetgeen hen scheidt en dat noch h/t Chineesèhe noch het Japan- sche volk gebaat zijn bij de voortzetting van het conflict, wel echter vreemde mo gendheden. Beide volkeren, zijn in hun principieele opvattingen van volk, gezin en staat, door het binnendringen van het be grip van democratische vrijheid, van libe ralisme en individualisme vervreemd en geschokt. Deze opvatingen zijn onvereenig- baar met de Aziatische begrippen van mensch, staat en gemeenschap. Zij halen dezen volkeren den grond onder de voeten weg, zonder hun iets te geven. Aanpassing aan de noodzakelijkheden der moderne we reld maken zij voor hen onmogelijk. Over geplant op een anderen bodem, wat volk en beschaving betreft, moeten die opvat tingen tot ernstige crises in het bestaan dier volkeren leiden en moeten zij worden tot een onvruchtbare caricatuur, waaraan de natuurlijke inhoud ontbreekt. Beide vol keren staan daarom eigenlijk voor dezelfde taak, in politiek, economisch en sociaal op zicht, om deze vreemde invloeden uit den weg te ruimen, opdat het eigen wezen van het Chineesche en Japansche volk weer voor den dag kan komen. Het Duitsche volk, aan hetwelk na den wereldoorlog eveneens het democratische stelsel van het Westen overrompelend werd opgedrongen, heeft volledig begrip voor de krachten in de beide Aziatische volkeren, die zich tegen deze vreemde invloeden we ren. Het Duitsche volk heeft een eind ge maakt aan de anarchie van het individua lisme en de gezonde verhouding tusschen individu en gemeenschap weer hersteld. Het binnendringen van het Westen is in China, evenals in Japan, geschied door ge welddadige aanvallen, inzonderheid van de zijde der Angelsaksische zeemogendheden. Beide volken werden in de 19e eeuw met geweld voor de beslissing gesteld, zich voor de nieuwe wereld te ontsluiten en daarbij subject of object te worden van een pro ces, dat zij niet meer konden ontwijken. China, dat niet uit eigen kracht den weg naar een desbetreffende aanpassing kon vinden, werd het slachtoffer van een eco nomische, politieke en semi-koloniale uit buiting. Het moest een langen, smartelij- ken weg van onderwerping aan, de imperia listische mogendheden doorloopen totdat het zich aan het begin bevond van een eigen staatsstructuur, die uit eigen kracht leeft. Dat na zulk een langdurige periode van neergang en uitbuiting zijn hoogste doel thans de nationale eenheid en de vrij heid is, wordt zeker ook in Japan erkend. Japan wist daarentegen binnen den kortst mogelijken tijd uit eigen kracht de situatie meester te worden, zich te vormen tot een modernen staat en zich snel te ontwikke len tot een groote mogendheid. De tegenstander, dien het Chineesche volk op dezen weg naar zichzelf tegenover zich vond, was niet in de eerste plaats Japan, doch het Angelsaksendom, dat'in China, vooral na den wereldoorlog, een der weinige groote markten zag, die nog vrij waren voor den kapitalistischen wereld handel. De politiek van de „open deur" was slechts het voorwendsel tot overheersching en uit buiting van het Chineesche volk door het Angelsaksische kapitalisme. Het Chineesche nationalisme keerde zich terecht met kracht tegen het stelsel van steunpunten, concessies en privileges ln de Chineesche levensruimte. Het program van Soen Jat-sen, dat ten doel had, China van de concessies te bevrijden, had in dit op zicht opmerkelijke resultaten kunnen be reiken. De aanwezigheid van deze aan het gebied vreemde krachten kon echter de groote mogendheid Japan, inzonderheid, nadat steeds duidelijker het anti-Japan sche streven van deze mogendheden meer naar voren kwam, niet onverschillig laten. De schending van de Chineesche levens ruimte was ook steeds een schending van de Japansche levensruimte. Was China voor hen in strategisch opzicht van belang, dan moest ook Japan den Chineeschen buur van uit het oogpunt der machtspoli tiek bezien en afweermaatregelen nemen. Het bleek echter onmiddellijk, dat deze vreemde mogendheden door het scheppen van tegenstellingen tusschen het Japan sche en Chineesche volk en door de twee dracht tusschen beide naar cultuur en ras verwante volken, hun hegemonie trachtten te stabiliseeren. Evenals in Europa leefden zij ook in het Verre Oosten van de tegenstellingen tus schen de in het gebied wonende volken. De steun, dien zij thans aan China ver- leenen in bewapenings-, financieel en mo reel opzicht, geldt niet het geluk en de eenheid van het Chineesche volk, doch de handhaving van pen oorlogstoestand in het Verre Oosten vooral na het begin der politiek van het pact-van-drie. Het Chi neesche volk wordt misbruikt om voor de belangen der Angelsaksers te vechten en een slagveld te blijven, waarop meer dan de eigen belangen worden uitgevochten. Evenals het Angelsaksische kapitalisme op het oogenblik Japan met economische wurgingsmaatregelen bedreigt, zoo zou het morgen tegen het Chineesche nationalisme optreden, wanneer dit een einde zou willen maken aan de uitbuiting van de 450 'mil- lioen Chineezen en van de vrije en open Chineesche markt een economisch gebied zou willen vormen, dat gericht is op een economische zelfstandigheid en ook wan neer het door samenwerking met de andere volken der Groot-Oostaziatische ruimte een economische onafhankelijkheid zou willen verwerven. Het is in ieder geval een feit, dat China en Japan thans, evenals vroeger, de offers zijn van de Angelsaksische „balance of powers" en dat zij bij een gemeenschappe lijke bevrijding van Oost-Azië van de aan dit gebied vreemde' kapitalistische en im perialistische krachten hun eigen tegen stellingen gemakkelijker zouden kunnen wegnemen. In weerwil van alles, wat de huidige ontwikkeling in de laatste dagen gebracht heeft, mag men aannemen, dat de kennis van deze principieele feiten aan beide zijden aanwezig is en veld wint. Als een der voornaamste dragers van de gedachte eener nieuwe wereldordening, die haar taak ziet, niet in de Imperialistische veroevring, doch in de verantwoordingbe- wuste leiding der Europeesche volkeren tot een arbeidzame en vreedzame gemeen schap. volgt Duitschland, zoowel in eigen belang als in het belang van het Verre Oosten, iedere ontwikekling, die daar tot gemeenschappelijke vervulling van deze vredestaak kan leiden. ENGELAND VROEG AMERIKA OM FINANCIEELE HULP. Reuter bevestigt in een bericht uit Washington de mededeeling van een Ame- rikaansch persagentschap, dat Groot-Brit tannië volgens een officieele bekendma king den Vereenigden Staten formeel om financieele hulp verzocht heeft. De Associated Press verneemt uit gewoon lijk goed ingelichte kringen, dat Engelands verzoek eerder als „financieele hulp" dan als „leening" gekenmerkt kan worden. En geland heeft hoofdzakelijk belang bij een belofte, dat het oorlogsmateriaal in de Ver eenigde Staten kan blijven koopen, wanneer zijn huidige dollartegoed in de Vereenigde Staten zal zijn uitgeput. Minister Morgenthau heeft er in de persconferentie op gewezen, dat eenige of ficieele verklaring over deze aangelegen heid van het Witte Huis moet komen. Voorts wees hij erop, dat er zonder toestemming van het congres, geen financieele hulp aan Engeland verstrekt kan worden. (D.N.B.) VERKOOP VAN SCHEPEN. De Federal Maritime Commission heeft medegedeeld, dat zij bereid nog 24 opgeleg de schepen aan een vreemde mogendheid te verkoopen. Onder deze schepen bevinden zich 18 koopvaardij- en passagiersschepen en 5 schepen met koelinrichtingen. HET ONDERHOUD TUSSCHEN ROOSEVELT EN DEN HERTOG VAN WINDSOR. De Times Herald meldt uit over het al gemeen goed ingelichte kringen, dat presi dent Roosevelt den hertog van Windsor in het recente onderhoud duidelijk gezegd heeft, zich te willen houden aan zijn kles- belofte en Amerika niet in den oorlog zal storten. Hij wil geen tweede Wilson wor den en zal daarom niets doen, wat de deel neming van de Vereenigde Staten aan den oorlog onvermijdelijk zou maken. Evenwel wil hij naar beste krachten Engeland hel pen. Deze verklaring heeft Roosevelt afge legd op de vraag van den hertog of de Ver eenigde Staten aan den oorlog zullen deel nemen of althans voor Engeland bestemde vrachtschepen door Amerikaansche oor logsschepen zou laten vergezellen. (D.N.B.) van hedenavond tot morgenochtend De maan komt hedenavond op te 20.44 uur en gaat onder te 11.14 uur. V- Dit Nummei bevat TWEE Bladen Binnenland De rijksmiddelen gaven in November be vredigende resultaten (2e Blad). Artikel van den Voedingsraad (2e Blad). Beperking treinverkeer ingaande 5 Januari (Binnenland, 2e Blad). Moord te Amsterdam (Gemengd, 2e Blad). Buitenland De strijd aan de grens van Egypte en Libye (le Blad). Karei Megerle over het Verre Oosten (le Blad). ZIE VOORTS „LAATSTE BERICHTEN" EERSTE BLAD. MEN ZIE VOOR ONS KORT VERHAAL PAG. 3 VAN HET 2de BLAD.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1940 | | pagina 1