De strijd teqen Engeland
DINSDAG 17 DECEMBER 1940
No. 24765
Vreemde mogendheden in
Oost-Azië
Verduisteren
81ste Jaargang
De Engelsche blokkade
Uit Engeland
Uit Amerika
Gemeenschappelijke
belangen van China
en Japan
17.28 uur
9.46 uur
EERSTE BLAD
Feiten van den dag
LEIDSCH
DAGBLAD
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
PRIJS DER ADVERTENTIES
30 ets. per regel voor advertenties uit Leiden en plaatsen waar agentschappen
van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle andere advertenties 35 ets. per regel.
Voor zakenadvertenties belangrijk lager tarief. Kleine advertenties uitsluitend
bij vooruitbetaling 's Woensdags en 's Zaterdags 50 ets. bij maximum aantal
woorden van 30 stuks. - Incasso volgens postrecht. - Voor opzending van
brieven moet 10 ets. porto betaald worden. - Verplicht bewijsnummer 5 ets.
Bureau Witte Singel no. 1, hoek Noordeindsplein
Telef. nrs. Directie en Administratie 25041 (2 lijnen)
Redactie 21507
Postcheque- en Girodienst no. 57055 - Postbus no. 54
PRIJS DEZER fcoURANT
Voor Leiden en gemeenten, waar agentschappen gevestigd zijn:
per 3 maanden 2.35
per weekƒ0.18
Franco per post ƒ2.35 per 3 maanden portokosten
(voor binnenland ƒ0.80 per 3 mnd.)
Van bevoegde Duitsche zijde is'het Duit-
sche standpunt uiteengezet nopens de En
gelsche weigering van doorlating van le
vensmiddelentransporten naar de bezette
gebieden.
Sedert eenigen tijd reeds, aldus onze zegs
man, probeert men van Engelsche zijde
ieder streven van de zijde der Ver. Staten
om levensmiddelen naar de door de Duit-
schers bezette gebieden, bij voorbaat reeds
te torpedeeren met het argument, dat deze
hongerblokkade als een humaan middel
moet worden gekenschetst tot een snelle
beëindiging van dezen oorlog. De Britsche
blokkade is in het bijzonder daarom onze
delijk te noemen omdat zij zich niet alleen
tegen de burgerbevolking in Duitschland
richt maar zich ook uitstrekt tot de neu
trale landen in Europa. Ondanks het feit,
dat door de oorlogshandelingen de handel
in de neutrale landen zoo goed als stopge
zet was, hebben de meeste van hen toch
gehoopt de eigen behoeften nog te kunnen
dekken; een hoop die, het bestaande vol
kenrecht in aanmerking genomen, alles
zins gerechtvaardigd scheen. Dit geloof in
de Engelsche trouw aan verdragen is ech
ter door de Britten op de grofste wijze be
schaamd. In Engelsche controlehavens wer
den de neutrale schepen wekenlang zonder
rechtsgrond onder de slechtste voorwaarden
vastgehouden en werden zij van de meest
waardevolle deelen van hun lading beroofd
zonder dat men rekening hield met de be
hoeften van de neutrale landen.
Dit Engelsche systeem van belemmering
der behoeftenvoorziening van de neutrale
landen werd dan later nog door de instel
ling van het „navicert"-systeem met de
daaraan verbonden handelsspionnage nog
uitgebreid en verscherpt. Een dekking van
de behoefte in het kader va nden normalen
toevoer in vredestijden werd door de En-
gelschen In bijna geen enkel geval meer
toegestaan. Het gevolg hiervan was, dat de
neutrale landen door deze in strijd met het
.volkenrecht zijnde houding der Engelschen,
geen voorraden konden vormen, waarbij
,nog komt, dat na de bezetting van Noor
wegen, Nederland, België en Frankrijk door
de Duitsche troepen, de Britten in dit ge
bied ook in hun hongerblokkade hebben be
trokken. Dit is de Engelsche dank voor die
moeders, vrouwen en kinderen en voor die
Noren, Hollanders, Belgen en Franschen,
die voor de Britsche belangen hun bloed
hebben moeten vergieten op de slagvelden.
Het is met betrekking hierop in het bij
zonder perfide om van deze blokkade te
spreken als van een humane methode ter
verkorting van den oorlog. Daar de Duit
sche levensmiddelenvoorziening absoluut
veilig gesteld is, kan deze blokkade van de
bezette gebieden geen verkorting van den
oorlog doch slechts een zinloos lijden voor
de bevolking in deze gebieden beteekenen.
De houding der Engelschen is daarom zoo
schandelijk, omdat de Britsche troepen bij
hun terugtocht op het continent, bijna over
al de levensmiddelen vernietigd en onbruik
baar hebben gemaakt en hierdoor nieuwe
schuld op hun schouders hebben geladen.
Van de aoor Duitschland grootmoedig ge
geven verzekering dat men van Duitsche
zijde op de aan Frankrijk door andere lan
den te leveren levensmiddelen geen enkele
aanspraak zou doen gelden, evenmin als op
leveringen aan andere deelen van het be
zette gebied, hebben de Engelschen zich
niets aangetrokken en men heeft ook Noor
wegen. Nederland, België en Frankrijk in
de blokkade betrokken. Dit door de Engel
schen in strijd met het volkenrecht inge
stelde blokkadesysteem is er de oorzaak van
wanneer in Europa een gebrek aan zekere
levensmiddelen bestaat. Het gaat hierbij om
die gebieden, die door de schuld van Enge
land en in vertrouwen op zijn bondgenoot
schap in den oorlog zijn meegesleept, hun
bloed hebben geofferd en nu op een onmen-
schelijke wijze door hun vroegere bondge-
nooten uitgehongerd worden. Thans gaat
men zelfs zoover, dat men de uit Christe
lijke gevoelens ontsproten hulp van andere
landen aan deze gebieden poogt te verijde
len en te bestrijden. Nu de Engelsche pro
paganda tot nu toe vergeefsche moeite
heeft gedaan de bevolking van de bezette
gebieden tot wanhoopsdaden tegen de Duit
sche overheid op te zetten, wil men blijk
baar thans door middel van den honger on
rust en zelfs opstand verwekken.
Dan is er nog de volkenrechtelijke zijde
van dit probleem Volgens het volkenrecht
dit is bij de Haagsche conventie bepaald
hebben de Britten geen recht levensmid
delen aan de bezette gebieden te onthouden
Bekende Nederlandsche volkenrechtkenners
zooals Japikse, hebben reeds tijdens den En
gelsche blokkade-oorlog in 1914-1918 op het
onmenschelijke van deze methode gewezen.
Ook is het volkenrechtelijk onjuist te be
weren. dat Duitschland eenige verplichting
zou hebben voor de le vensmiddelen voorzie
ning van de bezette gebieden zorg te dra
gen, zooals men in sommige Amerikaansche
kringen blijkbaar meent te kunnen doen,
gezien het denkbeeld, dat geopperd is om
bij de Etuitsche regeering op de vervulling
van dien vermeenden plicht aan te dringen.
Volkenrechtelijk is Duitschland tot niets
anders verplicht dan te gedoogen, dat van
uit het bezette gebied pogingen worden ge
daan ter aanvulling der voorraden. Maar
het blijft dan ook bij deze negatieve ver
plichting van niet-belemmeren.
Ten slotte is er nóg een ander punt. De
bezette gebieden hebbesten deele nog een
zeer belangrijk tegoed aan goud in de over-
zeesche landen. Volgens het volkenrecht
mogen zij hierover beschikken en men kan
ervan verzekerd zijn, dat de Duitsche auto
riteiten geen enkele moeilijkheid in den
weg zullen leggen voor het geval het Neder
landsche ministerie van financiën over het
tegoed aan goud in de koloniën recht
zpu willen doen gelden om daarmede le
vensmiddelen te koopen.
DE STRIJD AAN DE LIBYSCHE GRENS.
Over den slag aan de grens van Egypte
en Libye zegt Stefani o.m.:
Deze slag zal nog een week en wellicht
langer duren. Men moet dus den afloop af
wachten, alvorens men een oordeel kan
uitspreken. De Italiaansche strijdkrachten
in Noord-Afrika, gesteund door de Libysche
troepen, strijden dapper en laten stap voor
stap het terrein aan den vijand, die zijn
krachten en zijn middelen uitput. Men is
van meening, dat de Italiaansche strijd
krachten, die in het gevecht gewikkeld zijn,
en die, welke in reserve worden gehouden,
meer dan voldoende zijn om de situatie het
hoofd te bieden.
De Popoio di Roma schrijft, dat deze slag
de grootste is, die ooit in Afrika is gele
verd. Het is een grootsche veldslag, waar
aan de historie de herinnering zal bewaren.
De Italianen zijn er trotsch op, dat zij daar
tegen de indrukwekkende macht van het
Britsche rijk strijden.
In een bespreking van den toestand stelt
het Giornale d'Italia het feit op den voor
grond, dat Engeland nog nooit een dusda
nige machtsontplooiing in een over zee ge-
voerden oorlog heeft ontwikkeld, als bij de
huidige gevechten in Noord-Afrika, waar
Italië den druk van een met de modernste
strijdmiddelen uitgeruste legermacht, die
o.m. beschikt over 800 pantser- en ge
vechtswagen, moet opvangen.
Met deze uit het geheele imperium samen
getrokken middelen heeft Engeland geloofd
een der beide spilpartners buiten gevecht
te kunnen stellen. De eerstvolgende maan
den zullen toonen, hoe onjuist deze hoop is.
Ondanks de haast, die Engeland, voor welk
land het op een snel resultaat aankomt,
toont, zullen de gevechten nog lang duren.
Italië staat vastberaden op zijn strijdplaats
en houdt vol.
Wat er ook aan het Egyptisch-Libysche
front moge gebeuren, Engeland zal zich
niet kunnen vrijmaken uit de Middelland-
sche Zee en zal tot aan zijn definitieve ne
derlaag het gewicht der Italiaansche wa
pens te voelen krijgen.
Stefani stelt vast:
1. De Italianen hebben zich in de woestijn
van Marmarica heldhaftig gedragen en bie
den ook thans nog taai verzet. In de eerste
zes dagen van dezen slag zijn de Engelschen
slechts tot de Italiaansche voorhoede door
gedrongen, en wel met middelen, die ver
in de meerderheid waren.
2. Italië blijft aanzienlijke Engelsche
strijdkrachten vasthouden die Engeland
eigenlijk dringend voor de verdediging van
het moederland noodig heeft.
3. De bewering van de Britsche en pro-
Engelsche propaganda, dat Italië aan de
grens van zijn militaire mogelijkheden ge
komen is, is eenvoudig belachelijk. Bijna de
geheele Italiaansche strijdmacht is intact.
4. Het Engelsche" offensief in Afrika ver
andert geen duimbreedte aan het lot van
Groot-Brittannië. De woestijn van Mar-
marcia beschermt noch de Engelsche ste
den noch beschermt zij de Engelsche
scheepsruimte voor de felle aanvallen van
het lucht- en duikbootwapen der asmo-
gendheden. De oorlog, zoo besluit Stefani,
ging van Engeland uit en zal in Engeland
zijn einde vinden.
LLOYD GEORGE BU CHURCHILL.
Volgens berichten uit Londen is Lloyd
George gisteren aoor Churchill in Downing-
street ontboden. Volgens den pariemental-
ren correspondent van Reuter zou dit feit
in strijd) met de in omloop zijnde geruch
ten, niets hebben uit te staan met een be
noeming van loydi George tot opvolger van
Lord Lothian als ambassadeur te. Washing
ton. Het is onwaarschijnlijk, dat Lloyd
George tot die functie zal worden benoemd.
Waarschijnlijk is het, dat Lloyd George
binnenkort zal toetreden tot de regeering
van Churchill en wel als minister zonder
portefeuille. (DJN.B.)
ARBEIDSMOEILIJKHEDEN.
Volgens een mededeeling van de Sunday
Express is het in verscheidene groote fa
brieken in Engeland gekomen tot een stop
zetten van het werk, wat ook officieel is
toegegeven. De oorzaak hiervan was niet
alleen gelegen in onvoldoende luchtbescher
ming, maar ook in onvoldoende betaling
met het oog op de steeds stijgende prijzen.
Het groote conflict tusschen de spoorweg
arbeiders en emjployé's en de groote spoor
wegmaatschappijen is nog steeds niet bij
gelegd en onder de arbeiders neemt de nei
ging tot staken toe, naar welingelichte vak-
vereen igingskringen verklaren. Het valt den
officieelen Britschen vakvereenigingsleiders
steeds zwaarder de achter hen staande
massa's af te houden van een staking in
oorlogstijd. De looneisehen der spoorweg
arbeiders worden overigens van conserva
tieve zijde reeds uitgebuit om nieuwe prijs-
verhoogingen aan te kondigen. Zoo spreekt
men van een nogmaals te verwachten ver
hooging van de spoorwegtarieven, die pas
op 1 December met gemiddeld 10 pet. zijn
verhoogd. De spoorwegmaatschappijen ho
pen de eischen der spoorwegarbeiders bij
de openbare meening te kunnen discredi-
teeren door te verklaren, dat in geval van
een loonsverhooging ook een prijsstijging
onvermijdelijk zou zijn. (D.N.B.)
ROOSEVELT's HERKIEZING.
Het college van kiesmannen in de V. St.
heeft gisteren op grond van de stemming
bij de presidentsverkiezing aan Roosevelt
449 en aan Willkie 82 kiesmannen toege
kend. Door deze thans voltrokken laatste
kieshandeling is Roosevélt officieel voor de
derde maal opnieuw gedurende vier jaar
president van de Vereenigde Staten.
De president is gisteren teruggekeerd.
(D.N.B.)
De bekende journalist dr. Karl Megerle
publiceert in het nieuwe nummer van het
tijdschrift „Berhn-Rom-Tokio", dat' dezer
dagen verschijnt, een artikel betreffende
„vreemde mogendheden in Oost-Azië".
Bij de verwezenlijking van de nieuwe
orde in Oost-Azië volgens de beginselen
van het drie-mogendhedenpact hebben, zoo
schrijft Megerle, naast de verhouding tus
schen Japan en de Sovjet-Unie, de betrek
kingen tusschen China en Japan een bij
zondere beteekenis. De grondgedachte van
het pact maakt het mogelijk, een ander
licht te werpen op dit vraagstuk. Het doel
van het pact toch is niet de verovering of
onderwerping van de in dit gebied levende
volken, doch het geven van leiding en de
bevordering van de samenwerking en soli
dariteit in de afzonderlijke gebieden, bene
vens de bevrijding van het gebied van iede-
ren invloed van die mogendheden, die hier
niets te maken hebben en die van de on
derlinge geschillen dezer volken profitee-
ven. Dit komt neer op een duurzame en na
tuurlijke ordening,, waarin ieder volk naar
zijn beteekenis en prestaties de hem toe
komende plaajts kan innemen.
Het driemogendhedenpact kwam tot
stand op een oogenblik, waarop de Chi-
neesch-Japansche betrekkingen in alle op
zichten waren vastgeloopen en in verband
met de wederzijdsche opvattingen een gun
stiger wending onmogelijk scheen.
Om tot een nieuw uitgangspunt tc ko
men en over het .doode punt heen te ge
raken, moet men teruggrijpen op eenige
principieele feiten, die door het verbitterde
conflict op den achtergrond zijn geraakt.
Men ziet dan, dat de belangen, die beide
volken gemeen hebben, natuurlijker en be
langrijker zijn dan hetgeen hen scheidt en
dat noch h/t Chineesèhe noch het Japan-
sche volk gebaat zijn bij de voortzetting
van het conflict, wel echter vreemde mo
gendheden. Beide volkeren, zijn in hun
principieele opvattingen van volk, gezin en
staat, door het binnendringen van het be
grip van democratische vrijheid, van libe
ralisme en individualisme vervreemd en
geschokt. Deze opvatingen zijn onvereenig-
baar met de Aziatische begrippen van
mensch, staat en gemeenschap. Zij halen
dezen volkeren den grond onder de voeten
weg, zonder hun iets te geven. Aanpassing
aan de noodzakelijkheden der moderne we
reld maken zij voor hen onmogelijk. Over
geplant op een anderen bodem, wat volk
en beschaving betreft, moeten die opvat
tingen tot ernstige crises in het bestaan
dier volkeren leiden en moeten zij worden
tot een onvruchtbare caricatuur, waaraan
de natuurlijke inhoud ontbreekt. Beide vol
keren staan daarom eigenlijk voor dezelfde
taak, in politiek, economisch en sociaal op
zicht, om deze vreemde invloeden uit den
weg te ruimen, opdat het eigen wezen van
het Chineesche en Japansche volk weer
voor den dag kan komen.
Het Duitsche volk, aan hetwelk na den
wereldoorlog eveneens het democratische
stelsel van het Westen overrompelend werd
opgedrongen, heeft volledig begrip voor de
krachten in de beide Aziatische volkeren,
die zich tegen deze vreemde invloeden we
ren. Het Duitsche volk heeft een eind ge
maakt aan de anarchie van het individua
lisme en de gezonde verhouding tusschen
individu en gemeenschap weer hersteld.
Het binnendringen van het Westen is in
China, evenals in Japan, geschied door ge
welddadige aanvallen, inzonderheid van de
zijde der Angelsaksische zeemogendheden.
Beide volken werden in de 19e eeuw met
geweld voor de beslissing gesteld, zich voor
de nieuwe wereld te ontsluiten en daarbij
subject of object te worden van een pro
ces, dat zij niet meer konden ontwijken.
China, dat niet uit eigen kracht den weg
naar een desbetreffende aanpassing kon
vinden, werd het slachtoffer van een eco
nomische, politieke en semi-koloniale uit
buiting. Het moest een langen, smartelij-
ken weg van onderwerping aan, de imperia
listische mogendheden doorloopen totdat
het zich aan het begin bevond van een
eigen staatsstructuur, die uit eigen kracht
leeft. Dat na zulk een langdurige periode
van neergang en uitbuiting zijn hoogste
doel thans de nationale eenheid en de vrij
heid is, wordt zeker ook in Japan erkend.
Japan wist daarentegen binnen den kortst
mogelijken tijd uit eigen kracht de situatie
meester te worden, zich te vormen tot een
modernen staat en zich snel te ontwikke
len tot een groote mogendheid.
De tegenstander, dien het Chineesche
volk op dezen weg naar zichzelf tegenover
zich vond, was niet in de eerste plaats
Japan, doch het Angelsaksendom, dat'in
China, vooral na den wereldoorlog, een der
weinige groote markten zag, die nog vrij
waren voor den kapitalistischen wereld
handel.
De politiek van de „open deur" was slechts
het voorwendsel tot overheersching en uit
buiting van het Chineesche volk door het
Angelsaksische kapitalisme.
Het Chineesche nationalisme keerde zich
terecht met kracht tegen het stelsel van
steunpunten, concessies en privileges ln de
Chineesche levensruimte. Het program van
Soen Jat-sen, dat ten doel had, China van
de concessies te bevrijden, had in dit op
zicht opmerkelijke resultaten kunnen be
reiken. De aanwezigheid van deze aan het
gebied vreemde krachten kon echter de
groote mogendheid Japan, inzonderheid,
nadat steeds duidelijker het anti-Japan
sche streven van deze mogendheden meer
naar voren kwam, niet onverschillig laten.
De schending van de Chineesche levens
ruimte was ook steeds een schending van
de Japansche levensruimte. Was China
voor hen in strategisch opzicht van belang,
dan moest ook Japan den Chineeschen
buur van uit het oogpunt der machtspoli
tiek bezien en afweermaatregelen nemen.
Het bleek echter onmiddellijk, dat deze
vreemde mogendheden door het scheppen
van tegenstellingen tusschen het Japan
sche en Chineesche volk en door de twee
dracht tusschen beide naar cultuur en ras
verwante volken, hun hegemonie trachtten
te stabiliseeren.
Evenals in Europa leefden zij ook in het
Verre Oosten van de tegenstellingen tus
schen de in het gebied wonende volken.
De steun, dien zij thans aan China ver-
leenen in bewapenings-, financieel en mo
reel opzicht, geldt niet het geluk en de
eenheid van het Chineesche volk, doch de
handhaving van pen oorlogstoestand in het
Verre Oosten vooral na het begin der
politiek van het pact-van-drie. Het Chi
neesche volk wordt misbruikt om voor de
belangen der Angelsaksers te vechten en
een slagveld te blijven, waarop meer dan
de eigen belangen worden uitgevochten.
Evenals het Angelsaksische kapitalisme
op het oogenblik Japan met economische
wurgingsmaatregelen bedreigt, zoo zou het
morgen tegen het Chineesche nationalisme
optreden, wanneer dit een einde zou willen
maken aan de uitbuiting van de 450 'mil-
lioen Chineezen en van de vrije en open
Chineesche markt een economisch gebied
zou willen vormen, dat gericht is op een
economische zelfstandigheid en ook wan
neer het door samenwerking met de andere
volken der Groot-Oostaziatische ruimte een
economische onafhankelijkheid zou willen
verwerven.
Het is in ieder geval een feit, dat China
en Japan thans, evenals vroeger, de offers
zijn van de Angelsaksische „balance of
powers" en dat zij bij een gemeenschappe
lijke bevrijding van Oost-Azië van de aan
dit gebied vreemde' kapitalistische en im
perialistische krachten hun eigen tegen
stellingen gemakkelijker zouden kunnen
wegnemen. In weerwil van alles, wat de
huidige ontwikkeling in de laatste dagen
gebracht heeft, mag men aannemen, dat
de kennis van deze principieele feiten aan
beide zijden aanwezig is en veld wint.
Als een der voornaamste dragers van de
gedachte eener nieuwe wereldordening, die
haar taak ziet, niet in de Imperialistische
veroevring, doch in de verantwoordingbe-
wuste leiding der Europeesche volkeren tot
een arbeidzame en vreedzame gemeen
schap. volgt Duitschland, zoowel in eigen
belang als in het belang van het Verre
Oosten, iedere ontwikekling, die daar tot
gemeenschappelijke vervulling van deze
vredestaak kan leiden.
ENGELAND VROEG AMERIKA OM
FINANCIEELE HULP.
Reuter bevestigt in een bericht uit
Washington de mededeeling van een Ame-
rikaansch persagentschap, dat Groot-Brit
tannië volgens een officieele bekendma
king den Vereenigden Staten formeel om
financieele hulp verzocht heeft.
De Associated Press verneemt uit gewoon
lijk goed ingelichte kringen, dat Engelands
verzoek eerder als „financieele hulp" dan
als „leening" gekenmerkt kan worden. En
geland heeft hoofdzakelijk belang bij een
belofte, dat het oorlogsmateriaal in de Ver
eenigde Staten kan blijven koopen, wanneer
zijn huidige dollartegoed in de Vereenigde
Staten zal zijn uitgeput.
Minister Morgenthau heeft er in de
persconferentie op gewezen, dat eenige of
ficieele verklaring over deze aangelegen
heid van het Witte Huis moet komen. Voorts
wees hij erop, dat er zonder toestemming
van het congres, geen financieele hulp aan
Engeland verstrekt kan worden. (D.N.B.)
VERKOOP VAN SCHEPEN.
De Federal Maritime Commission heeft
medegedeeld, dat zij bereid nog 24 opgeleg
de schepen aan een vreemde mogendheid
te verkoopen. Onder deze schepen bevinden
zich 18 koopvaardij- en passagiersschepen
en 5 schepen met koelinrichtingen.
HET ONDERHOUD TUSSCHEN
ROOSEVELT EN DEN HERTOG
VAN WINDSOR.
De Times Herald meldt uit over het al
gemeen goed ingelichte kringen, dat presi
dent Roosevelt den hertog van Windsor in
het recente onderhoud duidelijk gezegd
heeft, zich te willen houden aan zijn kles-
belofte en Amerika niet in den oorlog zal
storten. Hij wil geen tweede Wilson wor
den en zal daarom niets doen, wat de deel
neming van de Vereenigde Staten aan den
oorlog onvermijdelijk zou maken. Evenwel
wil hij naar beste krachten Engeland hel
pen. Deze verklaring heeft Roosevelt afge
legd op de vraag van den hertog of de Ver
eenigde Staten aan den oorlog zullen deel
nemen of althans voor Engeland bestemde
vrachtschepen door Amerikaansche oor
logsschepen zou laten vergezellen. (D.N.B.)
van hedenavond
tot morgenochtend
De maan komt hedenavond op
te 20.44 uur en gaat onder te
11.14 uur.
V-
Dit Nummei bevat TWEE Bladen
Binnenland
De rijksmiddelen gaven in November be
vredigende resultaten (2e Blad).
Artikel van den Voedingsraad (2e Blad).
Beperking treinverkeer ingaande 5 Januari
(Binnenland, 2e Blad).
Moord te Amsterdam (Gemengd, 2e Blad).
Buitenland
De strijd aan de grens van Egypte en Libye
(le Blad).
Karei Megerle over het Verre Oosten (le
Blad).
ZIE VOORTS „LAATSTE BERICHTEN"
EERSTE BLAD.
MEN ZIE VOOR ONS KORT VERHAAL
PAG. 3 VAN HET 2de BLAD.