m Zuid-Slavië en Hongarije OPENINGSCONCERT VREUGDE ENARBEID 8Isle Jaargang No. 24762 De aanvallen op Engeland VRIJDAG 13 DECEMBER 1940 De aanval op Birmingham Een Japanner over den toestand in Engeland Uit Engeland Engeland heeft koopvaardijschepen noodig Verdrag van eeuwige vriendschap te Belgrado onderteekend Uit Frankrijk Verklaringen van Flandin Lord Lothian overleden Verduisteren op ZONDAG 15 DECEMBER 1940# 's avonds 8 uur, in de STADSGEHOORZAAL te Leiden Het Nederlandsch Sym p h o nie-Orkest ballet „Xanda Stradowska" 17.27 uur 9.42 uur Uit Amerika Amerikaansche credieten aan Engeland EERSTE BLAD Feiten van den dag LEIDSCH DAGBLAD DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN PRIJS DER ADVERTENTIES 30 ets. per regel voor advertenties uit Leiden en plaatsen waar agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle andere advertenties 35 ets. per regel. Voor zakenadvertenties belangrijk lager tarief. Kleine advertenties uitsluitend by vooruitbetaling 's Woensdags en 's Zaterdags 50 ets. by maximum aantal woorden van 30 stuks. - Incasso volgens postrecht. - Voor opzending van brieven moet 10 ets. porto betaald worden. - Verplicht bewysnummer 5 ets. Bureau Witte Singel no. 1, hoek Noordeindsplein Telef. nrs. Directie en Administratie 25041 (2 lijnen) Redactie 21507 Postcheque- en Girodienst no. 57055 - Postbus no. 54 PRIJS DEZER COURANT Voor Lelden en gemeenten, waar agentschappen gevestigd zijn: •per 3 maanden f135 per weekƒ0.18 Franco per post 2.35 per 3 maanden portokosten (voor binnenland 0.80 p. 3 maanden) De volgende bijzonderheden verneemt het D.N.B. nog omtrent den aanval op Birming ham, een van de belangrijkste Engelsche industriecentra in de Midlands, dat naar reeds ln het kort gemeld gisternacht weer door talrijke Duitsche vliegtuigen in voort- durenden aanval met vele honderden tonnen springstof bestookt werd. In de avonduren van Woensdag startten de Duitsche formaties bij bedekten hemel en vonden .boven midden-Engeland een pp vele plaatsen gescheurd wolkendek, zoodat zij boven Birmingham goed zicht hadden. Wer den reeds bij de vorige aanvallen bijzonder belangrijke doelen getroffen, dit werd nog voltooid door het hevige bombardement van dezen aanval op verkeersinstallaties en be langrijke ravitailleeringsbedrijven ais water torens, electrische centrales en gasfabrieken. In totaal konden omstreeks 25 uitgestrekte groote branden en een reeks kleine in het Zuidelijk en Noordelijk deel van de stad mitsgaders in het centrum geteld worden. Een steekvlam van vele honderden meters, die den nachthemel geelachtig rood be scheen, gevolgd door een ontploffing, was vermoedelijk van een der gasbedrijven af komstig, die door voltreffers vernietigd werden. De totale indruk van alle terugkeerende vliegtuigbestuurders is, dat door dit bom bardement een brandeffect van langen duur bereikt is, waaraan vermoedelijk niet zoo spoedig een grens gesteld kan worden. Alle vliegtuigbestuurders deelden mede, dat het Engelsche afweergeschut in het geheel geen uitwerking had en de aanvallen van de Duitsche gevechtsformaties niet in het minst kon belemmeren. De secretaris van het Japansche genoot schap te Londen, Sjokisji, Okawa, die gis teren met de „Soewa Maroe" te Yokohama is aangekomen, heeft in een persgesprek verklaard, dat, ofsohoon Engeland in zijn verzet tegen Duitschland zeer hardnekkig is, meer dan de .helft der Londenaars reeds oorlogsmoede is, den vrede wenscht, om het even wie er overwint. De teekenen van oorlogsmoeheid, zoo verklaarde Okawa, zijn sedert Juni, naar duidelijk aan het lioht trad, steeds meer toegenomen. Een-uiting hiervan is ook het vredesvoorstel van leden der arbeiders partij. De autoriteiten oefenen scherp toe- zioht uit op alle communiqués betreffende den militairen toestand, doch de bevolking verneemt spoedig elk resultaat der Duit sche luchtaanvallen en wel meestentijds door vluchtelingen, die op andere plaatsen een toevlucht zoeken. Ook de mededeelln- gen, waarmede de regeering tracht de scheepsverliezien te verbloemen, vinden geen geloof meer. Reeds toen de Japansche zegsman op 3 September Londen verliet, schenen o.a. de scheepswerven van Londen volkomen ver woest. Vreeselijke tooneelen speelden zich bij de luchtaanvallen af, daar de schuil kelders na eenigen tijd werden gesloten en degenen, die op straat liepen, geen moge lijkheid meer hadden, zich in veiligheid te stellen. Vreeselijk was ook de toestand op het platteland, waar de kelders meestal zoo laag waren, dat het niet mogelijk was, recht op te staan," en de ventilatie ramp zalig was. Okawa wees er verder op, dat de prijzen voortdurend stegen en dat bijvoor beeld risch voor den arbeider onbetaalbaar was. Okawa wees er meermalen op. dat de Londenaars niets vuriger wensdhten dan slaap. Ten aanzien van de economische positie van Engeland verklaarde Okawa, dat Enge land het niet lang meer kan uithouden als het zoo doorgaat. De massa van. het volk vreest.de overwinning van Duitschland. Zij durft daarover echter niet te spreken. In den aanvang waren ook voldoende levens middelen voorradig geweest, doch naar Okanva reide, was het reeds bij zijn vertrek onmogelijk geweest, nog conserven of iets dergelijks te koopen. Het grootste, deel van het Engelsche volk is verbitterd en be schuldigt. Eden, Cooper en de Joden er van dat zij den oorlog hebbenontketend, doch de hoogere kringen in Engeland streven naar Voortzetting van den oorlog en kon digen de hulp van Amerika en andere staten aan. Discipline was er volgens Okawa nog nauwelijks. Vooral werd over "het slebte zertirag der Ofmadeesche solda ten vcV- De vertegenwoordiger van het Engelsche blokkadeministerie, sir. Walter Layton, ver klaarde in een persgesprek met een verslag- Gistermiddag: om 18 uur plaatselijken tijd is tusschen Zuid-Slavië en Hon garije een vriendschapsverdrag onder- teekend in het ministerie van buiten- landsche zaken te Belgrado. De onder- teekening werd verricht door Cincar Markowitsj en den voor een officieel bezoek in Belgrado vertoevenden Hon- gaarschen minister van buitenlandsche zaken, graaf Csaky. Het pact behelst drie artikelen. Artikel 1 zegt: „Tusschen het koninkrijk Zuid-Slavië en het koninkrijk Hongarije zal permanent vrede heerschen en een eeuwige vriendschap bestaan." Artikel 2 luidt: „De hooge verdragsluiten de partijen zijn overeengekomen te beraad slagen over alle problemen, die naar haar meening de wederzij dsche betrekkingen zouden kunnen raken." Artikel 3 zegt: „Dit verdrag wordt gerati ficeerd. De ratificatie-oorkonden zullen zoo spoedig mogelijk in Boedapest worden uit gewisseld. Het verdrag wordt van kracht op den dag der uitwisseling der ratificatie- oorkonden." In aansluiting op de onderteekening van dit verdrag, heeft de Zuid-Slavische minis ter van buitenlandsche zaken tijdens een ontvangst van de binnen- en buitenlandsche pers een verklaring afgelegd, waarin hij o.a. zeide: „Het gesloten verdrag bevestigt thans ook formeel de reeds bestaande op rechte vriendschapsbetrekkingen tusschen Hongarije en Zuid-Slavië". De minister verzocht in het verdrag een nieuwe bijdrage te zien van de politiek van vrede en van constructieve samenwerking der regeeringen van Hongarije en Zuid-Sla vië in de Donau-ruimte. De Hongaarsche minister van buiten landsche zaken, graaf Csaky, verklaarde den journalisten, dat het verdrag kort, nraar des te duidelijker was. Het wezen lijke is in het eerste artikel samengevat. Alle streven moet, vooral in deze moeilijke tijden, er op gericht zijn, in het gebied van Midden- en Zuid-Oost-Europa den vrede te bewaren. De beide verdragsluitende landen kunnen zich thans aan het werk der na tionale consolideering wijden, teneinde ook van hun kant op de beste wijze bij te dra gen tot het streven van de mogendheden, welker doel het is, om tenminste dit deel van Europa de catastrophe te besparen en waarden te behouden, die van nut kunnen zijn voor de herboren wereld. In redevoeringen aan een afscheidsdiner is bovenstaande nog eens met nadruk vast gelegd. Daarna is Csaky vertrokken om een paar dagen op jacht te gaan. De Hongaarsche minister heeft gister morgen op het Hongaarsche heldenkerkhof een krans neergelegd. Daarna begaf hij zich naar het Monument van den Onbekenden Soldaat op den berg Avala, waar hij even eens een krans neerlegde. (D.N.B.) gever van de New York Post, vlak voor zijn vertrek naar Canada: Engeland heeft vooral hoopvaardijschepen noodig Zijn verliezen aan koopvaardijschepen zijn zeer groot en be dragen in het jongste verleden gemiddeld vier millioen bruto register ton per jaar. Deze verliezen kan Engeland door den aart bouw van nieuwe schepen niet goedmaken. Daarom moet Engeland van de Vereenigde Staten zoo veel mogelijk schepen krijgen. Bovendien moeten de Vereenigde Staten Engeland den voorrang geven in staal, voor al in stalen legeeringen. Uit deze verklaring blijkt, dat Engeland zonder een veel grootere hulp van de Ver. Staten niet inziet, hoe het Duitschland kan verslaan. (D.N.B.) De Fransche oud-premier Flandin heeft tegenover een vertegenwoordiger van de Matin belangwekkende verklaringen afge legd over het waagstuk van de verant woordelijkheid voor den oorlog, waarvan Daladier mede een belangrijk deel draagt. Op 27 Augustus 1939, zoo verklaarde Flan din, had hij persoonlijk Daladier in zijn bureau opgezocht en hem woordelijk ver klaard: „Deze oorlog zou een misdaad zijn. Men moet hem verhinderen. Wanneer gij wilt, dat wij u In de Kamer steunen, dan moet gij den weg der onderhandeling bewande len. In dit geval kunt gij in de Kamer op onze absolute medewerking rekenen. Duitschland is vastbesloten, Hitler zal niet terugwijken, hij zal doorzetten tot het doel bereikt is." Zijn opvatting, zoo verklaarde Flandin tegenover den journalist, werd echter niet door Daladier gedeeld. Hij was ervan over tuigd, dat Hitier tegenover de Fransch- Engelsehe entente niet zou standhouden. Bovendien had de Fransche ambassadeur te Berlijn, Coulondre getelegrafeerd, dat Hitier aan het einde van zijn latijn was. Men moest daarom verzet bieden. Daladier had echter zijn inlichtingen bijna uitslui tend van de Intelligence Service en van bepaalde Duitsche emigranten bekomen. Voorts was gebleken, dat de Joodsche kliek overal de mannen uit den weg had geruimd, die een vreedzamen invloed uit oefenden, en dat dit ookde oorzaak was geweest, van het vertrek van den gewezen Franschen ambassadeur Francois Poncet. Flandin verklaarde ln.tegenstelling met de officieele verklaringen van Henderson te kunnen verzekeren, dat de Engelsche am bassadeur zeer goed de lec.tuur van de Duit sche voorstellen ten aanzien van Polen, die de rijksminister van buitenlandsche zaken, von Rlbbentrop, hem had voorgelegd, heeft begrepen. Hij kon verder garandeeren, dat Polen nooit van deze voorstellen kennis heeft gekregen, zoodat Polen de in Duitsch land verwachte onderhandelaars niet ge zonden heeft. Flandin zag bovendien in de publicatie van de correspondentie tusschen den Fuehrer en Daladier het vaste voornemen der Fransche regeering, den toestand aan de Fransche openbare meening verkeerd voor te stellen. Daladier had den Fuehrer een persoonlijken brief gezonden, waarop laatstgenoemde den 27en Augustus 1939 antwoordde. Er was besloten, deze briefwis seling niet te publiceeren. Desondanks had men ln bepaalde Fransche bladen den brief van Daladier gepubliceerd, doch niet het antwoord van den Fuehrer. De Duit sche ambassadeur te Parijs had hiertegen geprotesteerd en geëischt, dat ook het ant woord van den ïkrehrer aan het Fransche volk zou worden voorgelgd, opdat het de beide standpunten tegenover elkaar zou kunnen stellen. De persafdeeling van de Duitsche ambassade had den bladen zelfs de Fransche vertaling van den brief van den Fuehrer doen toekomen. Dit had Dala dier zoo ontstemd, dat hij reeds den 27en Augustus, vier dagen voor de Duitsche troe- Gisternacht Is Lord Lothian, de Britsche ambassadeur te Washington, onverwacht in het gebouw van de Engelsche ambassade aldaar overleden. De Britsche ambassade te Washington heeft, naar het D.N.B. via Stockholm ver neemt, volgens Reuter medegedeeld, dat de dood van Lord Lothian een gevolg Is van uraemische infectie. Hij was Zondagavond plotseling onwel geworden. De dagen daarop verbeterde zijn toestand, doch deze verergerde Woensdag avond en 's nachts om 2 uur is hij op 58- jarigen leeftijd overleden. Foto-archief „L. D." Wijlen lord Lothian. Philip Henry Kerr, markies van Lothian, werd in 1882 geboren. Zijn opleiding genoot hij aan de Oratory School en op de univer siteit 'van Oxford. In 1906 werd hij assistent-secretaris van den interlokalen raad voor Transvaal en Oranje-rivier-kolonie, terwijl hij zitting had ln de spoorwegcommissie der centrale Zuid-Afrikaansche spoorwegen. Deze func ties bekleedde hij tot 1908. In de politiek deed hij zijn stem hooren als mede-redacteur van de „Round Table". In 1916 werd hij secretaris vain den Brit- schen minister-president, Lloyd George, waarna hij van 1925 af als secretaris van de Rhodes Trust fungeerde. In de eerstenationale regeering, welke ln 1931 optrad, bekleedde hij de functie van kanselier van het hertogdom Lancaster. Voorts bekleedde hij regeeringsposten in 1931 en 1932 als onderstaatssecretaris voor Indië en voorzitter van de z.g. „Round Table Francise Committee". Lord Lothian was lid van de liberale partij. Uiterst belangwekkend is de rol, die lord Lothian heeft vervuld in de ontwikkeling der Engelsch-Dultsche betrekkingen sedert den „Umbruch" in Duitschland. Aanvanke lijk toonde hij een open oog te hebben voor de vernieuwing van krachten, die ln Duitschland aan den dag trad en trachtte hij daarvoor in Engeland een beter be grip te wekken. In de eerste jaren, na dat de nationaal-soclalistlsche beweging in Duitschland aan de macht was gekomen, was hij een dergenen, die herhaaldelijk met de nieuwe Duitsche gedachtenwereld en de Duitsche leidende figuren contact zocht en die als zijn overtuiging uitsprak, dat het nieuwe Duitschland en het Britsche rijk geenszins onverzoenlijk tegenover elkander behoefden te staan, doch dat een samen gaan van beide rijken ln de wereld een mo gelijkheid was, welke zeer stellig kon wor den verwezenlijkt, wanneer van Engelsche zijde het noodige begrip voor het levens krachtige nieuwe, dat in Duitschland bezig was te ontstaan, kon worden verworven. Deze houding echter liet hij na September 1938 volkomen varen, om zich aan te slui ten bij het kamp, dat zijn meest kenmer kende vertegenwoordiger vond in den hul digen Britschen minister-president, Chur chill. Eenmaal tot dit kamp overgegaan, deed hij opnieuw zijn Intrede ln de practi- sche politiek door een benoming te aan- i vaarden als ambassadeur in de Vereenigde Staten. Deze benoeming werd een feit op 30 Augustus 1939, enkele dagen vóór het uitbreken van den oorlog tusschen Enge land en Duitschland. De New York World Telegram meldt, dat er zoo spoedig mogelijk een vertegenwoor diger van de Engelsche regeering benoemd zal worden om den overleden ambassadeur op te volgen. In aanmerking komen Eden, de vroegere minister van handel Stanley, de minister van openbare gezondheid Mac- donald en de vroegere Engelsche ambassa deur ln Parijs, Campbell. (D.N.B.) georganiseerd voor de leden en huisgenooten van vakvereenlgingen, aangesloten bij den Leidschen Bestuurdersbond, o. 1. v. Mr. HARM SMEDES behoort tot een der beste orkesten van ons land- Medewerking wordt verleend door het Toegangsprijs f. 0.35, garderobe en pro gramma inbegrepen. Kaartverkoop: C. Snel, Heerengracht 34. Volksgebouw en bij de secretariaten van de aangesloten organisaties. 4503 (Ingez. Med.) van hedenavond tot morgenochtend De maan komt heden op te 17.04 uur en gaat onder te 7.51 uur d.a.v. J pen Polen binnentrokken, de censuur in Frankryk had ingesteld. Iedere pynlijke waarheid was op deze wijze verheimelijkt en alles wat via de pers of door aanplakbiljetten mitsgaders de ra dio ertoe had kunnen bijdragen, den vrede toe redden, was onderdrukt geworden. Flandin verklaarde tenslotte ,dat het goedkeuren van de door Daladier ln de Ka mer verlangde credieten gesohied was op grond van twee onmiskenbare leugens, na melijk, de regeering had in de eerste plaats verklaard, dat tusschen Londen, Parijs, Rome en Berlijn onderhandelingen werden gevoerd en verder, dat zij zich opnieuw tot de Kamer zou wenden, als zij zich ge dwongen zag, den oorlog te verklaren. Ook dit was niet geschied. (D.N.B.) De International News Service meldt uit Washington: men heeft vernomen, dat de Engelsche onderstaatssecretaris Phillips den Amerikaanschen minister van financiën, Morgenthau, ln de beide recente conferen ties heeft medegedeeld, dat de Engelsche regeering van alle beschikbare voorraden contant geld voor oorlogsdoeleinden gebruik heeft gemaakt en spoedig credieten noodig heeft. Morgenthau heeft deze mededeeling aan veertien vertegenwoordigers van de Amerikaansche defensie- en buitenlandsche politiek overgebracht. Deze groep zal vol gende week met president Roosevelt beraad slagen over de kwestie der formuleering van verdere hulp aan Engeland. In zijn bespre kingen met Morgenthau heeft Phillips op de volgende rijf punten gewezen: 1. Engeland verwacht, dat de oorlog nog millioenen dollars, zal kosten, die slechts door de Amerikaansche regeéririg of door particuliere bronnen in de Vereenigde Sta ten kunnen wordën opgebracht. 2. Engeland ls op het oogenblik niet voor nemens om een leening te verzoeken, doch wil uitsluitend aan de Amerikaansche regee ring en het Amerikaansche volk den stand van zaken voorleggen, opdat zij een be slissing kunnen nemen. 3. De Britsche regeering heeft reeds voor verscheidene honderden millioenen dollars aan Amerikaansche geldswaardige papieren in Engelsch bezit verkocht en vreest, dat verdere verkoopen de Amerikaansche markt ernstig in gevaar zouden brengen. 4. Om het kapitalistische stelsel ln Enge land te behouden, zijn de Engelschen er tegen, hun tegoed uit te putten, voor de betaling van oorlogsleveranties. 5. Een gedwongen liquidatie aan aandee- len, obligaties en andere tegoeden, zou En geland na afloop van den oorlog in een hulpelooze positie brengen en het einde van het kapitalistische stelsel in Engeland ver oorzaken. De International News Service meent ver der te weten, dat president Roosevelt er nog niet van overtuigd is, dat de Engelsche kapitalisten alles gedaan hebben om tot op- Dit Nummei bevat DRIE Bladen Binnenland Nieuwe distributiebonnen aangewezen. Blad). (3e Goederenvervoer van Nederland naar Duitschland vrij van douane-rechten. (Binnenland, 3e Blad). Moord te Almelo na bijna zes jaar opge helderd. (Gemengd, 3e Blad). Buitenland Vriendschapsverdrag tusschen Zuid-Slavië en Hongarije geteekend. (Ie Blad). Italië middelpunt van Engeland's aanval len. lie Blad). Plotseling is de Engelsche ambassadeur te Washington, lord Lothian, overleden. (Ie Blad). MEN ZIE VOOR ONS KORT VERHAAL PAG. 2 VAN HET TWEEDE BLAD.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1940 | | pagina 1