GOEDE
STADSNIEUWS
LEIDSCH DAGBLAD - Eerste Blad
Zaterdag 9 November 1940
C. F. MEERPOEL
De aanvallen op Engeland
voortgezet
EEN WERKELIJK
\>ii NAAIMACHINE
Breestraat 171
In de lucht en ter zee
De Joden in België
Het vertrek van
Amerikanen uit Engeland
Verspreide Berichten
Prof. mr. A. S. de Blécourt
overleden
geschiedenis toe te geven, dat onze duik-
booten meer schijnen te zijn en hij kan mij
gelooven wanneer ik zeg, dat zij inderdaad
meer zijn. Hij heeft er vooral geen idee van
hoe zij meer worden. Wij zullen hen nog
tarten, deze internationale kapitalistische
leugenaars. En wij zullen het nog beleven.
Eens zal er zeker geen Churchill meer zijn.
doch Duitsche duikboojen en nog eens
Duitsche duikbooten. En zoo, nadat hij dat
op zichzelf niet meer bestrijden kan, heeft
deze geniaalste strateeg, Sie tot dusver ge
boren werd, zich op den luchtoorlog ge
worpen.
Want het is reeds een geniaal idee van
Churchill geweest, speciaal met het wapen,
waarin Engeland in vergelijking met ons
het.allerzwakste is, den luchtoorlog te be
ginnen. Gij weet, dat ik de wereld jarenlang
heb voorgesteld, een einde te maken aan
den bommenoorlog, in het bijzonder tegen
de burgerbevolking. Engleand echter heeft
dit, ongetwijfeld daar het komende ontwik
keling verwachtte, afgewezen. Goed, ik heb
desondanks in dezen oorlog den strijd nooit
tegen burgerbevolking laten voéren. Ik heb
in den oorlog tegen Polen geen nachtelijke
aanvallen op Poolsche steden laten onder
nemen. Men kan des nachts de verschillen
de objecten niet zoo nauwkeurig treffen.
Ik liet derhalve in hoofdzaak slechts bij
dag aanvallen en altijd alleen militaire
doelen. Ik heb hetzelfde in Noorwegen, in
Nederland, in België en in Frankrijk' ge
daan. Toen kwam de heer Churchill plot
seling op de gedachte, nadat de Britsche
luchtmacht overdag in het geheel niet meer
over Duitsch gebied kwam vliegen, de Duit
sche burgerbevolking met nachtelijke aan
vallen te teisteren. Gij kent mijn geduld,
mijne partijgenooten. Ik heb dus acht da
gen toegezien. Men heeft bommen geworpen
op de burgerbevolking aan den Rijn en op
de burgerbevolking in Westphalen en ik heb
daarop veertien dagen toegezien en ge
dacht: „de man is waanzinnig. Hij voert
een strijdwijze in, waarbij slechts Engeland
kan worden vernietigd."
Koker J2stuhs 50ct. Proef doosje 2 stuks fÖct
3057 (Ingez. Med.)
Toen de oorlog in het Westen ten einde
was heb ik nogmaals Engeland de hand
aangeboden. Ik werd wederom zoo woest
mogelijk beschimpt. De heer Halifax ge
droeg zich als een waanzinnige. Ook goed.
Men deed de bomaanvallen aan hevigheid
toenemen. Ik heb weer gewacht. Ik moet
zeggen, dat het mij zwaar begon te vallen,
want er kwamen velen tot mij, die zelden:
„ja, hoelang wacht gij nog Führer? die hou
den niet vanzelf op.''
Ik hel? langer dan drie maanden gewacht
doch toen heb ik; op zekeren dag het bevel
gegeven: zoo, ik. neem dezen strijd thans
aan, en ik neem hem aan met de vastbeslo
tenheid, waarmede ik nog steeds iederen
strijd heb aangenomen. Dat wilde zeggen:
thans strijd tot het einde toe- Zij willen het,
zij zullen het hebben.
Zij wilden Duitschland door den lucht
oorlog vernietigen. Ik zal hun thans laten
zien, wie vernietigd wordt. Het Engelsche
volk, waarvoor ik slechts leedwezen gevoel,
kan daarvoor zijn opper-misdadlger bedan
ken. De heer Churchill heeft met dezen
strijd zijn grootsten militairen flater be
gaan, die ooit een staatsman of een veld
heer kon maken. Hij heeft gestreden met
het wapen, waarmede hij het zwakst is. En
hij heeft gestreden uit een positie, die voor
Engeland sedert het oogenblik. waarop wij
van Drontheim tot Brest zitten, ook geo
grafisch slecht is. Het is de zwakste positie,
die Engeland maar bezitten kan. Wij zullen
dezen strijd doorzetten. Ik betreur het, dat
hij natuurlijk aan onze zijde offers elscht.
Alleen ik ken het nationalistische Dultsch
land, slechts de heer Churchill kent het
niet. Dat is het groote verschil. HIJ heeft
toch gemeend, daardoor wellicht het Duit
sche volk murw te kunnen maken. Hij
he%eft alleen maar glad vergeten, dat thans
een ander Duitschland is opgestaan. Dit
Duitschland wordt door iederen bom fana
tieker, zijn vastbeslotenheid wordt alleen
nog maar grooter. Het weet boven al: aan
dit schandaal moet eens en voor altijd een
einde worden gemaakt. En daartoe zijn wij
vastbesloten. Toen in 1938 de heer Cham
berlain hier in Muenchen was en mij hui
chelachtig zijn vredesvoorstellen deed, heeft
deze man in zijn binnenste het vaste voor
nemen gekoesterd, terstond na zijn terug
keer te zeggen: „ik heb thans een bepaal
den termijn gegeven en thans zullen wij
ons bewapenen, opdat wij dan Dultschland
kunnen overvallen." Wij weten zeer goed,
dat iedere regeling thans feitelijk slechts
een wapenstilstand zou zijn. Zij zouden ho
pen, dat ik dan wellicht na eenige jaren
niet meer aan het hoofd van het rijk zou
staan en dat dan de strijd opnieuw zou
kunnen beginnen.
Het is derhalve mijn onwrikbaar be
sluit, het conflict thans tot een duide
lijke beslissing te brengen: precies zoo
als ik als nationaal-socialist in den
strijd om Duitschland ieder compromis
van de hand heb gewezen, zoo wijs ik
ook thans ieder compromis van de
hand. Ik heb zoo dikwijls de hand ge
boden. Het was vergeefs. Zij wilden de
zen strijd, zij zullen hem thans hebben.
Het Duitsche volk zal dezen strijd tot
het einde toe voeren.
Het gevaar dat over een of twee of drie
jaar na groote spanning de strijd weder
ontbranden zal, moet uit den weg geruimd
worden. Het Duitsche volk wil eindelijk
vrede hebben. En wel een vrede die het
laat arbeiden, die het niet aan internatio
nale schurken mogelijk maakt andere vol
ken tegen ons op te hitsen. Voor deze lie
den is de oorlog natuurlijk de gTootste ver
dienste. Ik heb geen reden om eenig mate-
'rieel belang oorlog te voeren. Voor ons kan
hij slechts treurig zijn. Ons, het Duitsche
volk en de geheele gemeenschap, ontneemt
hij oneindig veel tijd en arbeidskracht. Ik
heb geen aandeelen in wapenfabrieken in
mijn bezit. Ik verdien aan dezen oorlog
niets. Ik zal gelukkig zijn, wanneer wij we
der zouden kunnen arbeiden, zoosüs ik
vroeger voor mijn volk gearbeid heb. Doch
deze internationale misdadigers zijn tevens
de grootste wapenzwendelaars, die er be
staan. Aan hen behooren de fabrieken, zij
doen de zaken. Dat zijn dezelfde lieden als
wij vroeger ook in Duitschland hadden.
Met deze lieden is slechts één oplossing mo
gelijk: hier moet er een breken. En dat zal
onder geen omstandigheid Duitschland
zijn.
Wanneer echter dit Duitschland thans
een andere houding bezit, komt dit daar
om, omdat het nationaal-socialisme het
Duitsche volk weder verheven heeft. Het
heeft de geestelijke, psychische, moreele en
ook materieele voorwaarden geschapen
voor de enorme overwinningen der weer
macht van ons jongë rijk. Iedere soldaat
weet het en moet het weten, dat de. legers,
die thans onder onze vaan marcheeren, de
revolutielegers van het Derde Rijk zijn. Zij
dragen in het hart niet slechts het geloof
mede aan een Duitschland, zooals dit eens
was, doch zij dragen in het hart het geloof
aan het Duitschland, dat ons allen in de
toekomst voor oogen staat, waarvoor wij
zoolang gestreden hebben, het geloof aan
een beter rijk, waarin de groote doelstellin
gen van ons nationale en sociale beweging
verwezenlijkt worden, en dat wij thans dit
Duitschland bezitten, hebben wij te dan
ken aan hen, die in 1923 gemarcheerd heb
ben en bovenal ook aan hen, die destijds
als eerste bloedoffers voor de beweging ge
vallen zijn. Deze zestien dood en zijn meer
dan slechts zestien dooden.
Zij zijn de kroongetuigen van een nieuwe
wederopstanding van ons volk geworden.
Zij hebben destijds werkelijk in grenzelooze
liefde tot Duitschland gehandeld. Want wie
destijds bij de beweging kwam, tegen hem
kon men slechts zeggen: je kunt al het an
dere opgeven. Je hebt in het geheel niets,
waarvan je zeker bent, behalve wellicht je
eigen dood. Doch je ziet voor je iets, v/aar-
voor wij allen strijden.
Het is een nieuw Duitschland, maar een
Duitschland der eer, dat wij weder oprich
ten, dat zijn zonen weder het dagelijksclie
brood waarborgt en dat in de wereld weder
den rang inneemt, die het toekomt op
grond van de getalsterkte van ons volk, het
historische verleden en onze vroegere, te
genwoordige en toekomstige waarde. Daar
voor hebben deze menschen zich opgewor
pen en daarvoor hebben ook deze zestien
destijds hun leven gegeven, en op deze
zestien zijn thans vele honderden gevolgd,
hier en buiten de greiizen van het rijk.
Het was bijna tien jaren lang een enkele
Dan naar:
Momenteel levering uit voorraad.
3109 (Ingez. Med.)
weg van martelaren, het sterkst wellicht in
de Ostmark en in het Sudetenland, omdat
de strijd daar het minste kans op succes
scheen te bieden. Hoe konden deze kleine
lieden het wonder vooruitzien, waardoor
zij anderhalf of twee decennia later glorie
vol in hun groot rijk zouden worden terug
gebracht? Zij hebben desondanks gestre
den, het geloof In het hart.
Dit alles echter vond zijn uitgangspunt in
dezen 8en en 9en November 1923. En daar
om gedenken wij de nagedachtenis van
deze mannen met bijzondere ontroering
thans meer nog dan toen want zij allen
hebben tevens ook de smaad van de ineen
storting van 1918'19 in het hart gedragen.
In hen heeft deze smaad gevreten en ge
woeld. Hoe dikwijls hebben wij tezamen
gezeten steeds doorgloeid van die eene ge
dachte: „dat moet in onze geschiedenis
hersteld worden, dat kan niet zoo voortdu
ren en kan niet zoo blijven.
Dat zou het Duitsche volk voor altijd
met schande belasten. Dat zullen wij uit
onze geschiedenis doen verdwijnen. Dat
zullen wij weer uitwisschen. Wij zullen we
der oprichten een Duitschland van macht
en van kracht en van heerlijkheid. Duitsch
land moet weder opstaan, koste wat het
kost."
En in dezen geest hebben zij destijds ge
streden. In dezen geest werd daarop de
strijd pas goed verder gevoerd en in dezen
geest staan wij hiér thans voor de overige
wereld en zullen wij volbrengen datgene,
waarvoor ook zij eens gevallen zijn.
De vijanden gelooven Duitschland te
vernietigen. Zij zullen zich vergissen, uit
den Strijd zal Duitschland eerst werkelijk
opstaan.
Aan het slot der rede ruim 1 uur duur
de zij die herhaaldelijk door geweldige
bijvalsbetuigingen onderbroken werd, brak
een storm van applaus los, een heilgeroep
zooals deze oude nationaal-socialistische
vergaderplaats nog nooit beleefd had.
Steeds opnieuw braken de ovaties los, welke
de massa's den Führer brachten, waarna
er volksliederen werden gezongen.
De vergeldingsaanvallen op Londen zijn
gisteren vrijwel zonder onderbreking voort
gezet. Boven Londen en het Zuid-Oosten
van Engeland ontwikkelden zich verschil
lende luchtgevechten, waarbij dertien Brit
sche vliegtuigen werden neergeschoten.
Aan Duitsche zijde werden geen verlie
zen geleden.
De Duitsche gevechts- en, duikvliegtuigen
hebben ook gisteren de ravitailleering van
het Britsche eiland aanzienlijk belemmerd
door succesrijke aanvallen op den aanvoer
van overzee. In krachtig beveiligde kon
vooien werden ondanks hevig luchtafweer
geschut vier koopvaarders van totaal 22,000
ton zwaar beschadigd.
Ver ten Westen van Ierland werden op
zee nog twee koopvaardijschepen van sa
men 9000ton tot zinken gebracht, zoodat
tot op dit oogenblik in totaal 31,000 ton
scheepsruimte tot zinken gebracht is.
Ook een kruiser is door verscheidene
voltreffers in brand geworpen en onder
sterke verschijnselen van een ontploffing
onmiddellijk tot stoppen gebracht. Een an
dere kruiser, die eveneens een konvooi
moest beveiligen, kreeg door het ontplof
fen van verscheidene zware bommen groo
te slagzij. Bovendien werd een koopvaardij
schip van 6,000 b. r. t. getroffen, zoodat het
onmiddellijk stoom afblies en bij het kon
vooi moest achterblijven.
Een koopvaardijschip van 2000 ton kreeg
in de monding van de Theems twee vol
treffers van zware bommen op het achter
en het voorschip. Een tweede vrachtschip^
ter hoogte van Oxfordness, kreeg een vol
treffer op den boeg en een treffer vlak bij
de scheepswand. De treffers waren zoo
zwaar en doeltreffend, dat blijkbaar beide
schepen verloren zijn.
ACTIE VAN DE GAULLE.
Naar uit Vichy gemeld wordt heeft het
Fransche ministerie van koloniën beves
tigd, dat Lambarenes in Fransch Gabon
door troepen van de Gaulle is ingenomen.
In een communiqué wordt hierover o.a.
medegedeeld: „dat het kleine marktplaats-
je door vliegtuigen gebombardeerd is en
van drie kanten door de troepen van de
opstandelingen de Gaulle en Lanninat is
ingesloten, waarop het door de bevolking
moest worden ontruimd. Bijzonderheden
ontbreken nog. De positie van Gabon wordt
echter hierdoor op geen enkele wijze ge
troffen, daar de voornaamste centra Libre
ville en Port'Gentil aan den Atlantische
kust zich vast in Fransche hand bevinden
en volkomen loyaal blijven, hetgeen, blijkt
uit de door den gouverneur der kolonie ge
geven verzekeringen".
Uit Libreville wordt gemeld, dat de stad
op 5 November opnieuw hevig gebombar
deerd is door Engelsche vliegtuigen.
De Fransche autoriteiten te Libreville
hebben aangedrongen op het zenden van
een hospitaalschip, dat tevens de burger
bevolking in veiligheid zou moeten bren
gen. (D.N.B.).
De gisteren van kracht geworden bepa
ling van den militairen bevelhebber voor
België-en Noord-Frankrijk, generaal von
Falkenhausen, betreflende het uitschake
len van de Joden uit het openbare leven, is
door het geheele volk met de grootste .vol
doening opgenomen, aldus het D.N.B.
Volgens officieele schattingen ^bedroeg
het aantal clandestien naar België geëmi
greerde Joden in 1931 niet minder dan
60.000.
Volgens een verklaring van den minister
van justitie, Jaspar, in de Kamer, waren
er in 1938 reeds 120.000 Joden in België.
Zelfs wanneer men dit cijfer van 120.000
als basis neemt, waren er in België in 1938
procentsgewijze viermaal zooveel Joden als
in Duitschland in 1935.
Onderstaande statistiek geeft een zeer
duidelijk beeld van de Joodsche beheer-
sching van het economische leven en van
de industrie. Van 1933 tot 1939 steeg de
Joodsche penetratie In de handels- en fa-
brieksvertegenwoordigingen van 16 tot 61
pCt., in den meubelhandel van 2.6 tot 38.2
pCt„ in het antiquariaat van 4.5 tot 19.5
pCt., in de advocatuur van 1.2 tot 8 pCt.,
in den fruitinvoerhandel van 28 tot 67 pCt.,
in den wol- en katoenlnvoerhandel van 9.5
tot 31 pCt.
Een bijzonder terrein was de wereldbe
kende diamantindustrie van Antwerpen, die
voor 85 pCt. in Joodsche handen was.
Het Amerikaansche staatsdepartement
maakt het Duitsche antwoord openbaar
aangaande het verzoek van 'de Amerikaan
sche regeering om vrijgeleide te waarbor
gen aan een Amerikaansch schip dat naar
een haven aan de Westkust van Ierland zal
gaan ten einde ongeveer 1290 Amerikaan
sche .burgers uit Engeland af te halen.
Naar de verklaring van het staatsdeparte
ment zegt, verwijst de rljksregeering er in
haar antwoord op, dat de gebieden rondom
Engeland oorlogsgebieden zijn en de rijks-
regeering derhalve niet in staat is verzeke
ringen, welke ook, van het bedoelde karak
ter in overweging te nemen.
Sernl officieel wordt uit Berlijn gemeld: j
De Duitsche regeering heeft reeds in ver-1
scheidene gevallen aan verzoeken van de i
regeering te Washington gehoor gegeven i
om schepen, die Amerikaansche burgers
naar huls brengen en daarbij in de oor
logszone geraken, niet lastig te vallen. Men
wijst er evenwel op, dat dit niet als vrij
geleide aangeduid kan worden. Deze aan
duiding acht men al daarom onjuist, om
dat een schip, dat in de oorlogszone ge
raakt, immers niet alleen blootstaat aan
de wapenen, die willekeurig gehanteerd
kunnen worden, maar ook aan die, waar
voor dit niet geldt. Men herinnert zich ook
bepaalde gevallen, waarin geen acht gesla
gen werd op de instructies van de Duitsche
regeering omtrent de route van dergelijke
schepen zooals b.v. in het geval van de
American Legion.
Natuurlijk is het in politieke kringen te
Berlijn niet onbekend gebleven, dat men
van Engelsche zijde al weer tracht uit het
feit, dat een Amerikaansch schip zich in
de oorlogszone wil begeven en uit het
standpunt, dat de Duitsche regeering hier
tegenover Inneemt, de aanwezigheid van
vijandige gevoelens tegenover de V. S. op
te maken. Hieromtrent wordt slechts opge
merkt, dat deze Engelsche poging om van
een aangelegenheid, die ook voor de V. S.
volstrekt helder is, partij te trekken, ten
einde de Duitsche politiek jegens Amerika
verdacht te maken, geen commentaar vèr-
elscht.
EDEN NAAR ENGELAND
TERUGGEKEERD.
Volgens Reuter is de Britsche minister
van oorlog, Eden, weer naar Engeland te
ruggekeerd.
CHAMBERLAIN ERNSTIG ZIEK.
Het D.N.B. meldt uit Stockholm:
Oud-minister-president Chamberlain is
volgens een Reuterberlcht ernstig ziek.
Reuter heeft het volgende telegram ont
vangen van mevrouw Chamberlain:
„Neville Chamberlain wordt de laatste
dagen steeds zwakker. Hij is thans ernstig
ziek."
ONGEVEER 70.000 BELGISCHE
ARBEIDERS IN DUITSCHLAND.
Omtrent de Belgische arbeiders in Duitsch
land, wier aantal -voortdurend toeneemt,
meldt het D.N.B. de volgende bijzonderhe
den: tot dusverre hebben ongeveer 70.000
Belgen in Duitschland werk gevonden. Ge
schoolde arbeiders werden hoofdzakelijk in
bouwbedrijf, ijzerindustrie en mijnen te
werk gesteld. Ongeschoolde arbeiders von
den vooral in den landbouw arbeid. Den
laatsten tijd gingen vooral textielarbeiders
en huishoudelijk personeel naar Duitsch
land.
DE ZWITSCHERSCHE MINISTERS VAN
DEFENSIE EN JUSTITIE TREDEN AF.
De Zwitsersche ministers Minder en Bar-
mann resp. van defensie en van justitie,
zijn uit den bondsraad getreden, waarvan
?e aan het einde van dit jaar geen deel
meer zullen uitmaken.
De Kampioen! Een welverdiend kam-
pioenschap voor No. 33, want mildere en
geuriger tabak is er nergens te vinden.
HERTZOG ZOU ZIJN AFGETREDEN ALS
PARTIJLEIDER.
Het A.N.P, meldt uit Berlijn:
Uit Engelsche bron wordt gemeld, dat
generaal Hertzog zijn functie als leider van
de nationaal-socialistische partij in den
Oranje Vrijstaat neergelegd heeft. Zijn af
treden zou een gevolg zijn van de scherpere
houding van den rechter vleugel der partij
nopens den te volgen politieken koers.
OUD-HOOGLEERAAR AAN DE LEIDSCHE
UNIVERSITEIT.
In den ouderdom van 67 jaar is te den
Haag overleden prof. mr. A. S- de Blécourt.
oud-hoogleeraar in het geschiedenisrecht
aan de Leidsche Universiteit.
Anne Siberdinus de Blécourt werd den
4den October 1873 te Appingedam geboren,
ontving daar en te Nijmegen zijn school
opleiding en werd in 1892 aan de Gronlng-
sche universiteit als student in de rechten
ingeschreven. Den 5den Juli 1897 promo
veerde hij aldaar op stellingen tot doctor
in de rechtswetenschap. Hij vestigde zich
daarna als advocaat te Groningen en te
vens volontair ten rijksarchleve aldaar. In
Juni 1898 volgde zijn benoeming tot ad
junct-archivaris van Rotterdam, welke
functie hij tot September 1901 vervulde.
Toen ging hij over naar de Provinciale
Griffie van Noord-Holland te Haarlem,
eerst als adjunct-commies en daarna als
commies. Daarna kwam hij bij de rechter
lijke macht, was van Juni 1903 tot Septem
ber 1907 substituut griffier bij de recht
bank te Zutphen, van September 1907 tot
October 1911 rechter aldaar, van October
1911 tot April 1914 rechter te Utrecht en
tenslotte tot Juni 1917 rechter te 's-Gra-
venhage. Bij Koninklijk besluit werd hij
vervolgens als opvolger van prof. mr. S. J.
Fockema Andreae den 9den Mei 1917 tot
gewoon hoogleeraar benoemd aan de Leid
sche universiteit, om onderwijs te geven in
het oud-vaderlandsch recht, welk ambt hij
den 27sten Juni van dat jaar aanvaardde
met een inaugurale oratie fever: „Het be
lang van het oud-vaderlandsch recht voor
onzen tijd
Wijlen prof. de Blécourt.
In den Academischen «cursus 1935-1936
was prof. de Blécourt rector magnificus
der Leidsche Universiteit en in het studie
jaar 1934/35 was hij secretaris van den Aca
demischen Senaat.
In Augustus 1936 werd hem het eere
doctoraat der universiteit van Parijs ver
leend. De Nederlandsche Regeering erkende
zijn verdiensten door zijn benoeming tot
ridder in de orde van den Nederlandschen
Leeuw.
Gnder de werken, welke van zijn hand
verschenen, noemen wij: ..Het stadsmeier-
recht in de Groninger Veenkoloniën" (1907)
„Ambacht en gemeente" (1912); Kort be
grip van het oud-vaderlandsch burgerlijk
recht (1930). Voorts schreef hij verschillen
de opstellen, o.a. over tiendrecht en grond
rechten, in het „Rechtsgeleerd Magazijn"
van 1908 en latere jaren en in diezelfde
periode boekbeschouwingen in hetzelfde
tijdschrift, in het „Weekblad van het Recht"
en het tijdschrift .Themis".
Aan' prof. mr. de Blécourt werd bij K. B.
van 6 Februari 1939 met ingang van 1 Oct.
1939 op zijn verzoek eervol ontslag verleend
als hoogleeraar met dankbetuiging voor de
belangrijke in deze betrekking bewezen
diensten.
Als geschenk ter gelegenheid van zijn
afscheid van de Leidsche Universiteit werd
prof mr- de Blécourt een bundel opstellen
op het gebied van het Oud-Vaderlandsch
recht overhandigd.
De crematie van het stoffelijk overschot
van prof. mr. de Blécourt vindt Maandag
a.s. te Velsen plaats, na aankomst van
rein 12.16 uur halte Drlehuis-Westerveld.
GOUDEN DOCTORATEN.
Morgen zal het vijftig jaar geleden zijn,
dat mr. J. J. Hagen wonende te 's-Graven-
hage, aan de Leidsche Aoademie promo
veerde tot doctor in de rechtsgeleerdheid.
Hetzelfde feit zal op genoemden datum
worden herdacht door mr. D. W. K. de Rco
de la Faille, oud-gouvprnements-commis-
saris in Nederland bij de Surinaamsche
bank, wonende te 's-Gravenhage.
Maandag a.s. zal hetzelfde feit worden
herdacht door mr. H. J. Bool Jr., oud-se
cretaris van het Tabaksbureau te Amster
dam, wonende te Hilversum.
ADRES AAN DEN RAAD.
Inzake legitimatie-bewijzen.
Volgend adres is tot de Gemeenteraad
gericht:
Geven eerbiedig te kennen: de Besturen
van den R.K. Volksbond, den Christelijken
Besturenbond en den Leidschen Bestuur-
dersbond, domicilie kiezende ten kantore
van laatstgenoemden Bestuurdersbond,
Heerengracht 34;
dat per 1 October j .1. door de ingezetenen
moest worden aangeschaft een legitimatie
bewijs, waarvoor het laten maken van een
pasfoto noodzakelijk was;
dat de maatregel, waarbij de werkloozen
deze foto gratis konden laten maken, be
kend werd gemaakt op een tijdstip, dat
velen deze reeds in hun bezit en betaald
hadden van hun reeds veel te lage steun-
ultkeering;
dat volgens nu ontvangen mededeelineen
binnenkorten tijd een identiteitsbewijs, te
verstrekken door de Gemeente, verplicht
zal worden gesteld, hetwelk f. 1.— zal
moeten kosten:
dat het voldoen hieraan niot alleen voor
de werkloozen onmogelijk zal zijn, doch dat
ook zeer veel arbeiders, met lage Inkomsten,
dit bedrag niet zullen kunnen betalen;
Redenen waarom adressanten Uwen
Raad beleefd verzoeken te willen bevorde
ren, dat aan de werkloozen dit identiteits
bewijs gratis, en aan hen wiens inkomsten-
grens ligt beneden een door Uw Raad vast
te stellen bedrag, waarbij rekening wordt
gehouden met. de gezinsomstandigheden
wordt verstrekt.
TE WATER GEREDEN EN GERED.
Gistermiddag te tien minuten over twaalf
ls de 14-j. J. K.. verpleegde in het Wees
huis aan de St. Jacobsgracht op den Nieu
we Rijn nabij de Watersteeg met de fiets te
water gereden doordat hij aangereden werd
door een onbekend gebleven wielrijder. Oe
30-jarige D. N. Tegelaar, wonende Willem-
burgerstraat en de 33-jarige J. Wassenaar,
wonende Hoogewoerd, begaven zich gekleed
te water en brachten den knaap op den
wal. Nadat hij in het St. Ellsabethzieken-
huis wat opgeknapt was, kon hij huiswaarts
gaan.
4
TE LAAT OP STRAAT.
Alhier zijn vannacht twee studenten
aangehouden, die zich na 12 uur op straat
bevonden. Zij zijn naar het politiebureau
overgebracht.
2—1