ïe gebouwen worden gerestaureerd - Inspectie Parachutisten Huwelijk met nodern comfort Isle togLTOH DAGBIAD Tweede Biad FEUILLETON door CORRY STOLZ—VAN DEN KIEBOOM Nee, niets. Ut heb het druk, ontwijkt Mk. Zeg lk kom morgenavond niet thuis. - Morgenavond niet? schrikt Lies. Dat nog nooit gebeurd, zoolang ze in Am- :rdam wonen. Jasses, wat ls dat nou? moet je heen? Pleiten in Groningen, overmorgen om en Kh uur. Heb je er Iets op tegen soms? Nee. natuurlijk niet. Maar ik mag het "el vervelend vinden. Daar benoel je v. Jcn niet direct kwaad om te worden. 7" Kwaad worden? Wie begint er met Naad worden, ik of jij? Ik natuurlijk, zegt Lies berustend. 7 Jij. Omdat het je niet oevalt, dat ïmt7,druk heb- Omdat je het niet hebben ■ant, dat ik door mijn werk in beslag geno- ®n wordt. Omdat je zelf den godgansche- sen dag niets uitvoert en daarom niet begrijpen, dat een ander des avonds eens te moe kan zijn om te oraten len i zw^gt- Oaar zitten ze er weer mid- ï(.°25' In ergerlijkste, banaa^te ge- ^cle-menschen-ruzie. Veertien dagen is ioTS heerlijk goed gegaan. Maar Maan- n*~ l is Frank van kantoor gekomen in een stemming, die meer dan verschrikkelijk was. En dat duurt nu al drie dagen. Wat kun je er tegen doen? Je mond houden en alles slikken of zelf op je poot gaan spelen? In beide gevallen eindigt het er mee, dat ze begint te huilen en dan is het heelemaal mis. Moedeloos leunt ze achterover in haar stoeltje voor de wijd-open ramen. Wat is het nog ellendig warm. In de diepte be neden zitten ze overal buiten, de bewoners van de parterre-flats, die een tuintje rijk zijn. En verder, aan den achterkant van de huizenrij, waar ze het uitzicht op hebben, overal ook wijd-open ramgn en brandende schemerlampen. Overal menschen, die het ook warm hebben. Misschien ook wel over al mannen, die lastig en prikkelbaar zijn door de warmte of door allerlei zorgen. Ze zucht nog eens. Benauwend is het leven hier Vanuit haar donkere hoekje kijkt ze naar Frank, die ingespannen doorleest. Wat glanst zijn haar leuk in het licht van de schemerlamp. Als een blokkende schooljon gen zit hij het dikke boek steunend op zijn hoogopgetrokken knie. En nog drie andere even dikke boeken op het tafeltje naast hem. „Nederlandsche Jurisprudentie'' staat ei op. Och, het is voor hem toch ook geen pretje, al dat werken met die warmte En het is natuurlijk druk. de laatste weken voor de rechterlijke vacantie. Begin Juli zal het wel beter worden. Zal Frank ook wel weer tijd voor naar hebben. En in Augustus krijgt hij drie weken heelemaal vrij. Zalig Misschien op reis Zeg, wat doen we als je vacantie hebt? De vraag ls er uit voor ze het weet. Wat? zegt Frank, die het niet verstaan heeft. Ze durft het niet herhalen. Ik ga naar bed, zegt ze. Ja ,maf ze, klinkt het verstrooid. Den volgenden morgen weet Lies meteen bij het wakker worden: er is iets vervelends, o ja, Frank gaat op reis. Kom je thuis koffiedrinken? De vraag van lederen morgen, anderhalf jaar lang nu al. Geen denken aan. O. Moet ik nu al voor je inpakken? Nee, ik laat het straks wel halen. Zorg maar dat je om elf uur alles klaar hebt. Ik ben morgen gewoon om half zes thuis. Dan pas? O Frankie Begin je weer? Lies, je begint knap vervelend te worden met je gezeur als je dat maar weet, zegt Frank ruw. Zwijgen nu. Niet zeggen: Vroeger vond je het zelf toch ook vervelend, als je op reis moest. Niet denken, bij dit onverschil lige afscheid, aan hoe het vroeger was. Als Frank vertrokken ls huilt ze eens flink uit. Wat is het toch miserabel. Als Ie niet genoeg van je man houdt, ben je na tuurlijk ongelukkig.'En als je te veel van je man houdt, ben je ook ongelukkig. Waar is de middenweg, de uitweg? Als je niets anders hebt als je heele leven, je heele bestaan uitsluitend moet draaien om je man? Je wordt knap vervelend m't je gezeur. Moet het daarop uitloopen? Dat nooit, zegt Lies hardop. Maar wat dan? Hoe redden al die andere vrouwen 7ich er uit? Er zijn er toch honderden zooals 2'j Vrouwen zonder kinderen en zonder j*ï7.e- hedenNou Ja. in ieder geval blijven die niet twee dagen thuis zitten treuren. Maar waar naar toe hier in Amsterdam, waar ze bijna geen sterveling kent? Til en Gerard zitten in de Dolomieten. Gerrie ian maar in vredesnaam. Ze kan niet thuis blijden vandaag en morgen. Na de koffie kleedt Lies zich extra-netjes aan. Gerrie zal misschien wel mee willen gaan ergens gezellig buiten theedrinken. Een beetje rouge, ze is zoo bleek en Frank ziet het nu toch niet. Hallo, zegt Gerrie. Zien jou ook weer eens? Wat voer jij toch uit tegenwoor dig? Me dood vervelen, zegt Lies. Nee toch? zegt de ander met een spot tend lachje. Hoe gaat 't met Flip? de spruiten? O best. De kinders zijn naar school en Flip is naar het Zuiden tot morgenavond. Zalig rustig. Frank is naar het Noorden ook tot morgenavond. Zonder jou? Nee maar. hoe normaal! Precies als gewone menschen. Lies gaat er niet op in. Zeg, jij ziet er stukk°r» beter uit dan twee jaar geleden, zegt ze. De Amsterdamsche lucht bekomt jou blijkbaar beter dan de Geldersche. Ja en beter dan jou ook, zegt de ander vriendelijk. Jij loopt er maar belabberd bij tegenwoordig. Ik kan gewoonweg niet tegen de stad, zegt Lies. Daarom kwam lk je iuist vra gen of je mee uitging Ero.ens buiten zitten Kan ik helaas niet. Ik zit toch met de spruiten Die' moet ik om vier uur gaan ha len. Maar we kunnen hier buiten zitten, p oms prr/é-terras. Gerrie wuift met eer. weidsch gebaar naar het balconnetje achter de zitkamer. O ja. Zoo rijk zijn wij niet eens. Zeg, vind jij het alles bij elkaar niet beestachtig vervelend, dat flat-leven? Gerrie schiet in een lach. Weet je waar ik nu ineens aan moet denken? Ja, zegt Lies. Aan dien middag, dat ik bij jou thee gedronken heb, daarginds op je heidorp. Toen vroeg jij mij, of ik het leven niet beestachtig vervelend vond. Ja, en toen heb jij je den heelen mid dag uitgeput ln troostreden en wijze raad gevingen. Zullen we de rollen nu omkee'ren? Kom maar op. Ik ben tot je dienst. Het spottende in haar toon houdt Lies te rug. Ze had toch wel graag haar hart eens uitgestort. Alleen klagen over je man, over geharrewar in je huwelijk blijft toch altijd iets minderwaardigs, zelfs tegenover je beste vriendin. En dat is Gerrie op geen stukken na. Maar Gerrie ls wel zooals ze daar tegenover haar zit weer echt de mondaine, wereldwijze vrouw van vroeger. Rijkelijk egoïst misschien, rijkelijk cynisch ook, maar ln leder geval eentje, die het le ven best vindt en zelf zorgt, dat ze het best heeft. Och, zegt z? aarzelend, ik verveel me daar is alles mee gezegd. Vroeger moest ik hard werken, maar hier op die stomme fiat heb je niets te doen. En Frank heeft het druk, buitengewoon druk zelfs. Ja, dat heb lk van verschillende kan ten gehoord, zegt Gerrie met een eigenaar dig lachje. Maar dat kun Ie toch alleen maar een verblijdend verschijnsel vinden? vorscht ze. Of niet soms? Ja. ja natuurlijk, zegt Lies haastig. Maar dat neemt niet weg, dat ik daar door een grenzenloo: saai leven heb. En dan altijd die stad niets dan huizen en straten, het is om dood te gaan. twadruk verboden). (Wordt; vervolgd). DE VLEESCHHAL TE HAARLEM. EEN FRAAI MONUMENT UIT DE 17E EEUW, is gerestaureerd met steun van ..Monumentenzorg", Rijk en Provincie. De fraaie gevel en het dak van het gebouw. (Polygoon) TER VERWERKING TOT SCHROOT NAAR DUITSCHLAND. OUDE FRANSCHE AUTO'S VAN ALLE TYPEN WORDEN ALS WAARDEVOL SCHROOT NAAR DE DUITSCHE FABRIEKEN VERVOERD. Hoffmann GENERAAL DER VLIEGERS STU- DE GEMEENTE RHENEN KAN BOGEN OP EEN ORIGINEEL DENT, commandant van de Para- THEEHUIS HET IS N.L. GEVESTIGD IN ÉÉN DER FRAAIE chutisten, bezoekt een afdeeling van /T, zijn soldaten. (Hofland) MOLENS UIT DEZE STREEK. (Holland) DE GEMEENTELIJKE GENEESKUNDIGE DIENST TE DEN HAAG IS ER TOE OVERGEGAAN HET ZIEKEN. VERVOER VOOR NIET ERNSTIGE PATI8NTEN PER PAARD EN WAGEN TE DOEN PLAATS VINDEN. Als in grootmoeder's tijd wordt de wagen in orde gebracht. (Polygoon) EEUWENOUDE ST. LAURENSKERK OF OUDE KERK TE ALKMAAR WORDT GERESTAUREERD. EEN DEEL VAN HET FRAAIE BOUWWERK IN DE STEIGERS. /Holland)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1940 | | pagina 5