De ontmoetingen dan den Fiihrer met Pétain en Franco - Boerderijbrand **%imËÊBSm gfsie Jaarnarii LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad li» %J V i 1 1 O 1 7 L 4 - V *f| V vl Huwelijk met nodern comfort .{F' M -v *1 V (M i dj; v DE HISTORISCHE ONTMOETING TUSSCHEN DEN FÜHRER EN GENERAAL FRANCO. DE FÜHRER EN GENE RAAL FRANCO BIJ DE INSPECTIE OP HET GRENSSTATION IN HET BEZETTE FRANSCHE GEBIED VAN HET DAAR AANGETREDEN EERE-BATALJON. (Hoffmann) TIJDENS DE ONTMOETING VAN DEN FÜHRER MET GENERAAL FRANCO. Generaal-veldmaarschalk von Brauchitsch, de opperbevelhebber van het Leger, Generaal-veldmaarschalk Keitel, de chef van het opperbevel van de Weermacht en Generaloberst Dollmann in gesprek met den Spaanschen gezant in Berlijn, generaal Espinosa de los Monteros. (Hoffmann) AMSTERDAM heeft een 4-jarig sportwonder. Haalde hij laatst met groot gemak zijn zwemdiploma, ook als turner heeft meneer" heel wat in zijn mars en zijn dagelijksche oefeningen, onder toezicht van zijn vader, op het dak zijn een attractie voor de buurt. (Polygoon) MAANDAG brak brand uit in een paar hooibergen aan den Ringweg, nabij Sloterdijk. Circa 9000 k.g. hooi en stroo gingen verloren, hetgeen voor den vee voeder-voorraad van den eigenaar een zeer groote schadepost is. Tijdens het blusschingswerk. Polygoony door t CORRY STOLZ—VAN DEN KIEBOOM. I) zal nu tenminste zijn hooge goedkeu- wel wegdragen. - Hoe bedoel Je? Waarom zeg Je dat zoo zoo gek? is er dan wel eens iets niet naar Dn zin? Wel eens? Och kindjeFrank heeft Mt, dat hii zich de woorden heeft laten wallen, maar tegelijk verlangt hij er «r, om zich eens te kunnen uitspreken y aHes wat hem bij zijn werk dwars zit, I® Westhove's houding in de eerste la, zegt hij, zie je, het is moeilijk het allemaal uit te leggen, maar het °®t hier op neer, dat Westhove een oude jj™ is en ontzettend conservatief en er blijiobaar nogal menschen, die liever ;h longen advocaat hebben met een beetje oaerne kük op eh alles. Zooals ook 1 jnenschen een jongen dokter preferee- -jj teven een oude. En ja. dat geeft dan eens wrijving, eindigt hij vaag. nies begrijpt er niets van. Maar hij n .er toch geen bezwaar tegen hebben, njj'zolf ook cliënten hebt. Dat is toch lo de bedoeling geweest. Nee, dat Is het hem ook niet. Hoe meer eigen zaken ik heb, hoe beter voor het kan toor. Maar hij is een beetje voorwereldlijk en daarom bevalt het sóórt zaken hem wel eens niet. Van strafzaken bijvoorbeeld moet hij heelemaal niets hebben. En heb jij die dan zooveel? Neeehdat niet. Maar zie je. hij is ook erg anti-echtscheidingen, en die krijg ik juist wel veel den laaitstén tijd. Frank is opgelucht, dat het er uit is, hoort toch met verbazing Dies' hartelijken lach. O wat mal, zegt zie. Zoo'n ouwe vrij gezel met scrupules. Wat kan het hem sche len? Als de menschen van elkaar af willen, laten ze zich immers door geen honderd advocaten tegenhouden. Daar zou ik me maar niets van aantrekken, zeg. Nouhli kan er soms verduiveld onaangenaam over doen. Duszegt Frank met een weifelend lachje, jij hebt er geen bezwaar tegen, dat je man specia liseert in echtscheidingen, zooals confrère Van Westhove het zoo vriendelijk noemt? Ik? Waarom in 's hemelsnaam? Als je in privé maar anti blijft, mag je in Je prak tijk, wat mij betreft, net zooveel mannen van hun vrouw afhelpen, als je de kans krijgt. —Omgekeerd, zegt Frank nadrukkelijk. Hoe bedoel je? Als regel zijn het niet de mannen, die beginnen. Als ze het onderling eens zijn, is 1 het zelfs usance, dat alleen de vrouw een advocaat neemt. En meestal zijn ze het samen eens. Duszegt Lies. Dus de cliënten, die meester Van Westhove liever niet op ons kantoor zag komen, zijn allemaal dames, dat is het. Waarom is er nu ineens weer die angst, die vreemde angst van vanmiddag? Onzin, het feit, dat Frank er uit zichzelf zoo kalm over spreekt, bewijst immers.Ja, jij bent een geschikter type voor dames-advo caat dan meneer Van Westhove, zegt ze luchtigDe geverfde mevrouw, die het kantoor uitkiwam, toen ze Frank opwachtte. Dames, mevrouwen, die van haar man afwil len. Die bij Frank komen om raad, om hulp. lederen dagDe oranje brief van Yvonne de Faucourt. Yvonne de Faucourt. Die naam roept het ineens weer allemaal op. Het ge vaar, dat ze vanmldddag vaag voelde drei gen en de angst, dien ze heeft wegge lachen, dien ze nu weer moet weglachen Geef me een sigaret, zegt Lies heesch. Ze steekt haar hand uit naar Frank's siga rettenkoker. Hij ziet haar vingers trillen. Hondje toch, zegt hij. Trek je het je nu toch aan? Ik vond je juist zoo alle machtig sportief. Je moet zóó denken, Lies: als ik nu blivoorbeeld dokter was zooals jij immers zoo graag zou willen dan zou ik misschien ook wel bijna uitsluitend vrouwelijke patiënten hebben. Kijk eens naar de vrouwenartsen en de psychiaters En de tandartsen niet ie vergeten. Die heb ben immers allemaal veel meer vrouwelijke dan mannelijke patiënten. En ik geloof niet, dat één verstandige doktersvrouw zich daar ook maar een seconde druk over maakt. En dat komt toch allemaal op hetzelfde neer. Wie zeg je dat ik me er wel druk over maak? zegt Lies dapper. Die mevrouw de Faucou-t. is lie. rok gescheiden? vraagt ze er vlak overheen. Ja.... dat is te zeggennog niet, zegt Frank, die de vraag al verwacht heeft en nu weer spijt krijgt, dat hij over dit pré caire onderwerp is begonnen. Die pro-| cedure hangt nog. Waarom vraag je dat? O, zoo maar. Nergens om. Zwijgen. Weg is de stemming, verdwenen de vertrouwelijkheid. Stommeling, scheldt Frank zichzelf. Een dag, die zoo goed is ge weest, zóó te bederven. Hoe komt hij zoo ezelachtig? Alsof Lies alsof één vrouw dat zou kunnen begrijpen, hoe dat allemaal vast zit aan je werk, aan de praktijk. Hoe je je af en toe wel eens een beetje móét uitsloven. Dat Je het graag doet, dat je wel eens méér doeït, dan strikt ncodig, nu ja, dat is een tweedeWaarom is hij er in 's hemelsnaam over begonnen? Had hij bij Lies troost willen zoeken voor West- hove's gebrek aan waardeering? Beetje veel gevergd. Juist van Lies juist in dit geval. Die critiek van Westhove moet hij maar op den koop toe nemen. Lieske Hij wil haar toch geen verdriet doen Over de tafel grijpt hij haar hand. Lie veling, zullen we eens opstappen, het is al over tienen. Hij kijkt haar aan schuld bewust. denkt Lies. Alsof hij iets wil goed maken Zwijgend beginnen ze de terugreis. Lies legt haar hoofd tegen Franks schouder. Vasthouden, denkt ze Vasthouden dit zij beiden samen, daar kan toch niets of nie mand ter wereld tusschen komen. Frank voelt, hoe de wind door het open raampje telkens haar krullen tegen zijn! wang blaast. En dat brengt hem, sneller' dan de gang van zijn min of meer verwarde gedachten, tot de slotsom, dat misschien de carrière van meester Frank Robberts toch niet van een zoo allesoverheerschende be- langrijkheld is, als hij zelf soms wel meentEn dat LiesHij trapt het rempedaal in. Ongelukken maken wil ik niet, zegt Frank. En ik moet Je nog even iets ver tellen. Kan dat niet wachten tot we thuis zijn? Beslist niet. Want zie je, Je vroeg me vanmiddag, of ik nog evenveel van je hield als vroeger. En dat is niet zoo. Ik hou veel meer van je. Ik heb nog nooit zooveel van je gehouden als vandaag. Ik van jou ook niet, zegt Lies. En zoolang als we in Amsterdam wonen, heb ik niet zoo'n heerlijken dag gehad Ondanks de confidenties? plaagt Frank. Misschien ook wel dank zij de confiden ties, zegt Lies En laten we nu alsjeblieft naar huis gaan. Ik bibber als ik aan de garagerekening denk. Streep haal krulletje streep krulletje streep streep. Zonder op houden vliegt Nicks potlood over het steno- blok. Nog twee dagen. Streep krulletje haal streep.Als ze er maar komt. Zelfs voor haar doctoraal heeft ze niet zoo in angst gezeten, als voor dit simpele examentje. Omdat er zooveel van afhangt. Alles, de kans om hiei weg te komen. Als ze maar eenmaal hier weg is, weg van hier, waar het toch nooit iets wordt. Waar nie mand haar voor honderd procent au sérieux neemt, waar ledereen haar werken min of meer als een aardigheid schijnt te beschou wen, als een 'n beetje eigenaardige tijd- passeering voor een jong meisje. Waar de vriendelijksten uithaar omgeving altijd schijnen te denken: kind, waar vermoei je je mee, zie liever, dat Je aan den man komt. (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1940 | | pagina 5