St s'e Jaargang DINSDAG 29 OCTOBER 1940 No. 24723 Dr. Seyss-Inquart over den wederopbouw in Nederland De Grieksch-Italiaansche oorlog Nieuwe perspectieven voor industrie en handel Aanval is begonnen Italiaansche nota EERSTE BLAD Feiten van den dag LEIDSCH DAGBLAD DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN PRIJS DER ADVERTENTIES 30 ets. per regel voor advertenties uit Leiden en plaatsen waar agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle andere advertenties 35 ets. per regel. Voor zakenadvertenties belangrijk lager tarief. Kleine advertenties uitsluitend bij vooruitbetaling 's Woensdags en 's Zaterdags 50 ets. bij maximum aantal woorden van 30 stuks. - Incasso volgens postrecht. - Voor opzending van brieven moet 10 ets. porto betaald worden. - Verplicht bewijsnummer 5 ets. Bureau Witte Singel no. 1, hoek Noordeindsplein Telef. nrs. Directie en Administratie 25041 (2 lijnen) Redactie 21507 Postcheque- en Girodienst no. 57055 - Postbus no. 54 PRIJS DEZER COURANT Voor Leiden en gemeenten, waar agentschappen gevestigd zijn: per 3 maanden2.35 per weekƒ0.18 Franco per post 2.35 per 3 maanden -f portokosten (voor binnenland 0.80 p. 3 maanden) Productieve samenwerking tusschen de Nederlandsche en Duitsche instanties. De Rijkscommissaris voor de bezette Nederlandsche gebieden, Rijksminister dr. Seyss-Inquart, heeft den hoofdre dacteur van den Weltpressedienst, dr. Hagemann, een interview toegestaan, waarin hij de volgende belangwekkende mededeelingen deed. Op de vraag, welke vorderingen gemaakt werden met het herstel van de' door den oorlog aangerichte vernielingen, verklaarde dr. Seyss-Inquart: De oorlogsgebeurtenissen hebben in Ne derland, aangezien zij slechts kort geduurd hebben, betrekkelijk geringe schade aange richt. Het ergst waren de verwoestingen in Rotterdam, waar de Duitsche vliegers den valschermjagers, die de belangrijke Maas bruggen bezet hielden, te hulp kwamen, voorts nog langs de Grebbe-linie, in het bij zonder te Rhenen, en tenslotte te Middel burg in.de provincie Zeeland- Daar heeft een Fransch korps getracht, den opmarsch der Duitsche troepen te stuiten, resp. na inneming dezer stad de verdere Duitsche operaties door artillerievuur te belemmeren. OPRUIMING EN WEDEROPBOUW. Het opruimingswerk te Rotterdam is zoover gevorderd, dat het voor het einde van het jaar als nagenoeg beëindigd kan worden beschouwd. Tot dusver zijn er voortdurend 1015.000 arbeiders en 1.0002.000 vrachtauto's aan het werk geweest. De plannen voor den herbouw van de verwoeste stadsdeelen zijn ge reed. Zij worden thans nog nader bestudeerd, vooral ook met het oog hierop, of zij ook rekening houden met de toekomstige ont wikkeling van deze belangrijke havenstad. Zoowel van de zijde van het gemeentebe stuur, alsook van particuliere belangheb benden zijn plannen ontworpen voor den bouw van nieuwe officieele gebouwen als mede van woon- en winkelhuizen, zoüdat waarschijnlijk omstreeks de jaarwisseling met den bouw kan worden begonnen. Evenzoo staan de zaken ervoor te Mid delburg en Rhenen. Te Middelburg is er in het bijzonder naar gestreefd, dat de historische bouwwerken van deze stad. in de eerste plaats het raadhuis, weder in den oorspronkelijken vorm kunnen worden op gebouwd. Ik heb van den aanvang af aan het vraagstuk van den herbouw mijn spe ciale aandacht gewijd en een fonds voor den wederopbouw geschapen, dat de grond slagen moet bieden voor de beschikbaar stelling van de noodige middelen. BESTRIJDING WERKLOOSHEID. Vraag: Welke maatregelen worden geno men, om een einde te maken aan de werk loosheid in Nederland? Den 21en Juni 1940 bedroeg het aan tal Nederlandsche werkloozen 321.809. tegenover een aantal van 208.863 op 5 October 1940. Derhalve kon niet alleen een toeneming van het werldoozencijfer vermeden, doch daarenboven een ver mindering met ongeveer een derde bin nen drie en een halve maand bereikt worden. Daar bij den tegenwoordigen stand van hét Nederlandsche bedrijfs leven de werkloozen slechts in beperkte mate in het land zelf in het arbeids proces kunnen worden ingeschakeld, is gezocht naar wegen en middelen om werkloozen op behoorlijke voorwaarden in het Duitsche rijk werk te verschaffen Er k voor gezorgd, dat de tewerkstelling zooveel mogelijk in gesloten groepen en met inachtneming van Nederlandsche levens gewoonten geschiedt. De Nederlandsche ar beider leeft in Duitschland onder goede voorwaarden en geniet dezelfde "echten als de Duitsche arbeider. In hun brieven aan de verwanten in eigen land geven de arbei ders dan ook steeds weer uiting aan hun voldoening erover, dat het hun eindelijk gelukt is. werkmogelijkheden te hebben ge vonden. De Nederlandsche dienst der werk verschaffing is bovendien door organisato rische maatregelen in staat gesteld, recht streeks en doeltreffend het werkloozen- vraagstuk op te lossen. Zoo wordt door uit breiding van de steunmaatregelen aan een groot aantal werkloozen, die ten deele se dert jaren niet meer gewerkt hebben, weder arbeid en brood verschaft. Daarenboven Wordt ernaar gestreefd, de ontslagen in het Nederlandsche bedrijfsleven tot de meest dringende gevallen te beperken. Voorts is bet streven, orders uit Duitschland bij de Nederlandsche industrie te plaatsen, om op deze wijze nieuwe werkgelegenheid te scheppen. HET ECONOMISCHE LEVEN. Vraag: Welke vorderingen maakt de aan passing van het Nederlandsche economische leven? De Nederlandsche landbouw is reeds in uitgebreide mate in het genot van de hem binnen de omraming van de Groot-Duit- sche economische ruimte geboden mogelijk heid tot afzet, en wel tegen prijzen, welke r.anzienlijk beter zijn dan de vroeger door Engeland geboden, met de conjunctuur wis selende, prijzen, die over het algemeen slechts met behulp van rijkssteunmaatre gelen voortzetting der productie toelieten- Hier voltrekt zich dus de heroriënteering naar het in het Oosten liggende afzetge bied vanzelf. De landbouw streeft er met succes naar den aanwezigen veestapel met de producten van het eigen bedrijf in stand te houden, waarbij het gunstige weer het winnen van extra hoeveelheden ruw voer buitengewoon begunstigd heeft. Daarom kan verwacht worden, dat zoowel de hier te lande gevolgde, alsook de door den Reichsnahrstand beproefde methoden tot uitbreiding en verbetering van de eigen productie een aanzienlijk deel van de hoe veelheid veevoeder, die tot dusver werd in gevoerd, zullen kunnen doen vervallen. In geen geval dienen echter deze maatregelen het karakter van Nederland als uitgespro ken veredelingsland op den duur te doen verdwenen. De industrie is bezig, met de vertegen woordigers van het Duitsche bedrijfsleven onderhandelingen te openen op basis van rechtsgelijkheid, welke de arbeidsverdeeling in het gebied van Europa door accoorden moeten waarborgen. Aan te nemen valt, dat het Nedérlandsche economische leven op grond dezer plannen in verhoogte mate opdrachten met vastgestelde productievoor- waarden zal vinden en daarmede nieuwe arbeidsmogelijkheden scheppen. Vrag: Hoe is de ravitailleeringspositie van de Nederlandsche bevolking op het gebied van levensmiddelen en voorwerpen van da gelij ksch gebruik? De ravitailleering van de Nederland sche bevolking is in denzelfden omvang en volgens dezelfde methoden als in Duitschland gewaarborgd. De hoeveel heden levensmiddelen en textielfabri- katen, die ieder toebedeeld worden, zijn met geringe afwijkingen, welke uit plaatselijke consumptiegewoonten voort vloeien, gelijk aan de rantsoenen in Duitschland. Er is zorg voor gedragen, dat de bepaalde hoeveelheden in vollen omvang ter beschikking staan. Vrag: Hoe ontwikkelt de samenwerking tusschen de Duit-sche en Nederlandsche in stanties zich? In beginsel wil de bezettende macht in Nederland het bestuur door de autoriteiten des lands zelve laten uitoefenen. Zij heeft er zich derhalve mede vergenoegd bij de centrale Nederlandsche bestuursinstanties een leidenden staf te vestigen, die er voor zorgt, dat de belangen van de bezettende macht volgens de eischen van het oogen- blik gewaarborgd blijven. Het Nederland sche vólk wordt derhalve door zijn eigen autoriteiten en ambtenaren bestuurd. Ook de uit voorzorg ingevoerde distributiemaat regelen geschieden door de Nederlandsche instanties. Een grootere inmenging in het bestuursapparaat vond eigenlijk slechts op het gebied van de werkgelegenheid plaats, daar de opheffing der werkloosheid den Duitschen autoriteiten bijzonder ter harte gaat en de Nederlandsche ambtelijke in stanties niet beschikken over de ervaring en techniek om deze opgaven ten volle recht te doen wedervaren. Derhalve zijn bij de afzonderlijke arbeidsbeurzen Duit sche ambtenaren aangesteld. Voor het ove rige besturen de Nederlanders zich zelf op c1' gebieden van het economisch leven, de cultuur, het politiewezen, enz. De Nederlandsche ambtelijke instan ties toonen over het algemeen volledig begrip voor de eischen der Duitsche in stanties. Er heerscht een voortdurende openhartige gedachtenwisseling. Men streeft er van beide zijden naar elkan der den arbeid wederkeerig te verlich ten en men vindt aan Nederlandsche zijde het streven om zich met de Duit sche gedachtenwereld vertrouwd te maken. Vraag: Zal de erkenning van de nood zakelijkheid van Duitsch-Nederlandsche economische samenwerking tot nieuwe op vattingen in de economische en sociale denkwijze leiden? Ik geloof inderdaad, dat de nieuwe om standigheden het Nederlandsche volk boven standen en klassen zal verheffen tot de er kentenis van zijn lotsverbondenheid, zoo dat de economische belangen niet meer, zooals tot dusverre veelal, op den voorgrond zullen staan. De noodzaak tot economische reorganisatie en de gemeenschappelijke zorg voor de toekomst van het volk zullen het inzicht in de hand werken, dat het volk er niet is ter wille van het bedrijfs leven. maar het bedrijfsleven voor het wel zijn van het volk. Zulks temeer, daar de Nederlanders zich er thans met hun eigen oogen van kunnen overtuigen, dat het eco nomische leven van het Groot-Duitsche rijk, dat niet berekend is op kapitalisti sche belangen maar op de behoeften van het volk geenszins naar een vijandelijke propaganda zoo dikwijls beweerde een beperking van het initiatief en de verant woordelijkheid van het individu beteekent, doch integendeel een verhoogde ontplooiing van alle economische mogelijkheden. Een dusdanige ontwikkeling is natuurlijk geen zuiver materieel, doch een geestelijk pro ces, waarbij in de plaats van het indivi dueel belang de gedachte aan de gemeen schap treedt. Er zijn overigens in Nederland reeds be drijven, wier leiding deze verantwoorde lijkheid jegens de ondergeschikten duide lijk inziet en er zijn ook reeds veelal in stellingen voorhanden, die weliswaar voor- loopig nog meer het karakter van liefdadig heidsbemoeiing dan dat van plichtsvervul ling op grond van een grooter rechtsbezit vertoonen. Het besef van een nationale en tevens sociale verantwoordelijkheid zal, naar ik geloof, ook in Nederland een front van alle werkers doen ontstaan. Vraag: Vallen er teekenen van een denk wijze in de richting van een economie, die zich over het groote gebied van Europa uit strekt waar te nemen? Daaromtrent kan opgemerkt worden, dat de leidende Nederlandsche kringen van huis uit gewoon zijn in groot verband te den ken. Het is derhalve ook begrijpelijk, dat de voorwaarden voor dit denken in de rich ting van een groot economisch gebied juist in Nederland beslist aanwezig zijn. Beslis send is of de toonaangevende kringen in staat zijn de nieuwe situatie juist in te zien en dienovereenkomstig hun beslissin gen te nemen. Veelal kan reeds geconsta teerd worden, dat met initiatief en in con structieven zin medegewerkt wordt bij het denken en plannen ontwerpen. Dat geldt zoowel voor den landbouw, die zich reeds als het groote veredelingsland voor het Europeesche gebied beschouwt, als ook voor de nijverheid en vooral voor den handel, die de bijzonder gunstige ligging van Ne derland als invalspoort voor de overzee- sche landen in het Europeesche gebied be seft. Naar het Grieksche nieuwsagentschap meldt, is in Griekenland de algemeene mo bilisatie afgekondigd. Koning George II heeft een boodschap tot het Grieksche volk gericht, waarin het opgewekt wordt tot den strijd. Bepaald is^dat van gisteravond af Athene en de overige Grieksche steden verduisterd moeten zijn. In geheel Griekenland is de staat van beleg afgekondigd. Alle scholen zijn gesloten. In het eerste Grieksche oorlogscom muniqué wordt volgens United Press verklaard, dat de Italianen de Griek sche stellingen langs de Albaneesche grens sedert half zes gistermorgen aan vallen. De Grieksche troepen bieden hardnekkig tegenstand- Uit Pee (aan de Grieksch-Zuid-Slavische grens), meldt U. P., dat daar verluidt dat de Italiaansche troepen de plaatsen Boho- ho en Radoti ingenomen hebben. De eerste luchtaanvallen van den Ita- liaanschGriekschen oorlog zijn reeds ge meld. Zoo verneemt United Press te Athene, dat bij een Italiaanschen luchtaanval op Patras vier menschen gedood en veertig ge wond zijn. Voorts wordt gemeld, dat de luchthaven van Tatoin, ten Westen van Marathon, door Italiaansche vliegtuigen is gebombardeerd. Tenslotte hebben vier zware Italiaansche bommenwerpers, die op groote hoogte bo ven de Grieksche hoofdstad vlogen ten Noorden van de stad bommen laten vallen. Athene zelf werd niet aangevallen. Om 9 uur 30 gistermorgen werd in Athene voor de tweede maal luchtalarm gegeven. Men hoorde voortdurend het vuut der af- weerbatterijen. Grazzi, de Italiaansche gezant te Athene, heeft gisterochtend om drie uur de vol gende nota aan de Grieksche regeering overhandigd. De Italiaansche regeering heeft herhaal delijk moeten constateeren. dat de Griek sche regeering in het huidige conflict een houding aangenomen en gehandhaafd heeft, die niet slechts in tegenspraak staat tot de vreedzame, vriendschappelijke buur- betrekkingen tusschen twee naties, doch ook tot de welomschreven plichten, die voor de Grieksche regeering uit haar positie als neutralen staat voortvloeide. Herhaaldelijk heeft de Italiaansche regeering zich gedwongen gezien de Grieksche regeering uit te noodiigen zich aan deze plichten te houden en voorts te protesteeren tegen haar stel selmatige schending, te ernstiger, om dat de Grieksche regeering duldde, dat haar territoriale wateren, kusten en havens in den loop der oorlogsoperaties door de Engelsche vloot gebruikt wer den, voorts de ravitailleering der Brit- sche luchtstrijdkrachten begunstigde en de organisatie van een militairen berichtendienst in den Griekschen ar chipel tot nadeel van Italië toestond. De Grieksche regeering is volkomen op de hoogte met deze feiten, die verschei dene malen het voorwerp van diplomatieke stappen van de zijde van Italië waren, waarop de Grieksche regeering, die zich bewust had moeten zijn van de ernstige ge volgen harer houding, met geen enkelen maatregel tot bescherming der eigen neu traliteit, doch veeleer door intensiveering van haar actie tot begunstiging van de Britsche weermacht en van haar samen werking met de vijanden van Italië ant woordde. De Italiaansche regeering heeft de bewijzen in handen, dat deze samen werking door de Grieksche regeering be raamd is en door overeenkomsten van mi litair, marine- en luchttechnisch karakter geregeld was- De Italiaansche regeering doelt daar bij niet slechts op de Britsche garantie, die Griekenland als een deel van een program beschouwde, dat tegen de vei ligheid van Italië gericht was, doch ook op de uitdrukkelijke, welomschreven verplichtingen,'die de Grieksche regee ring aangegaan heeft om belangrijke strategische posities op Grieksch gebied waaronder luchtbases in Thessalië en Macedonië, die voor een aanval op Albaneesch gebied bestemd waren ter beschikking te stellen van dc mo gendheden, die zich met Italië in oorlog bebinden. De Italiaansche regeering moet bij deze gelegenheid de Grieksche regeering herin neren aan de provoceerende actie, die zij gevoerd heeft door haar terroristische politiek tegen de bevolking van Sa- moerie en de voortdurende pogingen om aan de overzijde van haar grenzen onlus ten te verwekken. Ook met betrekking tot deze gebeurtenissen was de Italiaansche regeering, zij het ook tevergeefs, gedwon gen de Grieksche regeering opmerkzaam te maken op de onvermijdelijke gevolgen, die een dergelijke politiek tegenover Italië zou hebben. ^it alles kan niet langer door Italië wor den geduld. De neutraliteit van Grieken land is steeds meer uitsluitend schijn ge worden. De verantwoordelijkheid voor de zen toestand ligt vooral bij Groot-Brittan- nië en zijn voornemen steeds meer volken in den oorlog te betrekken. Het is thans volstrekt duidelijk, dat de politiek van de Britsche regeering er op gericht was en is het Grieksche gebied te veranderen in een basis voor oorlogsacties tegen Italië of al thans deze verandering te doen toelaten. Dit kon slechts tot een gewapend conflict tusschen Italië en Griekenland leiden, een conflict, dat de Italiaansche regeering be slist voornemens is te vermijden. De Italiaansche regeering is derhalve tot het besluit gekomen als garantie voor de neutraliteit van Griekenland en de veiligheid van Italië van de Griek- scHe regeering machtiging te verlangen om met de eigen weermacht voor den duur van het huidige conflict met Groot-Brittannië enkele strategische punten op Grieksch gebied te bezetten. De Italiaansche regeering noodigt de Grieksche regeering uit zich tegen een dergelijke bezetting niet te verzetten en den vrijen doortocht van de voor deze bezetting bestemde troepen niet te be lemmeren. Deze troepen komen niet als vijanden van het Grieksche volk en de Italiaansche regeering heeft geenszins het voornemen door de tijdelijke bezet ting van enkele strategische punten, die uit de noodzaak van den toestand voortvloeit en een zuiver defensief ka rakter draagt, de souvereiniteit en on afhankelijkheid van Griekenland te be- nadeelen. De Italiaansche regëering stelt aan de Grieksche regeering den eisch, ter stond aan de militaire instanties de noodige bevelen te geven, opdat deze bezetting op vreedzame wijze kan ge schieden. Voor het geval de Italiaan sche troepen op tegenstand zullen stui ten, zal deze tegenstand met wapen geweld gebroken worden. De Grieksche regeering zou daarmede de verantwoor delijkheid voor de daaruit volgende consequenties moeten dragen. Hoe de Italiaansche pers reageert, blijkt uit volgend stuk uit de „Giornale dTtalia". Dit blad zegt: ,De maat is vol". De nieuwe Grieksche intriges, de aan de grenzen geprovoceerde conflicten en de thans openlijke mede plichtigheid van Griekenland met Enge land hebben een reactie uitgelokt. Alles bewijst, dat Italië met recht de garantie van Groot-Brittannië heeft ge wantrouwd, die het in 1939 aan Grieken land heeft opgedrongen. Deze garantie, die nog duidelijker de achterbaksche, doch steeds aanwezige samenwerking tusschen Engeland en Griekenland aan het daglicht neeft doen komen, vormt een deel van het omsingelings-systeem, dat Londen na het sluiten van het Duitsch-Italiaansche de fensieve verbond heeft trachten te verwe zenlijken. In zijn rede van 10 Juni heeft de Duce ook Griekenland, evenals alle an dere nabuurlanden, de rustige waarschu wing gegeven met de woorden „Italië heeft niet de bedoeling andere volken bij het conflict te betrekken. Het zou dienstig zijn indien Zwitserland, Zuidslavië, Grieken land, Turkije en Egypte van mijn woorden kennis nemen. Het hangt van hen, alleen van hen af, of zij strikt in acht genomen worden of niet." Griekenland heeft, naar het semi-offi- cieele blad verder schrijft de woorden van den Duce niet ter harte genomen en on middellijk aan de Britsche marine en het Britsche luchtwapen iedere ondersteuning verleend. Het staat vast, dat er zich niet minder dan dertig Engelsche militaire groepen met verschillende missies en zeker niet als on schuldige toeristen, op verscheidene plaat sen van het Grieksche gebied en de Griek sche eilanden bevinden. Het is bewezen, dat talrijke Grieksche steunpunten in het binnenland en aan de kust, vooral op de eilanden Cherigo en Kreta voortdurend ter beschikking staan van de Engelsche vloot- en luchtstrijdkrachten, die hiervan bij haar aanvalspogingen op Italië en op de Italiaansche scheepvaartlijnen gebruikma ken. Het is bewezen, dat volgens een in den jongsten tijd getroffen overeenkomst het aantal van deze aan Engeland afge stane steunpunten tot dertig is gestegen. Het is bewezen, dat Griekenland krachtens dezelfde overeenkomst het eiland Kreta heeft afgestaan voor een volledige bezet ting door Engeland en dat reeds in Egyp te een uit een volledig uitgeruste divisie bestaand landingscorps gereed stond. Het is ten slotte bewezen, dat Griekenland zich, overeenkomstig de bekende intriges en af leidingsmanoeuvres van Engeland, zich voorbereidde op een in den sector van Ko- rltza beginnende offensieve actie tegen het Albaansche gebied. Griekenland heeft voor dit doel zijn troepenconcentraties in volle oorlogsuitrusting aan de Westelijke grens van Albanië versterkt en pas in de laatste dagen ook de derde divisie uit Patras en de vierde divisie uit Nauplia hierbij be trokken. Het artikel van de Times, zoo gaat het blad verder, waarin enkele dagen geleden Dit Nummer bevat TWEE Bladen Binnenland Politie-reorganisatie in de steden met meer dan 50.000 inwoners. (Binnen!., 2e BI.) Wijziging in den belastingdiest. (Binnen land, 2e Blad). AMSTERDAMSCHE BEURS. Kalm beursverloop Prijshoudende locale markt Amerikanen na ge drukte opening herstellend Duitsche fondsen loom Ned. beleggingen stil. Buitenland Volledige overeenstemming in Florence tus- schen Hitler en Mussolini. (2s Blad). Laval in Frankrijk minister van buitenland- sche zaken. (2a Blad). De Italiaansche opmarsch tegen Grieken land. (Ie Blad). Hitier en Petain en den wederopbouw van Europa. (Ie Blad). ZIE VOORTS „LAATSTE BERICHTEN" EERSTE BLAD.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1940 | | pagina 1