Hitler en Laval ontmoeten elkaar - Rotterdam bouwt een boulevard
81s'e Jjikmapfl
LE'O'ICH
Itveede Bled
k I
iIff I
V' V
Huwelijk met
modern comfort
FEUILLETON
V ,;|j
WILLKIE IN JERSEY CITY. De republikeinsche candidaat voor het Amerikaansche presidentschap bij zijn aan
komst in de veste der democraten, Jersey City in den staat New Jersey. Wendell L. Willkie
hield hier een rede tot de verzamelde menigte. (Associated Press)
DE ONTMOETING TUSSCHEN DEN FÜHRER EN DEN
FRANSCHE.N VICE-PRESIDENT VAN DEN MINISTER
RAAD LAVAL. (Telegrafisch overgebrachte foto.)
(Stapf)
DUITSCHE ZWEEFVLIEGERS IN ACTIE. BIJ EEN HOOGTEVLUCHT
MOET EEN STEL WIELEN GEBRUIKT WORDEN, MAAR ONMIDDELLIJK
NA DEN START WORDEN ZE AFGEWORPEN. (Holland)
GRONINGEN viert het 900-jarig bestaan.
Het ter gelegenheid hiervan geheel geres
taureerde 14de eeuwsche klooster
„Het Prinsenhof". (Polygoon)
EEN DER EINDPRODUCTEN VAN DE SUIKERFABRIEK „HOL
LAND" TE HALFWEG PULP VOOR HET VEE.
(Polygoon)
EEN TYPISCHE, honderden jaren oude
Brabantsche korenmolen op de heide bij
Bakel. De molen is half van steen,
half van hout. (Holland)
DE SCHIE TE ROTTERDAM WORDT EEN FRAAIE BOULEVARD, welke, gelegen in het ver
lengde van den Coolsingel, de verbinding tusschen het centrum der stad en het nieuwere gedeelte Blijdorp
zal vormen. Arbeiders zijn begonnen de vroegere walkanten te verwijderen, waarna het middengedeelte
bestraat zal worden. Overzicht der werkzaamheden.
(Polygoon).
door
Mr. CORRY STOLZ—VAN DEN KEEBOOM.
17)
Het waren toch leuke dagen, denkt Nick,
als ze 's Dinsdagmorgens weer in ien trein
zit. Voor een paar dagen is het allemaal
dolgezellig. Het oude dorpshuis met de
wijde marmeren gang en de gekleurd glan
zen tuindeur aan het eind. De zalige oude
tuin. De keuken met al het blinkende ko
per: de pomp, de glazenspuit, al die leuke
ouderwetsche pannen aan de muren. Haar
eigen kamer, waar des zomers zoo'n
grappig groen schemerlicht hangt door den
kastanjeboom vlak voor het venster. En de
dorpsmenschen mèt de verhalen de
nieuwe auto van den dokter en Wim van
den burgemeester, die wel weer zakken zal
voor zijn eindexamen. En de. sterfgevallen.
En de verlovingen. En wanneer kom jij ons
nu verrassen. Nicolientje? had de burge
meester geplaagd.
Nicoline gaat heelemaal op in haar werk,
was Mama in' de bres gesprongen. Echt
sportief, want het is au fond een taaie kluif
voor Mama, dat Hetty en Mies van den
burgemeester haar allebei „voor" zijn. Wel
een rustig Idee, dat ze er thuis nu echt van
doordrongen zijn, dat het haar ernst is met
naar werkplannen. Nu kan ze te zijner tijd
ook makkelijker met de rest voor den dag
komen. Tevreden soest Nick verder, schrikt
op, als de trein het Amersfoortsche sta
tion binnenrijdt. Amersfoort nu al, ze
moet overstappen. Gauw alles bij elkaar
zoeken.
De trein staat al klaar, juffrouw, stelt
de witkiel haar gerust. En u hebt nog
twintig minuten.
Genietend van haar rustig zitje, kijkt
Nick naar de hollende en dringende men-
schen op het perfon.
Aan den overkant vertrekt de trein naar
Utrecht. Hoe dikwijls is ze daar vroeger
ingestapt. Als ze ook van huis kwam, juist
als nu, tevreden over de leuke dagen, maar
dolblij weer terug te gaan.
Het leeggestroomde perron begint op
nieuw vol te loopen.
Aan den overkant rijdt weer een trein
binnen. Leuk gedoe toch op zoo'n station.
Ineens vlak voor haar coupé een lange
donkere jongeman in een grijs pak
oogen een seconde in de hareeen be
leefd lachje van herkenning.een hoed
die met haastigen zwaai wordt afgenomen.
Dan een meisjesstem: Nee Frank, d&t is
onze trein, aan den overkant, gauw! Twee
hollende menschen, die in het gewoel ver
dwijnen
Nu is Ineens de heele wereld anders ge
worden.
Ergens binnenin je is er Iets stukge-
sprongen en nu is je hoofd ineens zoo gek
leeg en je beenen zijn zielige bibberende
dingen, waarop je niet meer zou kunnen
staan. Maar dat hoeft gelukkig niet. Je mag
blijven zitten, stil ln je hoekje. En om je
heen hollen de menschen. En de piccolo's
gillen „koffie, limonade, spuitwater".
Maar aan den overkant van het perron
roept een conducteur: „Sneltrein Amster
dam". En in één van de coupé's zit iemand,
dien een meisjesstem Frank genoemd heeft.
En dan vertrekt ook de andere trein, die
meester Nicoline Lenswaerdt, advocate en
procureur, terug zal brengen naar de plaats
van haar bestemming, van haar werk, haar
zelfgekozen levensdoel.
En dien nacht huilt een moderne, wer
kende vrouw, het hoofd in de kussens, haar
verdriet uit. Een hopeloos ouderwetsch ver
driet.
Lies en Frank hadden de Pinksterdagen
in hun oude woonplaats doorgebracht.
Frank had er eerst niet veel zin in gehad,
maar had zich tenslotte laten overhalen.
Weer eens alle oude bekenden opzoe
ken weer eens tennissen, Frankie. Het
kan nu immers. We kunnen ons nu toch
overal vertoonen, had Lies gebedeld.
Tennissen kun je hier ook, had Frank
tegengesputterd.
O ja? Niets van gemerkt. Hebben ze
jou hier al ooit voor een club gevraagd? Ze
was er direct happig op geweest. En Frank
had, om er van af te zijn, maar gauw toe
gestemd in het reisplan.
En het waren toch leuke dagen geweest.
Ze hadden er allebei van genoten, vrij en
zonder angst voor onbehaaglijke complica
ties te kunnen terugkomen in de stad,
waaruit ze onder zoo heel andere omstan
digheden vertrokken waren. Frank Rob-
berts, chauffeur van Jonkheer de Goede
laer en Mr. Frank Robberts. advocaat en
procureur, medewerker op een bekend Am-
sterdamsch kantoor het maakte wel
eenlg verschil. De triomfantelijke herinne
ring vooral aan de ontmoeting met een
paar fabrieksgrootheden die, behoorlijk ge
ïmponeerd, gezegd hadden: Kerel, maar
dat is prachtig, en dat in deze tijden, hoe
heb je hem dat geleverd? verzoende Lies
met veel van wat zij tot nu toe als een
gemis en een slechte ruil had betreurd. En
voor het eerst kon ze, in den trein, die hen
naar Amsterdam terugbracht, weer vol
mondig zeggen: 't Is toch beter zoo,
Frankie.
Maar Amsterdam is een woestijn van
steenen na de Geldersche hei en de Gel-
dersche dennenbosschen, denkt Lies, als ze
*s middags Frank voor het raam nawuift.
Hoe moet ze den zomer hier doorkomen?
Vorig jaar was ze te slap en ellendig om
ergens plezier of hinder van te hebben,
Maar nu het eeuwige flatje met de af
gepaste dosis zon: 'smorgens twee uur aan
den straatkant, des middags twee uur ach
terGeen andere gelegenheid om fris-
sche lucht binnen te krijgen, dan voor de
openslaande ramen dat is niet om uit te
houden.
Maar we kunnen toch in ieder geval
gaan zwemmen dezen zomer, troost Frank,
als ze er des avonds direct over begint.
En 's Zondags kunnen we er toch ook op
uit trekken.
Hoe? En waarheen? Met de electrische
naar Zandvoort bijvoorbeeld? Dan mag jij
alleen gaan, hoor, zegt Lies minachtend.
Ja, het lijkt me ook niet overdreven
genoeglijk, zoo'n massa-uittocht, zegt
Frank. Dat is nu ons noodlot. Dat we
met onze drieduizend per jaar nog erfelijk
belast zijn met den smaak en de aspiraties,
die bij een inkomen van zesduizend hoo-
ren.
Ik ben er doodgewoon te provinciaal
voor, bekent Lies. Ik vind het alleen
maar griezelig, zoo'n gedrang. Trouwens, ik
zal er nooit aan wennen aan het leven
hier. Na die paar dagen „thuis" voelt ze het
heimwee weer dubbel erg. Dag ln dag
uit kun je over straat loopen zonder dat
iemand je groet. Geen enkele winkel, waar
ze je kennenklaagt ze.
en als je liever niet gezien wilt wor
den, kom je overal bekenden tegen, vult
Frank in stilte aan, maar hij zegt: Later
als we rijk zijn, krijg jij je hutje op de hei,
hoor.
Ik wou liever, dat we nu maar vast
een wagentje hadden, zegt Lies.
Lieve schat, daar is de eerste jaren
geen denken aan. Maar, weet je wat, we
kunnen af en toe een wagentje huren. Dat
kan bruintje langzamerhand wel trekken.
Ooo, zalig, roept Lies verrukt. Doen
we dat? De eerste Zondag, dat het mooi
weer is? Samen uit net als vroeger, hè
Frankie?
Mag ik je er attent op maken, dat je
precies Frank kijkt op de klok negen-
eneenhalf uur geleden bent thuis gekomen
na een reis van tweeeneenhalven dag, uit
huizig vrouwspersoon, dat je bent.
Stil maar. huiselijk manspersoon, zegt
Lies. Ik zal er niet meer om vragen,
hoor. Ik zal netjes afwachten, tot jij me
op een morgen komt verrassen met de
boodschap, dat de wagen voorstaat. Afge
sproken?
Ik beloof het Je, zegt Frank. En ik
zal deze week nog mijn rijbewijs laten ver
lengen. Zoek het morgen maar eens op.
Het leven moest eigenlijk niets dan
één lange autotocht zijn, langs gladde we
gen met de zon op je bol, zegt Lies. Ze
k'jkt Frank van opzij aan, en met jou
aan het stuur natuurlijk.
(Nadruk verboden). LWordt vervolgd).