BINNENLAND Ons Kort Verhaal 81 tie Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 22 October 1940 Derde Blad No. 24717 KERK- EN SCH001NIEUWS Een lafaard Mr. P. A. V. baron van Harinxma thoe Slooten 70 jaar Anti-Duifsche boeken, tijdschriften, enz. in bibliotheken Rede van den Rijkscommissaris Schoenen zonder bon op komst Nederlandsche Unie aan het werk in de Mijnstreek Suze Groeneweg overleden Kou gevat "„AKKERTJE FINANCIEN SINDS 1909 COMMISSARIS VAN FRIESLAND. De commissaris van Friesland, mr. P. A. V. baron van Harinxma thoe Slooten viert heden zijn zeventigsten verjaardag. (Foto-archief LD.) Baron van Harinxma thoe Slooten. Mr. Pieter Albert Vincent baron Harinxma thoe Slooten werd op 22 October 1870 te Beesterzwaag geboren. Acht jaar later verhuisde het gezin naar Leeuwarden, toen zijn vader commissaris van Friesland werd. Na in 1888 eindexamen gedaan te hebben op het gymnasium studeerde hij rechten te Leiden, waar hij in 1894 promo veerde op het proefschrift „De gemeente verordening tegenover de persoonlijke vrij heid en het recht van eigendom". In Leeuwarden vestigde hij zich als ad vocaat en procureur en was ook volontair op het parket van de officier van justitie. In 1397 kwam hij aan het departement van Jusitie waar hij onder Cort van der Linden en in 1901 onder Loeff werkte. Toen de centrale raad van beroep werd opgericht in 1903 verliet hij het ministerie om zich in Utrecht te vestigen. Nadat zijn vader in 1909 zijn ambt had neergelegd, werd hij met in gang van 1 September 1909 tot commissaris in de provincie Friesland benoemd. In Augustus 1938 werd hij staatsraad in buitengewonen dienst. Baron Van Harinxma bewoog zich op velerlei gebied buiten het ambtelijke. Hij is o.a. geweest voorzitter van het Friesch Ge nootschap voor geschied-, oudheid- en taal kunde in 1927 presideerde hii het groote Friesche congres en opende het met een rede in het Friesch voorzitter van het Underwusvuns en curator van den leerstoel in de Friesche taal en letterkunde aan de universiteit te Amsterdam, lid van den Leidschen Universiteitsraad en gecommit teerde van het Universiteitsfonds, eere voorzitter van de Pronvinciale Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer, voogd van het Ritske Boelema-gasthuis, commissaris van de Ned. Bank, president-commissaris van de Algemeene Friesche Levensverzekerlngs-Mij, president-commissaris van de Amsterdam- sche Hypotheekbank, buitengewoon eerelid van het Eereteeken voor belangrijke krijgs verrichtingen en provisor van zeer veel lee- nen in Friesland. Verder is hij ridder in de Orde van den Ned. Leeuw, grootofficier in de Orde van Oranje-Nassau en ridder der Orde van den Leeuw en de Zon van Perzië. De Staatscourant van gisteravond bevat de volgende beschikking van den wnd. se cretaris-generaal van het departement van onderwijs, kunsten en wetenschappen Ingevolge aanschrijving van de Duit- sche autoriteiten zijn leiders van alle bibliotheken verplicht anti-Duitsche li teratuur achter slot en grendel te ber gen en dus niet meer uit te leenen. Voor zoover deze leiders al niet reeds langs ambtelijken weg bijzondere in structies hieromtrent hebben ontvan gen, dienen zij van deze literatuur binnen drie weken aan het departe ment van onderwijs, kunsten en we tenschappen een alphabetisch geor dende opgave te verstrekken, die schrij ver, titel en plaats en jaar van uitgave van de werken vermeldt. INDIË EN JAPAN. Domei meldt uit Tokio: De woordvoerder van het departement van buitenlandsche zaken heeft gister avond een mededeeling uitgegeven, waarin wordt bekend gemaakt, dat de besprekin gen te Batavia vlot vorderen. Tevens wordt hierin bekend gemaakt, dat de speciale Ja- pansche afgezant naar Nederlandsch-Indië, Kobasjasji. tijdelijk naar Tokio terugkeert om aanwezig te zijn bij de officieele plech tigheden ter gelegenheid van den 2600sten herdenkingsdag der stichting van het Ja- pansche rijk en tevens om een tusschen- tijdsch rapport in te dienen en de regee ring te raadplegen over de onderhandelin gen van Batavia. JUBILEUM VAN DE DEUTSCHE OBERSCHULE TE ROTTERDAM. BIJ de herdenking van het vijftigjarig bestaan van de Deutsche Oberschule te Rot terdam heeft de rijkscommissaris rijks minister Seyss Inquart vandaag een rede gehouden. Hij begon met uitdrukking te geven aan zijn voldoening over het feit, dat het na de gebeurtenissen in Mei mogelijk geweest is het werk van de Duitsche school te Rotter dam zoo voort te zetten als voor het be reiken van het doel van deze school ver- elscht is. Voor deze gelegenheid dankte hij de schoolvereeniging en haar leiding, de on- derwfjzers en al degenen, die in denzelfden zin meegeholpen hebben, ook de Nederland- sche autoriteiten, die mogelijk maakten, dat de Duitsche school weldra het huis in de Westerlaan nr. 1 kon betrekken. Te meer verheugde hij zich over het bereikte doel, daar hij toch al groote aandacht besteedt aan de Duitsche scholen in Nederland. Het is duidelijk, dat de opdracht, die hij van den Fuehrer ontvangen heeft, namelijk de belangen van het Duitsche rijk in Nederland te vertegenwoordigen, ook de taak omvat aan de Duitsche scholen hier de haar toe komende positie te verschaffen. Vervolgens hield de rijkscommissaris zich bezig met de omstandigheid, dat de Duit sche scholen ook Nederlandsche kinderen herbergen. Hij verheugde zich daarover, naar hij zei. Toch moet men zich er van bewust zijn, dat daaraan een bijzondere verplichting verbonden is: de Nederlandsche kinderen mogen den samenhang met hun Nederlandsche volk nooit verliezen. Zij moeten hun volk en de genoten Duitsche opleiding tot eer strekken. Dat is voor den nationaal-soclalist, die de krachten, welke rechtstreeks uit het volk stammen, nauw keurig kent, iets dat vanzelf spreekt. Bij deze gelegenheid roerde de rijkscom missaris de discussie aan, die ontstaan is naar aanleiding van de vraag in hoeverre het onderwijs in het Duitsch ook aan de Nederlandsche scholen verstrekt moet wor den. Hij heeft den zin van dit debat niet begrepen, omdat prof. Snijder, die blijkbaar door deze discussie aangevallen moest wor den, immers Juist in zijn tegenwoordigheid openlijk met nadruk verklaard had, dat uit gebreide beoefening van het Nederlandsch hem na aan het hart lag. Dat is ook bij hem. den rijkscommissaris, het geval en er is nooit sprake van geweest het Duitsch eenigszLns ten koste van het Nederlandsch te beoefenen. Hij kan zich niet geheel aan den indruk onttrekken, dat deze onvrucht bare uiteenzettingen, die op een misver stand berusten, uitgaan van Instanties, die destijds voldoenden tijd en middelen hebben gehad om althans het Nederlandsch, dien ruimeren zorg te doen toekomen, dien hij zelf beoogt. Ik geloof anderzijds ,zoo ging de rijks commissaris voort, dat de Nederland sche kinderen hun opvoeders in de toe komst niet dankbaar zouden zijn, indien zij ook het Duitsch niet werkelijk be- heerschen, want met Duitsch zal men in de toekomst niet alleen op het vaste land, maar ook buiten ons continent overal terecht kunnen. MET HOUTEN ZOLEN EN HAKKEN. Het Alg. Hbld. meldt, dat onze schoen industrie bij ontstentenis van den aanvoer van schoenleer uit Zuid- en Middel-Ameri- ka, Australië en de Kaap, de productie van schoenen ter hand heeft genomen met hou ten hakken en zolen. Waarschijnlijk zal men reeds in het mid den der volgende maand met den verkoop zonder bon van dit schoenenfabrikaat een aanvang maken. BESPREKINGEN OVER BEDRIJFS- GEMEENSCHAP. Zaterdagmiddag zijn onder leiding van het gewestelijk bestuur der Nederlandsche Unie besprekingen gehouden in het gebouw der Unie te Heerlen met vertegenwoordi gers van arbeiders- en beambtenorganisa- ties, waar van gedachten gewisseld werd over het programma der Nederlandsche Unie: de bedrijfsgemeenschap. Het ligt in de bedoeling om, met inscha keling en medewerking van de bestaande vakbonden en organisaties, te komen tot een bedrijfsgemeenschap, welke alle arbei ders, beambten en werkgevers van den mijnarbeid zal omvatten. In eeh Zaterdag j.l. aan de mijnbedrijven uitgegeven vlug schrift zijn deze plannen aangeduid. De besprekingen met de bestaande organisa ties zullen onder leiding van het geweste lijk bestuur der Nederlandsche Unie wor den voortgezet. Hbld. KEURINGSDIENST LIET EEN FABRIEK VERZEGELEN, Opsporingsambtenaren van de Nederland sche meelcentrale zijn, in samenwerking met den keuringsdienst voor waren te Alk maar en de gemeentepolitie van Zaandam er toe overgegaan een fabriek te Zaandam te verzegelen en onder bewaking te stellen. In deze fabriek werd vroeger cacao ver werkt tot veevoeder, maar sedert kort werd de verwerking van dit product voor men- schelljke consumptie ter hand genomen.^De verkoop van dit artikel, dat als „magere cacao" in den handel werd gebracht, leid de er reeds toe, dat de keuringsdienst voor waren den fabrikant verbaliseerde, omdat het vetgehalte slechts 9 tot 10 procent in plaats van 12 tot 15 procent, zooals wette lijk is voorgeschreven, bedroeg. Toen na derhand bleek, dat de verkoop nog niet gestaakt was, werd opnieuw ingegrepen. De achterhaalde partijen werden in beslagge nomen met de bepaling, dat het fabrikaat onder toezicht van den keuringsdienst voor waren verwerkt moest worden tot veevoe der. Thans kwam aan het licht dat de zegels van de in beslag genomen partijen ver wijderd waren. Dit had ten gevolge, dat de fabriek verzegeld en onder bewaking werd gesteld, terwijl den eigenaar een achttal processen-verbaal in het vooruitzicht zijn gesteld. DESTIJDS HET EERSTE VROUWELIJKE KAMERLID. Op den leafitfjd van 65 Jaar is te Baren- drecht (Z.H.) overleden mevrouw Suze Groeneweg, liet eerste vrouwelijke lid van die Tweede Kamer der Staten Generaal. Zij was de laatste jaren in Barendrecht woon achtig. Te Sfcrijensas aam het Hollamdsch Diep, wend Suze Groeneweg geboren. Zij kwam voort uit een GhristeUJfc mttleu em was het eerste meisje in haai- dorp, dat de normaal school te Numansd'onp ging bezoeken. Zij werd onderwijzeres, achtereenvolgens te Duiivendijke op Schouwen, te Krimpen a. d. IJsel, te Dordrecht en te Rotterdam. Haar wekzaamheind in de Maasstad werd onge veer een jaar onderbroken door haar aifceld aam het Rijksopvoedingsgesticht voor meis jes te MonWoort. Reeds in Dordrecht was zij een vurig strijdster voor vrouwenkies recht en ook nam zij daar spoedig deel aam het wenk van. den Bomdi van Nederlandsche onderwijzers, nadat zij zich bij die SD.AP. aangesloten had1. Im Rotterdam was zij mede-oprichtster der SB. Vrouwenclulbs. Im vele vergaderin gen trad' zij als vlot spreekster op. Zij ijverde o.a. voor de vacantiekinderfeesten en vooral ook voor de dramiklbeetirijdllmg. Toen in 1918 de S.D.A.P. besloot een vrouw naar de Kamer at te vaardigen, viel spoedig de keuze op haar. Zij kreeg een goede plaats op de Rotterdamsohe lijst, werd gekozen en was toen het eerste vrouwelijke Kamerlid. In 1919 deed' mevrouw Suze Groeneweg haar intrede in de Staten van ZTrd-HoT land en in den RoBterdamschen gemeente raad, welke laatste functie zij tot Augustus 1931 vervulde. Tot 1937 bleef zij in de Tweede Kamer, waarin zij in het bijzonder ijverde voor moedenschapszorg van over heidswege. Nadat zij zich wegens haar ge zondheidstoestand allengs meer en meer uit het openbare leven had) teruggetrokken, vestigde zij zich te Barendrecht, alwaar zij j.l. Zaterdag is overleden. De begrafenis van mevrouw Suze Groe neweg zal morgen te twee uur op de be graafplaats „Crooswijk" te Rotterdam ge schieden. RADIO-UITZENDINGEN EINDIGEN OM HALFZEVEN. Er is met ingang van Zondag JJ. een wijziging gebracht in de zendtijden van de Nederlandsche zenders Jaarsveld en Koot wijk. De radioprogramma's der omroepver- eenigingen en van het Algemeen Neder landsch Persbureau eindigen 's avonds om half zeven. De uitzendingen van de nieuwsberichten hebben nu om zes uur via Kootwijk en 6.15 via Jaarsveld (herhaling) het laatst plaats. Deze regeling is echter nog niet defini tief. daar nog nadere besprekingen zullen worden gevoerd. BURGEMEESTER VAN ZUID- EN NOORDSCHERMER IN DE N.S.B. Naar de persdienst der N.S.B. bericht is de heer Kolb, burgemeester van Zuid- en Noord-Schermer toegetreden tot de natio- naal-socialistische beweging. 2280 (In se z. Med.) OPGAVE VAN VOORRADEN SLACHTGEVOGELTE. In aansluiting op het op 1 October j.l. gepubliceerde persbericht betreffende de opgave van de voorraden slachtgevogelte deelt het rijksbureau voor de voedselvoor ziening in oorlogstijd nog mede, dat het verbod om gevogelte af te leveren of aan te wenden in eigen bedrijf tenzij men hier toe machtiging heeft verkregen van de Ne derlandsche centrale voor eieren en pluim vee te Beekbergen, van toepassing is op alle geslacht gevogelte, onverschillig of dit in vrieshuizen is opgeslagen, op eehigerlei andere wijze is verduurzaamd, of in on- verduurzaamden toestand verkeert. Onder slachten moet hier mede worden begrepen het dooden van gevogelte, dit tevens met het oog op het afgekondigde verbod om behoudens machtiging van bovengenoemde centrale kippen, eenden, kalkoenen en ganzen te slachten. L. FRÖGER OVERLEDEN. In den ouderdom van 69 Jaar is Zondag in Den Haag overleden de heer L. Fröger, gep. hoofdinspecteur van politie in Den Haag en oud-strijder in den Zuld-Afri- kaanschen boerenoorlog. De overledene was drager van de oor logsmedaille. door M. BECKERS—ZÜRCHER. Van Bladel, de groote criticus, gevreesd en gehaat bij degenen, die, in het zweet van hun geschminkt aanschijn, op de plan ken hun brood moeten verdienen, geëerd en au serleux genomen door het meeren- deel der kunstlievende krantenlezers, is in werkelijkheid in het geheel niet de gewel denaar, waarvoor men hem in het alge meen verslijt. Integendeel, je zoudt kunnen zeggen, dat van Bladel au fond een een voudig burgermannetje is, gesteld op een werkzaam, doch rustig leven en eenvoudige, goed-toebereide spijzen. Vandaar dat van Bladel in het geheel niet ingenomen is met die dwaze bedreiging van Hubertus, den jongen tooneelspeler, die gezworen heeft, de kleur zijner oogen te zullen doen ver anderen in een diep, indigo-blauw en die zijn overmoedige plannen vertelt aan wie het maar hooren wil. Naar de meening van van Bladel is Hubertus niet meer dan een matig-begaafde beginneling, die weinig voor de toekomst doet verwachten. Indien alle tooneelspelers, waarvan van Bladel in den loop der jaren weinig enthousiaste, of afbrekende critieken heeft gegeven, met dergelijke voornemens gingen rondloopen, dan zou er al spoedig geen van Bladel meer zijn, om het publiek eerlijk en betrouwbaar voor te lichten. Aan den eenen kant maakt de bedreiging van Hubertus den criticus nerveus en beangst, doch voor het overige voelt hij zich een martelaar, een slachtof fer van zijn plicht. Nietwaar, je schrijft critieken, eerlijk en zonder aanzien des persoons, of je wordt een onbelangrijke ja broer, een speelbal van geraffineerde, veel- eischende prima-donna's, een betaalde vriend van Jjdele, onbelangrijke acteurs. Er is immers geen tusschenweg? Op zekeren middag wandelt van Bladel in de lommerrijke lanen van het stadspark, teneinde zijn door de emoties der laatste dagen geschokte zenuwen wat tot bedaren te brengen. Na een half uur geloopen te hebben, voelt hij zich reeds aanmerkelijk rustiger. Hij fluit zelfs een deuntje, ter wijl hij op een bankje plaats neemt en zijn courant ontvouwt, om nog een uurtje van den koelen vrede in het plantsoen te ge nieten. Maar al spoedig laat hij het papier zakken en verdiept zich in het beschou wen der voorbijgangers. Menschen leeren kennen, gezichten bestudeeren is zijn groot ste hartstocht. Zijn uitgebreide kennis van de menschelijke physionomie is een ele ment, dat hem niet voor een gering deel behulpzaam is bij het schrijven van zijn rake karakterontledingen. Naast hem heeft een jonge moeder met een kinderwagen plaats genomen. Het vrouwtje heeft een aardig, vriendelijk ge zicht, meent van Bladel. Geen hoogvlieg- ster, geen vrouw, om koningen het hoofd op hol te brengen of keizerrijken in den af grond te storten, maar zoo'n eenvoudig, goed moedertje, een zegen in haar kleinen kring. En in den wagen ligt het kind. Nu heeft van Bladel zich nog nimmer voor baby's geïnteresseerd. Hij gaat van den stelregel uit, dat een mensch pas een mensch wordt, wanneer hij niet langer het blanke, onbeschreven blaadje papier is, doch het gecompliceerde, moeilijk te be grijpen wezen, dat van de vreugden, de nooden en de hartstochten van het leven zijn deel heeft gehadMaar deze kleu ter wekt de., schrijvers belangstelling. Van uit zijn comfortabel nestje ligt hij den criticus aan te kijken. Maar niet met den wazigen, snelafgeleiden blik, die heel jongen kinderen eigen is, doch met groote, expres sieve oogen, die alles trachten te zeggen, wat zijn ongeoefend mondje nog niet sta melen kan. Van Bladel krijgt het warm onder die doordringende blikken- Hij neemt zich den hoed van het hoofd en wischt met zijn zakdoek een paar maal zijn slapen af. De baby glimlacht! „Wat ben je leelijk". schijnen zijn oogen te zeggen, „en hoe be lachelijk met je bijna kalen schedel en dat malle, glinsterende knijp-brilletje". Van Bladel fronst zijn wenkbrauwen, tracht met een kwaad gezicht dien schaamteloo- zen kleuter te intlmideeren. Maar de klei ne is onverstoorbaar. „Al ben Jij nu de be roemde criticus, mij maak je niet bang, ik blijf mezelf, al zaten er honderd van die ridders van de vulpen naar me te kijken. Werp nu eens een blik naar boven, van Bla del", zeggen die oogen, „zie je die twee wolken, die elkaar achterna zitten? De eene is de wolf en dat kleine wolkje, dat daar zoo snel wegvlucht, is een schaapje". En van Bladel, die in zijn veeljarige loopbaan de taal der oogen heeft leeren verstaan, heft onwillekeurig zijn hoofd omhoog. Merkwaardig is dat, denkt onze vriend, wiens belangstelling voor den minimalen wereldburger voortdurend groeit. Wat een mimiek, wat een expressie! Hij begint zich nu werkelijk voor den zuigeling te interesseeren. Hij buigt zich een weinig voorover, teneinde dat wonder kind wat meer van nabij te bekijken. „Een aardig kindje, mevrouw en wat kijkt het wijs uit zijn oogjes, 't Is toch een Jongen?" „Natuurlijk is het een jongen", ant woordt het vrouwtje stralend van moeder trots, „natuurlijk is het een jongen, hij moet immers later in de voetsporen van zijn vader treden!" „Nu ja", mompelt van Bladel, een weinig verwonderd om dien overtuigenden toon van de moeder, „ik bedoel, hm.ik meen. het had ook een meisje kunnen zijn". Haar eenige antwoord is een triomfee- rend glimlachje; zeker het had een meisje kunnen zijn. Maar je moet dan ook een mal, eigenwijs, oud heertje zijn, zeggen de oogen van het kleintje, om met dergelijke pietluttige opmerkingen voor den dag te komen. „Hij heeft een aardig, expressief ge zichtje", meent van Bladel het gesprek te moeten voortzetten. Opnieuw knikt de moeder met dat over tuigende air van: dat spreekt immers van zelf! „Weet U, mevrouwtje", vervolgt de repu tatiebreker, „als U het mij vraagt, dan groeit er uit dien jongen een tooneelspeler. Hij acteert warempel nu al". „Meent U dat?'' vraagt het vrouwtje met nauw-bedwongen enthousiasme. „O, me neer, U weet niet, hoe heerlijk we dat zou den vinden". „Zoo", doet van Bladel droog, „dat ver wondert me. De meeste ouders zijn juist doodsbank voor Thalia en Melpomene". „Neen, bij ons is dat niet het geval, mijn man is zelf een bekend acteur. „Wel, wel", doet van Bladel verheugd, „Uw zoontje, mevrouw, is dan toch het levend bewijs van mijn theorie, dat groote acteurs steeds voortkomen uit families van beroemde tooneelspelers. Ik kan nu al bijna met zekerheid zeggen, dat Uw man een groot talent moet zijn. Hoe is Uw naam, als ik vragen mag, ik interesseer me namelijk in hooge mate voor het tooneel". „Ik ben mevrouw Hubertus", antwoordt zij. Insiders beweren, dat van Bladel ten slotte toch bang is geworden voor de be dreiging van Hubertus. Een criticus van formaat wijzigt zijn inzichten niet van den eenen dag op den anderen. En van Bladel laat ze in dien waan. Hij kan toch moeilijk erkennen, dat hij zijn oordeel heeft moeten herzien onder den drang van een paar groote, sprekende kin- deroogen? Dan heet hij nog liever een lafaard. (Nadruk verboden.) (Auteursrecht voorbehouden). PREDIKBEURTEN. VOOR WOENSDAG 23 OCTOBER. Alphen aan den Rfln Chr. Geref. Kerk: n.m 3 uur, prof. Wisse. WaddJnxveen Zuldkade 18: nam. 7 uur, ds. de Rover van VIaardingen. NED. HERV. KERK. Beroepen te Oldebroek d6. J. W. van der Lin den te Kootwijkerbroek. Aangenomen naar Angerlo (toez.) cand. H. Beker te Haarlem, naar Lettelbert-Enumatil (Fr.) cand. E. T. van der Brugh te Meppel. Bedankt voor Lienden dr. M. H. A. L. H. van der Valk te Wijngaarden, voor Otterloo en Hars kamp ds. J. van de Poll te One. voor Vorden (toez.) ds. J de Groot te Eek en Wiel, voor Roordahulzen (Fr.) ds. J. A. Swart te Schoon- dljke. Benoemd tot godsdienstonderwijzer te Baarn de heer H. Ververs, aldaar. CHR. GEREF. KERK. Beroepen te 's Gravenhage-Oost ds. J. M. Visser te Midwolda. DS. VIS OVERLEDEN. Te Heelsum is overleden ds. P. A. Vis, emeritus doopsgezind predikant. Ds. Vis was achtereenvolgens predikant in de Beemster, te Edam en te Irnsum (Fr.) Hij was een der oprichters van den bond van staatspensioenneering, waarvan hij tot zijn dood penningmeester was. N.V. DE BIJENKORF. Gisteren vond, aldus de Tel., te Amsterdam plaats een buitengewone vergadering van aan deelhouders der N.V. Magazijn de Bijenkorf. Voorzitter was mr. G. H. A. Grosheide, die constateerde, dat 1156 aandeelen waren gedepo neerd, uitbrengende 1156 stemmen. Waar het vereischte quorum niet aanwezig was, kon over de voorgestelde statutenwijziging niet gestemd worden. Dit zal gebeuren in een tweede vergadering, welke gehouden wordt op 31 October a.s. Den heer A. Goudsmit werd eervol ontslag verleend als generaal-dlrecteur. Over het aan gevraagde ontslag van den raad van beheer -- welke onder de nieuwe statuten verdwijnt kon niet gestemd worden, aangezien ook hier het quorum ontbrak. Tot directeuren werden benoemd de heeren E. O. Wolsheimer en dr. G. van der Wal. tot commissarissen de heeren mr. G. H. A. Gros- helde, E. A. W. Emmer. mr. W. M. Houwing, D. de Jong en prof. G. A. Ph. Weijer. WOENSDAG 23 OCTOBER. Jaarsveld 414,4 M. NCRV-Uitzending. 8.00 Nieuwsberichten ANP 8.10 Schriftlezing en meditatie 8.25 Gewijde muziek (opn) 8.35 Gram muziek 10.30 Morgendienst 11.00 Grammuziek 11.25 Hobo met pianobegelei ding en gram.muziek 12.00 Molto Cantabile 12.45 Nieuws- en economische berichten ANP 1.00 Molto Cantabile en gram.muziek 1.45 Orgelspel en gram.muziek 2.30 Gram.muziek 3.00 Cello, piano en gram.muziek 3.45 Gram.muziek 4.00 Bijbellezing 4.30 Gram. muziek 5,15 Nieuws- en economische berich ten ANP 5.30 Gram .muziek 5.40 Voor de kinderen 6.30 VPRO: Cyclus „Het geestelijk karakter van ons volk" 6.45 Actueele repor tage of gram .muziek 7.00 Vragen van den dag (ANP) 7.15 Berichten 7.20 Utrechtsch Stedelijk orkest (opn.) 7.45 Reportage of mu ziek 8.00 Nieuwsberichten ANP 8.10 Gram. muziek 825 Causerie „De kleine zelfstan digen" 8.45 Gewijde muziek. Hierna: Schrift lezing 9.00—9.15 Nieuwsberichten ANP, slui ting. Kootwijk 1875 M. AVRO-Uitzending: 7.00 Be richten (Duitsch) 7.15 Berichten (Engelsch) 7.30 Gram.muziek 8.00 Nieuwsberichten ANP. grammuziek (9.00—9.15 Berichten Duitsch) 927 Grammuziek 10.00 Morgen wijding 10.15 Grammuziek 10.30 Sylvestre- trlo 11.15 Berichten (Engelsch) 11.30 Gram.muziek 12.00 Berichten, eventueel grammuziek 12.15 Grammuziek 12.30 Be richten (Duitsch) 12.45 Nieuws- en economi sche berichten ANP 1.00 De Romancers en soliste 2.00 Berichten (Duitsch) 2.15 Om roeporkest 320 Berichten (Engelsch) 3.45 Gram.muziek (met toelichting) 4.15 Omroep orkest 5.00 Berichten (Duitsch) 5.15 Nieuws- en economische berichten ANP 5.30 Onderwijsfonds voor de Scheepvaart: Taalles en causerie „De waterwegen van West-Europa" 6.00 Grammuziek 6.15 Berichten (Engelsch) 6.30 Grammuziek 6.45 Berichten gram.mu ziek 7.00 Vragen van den dag (ANP) 7.15 Grammuziek 7.30 Berichten (Engelsch) 7.45 Grammuziek 8.00 Berichten (Duitsch) 8.15 Nieuwsberichten ANP 8.25 Gram.mu ziek 8.30 Berichten (Engelsch) 8.45 Gram. muziek 9.00—9.16 Nieuwsberichten ANP, sluiting.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1940 | | pagina 9