Ons Kort Verhaal
LEIDSCH DAGBLAD - Derde Bled
Zaterdag 12 October 1940
Naar de Engelsche radio
geluisterd
Japan's positie in China en in
Fransch Indo-China
De Noord-Afrikaansche
veldtocht
Utrechtsch echtpaar tot zware straffen veroordeeld
Dagbladreclame
is niet te vervangen
Het groote geheim
mm FRONT BIJ EEN JAAR STRIJD
tttffó—EROHT eiJ TWEE JAAR STRIJD
De uitrusting der troepen
GEVEILDE PERCEELEN
Het A.N.P. meldt:
Het Duitsche Landgerecht gevormd
door een alleensprekend rechter behan
delde gisteren in het nieuwe zittinggebouw
aan den Langen Vijverberg te 's-Graven-
hage eenige zaTséri tegen Nederlandsche
staatsburgers, die zich aan de voorschrif
ten der bezettingsautoriteiten hadden ver
grepen.
Een echtpaar uit Utrecht was ten laste
gelegd, dat het tot 23 Augustus van dit
jaar opzettelijk naar een verboden zender
had geluisterd, het gehoorde had verbreid
en op 23 Augustus bij zijn arrestatie ver
zet had gepleegd jegens de Duitsche poli
tiemannen, die in burger waren. Man en
vrouw, die geen kinderen hebben en een
sigarenwinkel aan het Sint Janskerkhof
drijven de man is bovendien sigarenma
ker waren nimmer gestraft.
De man vertelde, dat hij nimmer het ge
hoorde verder had verteld en dat hij nooit
iemand de gelegenheid had gegeven te
luisteren, hetgeen ook ten laste was ge
legd. Wel was op den dag van zijn arresta
tie familie van hem over, die in de kamer,
waar de radio aanstond zonder echter,
naar verdachte verklaarde, geluid te geven
aanwezig was Op een vraag van den
rechter verklaarde verdachte, dat hij ook
niet met een apothekersjongen, die altijd
sigaretten bij hem kocht, over het gehoor
de had gesproken. De andere verdachte.de
vrouw, verklaarde, dat genoemde jongen
wel eens had meegeluisterd in Mei, toen
het luisteren naar de Engelsche radio nog
niet was verboden Hij zou het later wel
dikwijls hebben gevraagd, doch zij had dit
nimmer toegestaan. Op 23 Augustus om
streeks zeven uur des avonds, kwam de
jongen weer binnen en vroeg, of de man
de radio wilde aanzettc-n om naar den En-
gelschen zender te luisteren. De man deed
dit en dadelijk daarop kwamen de Duit
sche politie-beambten binnen, die 'fc echt
paar verzochten mede te gaan. Op een op
merking van den president dat zijn daad
gevaarlijk geweest was, antwoordde de
man, dat hij er geen kwaad in gezien had.
De man is gedwee met de Duitsche po
litiebeambten, die in burger waren, meege
gaan naar den auto, die honderd meter ver
der stond. Toen hij echter moest instap
pen, .vertrouwde hij de zaak niet, daar hij
twijfelde met echte politie-agenten te doen
te hebben. Hij verzette zich en sloeg de
beambten ook. Hij zeide wel te willen in
stappen, als er een politie-agent of een
Duitsche soldaat bij kwam. Een der be
ambten is toen een Duitschen militair
gaan halen en verdachte is toen kalm ge
bleven en meegegaan. Ter zitting verklaar
de hij zeker te weten, dat de beambten der
veiligheidspolitie geen bewijs getoond had
den. De vrouw over het verzet gehoord,
verklaarde reeds in den auto gezeten te heb
ben, toen haar man zich verzette. Zij is
toen tusschenbeide gekomen. Ook zij had
geen bewijs van de politiemannen gezien.
Als getuige werd een der. beide politie
mannen gehoord. Deze verklaarde van an
dere zijde de mededeeling te hebben ont
vangen, dat in den sigarenwinkel naar den
Engelschen zender werd geluisterd. Daar
het betrappen zeer moeilijk is, moest hij
de luisteraars min of meer overvallen.
Daartoe moest degene, die de melding had
gedaan en meer had geluisterd, naar bin
nen gaan om den Engelschen zender te
doen aanzetten. Daarna ging getuige naar
binnen, kocht een sigaar en hoorde, dat
de radio was aangezet. Hij kon echter niet
hooren, of dit de Engelsche zender was.
Getuige maakte zich in het Duitsch als
politiebeambte bekend en liep om de toon
bank heen. Toen werd de radio afgezet.
Getuige beval toen den echtelieden met
hem mee te gaan naar de wacht, hoewel
zij ontkenden naar den Engelschen zender
te hebben geluisterd. Bij den auto gekomen
verzette de man zich, nadat de vrouw in
den wagen had plaats genomen. De man
riep om een Nederlandschen agent en zijn
vrouw kwam tusschenbeide. Getuige is toen
gegaan naar eenige Duitsche officieren en
kreeg assistentie van een Feldwebel. Daar
op zijn de verdachten zonder verzet mee
gegaan. Later heeft de man zich bij getui
ge verontschuldigd.
De Staatsanwalt was van oordeel, dat
vast stond, dat de verdachten naar den
Engelschen zender hebben geluisterd on
danks het verbod en dus strafbaar zijn.
Hij achtte niet bewezen, dat het beluiste
ren als regel geschied was. Tegen denman
eischte hij wegens het afluisteren een ge
vangenisstraf van één jaar en driehonderd
gulden boete en tegen de vrouw een half
jaar gevangenisstraf en honderd gulden
boete.
Wat de wederspannigheid betreft, was de
Staatsanwalt van oordeel, dat er geen twij
fel bestond, dat de verdachten wisten met
politieambtenaren te doen te hebben. Te
gen den man luidde de eisch te dezer zake
acht maanden gevangenisstraf en tegen
zijn echtgenoote drie maanden, met de be
paling dat de straffen voor de beide delic
ten kunnen worden samengevoegd en dat
het voorarrest kan worden afgetrokken.
Na raadkamer veroordeelde de land
rechter den man tot een gevangenis
straf van één jaar en drie maanden en
geldboete van 200 gulden of veertig da
gen gevangenisstraf voor beide delic
ten; met aftrek van zes weken voorloo-
pigc hechtenis, verbeurdverklaring van
het radio-toestel en veroordeeling in
de kosten van het proces.
Bij de overweging had de landrechter in
aanmerking genomen, dat niet vastgesteld
is, dat de berichten door verdachten ver
breid zijn en dat zij waarschijnlijk niet
met boos opzet naar den Engelschen zen
der hadden geluisterd.
BELEEDIGING VAN DUITSCHE
RIJK EN DEN FÜHRER.
Het Landgerecht heeft verder een zaak
behandeld tegen een 42-jarigen invaliden
meubelmaker uit Breda toer zake van be-
leediging van het Duitsche Rijk, den Duit
schen Führer en de Duitsche regeering.
Verdachte, die bij zijn 80-jarige moeder in
woont, en een pensioentje heeft van twee
gulden in de week, is nog nimmer gestraft.
Op 28 Juli van dit jaar zou hij zich op het
plein voor een kerk te Breda tegenover een
bakker beleedigeod over het Duitsche rijk,
den Führer en de Duitsche regeering heb
ben uitgelaten. Op 13 Augustus werd hij
gearresteerd. Hij verklaarde veel ziek te
zijn geweest; hij was vele malen geope
reerd en onder behandeling van een ze-
nuwspecialist geweest. Na de evacuatie van
Breda was hij met zijn moeder naar Brug
ge gevlucht en had onderweg veel geleden.
Hij gaf het te laste gelegde toe, doch ver
klaarde niet te weten, hoe hij er toe geko
men was. De bakker vertelde hem, dat hij
door de Franschen was verjaagd en dat de
Duitschers gelukkig zoo spoedig gekomen
waren. Toen heeft verdachte gezegd, dat
hij over den heelen oorlog niets meer hoo
ren wilde en daarbij de beleedigende uit
drukkingen gebruikt Voor de kerk waren
geen andere menschen, die het gesprek ge
hoord hadden.
Na raadkamer veroordeelde de Land
rechter verdachte tot gevangenisstraf van
tien maanden met aftrek van acht weken
voorarrest en betaling van de kosten van
het geding. In zijn overwegingen deed dc
rechter uitkomen, dat bij de bepaling van
de strafmaat rekening was gehouden met
het feit, dat het gesprek niet door ver
dachte was uitgelokt, dat zijn zenuwen niet
sterk waren en dat hij kort tevoren veel
geleden had.
ONWARE GERUCHTEN
VERSPREID.
Een nog nimmer gestrafte 24-jarige kan
toorbediende uit Voorburg, werd op 20 Aug.
gearresteerd ter zake van het opzettelijk
verspreiden van valscbe beweringen, die
het Duitsche Rijk benadeelen. Zoo had hij
beweerd, dat de bom, die op 17 Augustus
in het Haagsche bosch viel, niet van een
Engelsch, doch van een Duitsch vliegtuig
afkomstig was, dat de Amsterdamsche
brandweer naar Duitschland was gestuurd
en dat de zender Bremen had verklaard,
dat, als Duitschland den oorlog verloor, ge
heel Nederland zou worden gebombardeerd.
Verd. verklaarde voor het Duitsche Land
gerecht niet de bedoeling te hebben gehad
Duitschland te beleedigen. De geheele be
doeling was een N.S.B.-er, die bij hem op
kantoor was te plagen. Hij had de bewe
ringen dan ook slechts op zijn kantoor ge
uit. Het verhaal van de Amsterdamsche
brandweer zeide hij te hebben geloofd,
waarop de president opmerkte, dat men in
Duitschland toch zelf over een goede
brandweer beschikt. Het verhaal van den
Bremer-zender, dat hij van hooren vertel
len kende, had hij niet geloofd.
Het vonnis luidde gevangenisstraf van
vier maanden met aftrek van de hechtenis
sinds 20 Augustus en veroordeeling in de
kosten.
Door J. P. BAUÉ.
We gingen met vacantie, mijn vrouw en
Ik, en zaten in den nachttrein naar Basel.
Het was wekenlang prachtig weer geweest,
maar juist, nu we met vacantie gingen,
sloeg het weer natuurlijk om! Het zonnetje,
dat dienzelfden ochtend nog vroolijk ge
schenen had, was 's middags steeds vaker
achter de wolken gekropen, en toen we om
streeks zeven uur in den trein stapten, zag
het er zeer dreigend uit.
Gelukkig troffen we het, dat onze coupé
niet erg vol was. Maar twee medepassagiers.
Vooral met het oog op den nacht was dat
wèl zoo aangenaam want dan bestond er
tenminste kans, dat we het ons een beetje
-gemakkelijker zouden kunnen maken bij
het „knappen van een uiltje."
Het Hollandsche landschap bood ons
uiteraard weinig nieuws evenmin als de
avondbladen en dus grepen we maar een
boek, om den tijd wat te korten. Zoo nu
en dan wierpen we eens een blik naar bui
ten, en hoe meer wij de Duitsche grens na
derden, hoe bezorgder onze blikken werden.
Dit stond niet zoozeer in verband met het
naderen van de grens, want we smokkel
den niets— als je met vacantie gaat, moet
je dat onbezorgd kunnen doen en in dat
opzicht was er dus geen vuiltje aan de
lucht. Maar wèl werd de lucht, in letter
lijken zin steeds „vuiler" en even voorbij
Arnhem begonnen de eerste dikke drop
pels te vallen.
„Hindert niet." vond een van onze reis
genoten, „wat we hier gehad hebben, krij
gen we in Zwitserland niet."
„Ik heb altijd prachtig weer met mijn
vacantie," zei optimist nummer twee.
Ik heb ze meer zoo hooren spreken, die
vacantiegangers, maar het gaf mij geen
volledige geruststelling. Ik ken vacantie
gangers, die precies altijd daar waren,
waar de zon wekenlang stralend aan den
hemel stond, terwijl overal elders typho-
nen, windhozen gepaard met hagelbuien,
of poolwinden het menschdom teisterden.
Tja. je hebt van die boffers!
Mijn gerustheid werd nog minder, toen
we Keulen tegen middernacht naderden en
er een soort wolkbreukje was losgebarsten.
Ik waagde het in die stad even op het
perron te stappen, maar er floot zoo'n guur
windje onder de overkapping, dat ik snel
in ons compartiment terugvluchtte.
Door een somberen nacht spoorden we
verder Slapen ging niet al te best, ook
niet toen we de „nachtverlichting" inwer
king stelden, wat de coupé in een spook
achtig blauw waas hulde het had niets
met luchtbescherming te maken, want daar
hadden we in dien tijd nog nooit van ge:
hoord waarna we ons als een soort le1
vende rolmops op de banken kronkelden.
Zoo nu en dan dommelde ik even in, maar
dat duurde nooit lang. Ieder, die wel eens
met een nachttrein reisde, zonder van een
slaapwagen gebruik te maken, kent dat wel.
Als ik wakker was, probeerde ik het won
der van den Rijn bij nacht te aanschou
wen. Men had me gezegd, dat deze groote
rivier dan sprookjesachtig mooi was. Wel,
opwekkend was het niet, wat ik te zien
kreeg. Een donkere, nachtzwarte rivier,
waarboven een bijna ondoordringbaar re
gengordijn hing. het was eindeloos mis
troostig en eerder een nachtmerrie dan een
sprookje. Was dat „Vater Rhein", bezongen
en verheerlijkt in tallooze gedichten?
In Wiesbaden stonden we drie kwartier
stil en daar begon de dageraad alweer te
gloren. Zelfs onze optimistische reisgenoten
zwegen, toen ze het troosteloos-natte per
ron zagen en den regen, die in pijpestelen
uit het grauwe zwerk neerplensde.
Een beetje rillerig staarden we door de
wazige ruitjes, toen we Heidelberg passeer
den en ieder greintje optimisme verdween
bij ^et zien van den wolkbreuk, die dit
mooie studentenoord teisterde.
Dit alles was oorzaak, dat onze stem
ming ver beneden het nulpunt was toen
we om elf uur in den ochtend Basel nader
den, en het feit, dat het alleen maar drup
pelde, toen we voet op Zwitserschen bo
dem zetten, vermocht ons niet uit onze pes
simistische stemming te halen. Want die
lucht boven ons. die lucht! Grauw als
een ongewasschen langgebruikt tafellaken!
We hadden in Basel een paar uur tijd
voor we verder zouden reizen naar Zürich
en dus wilden wij Basel „doen." Tusschen
de druppeltjes door bezichtigden wij het
oude stadje, trokken door sloppen en ste
gen, bekeken het Münster, den Marktplatz
met het aardige Rathaus, werden nat,
kouden steeds humeuriger. Onze bee-
nen wogen als lood, we hadden zoo goed
als niet geslapen en onze eerste vacantie-
dag verregende! Geen wonder, dat we
woorden kregen.
„Had mijn zin maar gedaan, en twee
v/eken eerder vacantie genomen," mopper
de mijn vrouw met de stem van een ijshei-
lige; en alsof er een volkomen logisch ver
band met deze gedachte bestond, voegde
ze er aan toe: „Ik ben doodmoe!"
Nijdig stapte ik al in de richting van
een heel klein, echt Zwitsersch cafétje en
ik lette niet op haar protesten, „dat dat
haar niets leek." maar stootte met onnoo-
dige heftigheid de deur open.
Het was een typisch volkscafé, de rook
DEJAPANSCH-CHINEESCHE\DORLOG
J ULI 1937 -TOT MEDIO OCTOBER I94Q
De kaart geeft den lezer een duidelijk beeld van Japan's positie in China sedert het begin
der vijandelijkheden in 1937 tot aan de bezetting van een gedeelte van Fransch-Indo-China
in 1940.
Het is thans drie jaar en drie maanden geleden dat bij de Marco-Polobrug bij Peking de strijd
tusschen China en Japan begon.
Dc strijd in het eerste ooi-logsjaar bepaalde zich voornamelijk om het spoorwegnet der vjjf
Noordelijke provincies.
Het tweede oorlogsjaar was de Japausche marine zeer actief, vooral in Midden en Zuid-
China om den Britschen invloed geheel uit China te weren.
Het derde oorlogsjaar bepaalde zich tot de afsnijding der wappninvoerwegen zoowel uit
Fransch-Indo-China als van de bijliggende Zuid-Chineesche havens zooals Pakhoi, Kanton en
het eiland Hainan.
De kaart geeft de frontlinie der drie oorlogsjaren weer. In Fransch-Indo-China werden
Hanoi, Haiphong en een gebied tot aan de Chineesche grens door Japan bezet.
De witte gedeelten achter de frontlinies zijn enclaves waarin zich nog ongeregelde Chineesche
troepen berinden maar in feite door de Japansche troepen zjjn ingesloten.
was er te snijden en aan vele tafeltjes za
ten mannen te kaarten. Er was alleen nog
plaats in een soort bijlokaal, precies om
den hoek van het buffet. Daar zakte ik
neer en mijn vrouw volgde.
Een jong, kittig kellnerinnetje, zooals ik
hier niet verwacht hadt bediende ons. Het
was werkelijk een vief, aardig meisje, en zij
was het, die onze stemming als bij toover-
slag deed veranderen. Dat kwam door haar
roote geheim, dat we afluisterden.
Ik zei immers, dat we vlak bij het buffet
zaten. We konden het. piet helpen, dat we
het hoorden, toen ze haar geheim verklap
te aan het barmeisje. Neuriënd had ze ons
het bestelde gebracht en was ze weer naar
het buffet teruggeloopen,
,Wat hèb je toch vandaag, Frieda?"
vroeg het meisje dat achter het buffet
stond, „Je bent zoozoo heelemaal an
ders."
Wij konden het niet zien, maar ik ben
er van overtuigd, dat Frieda bloosde, toen
ze antwoord gaf.
„Ohikuhh.... niets."
„Doe niet flauw. Kom, vertel eens, je
hebt wat op je hart."
„Hilde!" Frieda's stem was ernstig, bijna
plechtig.
„Ja?"
„Zal jezal je het beslist aan nie
mand vertellen?"
„Ach natuurlijk niet, kleintje. Zeg het
me maar."
„Hilde!" Het was een onderdrukt geju
bel. „Hilde, vanavond ga ik met Hans uit.
Voor het eerstlHijhij heeft het me gis
teren gevraagd. O. Hilde, ik ben toch zöö
gelukkig!'
Ik glimlachte. En plotseling kreeg ik een
beeld voor oogen van jaren terug. Een
meisje van zestien jaar, de blonde haren,
die töèn nog lang gedragen werden, op den
rug, een covercoatmanteltje met een ma
trozenkraag. En mezelf. Tot over de ooren
verliefd. Vragend, met een stem, waaraan
alle zekerheid ontbrak, of ze 's Zondags
een eindje met me ging wandelen. En ik
voelde plotseling weer hetzelfde, wat ik
töèn gevoeld had, toen ze met afgewenden
blik „ja" zei. Zoo'n oogenblik komt maar
eens in je leven!
Ik keek mijn vrouw aan en aan haar
peinzende oogen zag ik, dat ze dezelfde ge
dachten moest hebben. We lachten tegen
elkaar en er schenen plotseling geen na
righeden meer te zijn.
„Het zal wel losloopen met het weer,"
zei ik. „Je zal zien, we krijgen nog een
beste vacantie."
„Natuurlijk," zei mijn vrouw, „we hebben
immers nog twee volle weken."
Gek, we voelden ons ineens prettig en op
ons gemak tusschen dat gemoedelijke volk
je, dat zat te rooken en te kaarten en een
komisch Duitsch dialect sprak..
Dat had dat kleine, Zwitsersche meisje
veroorzaakt met haar groote geheim. Dat
pittige, jonge ding. dat toch zöö gelukkig
was
(Auteursrecht voorbehouden)
(Nadruk verboden).
Het gebied, waar thans de Noord-Afri-
kaansohe veldtocht plaats vindt, gaat alge
meen door voor een der dorste woestijnen
der wereld. De West-Egyptische woestijn is
zeer oud, aanzienlijk ouder dan de Sahara.
Een groot deel ervan ligt beneden den zee
spiegel en de temperatuur varieert tus
schen 42 en 50 graden Celsius.
Om beschermd te zijn tegen deze ver
schrikkelijke hitte, is de in Egypte strij
dende soldaat uitgerust met een lichte uni
form en zeer lichte schoenen, die de voeten
noch vermoeien noch te warm laten wor
den; voorts met een tropenhelm en ge
kleurde bril, die de oogen beschut tegen» de
zonnestralen en den schellen weerschijn
van het woestijnzand. Voor den nacht word*
deze uitrusting voltooid met een wanne
cape, daar na zonsondergang de tempera
tuur aanzienlijk daalt, en met een lichte
tent.
De watervoorziening is een punt van de
grootste zorg voor de legerleiding. Elke
soldaat draagt een veldflestóh bij zich en
krijgt op marsch per dag een liter water.
Het is den troepen ten strengste verboden
de veldflesschen aan bronnen of water -
loopen te vullen. Als een colonne het
nachtkwartier betrekt, dan onderzoeken de
hen begeleidende afdeeüngen van den
„Waterdienst" dadelijk het water der na-
bijzij nde bronnen en beken op eventueele
verontreiniging. Het water wordt dan nog
gezuiverd van eventueele erin aanwezige
bacillen. Voor zoover noodig gebruikt men
echter het meegevoerde water, dat op
vrachtauto's wordt meegenomen, of indien
er geen bruikbare wegen zijn, in speciale
waterdichte zakken wordt gedragen door
kameelen en muilezels.
Een verdere voorzorgsmaatregel tegen
ziekten bestaat in de inenting van alle soi-
daten tegen typhus en cholera. In Malaria-
rijke gebieden krijgen de soldaten boven
dien kinine.
Bijzonder onaangenaam vinden de solda
ten, dat zij schoon water moeten drinken.
In vredestijd gebruikt de Italiaansdhe sol
daat gaarne een deel van het water voor
het zetten van pepermunt-thee. die zich in
algemeene populariteit mag verheugen. Dat
is echter nu onmogelijk, daar 's nachts
geen kampvuren ontstoken mogen worden,
om niet door het schijnsel Engelsche bom-
menweroers oo de ligging der troepen op
merkzaam te maken.
Het voedsel der soldaten wordt zoo ge
varieerd mogelijk gemaakt. Soep, spagghet-
ti, vleesch, brood, groente, kaas, vruchten
en roode wijn. Verder zijn de soldaten de
eenige Italiaansohe burgers, die echte kof
fie te drinken krijgen. Voor grootere
marschen en krijgsverrichtingen krijgen
zij rantsoenen, die gewoonlijk bestaar» uit
rundvleesch in blik. en scheeosheschuit.
waar citroensap terwille van de vitaminen
aan wordt toegevoegd. De Lvbische in-
heemsche soldaten krijgen als rantsoen
meel. waarvan zii brood bakken en go-
oerste dartels. Tn de «rootore kamoen krii-
gen zij bovendien hun lieve!ingsvleesch.
geiten- nn scharvar^Jeeschalsook vruchten,
groenten en graan, waarvan zii met vleesch
en groenten „Koesikoessoe" koken.
Evenals de blanke soldaten krijgen ook
de inlandsche troepen koffie en peper
muntthee, doch geen wijn, daar de meesten
hunner als geloovige Mahomedanen geen
wijn mogen drinken. De ravitailleering
wordt op de woestijnwegen met muilezels,
kameelen en vrachtauto's- in karavanen
verzorgd. Bovendien ravitailleert men door
de lucht, een systeem dat de Italianen, ge
lijk bekend, reeds tijdens den Abessijnschen
veldtocht, als eersten, hebben toegepast.
In dezen oorlog hebben de Italianen reeds
vee met parachutes bij de voortrukkende
troepen doen dalen.
Wat verder het oorlogsmateriaal be
treft, vrijwel alle voertuigen, met inbegrip
van tanks en vliegtuigen, zijn speciaal op
den oorlog in de woestijn gebouwd. Het
fijne stuifzand, dat het grootste deel der
Egyptische woestijn bedekt, zou gewone
motoren spoedig onklaar maken. Daarom
heeft men „zanddiohte" motoren gebouwd,
en bij het tanken gebruikt men fijne fil
ters met microscopisch kleine poriën.
Alle wielen, ook die der vliegtuigen, zijn
van dikke ballorubanden voorzien, om
tegen te gaan, dat ze in het zand wegzak
ken. De gebruikte Fiat-auto's zijn boven
dien van een bijzondere asconstructie
voorzien.
(United Press)
Ten overstaan van Notaris mr. H. M. A. Coe-
bergh te Leiden.
Huis en erf, Lage Rijndijk 130 in bod: f.5.250
kopper de heer Th. Kruider te Leiden voor
f. 5.250. Huis en erf Tollenstraat 24 in bod
f. 2.600 kooper de heer B. Houthoff te Leiden
voor f.2600. Huis en erf Nieuwsteeg 23 en het
pakhuis Salomonsteeg 4 in bod f.3050. kooper
de heer A. de Jong q.q. te Leiden voor f.3525.
Het pakhuis met afzonderlijke bovenwoning
Oude Rijn 10 in bod f. 2850, kooper de heer J. C.
Livingston te Leiden voor f. 2870.
Ten overstaan van Notaris B. H. Stumpel te
Leiden.
Het pakhuis en erf Hoogewoerd 181 in bod:
f. 1.850; kooper de heer J. van der Waals e.a.
te Leiden voor f2.175. Het pakhuis met boven
woning Hoogewoerd 191 hoek 4e Binnenvest-
gracht. het woonhuis en erf 4e Binnenvestgracht
1 en het pakhuis en erf 4e Binnenvestgracht
2/2a te zamen in bod: f. 6.276, kooper de heer
J. J. de Cler q.q. te Leiden voor f. 6.386.
De pakhuizen en erven 4e Binnenvestgracht
3, 4/4a en het pakhuis met 2 bovenwoningen
Levendaal 176/178 te zamen in bod f. 7.630, koo
per de heer J. Zitman q.q. te Leiden voor
f. 7.930. De fabrieksgebouwen met open grond
en erf en de pakhuizen en erven Levendaal hoek
Binnenvestgracht 5. 4e Binnenvestgracht 6 en
Levendaal 197 te zamen in bod f. 13.990, kooper
de heer O. A. M. Bik q.q. te Leiden voor
f. 13.991. Het huis met tuin te Oegstgeest. Ge
versstraat 1 hoek Nassaulaan in bod: f.7.800,
kooper de Heer F. L. Sala q.q. te Eindhoven
voor f. 8.400. Het winkelhuis met tuin Terwee-
weg 84 hoek Duivenvoordestraat, en de huizen
met tuinen Duivenvoordestraat 2, 2a en 4 te
Oegstgeest te zamen in bod f. 27.300, kooper de
heer F. L. Sala v. d. voor f. 29.100. Het huis
mO schuur en tuin te Leiden Morschweg S7 in
bod: f. 4.500 kooper de heer K. Giezen te
Noordwijk voor f. 4.506. Het huis en erf Noord-
runderst-eeg 2 in bod: f.210, kooper de heer H.
F. A. M. Walenkamp q.q. te Leiden voor f.250.
2—3