Athletiekfeest te Helsinki - Draverijen te Medemblik - Voor den start LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad Een viool verdween 8fls?e Jaaroang FEUILLETON door PAUL SCHOTT. 28) Faustina's oogen stonden vol tranen, zoodat het kleine diep-zwarte bergmeertjes geleken. Wat kon haar op dat oogenbllk den Prins schelen! Een vriendelijk, aange naam en niet al te dom jongmensch, als alle rijke menschen omgeven door een aureool, dat uit verschillende kleuren be stond. Hij leek meer op een fraai pronk stuk! Zou zij zelf ook zoo kunnen worden? Faustina trad in de kamer terug en on bewust richtten haar schreden zich naar de glasvitrine. Nooit! Want men kan toch niet met iemand trouwen, dien men niet liefhad? En zij hield van.Ja, van wien hield zij? Voor de eerste maal in haar leven stelde zij zichzelf die vraag en nu schrok zij er zelf zóó van, dat zij haar hart in haar keel voelde bonzen, alsof zij een catastrophe verwachtte. Grangg? Zu- biaurre? Nog nooit was zij door iemand anders gekust dan door deze twee mannen. Onbe grijpelijk, dat dit alles in zoo'n korten tijd had kunnen gebeuren En plotseling kreeg ze zoo'n behoefte om Grangg's brief te be antwoorden, dat ze met wapperende haren naar haar kamer terugliep, de deur op slot draaide en haastig eenige zinnen op papier zette: „Beste mijnheer Grangg," begon zij in, het Duitsch om dan in het Italiaansdh verder te gaan, „ik heb Uw brief gekregen, waar ik erg blij mee was, en ik dank U er hartelijk voor. Maar ik bezweer u, wan neer u ook maar iets voor mij voelt, doet u dan niet, wat u in de laatste regels zeide. Dat kan alleen verkeerd afloopen. Voor u en voor mij heelemaal. Tracht mij te ver geten. Wij hebben toch beide de mooie herinnering, nietwaar? Doet u het voor mij! Ik wensch u alle geluk toe, Faustina." HOOFDSTUK X. Met een taxi arriveerde Apt bij het Grand Hotel Columbia, rende door de draaideu ren, de trappen op en klopte zeer opge wonden op Lena's deur. Een slaperige stem vroeg, wie er was. „Ik ben het, Apt. Ik moet u direct spre ken. Slaat u iets om en kom er even uit, het ochtendblad." Het meisje had de deur al op een kier geopend en stak een verwarde krullebol naar buiten: „Wat is er dan aan de hand? Heeft men de viool?" „Wat zie je er schattig uit!" riep Abt en zwaaide met de krant, die hij uit zijn zak gehaald had. „Hier lees maar, dan zul je Lena las de vetgedrukte koppen: „Neen, men heeft dien Cavalcanti. dat kan toch niet onze dikke Gomez ge weest zijn? Weet man al wie. Haar oogen vlogen over de regels. „Niets, de moordenaar heeft den naam Salimbeni genoemd volgens verklaringen van den be diende. Verschrikkelijk! Begrijp jij 'er Iets van?" „Ja, wel iets," knikte Apt en staarde Lena aan, die op een uit zijn slaap opge schrikt kind leek. Haar rechterwang was vuurrood en vertoonde nog de vouwen van het kussen. „Ik heb Gomez toch zelf aangeraden zich met den naam Salimbeni toegang te ver schaffen, herinner je niet? Of ben je nog niet heelemaal wakker, kindje? Wat daar gebeurd is, zullen wij wel nooit precies te weten komen. Waarschijnlijk heeft Gomez uit woede, omdat de handelaar niets beta len wilde, geschoten." „Ja, dat kan," zei Lena, nog steeds lezend. „Of zouden ze den dikzak te pakken krij gen? Wij zullen in elk geval niets zeggen. Het detectivebureau Apt en PUschmuth is discreet." „Niets zeggen? Den moordenaar niet aangeven?" vroeg Apt verschrikt Maar toen keek hij weer In Lena's oogen en zeide: „Goed, je hebt gelijk, wat gaat het ons aan? Het druisoht weliswaar tegen mijn karakter in, maar als jij er zoo over denkt, ik heb in deze laatste dagen toch al allerlei zonderlinge dingen gedaan." En hij keek zoo jammerlijk bij deze woorden, dat Lena lachte. „Je voelt je zeker zoo ongeveer als een Don José die door Carmen van zijn plicht wordt afgehouden?" „Is dat die opera? Die heb ik zoowaar wel eens gezien, maar ik herinner me er niet veel van. Alleen „op ten strijde" en „ach hoe bedriegelijk" heb ik onthouden." Lena lachte: „Het laatste anders uit Rigoletto. Je bent werkelijk kostelijk! Met jou verveelt iemand zich nooit!" „Je lacht me uit, dat is niet aardig van je!" zeHApt ernstig en boog zich een weinig voorover. Zij werd direct ook weer ernstig: „Ais je dat vervelend vindt, doe ik het niet weer, maar ik bedoel het niet zoo slechtEn zij zag er bij die woorden zoo schattig uit, dat hij onwillekeurig een beweging maakte, alsof hij haar wilde kussen, waaroo ze on- middelijk de deur voor zijn neus dichtsloeg. „Nog één minuutje", fluisterde hij sniee- kend, „wij hebben immers nog zooveel te bespreken." Zij opende de deur op een Kier. „Doe dat alsjeblieft niet weer", zei ze zachtjes, „het maakt me verdrietig." Hij keek haar verbasd aan en zweeg. Toen haalde ze diep adem en riep in een geheel anderen toon: „Cavalcanti is dood. Hij alleen wist wie de viool had. Maar dan hebben we toch nog Salimbeni? De politie zal allicht vlugger dan wii ontdekken, welke van de zeven en dertig het is. U kunt er wel op rekenen, dat Lij morgen verboord zal worden. Het moet een van de laatste zes zijn." „Zullen we er dan direct op afgaan. Ik heb vanmorgen toch niets te doen. En hij zal toch niet de allerlaatste van onzen lijst zijn. Hij haalde het lijstje te voorschijn en las: Marlo Salimbeni, Vico del Fico, dat moet in het havenkwartier zijn, de man is nettenbreier. Graaf Emilowat?ja, werkelijk, er is een graaf ook bij, woont bij het station. Salita Famagosta. Salita is een van die kleine hellende straatjes, waar schijnlijk in een oud paleis." „Een graaf? Die zal ons er wel direct uit laten gooien!" lachte Lena. „Mij krijgen ze er niet uit", zei Apt zon der een spoor van overdrijving en Lena be wonderde zijn rustige zekerheid: „Prachtig een verzekeringsagent, dl» dat van zichzelf durft te zeggen. Maar kom, lk ga baden, kleeden, U houdt me gezelschap bij het ont bijt, alles in negen minuten, drie seconden." „Hoe is dat mogelijk, Lena?" vroeg Apt en keek haar verliefd aan. „Ik houd het wereldkampioenschap vlug aankleeden en theedrinken!" Met die woorden sloot zij lachend de deur. Zubiaurre zat tegenover zijn vriendin in haar kamer Hij was in uitstekend humeur, klopte voortdurend veelbeteekenend op het ochtendblad en Het zich met kalme waar digheid door haar liefkoozen: „Het is de mooiste kans van mijn leven, dat men de chèque zonder eenig bezwaar direct gehonoreerd heeft. De kassier had blijkbaar nog geen kranten gelezen, toen lk op de „Banco dl Roma" kwam. Een bedrag van 50000 Lire zou anders wel opvallend zijn, wanneer de opdrachtgever van de chèque vermoord was, niet? Mijn tweede kans, dat men dat gedaan heeft: geen ster veling zal er nu eenig vermoeden van heb ben, wie de viool nu in zijn bezit heeft, helaas heeft de om het leven gekomen heer Consul het mij ook niet willen zeggen." Zu'oiaurre maakte een grimas, en liet zijn mooie tanden zien: neen Marguerite had niets gemerkt. „Je had je toch immers den naam laten zeggen, om nog meer geld los te krijgen' Nu hebben wij 50000 Lire, wat wel de moeite waard is, maar. „Maar als die kerel het nu toch niet zeg gen wilde!" lachte de Spanjaard. „Ik had zelfs de grootste moeite om die vijftig dui zend van hem los te krijgen. (Nadruk verboden). .(Wordt vervolgd).. GEREED MAKEN VOOR DEN START. DUITSCHE VLIEGERS MAKEN ZICH GEREED VOOR EEN VLUCHT NAAR ENGELAND. (Holland) DR. REISCH UIT WEENEN heeft Zondagmorgen in het Apollo- theater in den Haag een filmvoordracht gehouden voor soldaten van de Duitsche Weermacht. Dr. Reisch tijdens zijn voordracht, (Polygoon) DE GROOTE ATHLETIEKMEETING TE HELSINKI tusscben Duitschland, Zweden en Finland. Op de eere-tribune v.l.n.r. de pre sident van het Finsche athletiekverbond, maarschalk Mannerheim, prins Gustaaf Adolf van Zweden, minister Ryti en Rijkssportleider von Tschammer und Osten. (Holland). DE GROOTE DRAVERIJEN vormen een elk jaar terugkeerenden feestdag voor Medemblik. Uit geheel West-Friesland komen de paardensportliefhebbers naar Medemblik. (Polygoon), DE BOUW VAN HET CENTRAAL GEBOUW VOOR DE VOLKSGEZONDHEID op den hoek van den Schiedamschedijk en het Vasteland te Rotterdam. In dit ge bouw worden o.m. gevestigd de geneeskundige dienst, het instituut voor tropische ziekten en de vereeniging tot bestrijding der t.b.c. (Polygoon) DE BEKENDE BLOEMKWEEKER H. Hornsveld te Baarn, bekend als de „Dahlia koning", met zijn nieuwe aanwinst voor 1940, de „Ride of Burbantia". (Polygoon)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1940 | | pagina 5