Hitier reikt maarschalkstaven uit - Nieuwe postzegel - Brand te Apeldoorn
81 sfe Jaarci^wcf
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
Een viool
verdween
FEUILLETON
DE FUHRER REIKTE IN TEGENWOORDIGHEID VAN RIJKSMAARSCHALK GÖRING
aan de generaals-veldmaarschalk van het Luchtwapen Milch, Sperrle en Kesselring den
maarschalkstaf uit. (Hoffmann)
AN STEEN 1020 1679 SCNllDf
OMfMCCLL' (usiAc rott mct
GEITENTENTOONSTELLING TE BUSSUM. ER BESTOND GROOTE BELANGSTELLING
VOOR DE FRAAIE DIEREN. WELKE TEGENWOORDIG OOK ALS MELKLEVERANCIERS
ZEER IN TEL ZUN. (Holland)
EEN FELLE BRAND WOEDDE OP EEN BOERENERF IN DE NABIJHEID VAN APEL-
DOORN. Een hooiberg, een roggemijt, de stal en de hoeve gingen verloren. De be
woners wisten zich slechts met moeite te redden. Wat het vuur overliet. (Polygoon)
EEN NIEUWE ZOMERPOSTZEGEL
MET OPDRUK VAN IVi CENT.
De zegel vertoont de beeltenis van
Jan Steen. (Polygoon)
DE MODERNSTE HORIZONTAAL- EN DUIKBOMMENWERPER VAN DE DUITSCHE
LUCHTMACHT, DE JU 88. Dit type vliegtuig is reeds met groot succes bij de
aanvallen op Engeland gebruikt. (Hoffmann)
DE BLADEREN VALLEN. In het DE UITWERKING VAN DE DUITSCHE BOMMEN. Een vernield magazijn in de Engel-
Haagsche Bosch vermaken de kin- sche oorlogshaven Southampton na een effectieven bomaanval door Duitsche vliegtuigen,
deren zich ermee. (Polygoon) (Schcrl).
door
PAUL SCHOTT.
22)
„Bozzi? wacht eens ja, nu kan ik U
beter helpen. Ik geloof dat er een hande
laartje van dien naam in de buurt van de
haven woont, een oogenbllk," en hij haalde
een lijst en las het adres voor, nu weer met
een lachje eraan toevoegend: „U speelt een
beetje voor detective, hè? Nu ik hoop dat
U veel succes zult hebben." Dan vertrou
welijk, „maar zegt U eens, die Bozzi? Ik ken
hem als een zeer fatsoenlijk mensch als ik
mij goed herinner, daar schiet mij juist te
binnen, dat ik zelfs wel eens zaken met
hem heb gedaan, jaren geleden. Het zou
toch erg Jammer zijn als zoo'n man, d-e
bovendien nog een groot gezin heeft in
zoo'n twijfelachtige zaak, ais deze Stradi
variusgeschiedenis betrokken was." Met
deze woorden had hij den jongen Zwitser,
die nu geheel in de war scheen, naar de
deur begeleid waar de laatste met een ver
ontschuldiging voor het storen afscheid
nam, Bozzi? Wat wist Mr. Apt? Was hij een
politiespion? Niet waarschijnlijk. De consul
sloot de deur en wilde Juist tamelijk ge
rustgesteld naar zijn bureau gaan toen hij
de krantenjongens met de avondbladen
hoorde schreeuwen, hij kocht er één, sloeg
haar nog ln den winkel open en voelde plot
seling zijn hart als een stoomhamer te keer
gaan, toen hij las: „De roof van de Stradi
varius bijna opgehelderd. Als altijd verricht
de Genuasohe politie schitterend werk.
Antiquiteitenhandelaar Bozzi verkoopt de
viool aan een onbekende."
Ongeveer denzelfden tijd stond Grangg
op het station en wachtte op Lena. Zenuw
achtig knoopte hij zijn handschoenen open
en dicht, zocht naar zijn kaartje, haalde
eindelijk voor den honderdsten keer, terwijl
hij om ziqjpzelf lachte 't kleine briefje met
de vier gelukkigmakende woorden uit zijn
zak en lachte nogmaals, hoewel hij den
inhoud reeds lang uit zijn hoofd kende.
Concert in Milaan, daarna naar Vicenza.
Dit geheim dat waarschijnlijk heelemaal
geen geheim was moest opgelost kunnen
worden, het moest mogelijk zijn het meisje
te bevrijden van den druk waaronder zij
leefde. De vader? Zou dat niet een fantasie
van de goedige juffrouw Francis zijn. Oude
Engelsche en Schotsche juffrouwen hebben
„hef. tweede gezicht", zijn romantisch en
verdiepen zich graag in wonderlijke fan
tasieën. Enfin, in Vicenza zou hij alles ont
dekken! En dan Grangg lachtte omdat
hij zelfs aan ontvoering en allerlei melo
dramatische mogelijkheden gedacht had.
Och, dat zou allemaal niet eens noodig zijn.
De oude Lorenzetti? Een idioot; maar per
slot van rekening was hij een toch niet on
bekende vlolist die een klein vermogen be
zat, weliswaar geen prins of autokoning,
maar geen vagebond en als echtgenoot van
Faustina niet zonder meer al te wijzen. Of
zou het misschien een andere reden heb
ben, dat men zoo'n ontzaglijk rijk man
zocht? En Zubiaurre? Die had hem in de
hal aangekeken als een moordenaar. Welke
plannen had de Spanjaard?
Daar kwam Lena met Apt, zwaaiend met
een krant, het perron op, waar reods ver
schillende Italiaansche families een over
vloedig met kussen en tranen besproeid af
scheid namen. Zij kwam op den violist toe
en begon dadelijk opgewonden te spreken:
..Val, heb je de avondbladen gelezen?
Stel je voor, die Bozzi je weet wel de tweede
man die de viool kocht is met don eersten
kooper, Modena, naar de politie gegaan en
heeft verteld, dat hij de viool aan een on
bekende heeft verkocht, natuurlijk de groo-
te onbekende, die altijd bij dergelijke zaken
aanwezig is".
Tot Lena's verbazing, zei Grangg tame
lijk rustig: „Prachtig, misschien zal die
kooper zich dan wel aanmelden, denk je
niet?"
„Je doet alsof het niet je viool, maar eétt
kleerenhanger betrof 1" Zij sloot even de
oogen en haar gezicht stend droevig toen
zij zcl: „Door andere dingen in beslag ge
nomen?"
Maar Apt begon reeds van zijn avontuur
met den grooten handelaar te vertellen:
„De man weet niets van Bozzi. dat staat
vast. Misschien ook van de viool niets, maar
toch heeft Bozzi in de achterkamer tegen
over zijn vtcuw den naam Cavalcanti ge
noemd! En die van dien Sallmbeni, dien lk
noch in het adresboek, noen In het tele
foonboek van Genua kan vinden. Ik kan
ook niet gelooven, dat zoo iemand, een
consul nog wel
„Kein Kind, kein Engel ist so rein!" ci
teerde Lena, die eindelijk haar blik van
Grangg's gelaat had afgewond. Dan zake
lijk: „Waarde heer, voor den eersten keer
sinds drie jaar zal ik je nu eer.ige dagen
uit het oog verliezen, bega alstjeblieft geen
domheden!" En zoo zachtjes dat Apt, die
direct naderbij kwam het niet kon hooren:
„Ik ben zoo bang. Val!" Grangg zag haar
verbaasd aan, haar anders zoo gelijkmatig
gezicht was geheel vertrokken, alsof zij
trachtte ln de laatste minuut een ongeluk
te voorkomen. Ademloos keek zij om naar
Apt, die aan de kiosk nog eeQ paar avond
bladen kocht, en fluisterde: „Je zit achter
die vrouw aan, 'k weet het. E11 dat laat
mij niet onverschliig Val' Want achter al
mijn onschuldige grapjes schuilt ernst.
Misschien heb je dat nu eindelijk gemerkt.
Ik moest het je nu op dit oogenblik nog
even zeggen, omdat ik zoo bang ben, zoo
verschrikkelijk bang." Tusschen haar oogen
groef zich een diepe rimpel, zij omklemde
zijn arm, alsof zij hem vast wilde houden.
Hij schrok plotseling. Wat een dikhuid en
egoist was hij al dien tijd geweest.
Dat hij dat niet gemerkt had! Neen, dit
was geen scherts of ironie meer. dit was
diepe ernst! Hij moest direct spreken!
„In Carrozza" riepen de conducteurs, en
men stapte in.
Lena, wat voor een vraag doe je daar, je
weet dat ik je hoogacht en dat wij goede
vrienden zijn! Is dit het oogenblik om der
gelijke ernstige dingen te bespreken?"
„Ik had al veel eerder willen spreken,
maar ik heb niet gedurfd. Maar nu. nu U
weggaat, omZij haalde gejaagd adem
en zweeg na een schuwen blik op de dam
pende locomotief en de overal dichtslaande
wagondeuren.
„Moet ik zeggen, dat ik van Je houd,
Lena?" vroeg Grangg zachtjes en innig.
„Dat zou een leugen zijn. Op het oogenblik
weet ik minder van mezelf, dan ooit."
„Maar je houdt van Faustina, je houdt
van haar, en geen wonder. Kan ik mezelf
vergelijken met zulk een schoonheid? Ver
geleken bij die prachtige zwaan ben ik het
leelijke jonge eendje!"
In Lena's oogen stonden tranen, zij
zagen eruit als diepblauwe meertjes. „Zeg
niets meer, maar ik vond, dat ik je niet
kon laten weggaan, zonder je dit alles te
zeggen." En. haastig haar tranen afdro
gend, terwijl Grangg haar de hand kuste,
met een geheel andere, zij het dan een
beetje gedwongen klinkende stem: .Mijn
heer Apt. wij hebben reed afscheid ge
nomen. Staat er iets nieuws in de kranten,
die u daar net gekocht heeft?" De jonge
man kwam nader, Grangg stapte in. na
een geruststellenden blik op Lena te heb
ben geworpen, en sloot de deur van zijn
coupé.
„Geklets, net als altijd, hier." Sissend
ontsnapte de stoom van de locomotief,
deuren sloegen met een harden knal toe.
Een fluitje snerpte.
„Over minstens acht dagen zien wij el
kander weer," zei Lena terwijl ze Grangg
aankeek. Deze boog zich uit het raampje
en greep nogmaals haar ijskoude hand.
..Hopelijk heb je succes hier. en verder
geen dwaze gedachten, Lena! Je staat toch
nog met beide beenen vast op den grond,
nietwaar?"
„Niet altijdlachte het meisje
flauw.
(Nadruk verboden). {Wordt vervolgd)..