De krant voor de Jeugd LE1DSCH DAGBLAD Vierde Blad Zaterdag 31 Augustus 1940 CORRESPONDENTIE RAADSELS Oplossingen Goede oplossingen ANEKDOTEN GRAPJES Van het wolkje, dat zichzelf wou zijn Een sprookje, dat iedere dag écht gebeurt Beste raadselnichtjes en neefjes. Langzamerhand wordt het weer echte ..raad- eeltyd Weliswaar heb ik dit Jaar ln de vacan- tietfjd minder kinderen gemist dan andere jaren, (slechts enkelen gingen uit), maar toch zijn er ook nog veel kinderen, die in de zomer weken niet aan raadsels toekomen of cr niet aan denken. Ik hoop dat deze neefjes en nichtjes zich nu. met de Septembermaand, opnieuw aan melden Jullie weten: ieder is weer welkom. Natuurlijk ook nieuwelingen. De komende week gaan ook de laatste vacan- tlegangers naar school, zodat nu voor allen het gewone schoolleven weer begint, of reeds be gonnen is. En nu allen weer met animo aan het werk! Verleden week was het geen zomertempera- tuur. hè? Nu is het gelukkig beter en kunnen we onze zomerkleren dragen. De winterkleren moeten we elk Jaar al lang genoeg dragen: het is te hopen, dat we deze voorlopig nog in de kast kunnen laten hangen. Ik ben benieuwd wie het denkraadseltje ino. 1) goed oplossen. Als je even goed nadenkt, is het heel eenvoudig! Nu de brieven. Joop Schouten Weer welkom. Ik ken je nog best. Ook Je raadsels zullen welkom zijn. Annie Schouten Voor jou hezelfde: wel kom. Ik hoop. dat je nu weer zin blijft houden in het oplossen. Je bent het nog niet verleerd! Paul Blangë JU hebt je tyd fijn besteed, cn alles gedaan, wat de vacant ie prettig maakt. Ik had het ook naar mUn zin. Nu aan het leren! Rudolf David Aan de lange vacantie is toch al weer gauw een eind gekomen. Leuk. dat je binnenkort je eerste diploma haalt. Rietje Brandt Alweer zo'n gezellige brief Ik vaar er goed by. als JU zulke prettige dagen meemaakt. Die kleine Ellie merkt ook alles! Enfin, het gaf tenslotte toch pret. dat zU het geheim verklapte! Moeder is ingespannen. Aan de foto's heb je een leuke herinnering. Bedankt voor je raadsel. Corrie van Weizen Nu heb je mU zeker in stilte een nul gegeven, nu je je naam miste? Je begrUpt, dat het een fout was. Ik hoop. dat die tien van mU je toch gerustgesteld heeft! Annie Olivier Noem jU dat gauw, met Sep tember naar school? Wat een lange vacantie! Nu geen raadsels meer in liet vergeetboekje! Lies Meurs Gezellig, dat je je zusje mee brengt. En steeds mooi postpapier! Annie Meurs HartelUk welkom. Ik vind dat jU al keurig schrUft. De andere hoofdletters vol gen gauw genoeg. Rietje Goutier Dat raadsel over het lezen van jullie tweeling had ik niet op kunnen los sen. al ben ik Raadseltante! Het is maar goed. dat je de oplossing er meteen bU schrUft. Het is heel grappig. Wat zal Moeder haar handen vol hebben met die twee baasjes! Nu krUgt Loesje dus een beurt. Bedankt voor het <1 raad sel. het le hebben we al eens gehad. Lenl van Loef Je hebt weer prettige uurtjes gehad deze week; zwemmen, en met een mooi poppenhuis spelen. Bedankt voor je raadsel. Trleneke van Loef JU hebt genoten verle den week Dinsdag, ondanks het regenbuitje 's avonds. Hebben jullie mooi gezongen? Annie Everink Mag JU je zusje 's morgens wegbrengen? Volgende keer vertel Je wel eens. hoe zU het vindt. Mientje van Essen Het is wel jammer, dat jullie schooltUden nu ongelUk vallen. Nu moe "ten jullie de vrUe middagen en de Zondag maar voor elkaar bestemmen. Je raadsel is wèl ge schikt, gelukkig hè! Bedankt er voor. Willie Verhagen In de krant kunnen jullie wel bU elkaar blUven. Dan ontvang ik echter het liefst jullie brieven in één enveloppe. Heb Je een klein poesje, welke kleur? Je album is een mooi bezit. Ria de Nle Je raadsel krUgt heus een beurt: wacht maar rustig af. Anny Bekooy Deze vacantie heeft veel lees- dagen gebracht Gelukkig, dat je er genoeg boe ken voor had. Ja. ik mis Suusje ook; vraag JU haar eens. waarom zU niet schrUft. Peter Wester beek De eerste schooldag be gint goed! We verlangen allen nog naar wat mooi weer. Kora Key In de duinen was het ook fUn. Die tochten hadden bovendien nog een „lekker" staartje. Het weer werkte tegen in deze vacan tie. Ik krUg weer eens mooi postpapier. Rie van Vliet Het was voor Jullie een echt feestelUk besluit van de vacantie. Voor de raad sels is het maar goed. dat Je niet elke Maandag en Dinsdag uit bent! Ik hoor graag wat over de vereniging. Jurrle Bekooy Ik ken dat dierenpark in U. Het is daar heel mooi. en er is veel te zien. Jammer van het slechte weer. Jannie van Kampenhout Je nieuwe vest deed meteen goede dienst. Hef was echt weer. om flink te leren op school. Marietje Lagerwlj De vacantiepret is op! Ik denk. dat je het nu weer fUn vindt op school. Je bent al een echte waterrot! Aukje v. d. Walle Mooi postpapier, al had je weinig nieuws voor me. Een heleboel ..zie" ik van Je. zonder dat je het me vertelt! Olga Derksen Het is geen prettig nieuws deze week. Ik hoop. dat het goed gaat met je Vader. Van harte beterschap met hem. Jammer van je bal; heb je nog een ander? Plonie de Geus Gelukkig, dat het overdag droog was bU jullie uitstapje naar Haarlem. Hebben jullie mooi gezongen, en fUn in de speeltuin gespeeld? Ik denk. dat jullie op de terugreis knusjes in een kajuit hebben gezeten! Nelly van Weeren Het is echt weer. om naar school te gaan. Het is nu donker buiten 's avonds laat. Maar JU ligt dan veilig in je bed. Zusjes de Vos De vorige week was een huis-weekje, voor lezen en handwerken. Toen vergaten we bUna, dat het zomer was! Felici teer Moeder ook van mU, en prettige dag met elkaar. Zusjes Schipper Dit is een bUzonder vrolUk briefje, allemaal feestnleuws. Adri had een beste verjaardag. De dag in Haarlem is prachtig ver lopen. Die regen op het laatst kon de stemming gelukkig niet meer bederven. Nico en Dickie Optendrees Bedankt voor raadsels en anekdoten; één raadsel meen ik al van een ander te hebben. Irma en Willy Ramak Niet erg, hoor. dat verleden week het bramen zoeken vóór ging. Bramen vind je slechts enkele weken in het jaar. en raadsels kun Je het hele jaar oplossen. Had Irma nog een prettig vacantieweekje? Evert van Dijk Welkom als nieuw neefje. Je begint goed: alle oplossingen goed. Wèl steeds je leeftUd onder de raadsels. Je had een heerlijk weekje in Sch. Ali en Koos Stikkelorum Bedankt voor de groeten. Ik ontving ook een mooie ansicht. Koos leert dus al weer. cn Ali bUna. Marietje Zaalberg Ik bof bU dit cadeau van jou! Heel mooi, hoor. Ik sla mUn handen in elkaar van zo'n prachtig hoofd-cadeau: een flets! Geniet er veel. van; de zomer is gelukkig nog niet om. Coba Verlind JU dan een dubbel groetje terug! Als ik alles bU elkaar optel, heb JU leuke vacantiedaagjes gehad. Elsje Verlind Nog een beetje geduld voor wat je vraagt. Het schoolgaan is weer prettig, juist na zo'n lange vacantie. Annie v. d. Vos Een practisch handwerk, dat Jullie op school gaan maken! Je kleren zUn er dan toch tenslotte nog goed afgekomen; ge lukkig maar! Truusje en Plm van Weizen Uit rUden en uit vissen leuke bezigheden! Ik begrUp. dat wind en kleine visjes jullie daarbU niet konden deren. Lvdia Botermans Natuuriyk was die R. een drukfout. Je hebt het met het weer slecht ge troffen. jammer. Je raadsels waren geschikt; maar aardrUkskunderaadsels moeten wel een poosje op een beurt wachten; ik heb er vele. Tom Landre Weer een mooie raadseloogst Dit was zeker een extra prettig weekje, met Vader thuis? Niek Bakker En hoe vind Je het nu op school? FUn. maar wèl heus? Wat zonde van al die appels en peren; dat worden te veel afval - lertjes. Marti Bakker Ik geloof, dat jullie het ge troffen hebben Maandag. HeerlUk geschommeld, gehobbeld en gedraald? JU zult er keurig uit zien in de winter. Hoe ver ben je met de eerste want? Koos Flaman Jouw vacantie had een heer- U)k staartje. Ik behoef niet te vragen hoe JU het gehad hebt Woensdag. Riekje Leemans Ga jU je toeleggen op sier- schrift? Ik zie zoveel mooie krullen! Het vestje kwam goed van pas met die koude dagen. Je zult het wel vaak gebruiken. In ons Hollandse klimaat zUn dergelUke dingen onontbeerlUk. Twee feestavonden achter elkaar; ja, dan kom je slaap te kort. Gelukkig is het nog vacantie. dus je kunt het Inhalen. Heb Je nu bericht van de nieuwe school? Jan Zandbergen JU was een vluggerd met de vorige raadsels. En hoe is het nu gegaan? Lenie Brocaar Nu ben ik natuurlUk be nieuwd naar je verjaarsnieuws. Ik begrUp wel, dat JU nu Je vacantie graag één dagje gerekt had. Ans Voorma Ik vind het heel leuk. deze week in de krant ook een gast te hebben. Corry de Roon Hertoge HartelUk welkom deze keer. Ik hoop dan ook. dat Je van gast blUvend nichtje mag worden. Jullie moesten je binnen amuseren vorige week. Nellie Dorrepaal Wat een gezellig werkje, tomaten plukken met Je broer. Leken jullie wangen van al dat werk ook niet op tomaten? Gaat het goed met de kleine poesjes? Ze hebben mooie kleurtjes. Bedankt Moeder alvast voor haar brief; zU hoort nog van mU- Annie Verloop Een leuk velletje postpa pier! Helaas hebben we dit raadsel van jou al eens gehad. Dat tref Je niet. Herman Schoemaker Je hebt het lelUk te pakken gehad. Ik hoop op veel mooi weer voor je. zodat je flink aan kunt sterken. Het beste met Je. Koos v. d. Pluym Je hebt toch flink opge lost al zat Je er alleen voor. Jannie pakt flink aan. dat mag ik horen. Spoedige beterschap voor Moeder en voor Jannie een hartelUke groet. Jouw dagen zUn prettig gevuld. Zusjes Meinema Jullie verrasten me weer met een mooie kaart, een bUzonder mooie! Har telUk dank hiervoor. Al hebben jullie deze we ken weinig tUd voor schrUven. jullie vergeten me niet. Verder maken jullie al Je mooie post papier aan mU op! Wim Rlenstra Verleden week te laat. dat was jammer. Dat komt zeker van al die bra men! Jullie kunnen smullen. Paul Rlenstra Hè. Jullie doen me water tanden van de jam en het sap. En JU had onder het zoeken nog een extra gelukje! At ze v. d. Kooi Het weer heeft de laatste weken heel wat plannetjes in de war gestuurd. Ook bU jullie. Bea v. d. Kooi De Jongens kunnen goed zoe- keji, hoor! Nu zUn jullie brieven beter op tijd Jannie Werk Prettig, dat Je Maandag een mooi dagje had. Je had groot gelUk, om het meteen waar te nemen. Het wordt nu weer tUd voor leren en werken. Na zoveel weken vacantie verlang je er naar. Nanny Nauta Ik vind het ook prettig. Je naam weer in de krant te kunnen schrUven, dus dan zUn we belden blU. Marietje Laman Ik ben nieuwsgierig, of het grUze poesje nog bU Jullie is. Jammer, dat je brief me te laat bereikte. Zusjes Hartevelt Ik denk. dat jullie flink gelachen hebben Woensdagmiddag. En Je kleine zusje deed zeker braaf mee! Cobi en Wim Kleer Wat Jammer van je vorige raadsels! Zorg maar. dat hèt Je niet weer overkomt. Bedankt voor Je grapje. Niek Tegelaar Gelukkig kan Je brief nog nèt mee. Je hebt nog genoeg goede oplossingen. Hiermee eindig ik. Insturen naar Bureau Leldsch Dagblad, of naar Wasstraat 38 liefst vóór Maandagmorgen 9 uur. uiterlUk tot' Dins dagmorgen 9 uur. Tot de volgende keer. Allen hartelijk gegroet door Jullie Raadsel tante, MEVR. M. J. BOTERENBROOD. der raadsels uit het vorige nummer. 1. Wezel. 2. Zoals het klokje thuis tikt. tikt het nergens. Otto. tin. tante, gerst. zee. ui, Zaan, los, les. kistje, het, koekoek, haas. hol. 3. De tUd gaat snel, gebruik hem wel. 4. Bergen aan Zee; zee. regen. baan. 5. Matroos; mat. roos. 6. Een dubbeltje. 7. Haan. 8. Voor. Moor, koor, Noor. der raadsels ontvangen van: Kora Key, Cootje Schouten. Joop Schouten, Annie Schouten, Rie van Vliet, Bernard van Vliet, Jurrie Bekooy. Jannie van Kampenhout, Marietje LagerwU, SofietJe LagerwU. Aukje v. d. Walle. Olga Derksen, Gé de Jong, Nellie Trap, Plonie de Geus, Nelly van Weeren. Toos de Vos. Rie de Vos, Joke de Vos, Anny Schipper, Adri Schipper. Dickie Optendrees. Nico Opten drees. Irma Ramak. Willy Ramak, Els Boteren- brood. Evert van DUk, Ingeborg RUsdUk. Ali Stikkelorum, Koos Stikkelorum. Marietje Zaal berg, Coba Verlind. Elsje Verlind, Annie v. d. Vos, Lydia Botermans, Truusje van Weizen, Pim van Weizen. Tom Landré, Niek Bakker. Marti Bakker, Koos Flaman, Paul Blangé, Rietje Brandt, Coba Hensen. Rudolf David, Corrie van Weizen. Annie Olivier. Henk Olivier, Lies Meurs, Annie Meurs, Maartje v. d. Voort, Geertje v. d. Voort. Rietje Goutier, Lerü van Loef. Trineke van Loef. Rie v. d. Laan, Bep v. d. Laan, Annie Everink, Joop Everink. Mientje van Essen, Willie Verhagen, Ria de Nle, Anny Bekooy, Leni de Graaf, Riekje Leemans. Jacques de Geus. Suze de Geus. Peter Wester beek. Jan Zandbergen. Lenie Brocaar, Ans Voorma. Corry de Roon Hertoge. Nellie Dorre- paal, Piet MartUn, Annie Verloop. Herman Schoemaker. Koos v. d. Pluym. Mientje de Water Nelly Meinema, Ella Meinema. Wim Rlenstra, Paul Rienstra, Atze v. d. Kooi. Bea v. d. Kool. Jannie Werk. Ida de Graaf. Alie Kriek. Lenie Kriek, Nanny Nauta, Henk Klaassens. Jannie Hartevelt. Co Hartevelt, Maartje Stavleu, Cobi Kleer, Wim Kleer. Niek Tegelaar. Vorige keer te laat ontvangen van: Marietje Laman. Willem Laman. Paulus Laman, Fred WUling, Wim Rienstra, Paul Rlenstra, Atze v. d. Kooi, Bea v. d. Kool. voor allen, om uil te kiezen; de groteren vier, de kleineren drie goede oplos singen. I. Hoeveel keer in de loop van de dag haalt de minutenwUzer van een klok de uurwUzer in? II. Ingezonden door Annie Klos. MUn geheel is een plants ln Utrecht van 10 letters. 5. 4, 2, 8 ziet men veel in Zwitserland, 7, 3. 9, is een verkorte meisjesnaam. 5, 3, 6, 2 is een drank. Naar 2, 4. R, 9, 10 verlangt de boer meer malen, de vacantleganger niet! 1. 2. 3, 4 een getal. III. Ingezonden door Tweetal Boelee. Van elk woord van 5 letters, dat een hard voorwerp noemt, blijft maar één over, wanneer men de beide eerste er af neemt? IV. Ingezonden door Elly Oppelaar. MUn eerste komt van het varken, mUn tweede is op Texel. MUn geheel is een Duitse handelsstad. V. Ingezonden door Gerda Teljeur. Verborgen plaatsen. 1. Kareltje kwam de kamer ongenodigd bin nenstormen. 2. Zeg Moeder, ga Je mee? 3. „Vooruit, zeg, mond houden!"' riep de onderwUzer. 4. Zowel Ma als Pa fietsten weg. 5. Door nimmer op te geven wat hU zich had voorgenomen bereikte hU veel. VI. Ingezonden door Nelly Stouten. Op de kruisjes komt van boven naar beneden de naam van een der prettigste dagen van de week te staan. Hier volgen 8 woorden elk van 4 letters: 1. betekent: zingen, x 2. een knaagdier. - 3. een getal. x 4. op school doe Je flink je 5. een mooie bloem, x 6. de lucht die we uitademen. 7. een meisjesnaam, x 8. een stekelig dier. Ingezonden door Mien de Jager. Mientje zit in de trein met een heer en dame. De dame had een paraplu bU zich. Mientje tot de heer: Waarvoor is de paraplu?" Heer tot Mientje: „Die is voor die dame Mientje tot den heer: „Neen. hU is voor de reRen." Ingezonden door Rlet.Je Goutier. „Maar FritsJe, hoe durf Je te zeggen, dat Tante dom is? Ga dadelUk zeggen, dat het Je spUt," „Och, Tante, het spUt mU zo, dat U zoo dom bent." Ingezonden door Coba Hensen. Vragen naar de bekende weg! Boer: „Zo vissertje, hoe bUten ze vandaag?" Hengelaar: „Och, zo als altijd: met hun bek!" Ingezonden door Nico v. d. Lely. Excuus. „Waarom ben Je zo laat op school?" vroeg de onderwUzeres aan Jan. „Ik zag een bord, Juffrouw", zei Jan. „Wat heeft dat er mee te maken?" vroeg de onderwUzeres. „Op het bord stond: Langzaam-school!" Samen met haar gezicht. VriendelUke tante: „Kindje, hoe kom JU toch aan die mooie bruine oogen?" Kleine Nellie: „Ik heb ze samen met m'n ge zicht gekregen, mevrouw." Lastig geval. Kees: „Maar Koos, waarom zie Je er vandaag zoo ongelukkig uit?" Koos: „Wel, ik ben m'n bril kwUt en ik kan er niet naar gaan zoeken, vóór ik hem terugheb". VII. Ingezonden door Janny Hermans. Welke tak heeft bladeren noch bloemen? VIII. Ingezonden door Piet Beugel. Ik ben een lekkernU- Zeg dit nog eens, en ik ben een vogel. Er was eens een Wolkje, een klein, fijn, luchtig, vluchtig wolkje, dat langzaam dreef door de blauwe lucht. De lucht was zo blauw en de zon scheen zo heerlijk, het gras was zo groen en de bloemen geurden zo verrukkelijk, dat de mensen tegen el kaar zelden: „Zo'n dag als vandaag komt nooit terug!" En een klein meisje, dat met haar moe der langs de weg wandelde, riep: „O Moes, kijk toch eens dat beeldige, witte wolkje, dat daar drijft! Het lijkt wel een wolkje uit een sprookje!" „Alles lijkt, vandaag wel een sprookje, Fieke,'" zei Moeder, „want zulk heerlijk „O ,o," Jammerde het wolkje, „laat me toch los! Ik wil niet zo in het gedrang ko men! Ik wil vrij zweven ln de ruimte! Ik ben Immers een héél bijzonder fijn wolkje! Weten jullie dat niet?" „Niks ervan!" zei een dikke wolk met een donker gezicht en een lange puntmuts op. „Een bijzonder wolkje? JIJ wat anders dan een ander? Helemaal niet hoor!" Alle wolken zijn wolken en daarmee uit. En straks word Je ook zwaar en donker net als wij en dannou, dan zul je wel zien, wat er gebeurt! Ha ha! Ho ho!" Toen werd het wolkje bang. Het dacht: „Wat zou er gebeuren? O foei, als er maar niet Iets érgs gebeurt met mij!" é.Ykl „O moes het lijkt wel een wolkje uit een sprookje!" weer, als nu, dat zie je niet dikwijls! Het is zeldzaam!" Het wolkje had al die woorden gehooro, want wolkjes kunnen goed luisteren, al hebben ze geen oortjes. En toen dacht het wolkje bij zichzelf: „O. wat bén ik toch een prachtig wolkje! Als de zon door me heen schijnt lijk ik wel echt goud en als de maan me verlicht ben ik van zilver. Ik ben het mooiste, fijnste, kostbaarste wolkje, dat ooit over de aarde heeft rondgedreven!" En het wolkje zwol van trots en groeide, groeide! Toen stak de wind op en die blies door de lucht, hoog boven de groene wei. En daar kwamen toen opeens heel veel grote wolken aangedreven: statige wolken als varende schepen, dikke logge wolken als reusachtige bloemkolen en lange platte wolken als witte balken. Het kleine wolkje schrok! dacht: „O, o wat een gedrang hier opeens in de lucht! Waar blijf ik? Waar berg ik me?" „Oei, oei!" loeide de wind. „Op zij, kleintje, of ik slok je op!" bromde een grote wolk. En hij gaf het wolkje een duw. zodat, het tegen een an dere grote woik opboiste. Toen zat het wolkje muurvast tussen twee grote wol- in. De andere grote wolk, waar het tegenaan gedrukt zat, zag er wel iets vriendelijker uit. Het wolkje zou hem eens vragen. Het gaf hem een klein duwtje en fluisterde: „Zegtoe, luister eens, weet jij, wat er met ons gebeurt, als we zwaar en donker worden?" „Wéét je dat niet, kleintje?" zei de wolk. „Weet je dat heus niet? Heb je dan nooit van regen gehoord? Straks worden we re gen en dan vallen we naar beneden op de aarde. Door ons groeit dan het gras en stromen de beekjes naar het dal. Door ons kunnen de boten varen op de grote rivie ren en dan. „Wat dan?" vroeg het wolkje.' „Wol, dan konien we in de zee terecht," zei de wolk. „In de zee? En ben ik dan mezelf niet meer? Ben ik dan niet meer het mooiste, fijnste, kostbaarste wolkje, dat ooit over de aarde heeft rondgedreven?" De wolk keek heel verwonderd naar het kleine ding en zei toen: „Wat verbeeld jij Je eigenlijk wel?" En op hetzelfde ogenblik blies de wind nog harder en perste de wol ken stijver samen Ze konden nu niet meer voor of achteruit, de wolken. Ze vormden één dikke massa, die laag over de aarde hing. De mensen keken naar de lucht en zel den: „Er komt regen!" En het wolkje werd doodsbang en riep; „Ik wil geen regen worden, ik wil een wolkje blijven! Ik wil mezelf zijn!" Maar het voelde dat het hoe langer hoe zwaar der werd. Het werd duizelig, het kon niet meer praten en ook niet meer denken.... drup, drup, drupdaar viel de regen ai! Hot wolkje was regen geworden. Het was opgelost ln wel honderdduizend zware druppels cn die ritselden tussen de blaad jes van een boom. die hoog op een berg helling stond. En al die druppeltjes riepen: Ik wil niet! Ik wil niet! Ik wil geen regen zijn!" „Maar Je bént toch lekker regen!" lachte de boom en hij schudde zijn takken en riep: „Ha! wat een lekker fris bultje!" Toen vielen de druppels, die het wolkje geweest waren op de aarde en ze zonken heel diep weg. „O, o, dachten ze, wat zal er nu met ons gebeuren? En zc werden erg bang. Nog meer regen viel er en nóg meer: het ritselde de tussen de bladeren en het viel op dc grond. Ritsel-ritsel-kletterdeklotler! Een heel smal stroompje water siepelde uit een bergspleet: het was het wolkje dat regen geworden was. Daar klonken voetstappen: een Jonge herder kwam voorbij. Hij zei: „Wel kijk eens, dat Is iuist een heerlijk bekertje wa ter voor mij! En hij haalde een beker uit zijn rugzak en wilde hem onder het stroompje houden. Maar het wolkje dacht: „O foei, opgedronken worden door een mens? Ik, die het mooiste, fijnste wolkje ben geweest, dat ooit boven de aarde rond dreef? Dat nooit!" En het nam een grote sprong over het bekertje heen. „Wat drommel nog aan toe," riep de herder. Maar het water was al weg. Het stroomde ln een beekje, en het beekje stroomde In een grote rivier en de rivier vloeide eindelijk, eindelijk uit ln de zee, Wat was de zee groot, eindeloos groot! Hoe heerlijk wiegelden dc blauwe golven, hoe statig krulden de schuimende koppen! Hoe warm en koesterend scheen de zon! Mlllloenen druppeltjes wiegelden onder de stralende zon. Toen kwam het wolkje, dat een golfje was, eindelijk tot rust. Het dacht niet meer aan wat het geweest was en ook niet meer aan wat het worden zou. Het zei alleen maar: „Hé, wat is het hier heerlijk!" „Heerlijk, heerlijk!" fluisterden de an dere golfjes om hem heen. „O. wat is het leven toch heerlijk!" „Leven?" vroeg het golfje, dat een wolkje geweest was, „wat ls leven?" „Geven!" antwoordden de golfjes, „leven is geven, leven ls veranderen, leven ls ver trouwen!" Het golfje, dat een wolkje geweest was, dacht heel diep na en vroeg toen fluiste rend: „Geven? wat kün Je geven?" „Jezelf," zelden de ffolfjes. Toen dacht het wolkje aan den jongen herder met zijn bekertje en aan zijn eigen angst om regen te worden en het zuchtte: „Wat ben ik dom geweest!" Det zon scheen warm en koesterend over de golven van de zee. De duizenden mll lloenen druppeltjes ruisten en genoten en zuchtten zacht. De warmte trilde. Gouden sluiers stegen op uit het water. Het golfje werd weer een wolkje, een ragfijn luchtig wolkje en het dreef boven het strand. Was het nu wéér een heel bijzonder fijn wolkje, mooier en fijner en witter dan de andere? Ik weet het heusch niet en het wolkje wist het ook niet. Het dreef daar maar lichtjes en luchtigjes door de lucht en het voelde zich zo blij en zo licht als een veertje. Daar heel beneden op het strand in een tentje zat een klein teer jon getje. Het was pas ziek geweest. Vermoeid liet het zijn schepje op het zand rusten en het zei tegen zijn Moeder: „Ik wou, dat die zon nu eens ophield te schijnen! Het is hier zo heet, ik krijg er zo'n hoofdpijn van!" Het wolkje hoorde het. Het wist direct wat het doen moest; het school ln zijn volle lengte voor de zon, zodat zijn schaduw op het strand viel. En na hem kwamen nog meer wolkjes, die zijn voorbeeld volgden. De lucht werd helemaal wit en zacht en de kleine jongen zei: „Dank je wel, wol ken, zo is het heerlijk." „Leven ls geven," dacht het wolkje en hel kon wel zingen van blijdschap. Het werd avond en de lucht hing vol zware wolkenbanken, waarachter de zon bloedrood onderging. „De zon kruipt in het nest, dat geeft regen," zeiden de menseh. Des nachts vielen langzaam de eerste druppels. Ook het wolkje voelde zich zwaar worden en toen héél licht: uiteengespat in duizend druppeltjes. „Leven ls veranderen," dacht het en het was niet bang meer. De volgende morgen schitterde de zon ln de dauwdruppels op het veld, die schitter den als diamantjes. In een sloot stroomde het water, dat een wolkje was geweest. Het kabbelde in heel kleine rimpeltjes. Vlugge pootjes liepen over de wei en langzame, bedaarde schuifelpoten: daar kwamen de koelen met haar kalfjes aan. Twee koeien verdrongen elkaar bij de sloot, twee grote, zwarte bekken bogen zich over het water en slobberden. „Wat zal ik nu nog allemaal beleven?" dacht het water, daar ben ik nieuwsgierig naar. En het liet zich gewillig opdrinken. 's Avonds werden de koelen gemolken. Ze kwamen loeiend naar de melkplaats, on der de bomen. En de volgende morgen bU het ontbijt schonk de boerin de versgc- kookte melk in zeven bekers. Om de tafel zaten de kinderen met rode, ronde wan gen. En de moeder zei: „Hier, drink maar lekker op, hoor! Daar moeten Jullie van groeien!" Dc melk schuimde in de bekers en de melk, die water geweest was, dat eerst een fijn wit wolkje geweest was. dacht: „Leven is vertrouwen, en vertrouwen wordt niet beschaamd." Het domme wolkje was een wijs wolkje geworden. Het had heel veel geleerd, vind ik. R. DE RUYTER-v. d. FEER. 24

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1940 | | pagina 14