Tweede Blad FEUILLETON «BLOED VAN BOEDDHA" DUITSCHE SOLDATEN LEGGEN IN DE VERWOESTE GEBIEDEN TIJDELIJKE TELEFOONLEIDIN- GEN AAN, HETGEEN DIKWIJLS MET GROOTE MOEILIJKHEDEN GEPAARD GAAT. (Holland) BELGISCHE ARBEIDERS NAAR DlIITSCHLAND waar volop werk is te vinden. Een der mannen ver trekt uit Antwerpen. (Hoffmann) DE MOERBEI IS EEN GEWILDE VRUCHT VOOR HET MAKEN VAN JAM. Op den Loosduinscheweg te Den Haag staat een groote boom, die men druk bezig is van zijn prachtige vruchten te ontdoen. (Polygoon), door HAROLD WARD 47) Ik vermoed dat Lewis zag hoe de poordenaar met het lichaam van Wimpy handelde. Hij kon het misschien niet zien Vanuit het raam van zijn kamer, maar looren kon hij het wel. Misschien probeerde lij er geld uit te slaanwaarschijnlijk leeft hij den moordenaar voorgesteld op zijn kamer te komen. Het feit dat hij reeds hi pyama was verraadt dat hij niet wist, vanneer de moordenaar zou komen. Deze kon natuurlijk niet ieder oogenblik weg, hij noest er een geschikt moment voor uit lezen. Op Lewis' kamer bespraken zij de pak, de sigaretteneindjes in den asohbak Bewijzen dit. De moordenaar was zoo ver- ïfï 8 e?n ander merk dan gewoonlijk te jnoKen, hij liet de eindjes expres liggen om nij ;op een dwaalspoor te brengen. Hij heeft in het begin natuurlijk geen rekening nee gehouden, dat hij met een ervaren de- «cuve te doen zou krijgen, daar ik bij toe- vai in de buurt was. t/v touw bij zich gehad hebben, naar Lewis' kamer ging. Op een >nnstig moment heeft hij den strik om hals weten te krijgen, hij heeft het *ouw aangetrokken tot zijn slachtoffer be wusteloos was. Hij was wel zoo verstandig er voor te zorgen, dat hij geen bloedsporen op de kamer maakte, hij schoof dus het lichaam door het raam en liet het aan het touw op het dak zakken. Toen kroop hij er zelf achteraan en stak Lewis dood met een soort stiletto, behandelde het touw en de strik als bij Wimpy Knotten de rest weten jullie." HOOFDSTUK XXXI. Het einde van het Spoor. (vervolg). York stond op en liep de kamer rond. De beweging scheen hem pijn te doen, hij tastte naar het verband om zijn hals, en hij vroeg aan Lee, of Tim hem nog een whisky- soda wilde brengen. „Het praten doet me meer pijn dan ik verwachtte", zei hij. Lee, die geen woord van de uiteenzetting van den kapitein verloren had. knikte en klapte in zijn handen. Tim. die in de buurt had zitten wachten, verscheen, en werd naar de ijskast gestuurd om drank. In af wachting daarvan zwegen allen. Tim ver scheen .weer en diende de glazen rond. Ook Pendrill nam een glas. Tim wilde weer ver dwijnen, maar York hield hem met een handgebaar tegen. „Wacht hier," zei hij, „misschien heb ik je zoo meteen noodig." De neger knikte en ging achter Fenton zitten. York dronk zijn whisky-soda lang zaam op en hield een lucifer'aan zijn pijp. „We werden allemaal op een dwaalspoor gebracht." ging hij voort. „Allemaal.be halve Horace An son Lee. Waarschijnlijk was hij in den beginne ook van de wijs, maar hij begreep al gauw...." York hield op, en keek rond. „Daar zullen we het straks over hebben. In ieder geval bemerkte de moordenaar dat het mis liep, het was het eene complot te gen het andere. Ik geloof niet dat de moor denaar wist, dat Lee ook iemand gedood haddat deze Grass uit den weg ge ruimd had. Maar hij wist wel dat de man, die zich Grass noemde, in werkelijkheid Lee was, en daarin school voor hem een gevaar. Hij moest snel handelen! Er is een oud gezegde in ons vak, dat de eerste moord de tweede met zich meebrengt en ook. dat de tweede moord gemakkelijker gaat dan de eerste Het eenige wat hem overbleef was Grass uit den weg te ruimen. Hij overviel hem bij verrassing en stak een mes door zijn hart Uit het pak voor hem nam hij een met bloed bevlekte dolk. Carol Spencer huiverde bij het zien van de veelbeteekenende vlekken. Virginia Lee gilde. York glimlachte vreemd en keek haar even aan. „Ongelukkig voor den moordenaar sterft iemand, die door het hart gestoken wordit niet onmiddellijk", ging hij voort. „Er zijn gevallen bekend van menschen, die na den doodelijken steek nog betrekkelijk lang in het leven bleven. Dit was het geval met den zoogenaamden dokter Grass. Hij kreunde. en dit werd door professor Dittmars ge- hor»^. Deze kwam zijn kamer uit om te 2ien, wat er aan de hand was.hij werd neergeslagen". Dittmars knikte. „Mijn hoofd doet er nog pijn van!" klaagde hij. „De gebeurtenissen volgden elkaar snel op. te snel voor den moordenaar. Juist toen hij op het punt stond met Dittmars af te rekenen verscheen ik op het tooneel. Van te voren had hij er voor gezorgd dat het licht op de gang defect was. Ik hoorde iets en toen ik ging kijken wat het was, kreeg ik eveneens een tik op mijn hoofd. Hij sleepte me in Grass* kamer en bond me. Dittmars werd daarna behandeld en toen was ik aan de beurt. Waarschijnlijk wilde hij voor mij meer tijd nemen, ten einde zeker te zijn, dat ik hem niet meer hinderen zou! Alle moordenaars zijn op een zeker punt ontoerekenbaar, ze kunnen maar in één richting denken. Dit was ook het geval met mijn aanvaller. Daar het hem gelukt was in de gevallen van Knott en Lewis ons zand in de oogen te strooien, rekende hij er eveneens op dat dit bij Dittmars en mij zou gaan. Hij bracht mij dus naar het dak, bond een touw om mijn nek, het andere einde aan een tak en wilde me daarna van het dak rollen ik zou dus werkelijk op gehangen worden. Maar het toeval wilde het anders. Muer had me zien thuis komen en vree- zende dat me iets overkomen zou. was hij op zoek gegaan. Toen hij me in het buis niet vond. stapte hij den tuin in. juist op tijd om te zien wat er aan het handje was. Hij ving me op. juist toen ik. met de strop om mijn hals, over den rand van het dak geschoven werd. De moordenaar had toen geen tijd meer. om het lichaam van Dittmars op dezelfde wijze te laten verdwijnen, hij moest zorgen dat hij een alibi had. Wel was hij van plan den professor later te vermoorden, want het was natuurlijk mogelijk, dat deze hem herkend had. Tot zoolang werd Dittmars echter op het bekende plekje op het dak opgeborgen. Daarna ging hij naar zijn ka mer terug". York wachtte een oogenblik. De spanning in de kamer steeg tot het kookpunt. „Van te voren had hij zijn kamergenoot door een slag op het hoofd bewusteloos ge maakt Is dat niet zoomeneer Lee Billy Lee sprong op, doodsbleek, met ver wrongen gelaatstrekken, in zijn oogen schitterde een krankzinnig vuur. Een -revol ver blonk in zijn hand.hij hield er de geheele troep mee in bedwang. Het was doodstil in de kamer, een vreemde, angstige stilte. Stap voor stap ging Lee achteruit, Fenton en Muer ston den voor de deur, de eenige uitweg voor den moordenaar. „VirginiaAdele!" blafte hij,uit den wegJullie staat juist in mijn schootsveldgaat achter me langs naar den kelder, daar ligt touwbrengt het boven en bindt de heele bende, terwijl ik ze onder schot houd!" De twee vrouwen maakten een beweging als wilden zij gehoorzamen. Uit het met papier bedekte pakje op de tafel spoot een vlam. tegelijk met een scherpen knal. De revolver viel uit Lee's handen, met een kreet van pijn omvatte hij zijn pols. York sprong vooruit. Lee en hij vielen op den grond Lee, gehandicapt door zijn ge troffen pols, was echter geen gemakkelijke prooi. „Rent!" riep hij tegen de beide vrou wen. „naar de auto.in den zax aan het voorportier zit een revolver!" (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1940 | | pagina 5