Premie-keuring van paarden te Hoofddorp - Banden-contróle 'SI sfe Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad «BLOED VAN BOEDDHA" FEUILLETON dit huis werkte. Wat was het motief dat achter de serie moorden van de laatste dagen zat? Met gesloten oogen leunde ze achterover en trachtte de verschillende stukken van de puzzle aan elkaar te pas sen. Plotseling was er iets dat haar aan dacht trok. Wat het was kon ze niet zeg gen, maar een instinct dwong haar naar de kast te gaan. Reeds strekte ze een hand uit om de hoeden en andere kleedingstuk- ken die op een plank bovenin de kast legen te ordenen, toen zij deze als door een adder gestoken, terug trok. Het gevoel van onwel zijn was vergeten. Ze rende de deur uit, de hall dc-or. Op de plank, ver scholen tusschen de kleeren lag een zwart étui, het étui waarin de „Blceödruppelen van Boeddha" geborgen waren! Ze had het onmiddellijk herkend als hetzelfde étui wat ze gezien had, toen de safe geopend werd. Carol Spencer was geen nerveuze vrouw. Was dit wel het geval geweest, dan zou ze immers nooit het beroep gekozen hebben, dat ze nu uitoefende. Ze wist natuurlijk niet, dat er in het museum dien nacht ingebroken was, maar dc aanwezigheid van het étui in haar kast deden haar dit wel vermoeden. Haar eerste ingeving was York te waarschuwen. De kapitein kwam juist met Fay, Fenton en Muer uit Watson's kamer en Carol botste bijna tegen hem aan. Ze struikelde en zou gevallen zijn, als York haar niet had tegen gehouden. „Neem me niet kwalijk," zei hij met een knipoogje. „Ik moet u onmiddellijk spreken." zei ze gejaagd, „kunt u even mee gaan naar mijn kamer?" Hij keek haar met een eigenaardigen blik aan. „De conventiesbegon hij, maar ze liet hem niet uitspreken. „Het is nu geen tijd voor dergelijke on zin", en met een blik op de anderen ver volgde ze: „Als u erop staat kan iemand meegaan als chaperonne, maar het is drin gend noodzakelijk dat ik u zonder uitstel spreek!" York knikte. Hij volgde haar, keerde zich toen om en riep Muer. „Ga mee, Tommy", zei hij, „de andere heeren willen beneden wel op ons wachten." Carol opende de deur van haar kamer, keek met een snellen blik om zich heen en liet toen de anderen binnentreden. Ze sloot de deur zorgvuldig achter zich en draaide den sleutel om. Daarna deed ze de kastdeur open en wees den beiden mannen het étui. „Ik heb het niet aangeraakt," zei ze, „zoo veel detective-instinct heb ik nog wel." York pakte het doosje voorzichtig aan de uiteinden op en bekeek het zorgvuldig. „Hebt u wat poeder voor me?" vroeg hij aan Carol, „en uw poederdons?" Ee:i oogenblik keek ze hem verwonderd aan, toen begreep ze het en gaf hem het gevraagde. York legde het étui op tafel, be poederde het voorzichtig, blies het teveel weg en bekeek het resultaat nauwkeurig Er was geen enkele vingerafdruk te be kennen. „Dat had ik verwacht," zei hij, „ook de safe was zorgvuldig afgeveegd om de af drukken te laten verdwijnen. Het is niet aan te nemen, dat iemand, die zoo handig te werk gaat, die een combinatieslot op het gehoor kan openen, de onvoorzichtigheid zou begaan vingerafdrukken op het étui achter te laten!" „U veronderstelt dus. „Ik veronderstel niet, ik weet! De safe in het museum werd geopend in den tijd dat wij onder den invloed van het gas waren. Het étui wordt vermist." Carol keek verwonderd. „Ik begrijp al leen niet, waarom de dief het étui hier ver stopt heeft, na al de moeite die hij gedaan heeft om het te pakken te krijen!" York brak het étui met zijn zakmes open, en toonde Carol het snoer. „Begrijpt u het nu?" vroeg hij. Ze schudde het hoofd. „Nee," zei ze, „ik snap er niets van!" „Als het nu eens de bedoeling van den dief geweest was, de verdenking op u of op miss Vaughan te werpen? Waarom hij dit heeft willen doen is mij ook niet duidelijk In ieder geval is de dief een beter ken ner van juweelen dan u bent. Toen hij het étui opende, zag hij onmiddellijk, dat de steenen valsch waren. Daar we veilig kun nen aannemen dat de dief en de moorde naar een en dezelfde persoon zijn, vond hij het te gevaarlijk de waardelooze imitatie bij zich te hoüden. Hij heeft dus direct maatregelen genomen, ze kwijt te raken. Waarschijnlijk heeft hij toen de gelegen heid waargenomen, meteen de verdenking op een ander te werpen!" Carol stond een oogenblik sprakeloos van verontwaardiging. „De ellendeling!" riep ze toen uit. York grinnikte. „U vergeet, dat uw ka- mergenoote nu niet zoo'n onbevlekte repu tatie geniet", zei hij, „als ik niet van een paar dingen op de hoogte was, wat de moordenaar nu weer niet weet, dan was het heelemaal niet zoo verwonderlijk geweest, als ik door het vinden van het étui in deze kast, Lydia zou zijn gaan verdenken. Het is geen stomme streek van hem geweest, jammer genoeg voor hem is het echter mis lukt!" „Lydia is niet van haar kamer geweest van het oogenblik af dat we gegast zijn, tot we vanmorgen samen naar beneden gingen", bracht Carol in het midden. „En ze is daarna ook niet meer boven geweest. Ik ben beneden steeds in haar nabijheid geweest, tot ik naar boven ging en het étui hier vond." York stak een pijp op en zette zich ge makkelijk in een stoel. „Was de deur gesloten, toen u naar bene den ging?" vroeg hij. „Wel gesloten, maar niet op slot", ant woordde zij. „Men sluit meestal geen deu ren af, als men ergens gast is." York keek haar aan. „Met al die moor den van de laatste dagen zou dat anders wel aan to bevelen zijn," zei hij ernstig. „Ik zou u aanraden, het in het vervolg wel te doen. Doet u het om mij een genoegen te doen!" Ze keek hem ongeloovig aan. „U hebt nu gezien, dat er iemand is, die pogingen doet om uw kamergenoote ver dacht te maken", ging York voort, „wie zegt u, dat u niet het volgende slachtoffer zult zijn?" Het meisje verbleekte. Ze viel in een stoel tegenover York en Muer neer. „Waaruit concludeert u dat?" vroeg ze verschrikt. „Ik weet het niet", zei hij langzaam, „een directe aanleiding ertoe heb ik niet, maar als ik Instinctief iets voel, probeer ik dat nooit te beredeneeren. meestal komen die voorgevoelens uit." Carol glimlachte flauw. „Een beroemd detective als u gaat toch niet op voorgevoe lens af?" (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd). door HAROLD WARD 2) Op den morgen, volgend op den gifgas- acht liep zij, evenals de anderen doelloos oor het huls te dwalen. Ze was niet in aat geweest te ontbijten. De onpleizierige evolgen van het gas waren nog niet geheel itgewerkt en daar ze zich nog heelemaal let goed voelde, besloot ze nog wat te gaan gen. Ze ging dus naar de kamer, ie ze met Lydia Vaughan deelde. Deze lag P een langen stoel op de veranda met ge- oten oogen en een pijnlijk vertrokken ezicht. Dc andere gasten waren over de verschillende vertrekken verdeeld. Sommi gen zaten op de veranda, anderen in den tuin, terwijl een deel zich op zijn kamers te ruggetrokken had. Carol lette niet op hen, ze vond het prettig filleen te zijn op dat ®Dgcnbllk. Met een enkel wooid tot Lydia, d'e er nauwelijks op reageerde, keerde ze zich om en begon langzaam de trappen naar boven te beklimmen. Ze wierp zich aangekleed op haar bed. Maar de slaap wilde niet komen. Een half uur woelde ze onrustig, toen stond Z»J op om op een stoel te gaan zitten nadenken. .^Wat was de geheimzinnige macht, die in i VaéY< OP HET CONCOURS-TERREIN TE HOOFDDORP werden de premie- keuringen gehouden, uitgeschreven door de afd. Noord-Holland van de V.L.N. Een merrie met veulen draaft tijdens de keuring voor de jury DE PREMIE-KEURINGEN TE HOOFDDORP. Een drietal veulens wordt door een paardcn-liefhebster van een lekker hapje klaver voorzien. HUIZEN DOOR BOMMEN VERWOEST. Engelsche vliegers wierpen dezer dagen bommen op een Nederlandsche stad. De ravage in een woonwijk was zeer groot. EEN TROUWLUSTIG PAARTJE te Hollandsche Rading maakte de reis naar het raadhuis in Maartensdijk per trein. DE MANSCHAPPEN VAN DE DUITSCHE POLITIE speelden op het voetbal terrein aan het Olympiadeplein te Amsterdam een wedstrijd tegen manschappen van den Opbouwdienst. De be groeting. Rechts het elftal van de Duitsche politie. 1$ 4 DE 100STE WAGON gele komkommers werd uit Nederland naar Duilschland I verzonden door de Amstcrdamsche gecombineerde tuinders- en veilingorganisatie en de Nederlandsche Veiling. De feestelijk versierde wagon wordt geladen. DE AUTOMOBILISTEN-VERGUNNINGHOUDERS in Nederland moeten, op last van de Rijksverkeersinspectie, de banden van hun wagens laten controleeren. Op het Stadionplein te Amsterdam tijdens het noteeren van de nummers der banden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1940 | | pagina 5