Rotterdamsche kinderen met üacantie naar dt m C bstme irk - Kaag week 81 sfe Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad „BLOED VAN BOEDDHA" FEUILLETON 1 - DE TWEEDE SPECIALE KINDERTREIN, ditmaal met Rotter- dammcrtjes, vertrok Zondagmorgen van het D.P.-station te Rot terdam, naar den Oostmark, waar de kinderen een heerlijke vacantie tegemoet gaan. De Rijkscommissaris Rijksminister Seyss- Inquart was bij het vertrek aanwezig. Links de groote drukte op het perron. Rechts Dr. Seyss-Inquart leest de namen van zijn jeugdige gasten van de kaart, welke zij om den hals hebben hangen. Achter hem burgemeester Oud. ^ZONDAG WERDEN DE WEDSTRIJDEN VAN DE KAAGWEEK VOORTGEZET. De regenbogen starten. Gedreven door de stijve bries, schieten zij snel voorwaarts. OP DE ZAAN BLJ WORMERVEER werden de kano wedstrijden om het kampioenschap van Nederland gehouden. De dames van de R.I.S.-juniores-klasse in hevig duel. DE PASSIESPELEN TE TEGELEN GAAN DOOR! De stichting Passiespelen te Tegelen heeft besloten, om de vrijwillige belofte, om de vijf jaar de Passiespelen op te voeren, te volbrengen. De voorbereidingen zijn reeds zoo ver gevorderd, dat de generale repetitie kon worden gehouden. Christus (voorgesteld door P. van Oehlen) spreekt tot het volk. DE FINALES om het kampioenschap van Nederland op de M.E.T.S.-banen te Scheveningen. De strijd tusschen Hughan (voor) en van Swol. DE FINALES OM HET KAMPIOENSCHAP VAN NEDERLAND, SPRINT EN ACHTERVOLGING werden in het Olympisch Stadion te Amster dam verreden. Van Vliet gaat als eerste over de streep in zijn wedstrijd tegen Derksen. q-v HAROLD WARD De anderen blijven hier, vrijwillig snoods met geweld!" Hij stak zijn hand veelbeteekenend in [(n heupzak en keek hen uitdagend aan. ïar niemand scheen van plan zich tegen n bevelen te verzetten. .Niemand bezwaren?" vroeg hij nog eens. Miemand sprak, het scheen wel of ze en met stomheid geslagen waren. „Mogen we niet wat aantrekken?" vroeg Iele tenslotte. Vork schudde ontkennend het hoofd en en der anderen drong er vejrder op aan. fntusschen had Lee Fenton aan de tele- ÜrUfei«eBSïi 1ÏÏ1 kwam zeggen, dat de eriif onmiddellijk naar Oakwood Manor u vertrekken. Vork bedankte hem en keek somber den itenant en de beide vrouwen na, die de ip opgingen. Toen gaf hij den anderen KH(naarr woonkamer te gaan en daar mijven. Lee keek York smeekend aan. ..Kunnen we niet eerst iets te drinken iJgen, kapitein?' vroeg hij. hik ben beroerd van het gezicht van,,.. datzei hij, zich huiverend afwendend, „en ik vermoed, dat de dames er nog wel erger aan toe zullen zijn." „Geen kwaad idee", stemde York toe, „ik heb er zelf ook wel trek in!" Hij klapte in zijn handen en Tim, die met Jennie op eenigen afstand sidderend had staan kij ken, kwam dadelijk aanloopen. Lee gaf hem het bevel drank en glazen te brengen en weldra kwam hij met het gevraagde terug. Iedereen verdrong zich om het blad, York sloeg een glas whisky in een teug naar bin nen en voelde zich toen beter. Terwijl men bedrukt bij elkaar zat te flifisteren werden de lichten van eenige auto's zichtbaar op de oprijlaan. Fenton en verschillende andere politiemannen stapten uit en York bracht ze naar den ver moorden man onder den elk. Fenton vloekte hardop en dokter Fay beval zijn assistenten na een zeer kort onderzoek, het lichaam weg te brengen. Terwijl ze naar het huis terug gingen, hoorden ze de auto met haar droeven last reeds naar Arrapahoe ver trekken. In het woonvertrek bood York den beiden autoriteiten een dronk aan, hetgeen ze niet weigerden. Fenton dacht, dat de politie mannen die buiten gebleven waren, daar ook niets op tegen zouden hebben en Lee zond Tim met een flesch naar hen toe. York nam den lijkschouwer mee naar het kantoortje, vertelde hem van de ont dekking van Lewis' lijk en verzocht hem zoo spoedig mogelijk het officieele rapport in te dienen. Fay mopperde, dat als York die moordpartij niet spoedig zou stoppen, hij het district op den rand van een faillisse ment zou brengen, alleen al vanwege de rekeningen, die hij zou indienen. Zelf had hij er geen bezwaar tegen, hij kreeg zestien dollars voor ieder onderzoek, maar het was hard voor de belastingbetalers. Met deze opmerking nam hij afscheid en reed naar Arrapahoe terug, om zijn niet aantrekke lijke nachtelijke taak te beginnen. York belde Blumenthal op en vertelde hem, dat zijn vermiste employé gevonden was. Blumenthal scheen niet erg ingenomen met het bericht en klaagde dat hij de on kosten van het transport naar New York en de begrafeniskosten nu ook op zijn dak kreeg, terwijl de zaken toch al zoo slecht gingen. York ondervroeg daarna nogmaals de groep in het woonvertrek, echter zonder het minste resultaat, al meende hij op Watson's gezicht een verdacht trekken te ontwaren, hetgeen hem deed besluiten, dit heer extra scherp in de gaten te houden. Muer en de beide meisjes kwamen bene den. Ze keken verheugd naar de flesschen met drank en hielpen zich haastig aan een hartversterking. York nam Muer mee naar de hall. „Wat gevonden?" vroeg hij. Muer schudde mistroostig het hoofd. „Niets", zei hij. „We hebben alles doorzocht boven, koffers, kasten, kleeren, de heele bende „Weet je zeker dat je niets overgeslagen hebt?" „Absoluut zeker! Ik heb speciaal gezocht naar het wapen, waar ze Lewis mee ge dood hebben, maar ik heb niets gevonden, dat er ook maar eenigermate op lijkt." Lee had Tim sandwiches laten maken, maar niemand scheen er veel trek in te hebben. Het geheele gezelschap scheen over de zenuwen heen te zijn. Er was niet vee1 noodig om een paniek te veroorzaken. „Jullie kunt naar je kamers teruggaan" zei York tenslotte. „Probeer wat te slapen, ik zal hetzelfde doen." Pendrlll vroeg of hij nog langer hier moest blijven. Zijn zaken zouden in de war loojJen, beweerde hij, maar York deelde hem mede, dat niemand zou mogen ver trekken, voor de moordenaar gevonden was „Ik ben er zelf niet op gesteld, hier lan ger te blijven dan noodzakelijk is, het zal er veel van afhangen, of ik jullie volle me dewerking heb of niet." Lancaster grinnikte hatelijk en wenkte naar Dore Watson. Pendrill scheen nog wat te willen zeggen, maar bedacht zich. York gaapte, hij was doodop. Hij stelde Fenton voor, dien nacht maar op Oakwood Manor te blijven, maar de sheriff gaf er de voorkeur aan naar huis te gaan en den volgenden morgen vroeg terug te komen. Toen hij vertrokken was, gingen Muer en York ook naar boven. Zij vielen doodmoe op hun bed neer. York sliep op het oogen- blik, dat zijn hoofd het kussen raakte. York deed met moeite zijn oogen open. Er was iets niet in orde, hij voelde zich doodziek, allee draaide om hem heen uit Muer's bed klonk een dof gekreun. Door het open raam kon hij de boomen zien, er was geen maan, het was nog don ker. York begreep, dat hij vergiftigd was. Hij trachtte zich te herinneren hoe het gif toe gediend kon zijn, maar zijn hersens wei gerden dienst. Het duizelige gevoel werd steeds erger. Hij vocht tegen de opkomen de bewusteloosheidHet gekreun naast hem werd zwakker. Hij trachtte te roepen, maar kon geen geluid uitbrengen. Hij moest hulp hebben voor het te laat was maar hoe? Met inspanning van zijn laatste krachten trok hij zich overeind, probeerde te staan, maar zijn beenen begaver zich en hij viel languit op den vloer. Op handen en voe ten kroop hij naar de deur en heesch zich aan den post op. Met bevende handen tastte hij naar den knop van het licht en draaide dit op. Muer was er beroerd aan toe. Waarom was hij er erger aan toe dan hijzelf? Muer's bed stond dichter bij de deur, kon dit een reden zijn? Hij veronderstelde van wel, maar waarom? Plotseling schoot hem een gedachte door het hoofdgas! Iemand had getracht hem met gifgas te doodenü Met inspanning van al zijn krachten ging hij naar Muer's bed. Het scheen een eindelooze weg en het duurde naar zijn idee uren, voor hij den luitenant uit het bed getrokken en naar het raam gezeuld had. Muer was lijkwit, met blauwe lippen, maar de koele nachtlucht deed hem schijn baar goed. Hij opende de oogen. York zelf voelde zijn krachten ook terugkeeren, hij wankelde naar de deur en wierp die open. Op de gang lag een gedaante. York kroop er heen en ontdekte dat het Watson was. Hij scheen bewusteloos te zijn. Uit alle kamers hoorde hij gekreun, maar was niet in staat hulp te verleenen. De bewe ging scheen hem goed te doen, hij slaagde er in den knop van het licht in de hall te bereiken en knipte de lamp aan. Iemand in het huis was verantwoordelijk voor deze nieuwe wandaad en wat het ook kostte, hij zou ontdekken, wie dat was. Hij wankelde naar zijn kamer terug en vertelde Muer in een heesch gefluister, wat hij van plan was te doen. Muer trachtte hem ervan te rug te brengen, maar York nam de revol ver order zijn kussen vandaan en ging de deur uit. de ra.j af. Hij wist dat er een ijs kast naast de keukendeur stond, waar schijnlijk zou daar wel melk zijn, en melk was het beste geneesmiddel op het oogen- blik. (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd)..

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1940 | | pagina 5