4 ~~TTS"1
Ons Kort Verhaal
Van varen en rijden in
Nederland
In dienst van den
wederopbouw
LEIDSCH DAGBLAD - Tweede Blad
Dinsdag 9 Juli 1940
Per zeilbotter naar Marken
Stoombooten doen weer opgeld
KERK- EN SCHOOLNIEUWS
Een schop als embleem
De oude
Compagnons
DE TRAMBOOT VERTREKT VAN MARKEN.
II.
(Van een bijzonderen medewerker)
Wie voorheen vanuit Amsterdam per
Noord-Hollandsche tram een tochtje wilde
maken naar Holland's Noorderkwartier,
stapte tegenover het Centraal Station in
een geriefelijk motorbootje, dat hem naar
het tramstation aan gene zijde van het IJ
voerde. Wie echter thans dien tocht wil
ondernemen, kan tegenover het station niet
meer terecht, maar moet een kleine wan
deling naar de De Ruyterkade maken waar
een stoomboot hem elk half uur overzet.
De tijdsomstandigheden, de besparing op
benzine, zijn de oorzaak van die verande
ring. Stoombooten voor het verkeer op de
rivieren en kanalen waren de laatste jaren
steeds meer verdwenen. Ze eischten meer
personeel, op zijn minst een stoker-machi
nist; ze waren minder gemakkelijk han
teerbaar en derhalve werd de stoomboot
overal verdrongen door de motorboot. Maar
op het oogenblik wordt alleen benzine en
olie verstrekt voor levensmlddelenvervoer
e. d. En derhalve moeten tal van motor
booten noodzakelijkerwijs worden opgelegd.
Het gevolg is dat plotseling alle vergeten
stoomschepen uit hoeken en gaten te voor
schijn worden gehaald. Ze worden netjes
opgedoft en de remplagant van de motor
boot is er. En zoo is het precies gegaan met
de verbinding van de Noord-Hollandsche
Tram. Aangezien voor de stoomboot bij
vertrek van het Centraal Station twee maal
per half uur de brug zou moeten .worden
opengedraaid, is de ligplaats tijdelijk ver
anderd in De Ruyterkade.
Overal zijn de stoombooten in ons land
weer in dienst gesteld. Er is een ware
hausse in dit vervoermiddel en menige on
dernemer is blij wanneer hij op een niet
door benzine of olie voortbewogen boot de
hand kan leggen. Overal worden de stoom
booten voor gebruikt. In Leeuwarden lag
al meer dan 5 jaren de „Koophandel" als
oud-roest aan de wal. Thans bewijst dit
stoombootje zeer nuttige diensten voor het
veevervoer.
PER ZEILBOTTER
Waar geen verbinding te water per
stoomboot Is, doet men het met eenvoudi
ger middelen. Langs de kanalen in Neder
land is het jaagpad weer in eere gekomen.
Moeizaam zeulen schippers met verweerde
gezichten aan het touw dat hun scheepje
voortbeweegt. Grootere booten worden door
paarden voortgetrokken. Als de wind gun
stig is, helpt een zeil een handje. De rege
ling van het vervoer biedt voor de binnen
scheepvaart gunstige perspectieven, maar
op het oogenblik liggen nog vele schepen
stil. Men zou het graag eens ergens anders
willen probeeren, maar indien men groote
stroomen moet passeeren, kan men zich
niet voortbewegen door de kracht van
mensch of dier. Dan is men op het zeil
aangewezen. Groot is het aantal zeilsche
pen, dat men thans op Holland's wijde wa
teren aantreft. Door stoomkracht gedreven
sleepbooten, zijn zeer in trek en wie het
zich maar eenigszins kan veroorloven,
maakt voor het verplaatsen van zijn schip
gebruik van een sleepbootje. Vele schepen,
welke anders op eigen kracht voeren en
niet bepaald als sleepschip waren inge
richt. ziet men thans in lange rij achter de
sterke sleepbootjes.
Het verkeer tusschen het eiland Marken
en den vasten wal wordt op het oogenblik
onderhouden perzeilboot. Het motor
schip „President Roosevelt", dat zoovele
touristen uit alle deelen der wereld naar
dat wondere Marken overbracht, ligt werk
loos in de haven van het eiland. Maar de
Noord-Hollandsche Tram heeft voor een
vervanger gezorgd. Per botter vaart men
thans naar Marken. In het mooie oude
stadje Monnikendam met zijn speeltoren,
zijn grootsche oude kerk en zijn mooie
geveltjes, stapt men in het haventje in een
fraaie opgetuigde boot met een blinkend
wit zeil. Aan h t roer staat de schipper in
Marker kleedij. Behulpzame handen bren
gen de passagiers aan boord en dan gaat
het snel voor den wind zeilend naar Mar
ken. Onderweg komt als uit een doos van
Pandora, een Markerinnetje uit het roefje,
dat souvenirs van het eiland te kooD aan-
■biedt..
Vreemdelingen zijn tegenwoordig zeld
zaam op Marken. Maar schilderachtig m
hoogst merkwaardig is het er nog steeds,
«pok voor den landgenoot.
Marken maakt zware tijden mee. In de
„Marker shop" wordt niets meer verkocht
en de voornaamste bestaansbron van het
eiland is opgedroogd. Men heeft echter nog
de hoop. dat er straks vacantiegangers uit
eigen land zullen komen. Als het drukker
wordt zal een stoomboot de verbinding met
den vasten wal onderhouden. Het is er rus
tig, zooals overal in Nederland en hoevele
landgenpoten zijn onbekend van de won
dere bekoring van dit eilandje in de voor
malige Zuiderzee!
IN EIGEN KRING
De Nederlander is hokvast geworden. Men
blijft 1»- eigen kring. De tot de uiterste per
fectie opgevoerde verkeerstechniek maakte
het mogelijk om er ver op uit te trekken.
Autobus en trein boden schier onbeperkte
mogellj kheden.
De beperking van de vervoermiddelen
schept thans een nieuwe sfeer. Men blijft
in eigen omgeving, welke velen eerst nu
gaan waardeeren. De fiets is het populaire
vervoermiddel geworden, ook voor Zondags
uitstapjes. De zenuwsloopende vaart van
het verkeer is als het ware geremd.
Dit kan slechts een uitwerking ten goede
hebben op de menschheid. Fiets, zeilboot,
stoomtram,stoomboot entrekschuit
geven weer gelegenheid tot bezinning en
bespiegeling. Want de trekschuit is er ook
al tusschen Edam en Volendam, de trek
schuit, waarvan Hildebrand getuigde, dat:
er nooit iemand één geestige gedachte in
heeft gehad. De roef van een trekschuit,
zoo zeide hij, is de ware atmosfeer voor alle
PREDIKBEURTEN.
VOOR WOENSDAG 10 JULI.
Lelden Geref. Gem. (N. R(jn): Nam. half-
acht ds. Lamaln van R'dam.
Alphen-a.d.-RUn Lokaal van Mandersloo-
straat: Nam. 7.15 uur ds. Van 't Hoog van
Utrecht
NoorcfwUk aan Zee Geref. Bond (Juliana-
weg 27;: Nam. 8 uur ds. Koolhaas van Huizen.
Waddinxvcen Zuidkade 18: Nam. 7 uur ds.
De Rover van Vlaardlngen.
NED. IIERV. KERK.
Beroepen: te Lichtenvoorde cand. J. C. van
Dongen, hulpprediker te Rotterdam; te Oppen
hulzen ds. H. G. Kwint te Slochteren; te Odoorn
ds. J. Luchles te Den Haag; te Brouwershaven
cand. E. D. Ninck Blok te Lelden; te Burgwerd
cand. H. van Mil, hulpprediker te Halfweg.
Aangenomen: naar Heusden cand. K. M.
Vogel te Hollandsche Rading. naar Wijk aan
Zee en Duin caqd. A. J. Bronkhorst te Zeist,
naar TJcrkgaast cand. C, P. van Andel. hulp
prediker te IJmulden-Oost,
Bedankt voor Harllngen ds. H. M. Bolkestein
te Drogeharn. voor Godlinze ds. L. J. van der
Kam te Beetgum, voor Vlaardlngen ds. E. F.
de Looze te Gouda.
GEREF. KERKEN.
Tweetal te Ooster-Nijkerk cand. G. Van Andel,
hulpprediker te Lelden en cand. J. F. H. van
I der Bom. hulpprediker te Hilversum.
Tweetal te Scharedfjke cand. H. van den Berg
huiprediker te Oss en cand. J. J. van Wage-
ningen. hulpprediker te Heemstede.
CHR. GEREF. KERK.
Beroepen te Steenwijk ds. J. M. Visser te
Zuldwolda. te Maassluis cand. H. van Leeuwen
Den Haag; te Werkendam, cand. P. v. d.
Bijl te Sliedrecht.
GEREF. GEMEENTEN.
I Beroepen te Borselen. te Dlrksland en Vlaar
dlngen cand. T. Dorrcsteyn te Rotterdam, te
Enkhulzen en te Dlnteloord cand. C. van de
WoestUne te Rotterdam, to Oudemlrdum cand.
T. Dorresteyn te Rotterdam.
Tweetal te Westzaan cand. C. v. d. Woestljne
en cand. T. Dorresteyn te Rotterdam; te MelLs-
I kerke ds. B. van Neerbos van Rilland-Bath en
cand. C. v .d. Woestijnen te R'dam.
REM. BROEDERSCHAP.
Beroepen te Arnhem ds. J. F. van Royen te
Amsterdam.
DOOPSGEZ. GEMEENTE.
Aangenomen naar Barsingerhoorn ds. mr. J.
A. Oosterbaan te Brofck op Langendfjk
VRIJE EVANG. GEMEENTEN.
Bedankt voor Francker ds. J. I. van Wijck te
Oldcbroek.
Een proeftijd van 3 maanden
(Ingcz. Med.)
mogelijke vooroordeelen, de geschikte be
waarplaats voor alle verouderde begrippen,
de school voor allerlei leelijke, lage ge
breken.
Daar zijn voorbeelden van menschen, die
door de te veel in trekschuiten te varen,
lafhartig, kuipend, gierig, koppig en kwel
geesten zijn geworden".
Zoodat wanneer we Hildebrand mogen
gelooven, het te hopen is, dat de trekschuit
van Edam naar Volendam een unicum zal
blijven!
Op 14 Juli bezit Nederland nog een
leger van omstreeks 50.000 a 60.000 man.
Aan den ochtend van den 15den Juli is
dit leger verdwenen. Dan staat de O. D.,
de Opbouwdienst, gereed om zijn werk
aan te vangen.
Wie hiervan deel uitmaken? zoo vraagt
de „Tel." Allereerst de beroeps- en re
serve-officieren en -onderofficieren, die
den wensch te kennen gegeven hebben
over. te gaan in leidende functies
van O. D.
Dezen militairen staan de volgende we
gen open: 1. overgang naar de burgermaat
schappij; 2. naar den O. D.; 3. naar de
rivierpolitie; 4. naar de gewone politie; 5.
naar de douane.
Niet alle beroepsmilitairen kunnen echter
van de vier laatst genoemde mogelijkheden
gebruik maken. De pensioengerechtigden
namelijk gaan met pensioen, terwijl de
oudere hoofdofficieren in beginsel op
wachtgeld gesteld worden, met uitzondering
wellicht van enkele hoofdofficieren, voor
wie gelegenheid tot plaatsing bij de staven
van den O. D. zal bestaan. Ook voor de af
wikkeling der demobilisatie blijven nog ver
schillende diensten voorlooplg gehandhaafd
Naast de beroepsmilitairen komen bij den
O. D. de reserve-officieren, dienstplichtige
onderofficieren en overige dienstplichtigen,
die momenteel geen werkkring in de bur
germaatschappij kunnen vinden.
Voorts zal in de leiding wellicht ook
plaats kunnen zijn voor burgers, die zich
vrijwillig aanmelden en die op grond van
hun deskundigheid, ontwikkeling en ge
schiktheid om met menschen om te gaan,
hiervoor in aanmerking komen.
Voorloopig blijven de militairen, die
bij den Opbouwdienst werkzaam zijn, de
gewone militaire uniform dragen. Zij
krijgen evenwel als speciaal embleem
een schop op de mouw met de letters
O. D. Als de textielpositie het toelaat,
zullen er In de toekomst wellicht spe
ciale uniformen komen.
Van 15 Juli tot 15 October zal de z.g.
proeftijd zijn. In dit tijdsbestek zal be
oordeeld worden in hoeverre bepaalde
personen minder geschikt geacht moe
ten worden om aan het opbouwwerk
deel te nemen, dan wel in andere func
ties te werk gesteld moeten worden.
De Opbouwdienst zal bestaan uit een staf,
vier districtsstaven en verder per district
een aantal korpsen (bataljons), elk be
staande uit afdeelingen (compagnieën), die
op haar beurt onderverdeeld zijn in groe
pen (secties) en ploegen (groepen). Men
door J. P. BALJÊ.
Toen Kasper Jannings om één uur des
nachts zijn woonkamer binnentrad, bleef
hij aarzelend op den drempel staan en hij
snoof de lucht op als het wild, dat den
jager meent te ruiken. „Sigarettenrook",
schoot het onmiddellijk door zijn hoofd en
hij kreeg een gevoel van dreigend gevaar.
Zijn eerste impuls was, zijn revolver te
trekken, maar op het moment, dat hij dit
doen wilde, klonk een zacht lachje door de
kamer en een aangename vrouwenstem zei;
„Steek het licht op, Kasper, dan kunnen
we elkaar beter zien".
Onzeker tastte zijn hand naar de schake
laar. Hij kende die stem, dat was
„Lilly!" riep hij, toen het licht aanflitste.
„Lilly, hoe kom jij hier?"
Ze zat in een gemakkelljken fauteuil en
rookte een sigaret. Om haar mond was een
lachje.
„Maar Kas, ben je dan vergeten, dat we
eens compagnons waren? En dat ik nog
altijd een sleutel van dit huis heb? Of
bedoel je, dat ik eigenlijk nog niet vrij had
'kunnen zijn? Vier jaar hadden ze me im
mers gegeven en er zijn er nog maar twee
van om. Dat hoor je straks".
Ze ging wat verzitten en wierp de siga
ret in een aschbakje. Langzaam liep hij op
haar toe, maar plotseling was er in plaats
van een sigaret een kleine revolver in haar
hand. Het lachje om haar mond was ver
dwenen.
„Nee, Kasper, jongen" ,zei ze sarcastisch,
„ik had liever, dat je op een afstandje
bleef. Blijf daar staan, wil je?"
Ze monsterde hem van het hoofd tot de
voeten. „Je ziet er piekfijn uit, amice. Toen
ik Je vanavond zoo zag loopen, dacht ik bij
mezelf: „SJonge-sjonge, die goeie, ouwe
Kasper is weer op het pad. Als die een slag
gaat slaan, is hij altijd tip-top gekleed,
dat ken ik nog van vroeger. En toen ben
ik maar alvast hierheen gegaan, om op je
te wachten. Want, Kasper. lieve jongen, je
moet weten, dat ik ,in ontzettende geldver
legenheid zit. En daar ik weet, dat je je
nooit met bagatelletjes ophoudt, veronder
stelde ik dat je me wel aan een vijfduizend
gulden zou kunnen helpen als je thuis
kwam".
Kasper Jannings grijnsde.
„Je bent gek, Lilly! Je weet toch ook wel,
dat ik zooveel geld nooit in huis heb. En
wie zegt je dat ik vanavond een kraak ge
zet zou hebben? Er is geen sprake van. Ik
ben naar den schouwburg geweest, dat is
alles".
„Zoo zoo? Dus Jij laat Je oude compagnon
in den steek? Trouwens dat is niets onge
woons voor je. Want twee jaar geleden,
toen ik geknipt werd, heb je niet anders
gedaan. Je hebt mij er in laten vliegen.
Kasper, om Jezelf te redden".
Hij maakte een afwerende beweging.
„Onzin, Lilly, ik kon je niet redden. Anders
had ik het wel gedaan. Maar ik zag geen
middel".
„Jij zag een middel om van me af te
komen, Kasper, en dat is verleden en ik
veronderstel, dat je daar liever niet over
spreekt. Laten wij dus tot het heden over
gaan. Jij beweert, dat je geen kraak hebt
gezet vanavond. Wel amice, mag ik je dan
verzoeken, je zakken leeg te halen en alles
op tafel te deponeeren? Dan zal wel blijken,
of je de waarheid sprak. Ongetwijfeld komt
dan je toegangsbewijs voor den schouwburg
te voorschijnZe lachte sarcastisch.
„En ik neem aan, Kasper, dat dit revol-
vertje een klein, maar bijzonder goed
wapen mijn verzoek geen kracht be
hoeft bij te zetten".
Kasper Jannings glimlachte zuurzoet. „Je
bent een slang, Lilly. WelnU, ja, lk hèb een
slag geslagen vanavond. Je had gelijk".
Lilly floot zachtjes tusschen de tanden.
Zakelijk vroeg ze.
„Goeie buit? En wien heb je een beètje
lichter gemaakt?"
„Acht mille bankpapier", zei Kasper non
chalant. „verder juweelen. Misschien vijf
tien. twintigduizend. Er is zeker de helft
van te maken".
Bewonderend keek ze hem aan. „Ci-ei!
Dat moet ik je nageven, Kas. je bent altijd
een uiterst gewiekst gentleman-inbreker
geweest Hoe heb je het hem geleverd?" Er
was beroepsnieuwsgierigheid in haar stem
en een tikje in zijn ijdelheid gestreeld ver
telde hij:
„Het was Boersma, je weet wel, die rijke
gauwdief. Ken je dc situatie daar een
beetje? Ja? We hadden hem al eens eerder
op het oog. Wel. ik heb het zóó aangelegd".
En hij vertelde, hoe hij de „kraak" gezet
had.
„Handig", prees ze, toen hij klaar was.
Toen veranderde ze plotseling van hou
ding. Resoluut stond ze op. „Inspecteur
Geers", zei ze, „Je kunt nu wel te voorschijn
komen".
„Wat beteekent dat stamelde Kas
per Jannings verbaasd. „Waar heb je het
over
Maar hij zag al een portière bewegen en
een kleine man trad te voorschijn. Met een
ironisch lachje stelde ze hem voor aan Jan
nings.
„Inspecteur Geers. Aan hem heb Ik het
te danken, dat me twee jaar straf werden
kwijtgescholden. Hij vond me wel handig en
ik kon een baantje bij de politie krijgen.
Inspecteur, hebt U genoeg gehoord om
onzen vriend Kasper te arresteeren?"
Inspecteur Geers rammelde veelbeteeke-
nend met de handboeien. Met een verbeten
gezicht liet Jannings zich. die stalen dinge
tjes aanleggen.
„Verraadster!" zei hij nijdig tot Lilly.
„Ieder op z'n beurt. Kas! We zijn nu
quitte!"
Inspecteur Geers haalde intusschen Jan-
ning's zakken leek. Een keurcollectie juwee
len kwam te voorschijn en een dikke por
tefeuille gevuld met bankbiljetten. De in
specteur bromde tevreden. „Een goeie
vangst", zei hij, „maar ik wil toch wel eens
even verder kijken in deze woning. We zul
len onzen vriend Kasper even moeten op
sluiten". Hij keek rond en knikte dan te
vreden. „Die kast daar! Meneer Jannings,
wilt u maar even instappen?"
Jannings protesteerde, maar zonder veel
omwegen duwde de inspecteur hem er in.
Toen verliet hij met Lilly de kamer.
Doch inplaats van de woning te lnspec-
teeren, liepen ze de gang door en verlieten
door de voordeur het huis.
Op straat keek inspecteur Geers het
meisje aan.
„Dat had je prachtig bekeken, Lilly. Ik
begin werkelijk bewondering voor je te
krijgen".
Lilly lachte tevreden. „Ik kèn Kasper. En
al zijn gewoonten. En ik had hem immers
in de buurt van Boersma's woning zien
scharrelen, waarvan ik wist. dat hij al lang
op zijn kostbaarheden loerde".
„Maar waarom", vroeg Geers, „moest ik
eigenlijk voor inspecteur doorgaan?"
„Omdat'zei Lilly, „we dan den minsten
last met Kaspertje konden krijgen. Nu
meende hij, dat zyn spel uit was. Als hij
geweten had, dat je mijn nieuwe compag
non bent, was hij te keer gegaan. En in
ieder geval zou hij dan nu al een keel op
zetten. die de heele buurt bij elkaar zou
brengen. Nu daarentegen zit hij rustig in
zijn kast en hebben wij tijd om er kalm
met den buit vandoor te gaan".
(Nadruk verboden)
(Auteursrecht voorbehouden).
rekent op een 75-tal korpsen van ongeveer
300 man, in totaal 50.000 tot 60.000 man, bij
den Opbouwdienst.
Wellicht zal het mogelijk zijn in de toe
komst enkele speciale eenheden te formee-
re-n van vaklieden op bepaald gebied, b.v.
afdeelingen, die meer gespecialiseerd zijn
op de uitvoering van bouwwerken, enz. en
bij groote objecten kunnen worden ingezet.
Voor den Opbouwdienst blijven met be
paalde beperkingen de wet op de krijgs
tucht en het reglement krijgstucht gelden;
op velerlei gebied zullen echter verschil
lende nieuwe reglementen en voorschriften
moeten worden samengesteld, waaraan op
het oogenblik reeds wordt gewerkt. Maar
ook wordt gewerkt aan een excercitieregle-
ment, want bepaalde bewegingen zullen uit
gevoerd moeten worden. Natuurlijk Ls een
herziening van verschillende uitdrukkingen
noodzakelijk, terwijl ook eerbewijzen ge
bracht moeten worden.
De Opbouwdienst voert reeds besprekin
gen over verscheidene objecten, waaraan
direct begonnen zal kunnen worden. Uiter
aard zal hierbij regelmatig overleg gepleegd
worden met andere overheidsinstanties, als
b.v. het departement van Sociale Zaken en
het regeeringscommissariaat voor den we
deropbouw, ten einde wat de objecten aan
gaat niet met elkaar in conflict te komen.
De legering hangt nauw samen met den
aard der objecten. Door omstandigheden
kan op het oogenblik niet beschikt worden
over alle kazernementen. Veelvuldig zal ge
bruik gemaakt moeten worden van barak
ken, waarin de soldaten dezen winter reeds
gelegerd waren en die in de nabijheid der
objecten overgebracht zullen moeten wor
den, al neemt het afbreken, transportee
ren en opbouwen natuurlijk eenlgen tijd in
beslag. De aard en ligging der werkgelegen
heden is in ons klein, dichtbevolkt en voor
het grootste deel intensief in cultuur ge
brachte land niet zoodanig, dat tot plaat
sing van permanenter legeringsgebouwen
overgegaan kan worden. Meestentijds zul
len kleinere eenheden gedurende beperkten
tijd op een bepaalde plaats bivakkeeren.
Uit dit alles volgt, dat nu maar niet dade
lijk op 15 Juli een aanvang gemaakt kan
worden met de werkzaamheden zelve voor
50.000 man. Toch moeten onze soldaten
dien dag reeds duidelijk het gevoel heb
ben, dat zij in een nieuwe organisatie opge
nomen zijn, die actie vraagt. Daarom zal
op dien datum alles gedaan worden ter be
vordering van orde, tucht, discipline, sport,
en zang onder de manschappen. Aan de
sport vooral zal een groote plaats inge
ruimd worden, hetgeen niet anders dan
toegejuicht kan worden.
Reeds dadelijk begint men met cursussen
voor de sportleiders ten einde deze ten
spoedigste voor hun nieuwe taak geschikt
te maken. Genie-officieren, deskundige on
derofficieren, vaklieden hun allen wacht
in dit opzicht een zware, doch uiterst dank
bare taak. Hier openen zich nog niet te
overziene perspectieven, want de mogelijk
heden tot het koppelen van een vakoplei
ding aan den O. D. buiten de eigenlijke
grenzen van het opbouwwerk zijn vele.
Vooralsnog zal voor alle militairen, die
in den opbouwdienst ingedeeld zijn, dezelf
de bezoldigingsregeling gelden als voorheen.
Slechts zullen vervallen de toelagen, die in
verband stonden met den buitengewonen
toestand, zooals b.v. de mobilisatietoelage.
Wel gaat de kostwinnersvergoeding gewoon
door, terwijl ook de reiskosten en eventueele
kosten van overplaatsing voor rekening van
het rijk komen.
Ten aanzien van het vraagstuk der be
looning. dat in de naaste toekomst nader
bezien zal worden, is in dit stadium nog
geen definitief besluit genomen. Met vele
overwegingen moet hier rekening gehouden
worden en het is ten slotte niet onmogelijk,
dat de bezoldiging niet, zooals in de weer
macht, naar Gen rang geschieden zal, doch
verband zal houden met de functie, die de
betrokkene bekleedt.
VOOR WOENSDAG 10 JULI.
Jaarsveld. 414.4 M. VARA.-Uitzending
8.00 Berichten ANP. 8.10 Orgelspel 8.45
Gr-muz. 10.00 VPRO.: Morgenwijding
10.15 Declamatie 10.30 Grmuz. 11.30 De
clamatie 11.47 Hobo en plano (opn.) 12.00
Berichten 12.05 VARA.-orkest 12.45 Be
richten .ANP. 1.00 Gr-muz. 1.15 VARA.-
orkest 2.00 Esmeralda en soliste 2.45 Or
gelspel 3.30 Zang en plano 3.45 Voor de
kinderen 5.30 De Ramblers 6.00 Rosian-
orkest en solist (opn.) 6.40 Letterkundig
overzicht 7.00 Berichten 7.05 Felicitaties
7.10 Koorzang 7.30 „Sylvia"-Amusements
orkest (opn.) 8.00 Berichten ANP. 8.15
Puzzle-uitzending 8.30 Esmeralda en solist
9.00 Radiotooneel 9.30 VARA.-orkest en so
list 10.15—10.30 Berichten ANP.
Kootwijk. 1875 M. AVRO.-Uitzending
7.00 Berichten (Duitsch) 7.15 Berichten (En-
gelsch) 7.30 Gr.muz. 8.00 Berichten ANP.,
gr.muz. 8.40 Orgelspel 8.55 Grmuz. 9.30
Berichten (Vlaamsch) 9.45 Grmuz.
10.00 Morgenwijding 10.15 Grmuz. 10.30
Ensemble Jonny Kroon 11.15 Berichten. (En
gelsch» 11.30 Ensemble Jonny Kroon
12.30 Berichten (Duitsch) 12.45 Berichten
ANP. 1.00 AVRO.-Aeolian-orkest en solist
145 Gr.muz. 2.00 Berichten (Duitsch)
2.15 Concert (opn.) 3.15 Berichten (Engelsch)
3.30 AVRO.-Amusementsorkest 4.40 Piano-
soli 5.00 Berichten (Duitsch) 5.15 Omroep
orkest 6.15 Berichten (Engelsch) 6.30
Onderw. Scheepv.: Causerie „De vaarwegen In
West-Europa" en taalles 7.00 Grmuz. 7.40
„Nederlandsch provincieschoon". causerie met
reportage 8.00 Berichten (Duitsch) 8.15
Berichten ANP., eventueel Grmuz. 8.30 Be
richten (Engelsch) 8.45 Berichten (Vlaamsch)
9.00 Grmuz. met toelichting 9.15 Be
richten (Engelsch) 9.30 Vervolg van 9.00
9.45 Berichten (Vlaamsch) 10.00 Berichten
-Duitsch» 10.15—10.25 Berichten ANP.
11.1511.30 Berichten (Engelsch).