n Het werk van den wederopbouw Wie? Ons Kort Verhaal Hoe veel, en hoe duur? Binnenland LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad Zaterdag 6 Juli 1940 I Welke bon is geldig! Uiteenzetting van dr. Ringers Soms gaat het geluk voorbij Een aanschouwelijke vergelijking tusschen verschillende brandstofsoorten voor automobielen VERVANGINGSBRANDSTOFFEN Eenige verlichting in de schoenendistributie i j Bon nr. 75 j Bon nr. 80 Bon nr. 85 Broodbon nr. 41 t.m. 50 1 Broodbon nr. 51 t.m. 60 Petroleumbon nr. 2 In de dagelljksche persconferentie te Den Haag. heeft dr. ir. J. A. Ringers, re- geeringscommLssarls voor den wederop bouw. een uiteenzetting gegeven van het werk van het regeeringscommissariaat voor den wederopbouw. Op 21 Mei jj. zoo zeide spreker werd het regeeringscommissariaat voorden wederopbouw ingesteld. Het doel en de be voegdheden van het commissariaat zijn welbekend, terwijl de omschrijving van de taak van den regeeringscommissaris luidt, dat deze belast is met: het herstel van het verkeerswezen, de drooglegging van onder waterzettingen. en den wederopbouw van .steden en dorpen, en al hetgeen daarmede samenhangt. Tot den staf van toegewijde medewer kers behooren o.a. het lid van den raad van state, oudlminister mr. J. B. Kan. als algemeen adviseur, de gep. gen .-majoor van het K.N.IX., L Chr A. van de Kas- teele. die de materiaalvoorziening onder zijn hoede heeft, de hoofdingenieur van den rijkswaterstaat, ir. H. W. Mouton, de ingenieur van den rijkswaterstaat dr. Z. Y. van der Meer, de directeur van water leidingmaatschappij „Overijssel", ir J. C. Keiler, de Inspecteur van het departement van financiën J. T. Verbaas, voor de lei ding van dc afdeeling financiën en per soneel en de Inspecteur van den dienst voor de werkverruiming Ir. J. A W. M. Vetter, voor de afdeeling voortzetting wer ken. Dit zijn slechts enkele namen van den staf van den regeeringscommissaris. waar van er alleen in het gebouw van de B. P. M bijna 60 personen zijn ondergebracht. Voor het droogleggen van onderwater zettingen werd gebruik gemaakt van de provinciale waterstaatsdiensten der drie provinciën, waarin deze gelegen waren. Een deel van het inundatiewater kon vrij wegloopen, maar een ander deel moest worden weggemalen. Nu was bij de wet van 4 April 1940 een organisatie in het leven geroepen, welke moest dienen om polders, die door oorlogsgeweld zouden zijn beschadigd, weder zoo spoedig moge lijk te herstellen en droog te malen. Daar voor waren een groot aantal hulpmotor- gemalen aangemaakt. Deze werden door de bedoelde waterstaatsdiensten opgesteld en draaiden reeds op den dag van de offi- cleele lndlenststelling van het commissa riaat. Dc groote voldoening werd ge smaakt. dat binnen drie weken bijna al de diepe polders, die hun water niet konden laten wegloopen. door bemaling waren drooggelegd en het landbouw- en veebe drijf daar weer voortgang kon hebben. Voor herstel van het verkeerswezen, dat door het vernielen van talrijke bruggen, geheel in de war was, waren dadelijk twee diensten paraat: voor de spoorwegen de Nederlandsche spoorwegen, voor de land en waterwegen: de rijkswaterstaat. Aan beide werden groote delegatlën verstrekt om te doen wat noodig was. De werkzaam heden van den regeeringscommissaris konden zich daarbij in hoofdzaak beper ken tot het nagaan van de vraag, waar op bepaalde punten het eene verkeer aan het andere moest voorgaan dan wel een richting most worden aangegeven omtrent hetgeen het eerst aan de beurt moest ko men. Deze werkzaamheden bleken bijna niet noodig. In het voorafgaande werd slechts ge sproken over dat deel van den taak, dat misschien het best met „voorziening in eerste moeilijkheden" zou kunnen worden aangeduid. Daarnaast is er echter het wederopbouw- werk in eigenlijken zin: het bouwen van nieuwe steden en nieuwe dorpen, daar, waar het oorlogsgeweld zijn verwoestingen heeft aangericht. Dit werk grijpt zoowel door zijn omvang als door de andere daarbij betrokken proble men diep in in het geheel van onze maat schappelijke structuur. De vraagstukken, welke zich hierbij voordoen, zijn van ver schillenden aard. Men zou globaal kunnon zeggen: de zaak heeft een technische, een flnancieelen en een materlaal-economischen kant .terwijl zich tenslotte daarbij ook vraagstukken voordoen, verband houdende met de organisatie van den arbeid. Men kan deze zaken niet van elkaar schelden. Als eerste eenvoudig geval noemde spr. den herbouw van een boerderij. Deze moet toch zoo doelmatig mogelijk worden inge richt. Het nationale belang elscht dit, ook al zou het den eigenaar zelf voor het oogen- blik onverschillig laten of al zou deze hierop de juiste kijk missen. Daarom is de her bouw van boerderijen georganiseerd door een bureau van het regeeringscommissariaat van de voedselvoorziening, dat daar voor samenwerkt met het commissariaat. Als tweede voorbeeld noemde spreker het spoorwegvraagstuk in Rotterdam. Er zijn alerlel belangen, waarmede rekening moet worden gehouden: stedebouwkundige be langen. havenbelangen. verkeersbelangen, spoorwegbelangen, aesthetische belangen. Dit alles moet tegen elkander worden afge wogen. Het verloop wordt aldus: Rotterdam maakt zijn stadsplannen, de spoorwegen maken een spoorwegplan, wa terstaat geeft zijn eischen aan uit water staatkundig oogpunt, architecten moeten deze bewerken om iets degelijks en schoons tot stand te brengen, enz. enz. maar de ver antwoordelijkheid voor dit alles ligt ten slotte bij het regeeringscommissariaat. De regeeringscommissaris moet al deze werken coördineeren, strijdende belangen met el kaar in overeenstemming brengen, geschil len uit den weg ruimen, beslissingen nemen, enz. Kortom hij zorgt voor de groote lijn, hij is de coördinator. Ook met den flnancieelen kant van de zaak heeft de regeeringscommissaris be moeienis, omdat het een belangrijk deel vaj> zijn taak Is. te zorgen, dat het niet bij plan nen maken blijft, doch dat er ook werfcelijk wordt herbouwd. In beginsel zijn wij het er wel over eens, dat het niet billijk zou zijn de door oorlogsgeweld toegebrachte schade geheel ten laste te laten van hen, die meer direct door dit oorlogsgeweld getroffen zijn. Nu is de vaststelling der tegemoetkomin gen in de schade en wat daarmede verband houdt zeker geen gemakkelijke materie. De leider van het departement van finan ciën wordt daartoe bijgestaan door de be kende commissie-van Leeuwen, die over dit onderwerp het departement van financiën adviseert en thans bezig is een uitvoerige enquete van dc geleden schade te houden. Daarnaast hebben rijksdiensten en de Nederlandsche spoorwegen nagegaan wat aan openbare gebouwen en werken voor schade is toegebracht. Door het departe ment van financiën wordt met kracht aan deze zaak gewerkt en met vreugde kunnen wij vaststellen, dat ten aanzien van de eerste f. ^0.000 schade in vele gevallen reeds een definitieve regeling kon worden ge troffen. Talloos velen weten reeds waaraan zij toe zijn. De regeeringscommissaris moet er daarbij voorzorgen, dat de uit te keeren vergoedingen werkelijk voor herbouw ge bruikt worden en men niet van de ontvan gen gelden gaat rentenieren. Tenslotte moet er voor gezorgd worden dat de materialen, die nu Immers schaarsch zijn, slecht* gebruikt worden voor werkelijk belangrijke doeleinden. In verband daar mede moet ook leder die een werk wenscht voort te zetten, een machtiging heDben van den regeeringscommissaris. Van de groote hoeveelheden werken, die onderhanden waren iwlj schatten deze wer ken op f. 240.000.000) kreeg 95 °/o vergunning om voortgezet te worden. Doch daarmee is ook een groot gat geslagen in den materiaal- voorraad van Nederland. Wel blijft nog genoeg over om op beschei den schaal te beginnen met wederopbouw, maar wij zijn zeer zeker dat, wanneer im port van bouwmaterialen bezwaren blijft ondervind en.de wederopbouw zeer bemoei lijkt zal worden. Na de uiteenzetting van dr. Ringers heeft de commissaris-generaal voor financieele aangelegenheden dr. Fischböck verklaard, dat zijn aanwezigheid op de conferentie geenszins toevallig was. Men moet er een teeken in zien hoezeer de zaak van den wederopbouw hem ter harte gaat. Hij is als het ware de eerst-belanghebbende. Dr. Fischböck verklaarde waardeering te hebben voor het werk van dr. Ringers en wenschte hem veel succes. Indien er zich moeilijkheden voordoen, kan men er zeker van zijn dat die in de problemen zelf liggen. Natuurlijk zal de grondstoffensituatle het werk van den wederopbouw belemmeren in Duitschland zelf heeft men derhalve ook vele openbare werken moeten uitstellen doch de uiteenzetting van dr. Ringers toont aan, dat desalniettemin toch dc hand aan den ploeg wordt geslagen. verstopping, overmatig vet wlf doen verdwijnen en de schade lijke gevolgen: aambeien, rheu- matlek, zenuwachtigheid wil voorkomen, die zuivere bloed en Ingewanden met Or. Schieffer't Stofwlsselingszout Hot resultaat fs verrassend l Men bespeurt terstorid den grooterr dienst aan de gezondheid; men gevoelt zich vrijer en beter. Flacon f 1.06. Oubbolo flacon f l.fl bij apotheker* en vakdrpgieten. 5768 (Ingea Med.) Door J. P. BALJÉ. „Worris-wakker!" stootte Jan Veerkamp zijn collega Balllnga aan, „je ziet met open oogen achter je machine te staren, kerel. Laat geworden, gisteravond?" Piet Ballinga schrok op. Een rimpel kwam tusschen z'n oogen en een beetje nijdig op zichzelf schudde hij het hoofd. ,.Ik kan mijn kop er niet bij houden!" bekende hij. „Ik tik m'n brieven automa tisch en zoo nu en dan zitten m'n gedach ten heel ergens anders." Veerkamp floot zachtjes tusschen de tanden. „Vrouwenperkara?" Hij kende Bal linga zoo langzamerhand. Deze knikte. „Lamme geschiedenis." Even zweeg hij. vroeg dan plotseling: „Zeg, Jan, heb je lust in het wandeluurtje even een kop koffie met me te gaan drinken." „Best! En geneer je niet voor me, kerel, stort je hart maar weer eens uit!" Veer kamp grijnsde even. „Het zal niet de eerste keer zijn." „Nu is het wat anders, Jan. Enfin, lk zal het je straks wel vertellen." Ze zaten tegenover elkaar ln het restau rant. Piet Ballinga speelde nerveus met het lepeltje van z'n koffie en keek naar het drukke gewoel op het Damrak. ..Je kent me. Jan," zei hij strak. „Je weet, dat ik au fond een ellendige cynicus ben en dat ik meisjes eigenlijk nooit hee- lemaal serieus kan nemen. De tijd ligt al lang achter me, dat ik luchtkasteelen bouwde en droomde van liefde in een hutje en tortelen in den maneschijn. In m'n schooljong ens tijd had ik van die idealen. Nu ben ik dertig en alles wat ik vroeger mooi en heilig vond is kapot gegaan. Een enkelen keer speet me dat wel eens, maar ik ben een te groote cynicus, om ook met die spijt weer niet te spotten. Maar nu. Hij kneep in het lepeltje, dat zijn hand wit werd. „Ik weet niet wat het is, kerel, al die meispes schijnen me nu banaal, vervelend en onbelangrijk toe, en met Ina Is het net, of er weer zooiets van vroeger is terugge komen Zoo nu en dan. schrik ik van me zelf. Dan betrap ik me er op. dat er waar achtig weer zoo'n scheut door me heen gaat. als lk aan Ina denk, weet je wel. dat malle gevoel, dat je vroeger had, als je verliefd was en je onverwacht aan het voorwerp van Je adoratie dacht, of haar tegenkwam. Dan moet lk al m'n verstand te hulp roepen om die nonsens wèg te re deneeren, om niet weer die dwaze Jeugd idealen te gaan koesteren, die Je ln je kal- verllefdestljd hadIs dat niet gek?" „Waarom zou JIJ niet evengoed verliefd kunnen worden als ieder ander, Piet?" vroeg Veerkamp. „Ik zie daar niets geks in. Is je cynisme geen pose? Als je nu wer kelijk het meisje ontmoet, waar Je van houdt? Tot nu toe is dat natuurlijk nooit het geval geweest Ballinga keek hem fel aan. „Nee, Jan, ik poseer niet voor cynicus, ik wéét veel te goed, dat ik door en door cynicus bénZ* Weer was er even een stilte. Toen legde Ballinga zijn hand op Veerkamp's arm en dringend vroeg hij: „Geloof Jij werkelijk aan hét meisje, Jan, gelóóf jij aan die soort voorbeschikking van twee, die voor elkaar geboren zijn en die alleen maar samen gelukkig kunnen worden?" Jan Veerkamp aarzelde. „Noukijk eens.dat lijkt me een beetje al te mooi. Heeleméèl daarin geloooven, neemaar dat twee menschen een werkelijk groote liefde voor elkaar kunnen opvatten, en dat jij evengoed als leder ander één van die twee zou kunnen zijnnatuurlijk, Piet, daar geloof lk zeer beslist aan." „Ik hou werkelijk van het kind," zuchtte Ballinga, „ze is nog maar twee en twintig, ze is lief en ze houdt ook van me...." „Wat zit je dan te zuchten, idioot?" schold Veerkamp vriendschappelijk. „Dan is er toch geen vuiltje aan de lucht." „Dat is er wel. Ze is verloofd. En het is niet fair tegenover haar verloofde, zegt ze." Veerkamp trok de wenkbrauwen op. „Jullie zijn allebei ezels. Als die Ina van jou houdt, dan moet ze die verloving ver breken. Natuurlijk, prettig is zooiets nooit, maar er zijn al duizenden verlovingen ver broken en als Je Je vergist hebt, is het beter, zoo'n vergissing te herstellen, dan die eeuwig te laten voortduren." Mijmerend roerde Ballinga in zijn ijs koude koffie. „Ik weet niet, of ik het haar mag vragen," aarzelde hij, „hoe lang düürt geluk, hoe lang duurt die gekke school jongensbul van me? Met andere meisjes had ik er na een paar bioscoopjes, een paar avondjes in een dancing al genoeg van. Altijd was er iets, dat me hinderde. De één was te lacherig, de andere te stil. een derde had een knap gezicht, maar een leeg hoofd, enfin, je weet er genoeg van. „En Ina?" „Ina is een lief kind. Maar misschien De algemeene belangstelling voor het pro bleem der vervangingsbrandstoffen komt onder meer tot uiting ln de veelvuldig ge stelde vraag, hoe dc vergelijking uitvalt der brandstofhoeveelheden, waarmee de automobielmotor evenveel arbeidsvermogen kan ontwikkelen als op een gegeven kwan tum benzine. En wat dan voor die vergelijkbare hoe veelheden moet worden be taald? Liever dan door een dood rijtje cijfers onder elkaar te zetten, heeft de K.N.A.C. getracht, 'het antwoord op deze vraag aanschouwelijk te geven In een teekening, welke de, qua motor-ener gie aan 1 liter benzine ge lijkwaardige hoeveelheden hout, anthraclet, houtskool en lichtgas ln onderling Juiste afmetlngsvertioudln- gen voorstelt. De eerstge noemde drie brandstoffen worden uiteraard ln een gasgenerator aan boord van den wagen verstookt; bij lichtgas is onderscheid ge maakt tusschen hooggecom- primeerd gas ln een stalen flesch, en gas onder slechts een fractie meer dan atmos- ferlschen druk in een bal lon, omdat de geweldige vo- lumeverschillen daarbij dui delijk aan den dag treden. Dat de gaszak boven op een auto in werkelijkheid niet den bolvorm zal hebben, die ze op de teekening wél heeft, doet aan de aanschouwelijk heid der volume- en dus plaatsruimte-verschillen uiteraard niets af. Ten aanzien van de aequlvalent gestelde brandstofhoeveelheden, uitgedrukt in de voor elke brandstof gebruikelijke maat- eenheid, moet men goed ln aanmerking ne men, dat de gegeven cijfers noodzakelijker wijs gemiddelden zijn, omdat dc kwaliteit van de brandstof, het type en de constructie van de installatie, motor incluis, mitsgaders de aard van het bedrijf, een belangrijk rol kunnen spelen. In bepaalde gevallen zijn dus niet onaanzienlijke afwijkingen, meestal naar den ongunstlgon kant toe, mogelijk. In nog sterker mate geldt dit voor de aangegeven kostprijzen van elk dier hoeveelheden, zulks in de eerste plaats, om dat voor de meeste der bewuste brand stoffen geen vaste marktprijs bestaat. De K.N.A.C. heeft dan ook geen enkelvoudige bcdragon willen vermelden, ca een prijsge bied genoemd, teekent daarbij echter aan, dat zelfs dc aangegeven grenzen nog niet altijd de uitersten zijn. Plaatselijke omstan digheden, dc inkoop-wijze cm -hoeveelhe den, dc bedrilfspolltlek, indien het omgas- fabrieken gaat deze en nog andere iac- voos BENZINE (OllUITWAAtOIOI HOIVIILHIOIN IN NAAU I toren oefenen op de prijskwestie een be langrijken invloed uit. In het bijzonder de kostprijs van hout varieert zoo enorm met de soort en de plaats, dat hiervoor nauwe lijks een bedrag, waaraan men een greintje houvast heeft, kan worden gegeven. De on gelijkheid der kosten voor gelijkwaardige hoeveelheden lichtgas in flesschen en licht gas in ballons berust op den factor com- fircsslekosten, waarvan de grootte alweer n aanmerkelijke mate van de omstandig heden ofhangt. Tenslotte zij nog vermeld, wellicht ten overvloede, dat de prljscljfers die der zui vere brandstofkosten zijn, en afschrijvin gen of onderhoudskosten van de installa ties op den wagen er dus niet ln werden verwerkt. Daarvoor zouden trouwens geen gegevens genoeg bestaan. ontdek lk over een week, of een maand, of een Jaar tóch iets, dat me niet bevalt." HIJ zuchtte opnieuw. „Je kan me niet helpen, Jan. Vanavond spreek lk haar en dan zal ik wel eens verder zien." „Wees verstandig, kerel, Soms is het ge luk dichtbij en dan moet je het grijpen zonder angst 1" Plet Ballinga ontmoette Ina dien 'avond avond op de afgesproken plaats en samen wandelden ze door de donkere, verlaten straten van een buitenwijk. „We moeten het uitpraten, Piet," zei het meisje zenuwachtig, „ikikheb avonden en avonden er over nagedacht, hoe dat tusschen ons moest worden, en., en.ik geloof, dat het beter is, elkaar niet meer te zien. M'n verloving met Gé staat ons in den weg. Het Is gemeen, wat ik doe. Wewe.... moeten afscheid ne men, Piet, dat Is het beste." „Als Jeals jeje verloving eens uitmaakte, Ina?" Ina schudde twijfelend het hoofd. „Het zou zoo sneu zijn voor Gé. Hij houdt erg veel van me. Ik kan niet „En jij? Hoe staat het met (Jou. Ina?" „Ikwel.... ik heb Gé altijd heel aar dig gevondenhij is erg goeden enhij houdt van me.... en daar om Ze kwamen in het licht van een lan taarn en keken elkaar aan. Ina's lip trilde, tusschen Piet's oogen was de rim pel. Hij zweeg. Toen stak ze hem plots de hand toe. „DagPlet." Hij keek van haar weg. „Ineke...." Ze draaide zich snel om. hij hoorde het vlugge klikken van tyaar hakjes, zag haar figuurtje verwazen, hoe verder ze den lichtschijn van de lantaarn ontvlood. HU had haar terug willen roepen, maar er kwam geen geluld uit zUn mond. Iets van de pijn, die hU vroeger gevoeld had, voel de hij van binnen. Misschien was het Iets moois, dat nu uit zUn leven verdween. Mlsschièn Vlug stapte Ina door, nadat ze Plet ver laten had. Ze hoopte, dat hU haar terug zou roepen, dat ze zUn voetstappen achter zich zou hooren, al was ze er ook bang voor. Maar er kwam niets. Ze was Gé trouw gebleven, maar ze voelde er geen vreugde om. Haar keel was rauw en dik, als van onvergoten tranen en haar mond trilde een beetje. Met blinde oogen liep zc verder Soms gaat het geluk voorbU! En er zUn sterke handen noodig om het te grUpen, anders glipt het weg in de duisternis. Men wèèt niet altijd, d&t het het Geluk is, want het heeft verschillende gestaltenen zonder levensdurf laat het zich niet van gen I (Auteursrecht voorbehouden.) (Nadruk verboden). INKOMEN-LIMIET VERVALLEN EN UITZONDERINGSBEPALINGEN. Naar het Hbl. verneemt zUn in de bepa lingen betreffende de schoenenindustrie eenige wUziglngen aangebracht. Zooals men weet gold tot dusver o.m. de bepaling, dat men een maximum Inkomen van f.1200 moest hebben, benevens slechts één paar schoenen, wilde men op vertoon van een bon een paar nieuwe schoenen kunnen koopen. Thans is het genoemde be drag geheel komen te vervallen; een leder, die slechts één paar schoenen heeft, welk paar moet worden gerepareerd, heeft recht om een paar nieuwe schoenen te koopen. Een en ander moet op een daartoe ter be schikking gesteld formulier worden inge vuld en door den aspirant-kooper worden onderteekend, waarna men een bon ont vangt, waarop men schoenen kan koopen. Voorts zijn uitzonderingsbepalingen aan gebracht, bijv. voor menschen, die ln het bezit zijn van één paar werkschoenen en één paar wandelschoenen. Moeten b.v. de werkschoenen resp. wandelschoenen worden gerepareerd, dan kan ook in dit geval één nieuw paar werkschoenen resp. wandel schoenen worden gekocht. Natuurlijk op vertoon van een bon. Vervolgens is een speciale regeling ge maakt voor personen, die werkzaam zijn in gestichten, ziekenhuizen en speciale inrich tingen, waar het dragen van een speciaal schoeisel is voorgeschreven. Ook voor mili tairen in wcrkelijken dienst is een uitzon dering gemaakt. Zij hebben op vertoon van hun zakboekje het recht op het koopen van een paar nieuwe schoenen. Ten aanzien van kinder- en meisjes- schoenen is de wenschelijkheid bepleit, dat een minder straf standpunt moet worden ingenomen dan tot dusyerre werd gedaan DE SCHADE-ENQUETE-COMMISSIE VOOR ROTTERDAM. In het stadhuis aan den Coolslngel te Rotterdam, heeft gistermiddag Ir. W. H. van Leeuwen, voorzitter van de commissie- oorlogsschade, de schade-enquéte-commis- sle voor Rotterdam geïnstalleerd. NATIONAAL FRONT. Met ingang van 1 Juli 1.1. is door Arnold Meijer, leider van Nationaal Front, be noemd tot landelijk commandant van de „garde" van Nationaal Front, de heer C. C. Küpfer, gepensioneerd kapitein-vlie ger K.N.I.L. N.S.B.-ERS IN ÏNDIË IN VRIJHEID GESTELD. De persdienst der N.SB moldt ons: Van betrouwbare zijde wordt ons mede gedeeld, dat de leden der N.8.B. in Ned.- Indië op Maandag 1 Juli d.l. uit de inter- neeringskampen z(jn ontslagen. Jülllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll L E(t.m. 12 Juli) 2/ oni bloem of bakmeel. (t.m. 25 Juli) i 1 kilogram suiker. (t.m. 2 Augustus) ons thee of *2 pond koffie (t.m. 11 Juli): 2000 gram brood. (8 t.m. 18 Juli) 2000 gram brood. (t.m. 14 Juli) 2 liter petroleum. ^Illlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllrr HANDHAVING VAN SLUITINGSTIJDEN. De secretaris-generaal, waarnemend hoofd van het departement van binnenlandsche zaken, heeft aan de burgemeesters een schrijven gericht, waarin hij het volgende mededeelt. Van Dultsche zijde is de opmerking ge maakt, dat het in verschillende gemeenten zou voorkomen, dat aan de vastgestelde sluitingsuren niet voldoende de hand wordt gehouden. Mede uit een oogpunt van de bescher ming van de bevolking tegen luchtaanval len wordt nauwgezette handhaving van de sluitingstijden noodzakelijk geacht. Met klem wordt verzocht voor zoover noodig de ter zake noodzakelijke maatre gelen te nemen, om nauwgezette handha ving van de sluitingstijden te bevorderen. GEEN MOND- EN KLAUWZEER MEER. In de week van 23 t/m 29 Juni heeft zich noch bU de runderen, noch bij de kalveren, noch bij varkens, biggen, schapen en gel- ten een sterfgeval tengevolge van mond en klauwzeer voorgedaan. 2—3

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1940 | | pagina 10