ïh De Duitsche troepen in Parijs - Een oud vervoermiddel in eere hersteld i 8 Isfe Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad Af FEUILLETON BLOED VAN BOEDDHA" - il w NA DE INNAME VAN PARIJS. DUITSUHB SOLDATEN VOOR HET HISTORISCHE SLOT VAN VERSAILLES. PARIJS IN DUITSCHE HANDEN. 80LDATEN MARCHEEREN OVER DE PLACE DE VENDAME. \v>/' i DRUKTE OP DE AARDAPPELVEILING TE BROEK OP LAN- GENDIJK. Groote hoeveelheden van dit belangrijke volks- voedsel worden er verhandeld. VOOR DE VEILIGHEID VAN DE BADERS WORDT TE KIJKDUIN GOED GEWAAKT. Doorloopend staat de wacht met kijker en hoorn op post om de baders, die te ver gaan, te waarschuwen. Mocht er gevaar dreigen dan staat de reddingboot klaar om in te grijpen. DE TREKSCHUIT HERlLEEFT. OP HET TRAJECT VOLENDAM— EDAM IS DIT BEZADIGDE VERVOERMIDDEL WEER IN DIENST GESTELD. door HAROLD WARD 3) „Tusschen tien en elf, meen ik", zei Lee, „lk herinner me, dat het om elf uur droog was". „Dan kan hij niet naar deze plek geloo- pen zUn", stelde de ander vast. „Er zijn geen voetsporen, behalve die van meneer Page". „Dus?" vroeg Fenton. Roodhaar knielde naast het lijk, hy tilde een arm op, en liet hem weer vallen, waar na hij zijn handen met zijn zakdoek schoon veegde. „Het gras onder het lichaam is nat", zei hij tot Fenton, „hij moet hier dus na den regen gekomen zijn." „Dan zou hij zich dus opgehangen moe ten hebben, terwijl Page hier rondliep," merkte die op. De ander keek hem vragend aan. „Wie zegt je, dat hij zichzelf opgehangen heeft?" vroeg hij. Fenton keek verlegen. „Ik ehik dacht Die man is al eenige uren dood, zooals dokter Fay zoo meteen zal bevestigen. Hij was dood, toen hij uit den boom viel, of Waar hü anders uitgevallen mag zijn. Kijk maar, de halsspieren onder het touw zijn strak, het gezicht vertoont geen enkel van de typische verschijnselen die bij dood door wurging optreden, de oogen pullen niet uit Fenton was niet op zijn gemak. Diep in gedachten wreef hij met den rug van zijn hand over zijn kin. „JU wilt dus beweren, dat iemand dien armen kerel doodde, voor hij hem in dien boom hing?Hij hing toch aan dien boom, toen Page er tegen aan liep, niet?" Roodhaar trok zUn schouders op. „Ik kan Je alleen vertellen, wat ik zie", zei hij. „Ja, in ieder geval hing het touw nog over een tak. Page heeft het immers zien vallen, toen hU tegen het lichaam aan liep?" „Ik begrijp er niet veel van", zei Lee, naar voren komend. „Ik was zelf onder de porte- cochère, tegen elf uur. Ik heb de groote lamp aangedraaid om te zien waar ik liep, er lagen overal plassen!" Na een oogenblik voegde hij eraan toe: „Ik wilde zien, of het opklaarde." De lange man keek hem scherp aan. „Wat zag U?" vroeg hij. „Niets," antwoordde Lee. „In ieder geval geen lijk." „Ik kan me toch niet voorstellen, dat er iemand met dat lijk hier rondgezeuld heeft in afwachting van een kans om het hier aan een boom te hangen!" riep Fenton uit. „Toch moet ij op de een of andere manier hier gekomen zijn. Jij zegt, dat hij al een paar uur dood is, Lee beweert, dat hij er nog niet was. toen de regen ophield. Ik zou wel eens willen weten, hoe dan kan!"' Jimmy Page kwam een pas naar voren. „Misschien kan ik er toch nog licht op wer pen", zei hy. „Ik herinner me, dat ik om kwart over tvaalf op mijn horloge keek, daar ik verwonderd was, dat Vlreh. omdat ik wou weten, hoe laat het was. Op dat oogenblik gebeurden er twee dingen. Ik zag een vliegtuig recht over het huis gaan, en een oogenblik later hoorde ik een plof dicht bij". „Hm", zei Fenton. en wreef met verdub belden ijver langs zUn kin. HU haalde een pluk tabak uit een gedeukte blikken doos, en stopte dat achter zijn kiezen. „Hoor je dat?" vroeg hij aan den langen man. „Nou weten we het!" Deze antwoordde niet direct. Hij belichtte de onderste takken van den eik en keerde zich toen weer tot Fenton. „Denk JU, dat het lichaam uit het vlieg tuig geworpen werd?" „Dat zou best kunnen", antwoordde Page opgewonden in diens plaats. „Misschien was het onder aan het vliegtuig gebonden, het touw is losgeraakt, en „OnmogelUk", viel Roodhaar hem kort in de rede. „Als een lichaam van een dergely- ke hoogte valt, zou de boom beschadigd moeten zUn. En daar is niets van te zien, integendeel, de regendruppels hangen nog aan de takken!" „Maar zoojuist heb Je beweerd, dat er geen voetstappen gemaakt zyn na den re gen. behalve die van Page", bracht Fenton in het midden. De ander knikte toestemmend, en wendde zich toen weer tot Page. „Hebt u lucifers aangestoken, toen u het lyk onderzocht?" vroeg hU- „Ja. een stuk of wat." De man wendde zich nu tot dokter Flav. „Wilt u het lichaam onderzoeken, dokter? Ik ben benieuwd of ik gelUk heb, wat be treft den tyd, dat hU dood is." Fay voldeed aan het verzoek, en stelde een vluchtig onderzoek in. ZUn bekwame handen betastten het lichaam, daarna leende hU een zaklantaarn, en onderzocht enkele plekken wat nauwkeuriger. Op staand knikte hij toestemmend. „Dat komt wel ongeveer uit", zei hij, „natuurlykmoet ik voor een definitieve uitspraak een gron diger onderzoek instellen bij beter licht." „Kunt u de doodsoorzaak vaststellen?" De dokter schudde het hoofd „Neen. dat kan ik pas zeggen na de officleele ïyk- schouwing." „Maar u bent het met me eens, dat de man al eenigen tyd dood is?" Fay dacht na. Toen nam hU een lan taarn, trok de oogleden van den dooden man een weinig op en liet het licht er fel in schUnen. Met een langen, beenigenwys- vinger drukte hy het vleesch van een wang in. „Eenige uren", zei hU, opstaand, „dever- styving was al Ingetreden toen de strop om den hals gelegd werd, anders zou Je nu een Insnoering in den hals kunnen zien. In een warm klimaat, zooals hier, kun je daar echter nooit heelemaal zeker van zyn. in ieder geval zyn de ledematen volkomen ver- styfd." Fenton draalde nadenkend aan zyn snor. .Eigenaardig, dat ik aan dergehjke teekens geen aandacht heb geschonken", zei hij. „die wetenschappeiyke methodes van jullie kennen wy op het platteland niet". „Nu we het zoover eens zijn. dokter", zei de lange man. „kunnen we het lichaam la ten vervoeren naar een plaats waar u het beter kunt onderzoeken, misschien kan me neer Lee ons een geschikte plaats wyzen?" De eigenaar van Oakwood Manor knikte. „Het zal het eenvoudigst zyn, wanneer we hem naar het souterrain brengen, waar de cocktail-bar is". Fenton wendde zich tot zUn helper. „Jake help eens een handje, wy beiden met den dokter kunnen hem wel naar beneden dra gen!" De drie mannen bogen zich over het lichaam, terwyi Roodhaar bylichtte. Fen ton wond het touw op, en legde het op de borst van den doode. Toen lichtten zy het lichaam opuit een borstzak van het shirt gleed iets op den grond, iets, dat flonkerde en glansde in het schelle licht van de lantaarn „Allemachtig!" riep Fenton uit, „wat zul len we nu hebben?" Roodhaar bukte zich, en raapte het ge vallen voorwerp op. Voor de verbaasde oogen van het groepje menschen vertoonde zich in het helle licht een snoer prachtige robynen. Met een verbaasden uitroep kwam Lee een paar passen naar voren. „Hoe kan dat nu, dat zynVoor hij zyn zin beëindigen kon. sprong een klein mannetje met bakkebaarden en een bril met dikke glazen uit de groep naar vo ren. en trachtte het snoer uit de handen van den langen man te grissen „Hiergeef dat aan my!" riep hy, „het zyn de „Bloeddruppelen van Boed dha"!!" HOOFDSTUK m. Erfgenamen. „Wie bent u?" De lange man keek het kleine baardmannetje verbaasd aan. „Wilt u dat misschien eerst eens vertellen?" (Nadruk verboden). .(Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1940 | | pagina 5