Herstellende gewonden - Na den grooten slag in Vlaanderen LEIDSCH DAGBfAD Tweede Blad Echtpaar z.k. 81ste Jaargang FEUILLETON EEN KIJKJE IN HET ZIEKENHUIS AAN DEN ZUIDWAL TE DEN HAAG. HERSTELLENDE NEDERLANDSCHE SOLDATEN, DIE HET BLIJKBAAR GOED MET HUN VERPLEEGSTER VINDEN KUNNEN. DOOR DE DUITSCHERS GEVANGEN GENOMEN FRANSCHE EN ENGELSCHE SOLDATEN VERTREKKEN NAAR HUN KAMPEN, NA IN MONTREUIL BIJEENGEBRACHT TE ZIJN. NA DE INNEMING VAN BOULOGNE. EEN ZWARE FRAN SCHE KUSTBATTERIJ VIEL BIJNA ONBESCHADIGD IN DUITSCHE HANDEN. AAN DE SOESTDIJKSCHEKADE TE DEN HAAG GERAAKTE EEN TWEESPAN TE WATER. IN AFWACHTING VAN DEN KRAAN WAGEN, TRACHT MEN DE DIEREN KALM TE HOUDEN. VAN HET GEVECHTSTERREIN. EEN DOOR DE DUITSCHE ARTILLERIE KAPOT GESCHOTEN GECAMOUFLEERDE BUNKER. TOCH PER AUTO NAAR HET STADHUIS, MAAR MET EEN PAARDEKRACHT. TE WARMENHUIZEN KON MEN DEZEN EIGENAARDIGEN TROUWSTOET ZIEN. HOE DE MARKT REAGEERDE OP DE AANKONDIGING VAN DE PETROLEUM-DISTRIBUTIE. door Mr. KEA BOSSERS. 44) „Zeg Frank" vroeg ze even later. ..Zou den we nog niet eens één keertje samen uit kunnen gaan? Het kan me niet schelen waarheen. Ik ben in tijden geen deur uit geweest, eigenlijk niet meer sinds „De tenniswedstrijden" vulde Frank aan. „Dat wou je zeker zeggen hè, maar Je durf de niet." „Ik was bang. dat je weer ergens mee zou gaan gooien" zei Lies. „En ik kreeg angst voor mijn flesschen appelmoes." „Ik ben niet gooierig meer den laatsten tijd" zei Frank. „Daar heeft meneer Lan- conius me van genezen. Radicaal hoor. Al zat morgen de brievenbus vol anonieme brieven, dan zou ik nog geen spier ver trekken." „Ik hoor het Je zeggen" lachte Lies. „Maar van anonieme brieven gesproken, Toosgaat volgende week weg en ik weet nog heele- maal niet, of de Jonker al een nieuw meisje heeft gehuurd ..Daar zal hij Jou toch wel eerst in ken nen" veronderstelde Frank. „Maar zeg. om op d~t uitgaan terug te komen ik moet overmoi*L *1 naar Amersfbort en naar Baarn manden appels wegbrengen naar kennissen van den Jonker. Wil ik vragen, of je mee mag rijden?" „Ja, zalig zeg. Zou hij het goedvinden?" „Waarom niet? Hij vindt zelf, dat Je veel te weinig vrij neemt." „Een ideaal baas is hij toch." „Hij heeft aan ons ook ideaal personeel" zei Frank bescheiden. En zoo reden ze op een zonnigen herfst morgen „de Waeldonck" uit. Lies voorin naast Frank, achterin vier groote manden appels. „Of we naar de veiling gaan" vond Lies. „Zeg, ik ben nog nooit met Jou in uniform op stap geweest. Nu kunnen wc natuurlijk niet ergens leuk gaan dansen of zoo, hè?" „Allicht niet. Vin Je het erg?" „Och èrgMaar ik verlang toch wel heel erg naar eens wat afwisseling Naar eens iets dóls." Ze zou maar niet zeggen, hoe ze er naar snakte, weer eens écht genoeglijk uit te zijn. Theedrinken en dansen'een leuke bandMet zijn tweeën samen of met een paar gezellige menschen erbij. Ze zuchtte. Boterhammen in een melkinrichting en theedrinken in een bultencafétje nou ja het was beter dan niets. Per saldo had de Jonker ook kunnen eischen, dat ze vóór eenen terug warenEn de tocht was in ieder geval zalig. In Amersfoort laadden ze de eerste mand af „Kijk eens" zei Frank, toen hij terug kwam en hield zijn hand op." „Twee kwar tjes, je krijgt een plombière straks." „Fijn" zei Lies Frank, die zonder een spier te vertrekken fooien aannam. Hij had zich wèl loeren aanpalen. De volgende mand leverde een kwartje op. „Eh nu gaan we den wagen wegzetten en koffiedrinken" zei Frank. Voor de deur van de lunchroom, die ze hadden uitgezocht „netjes en niet te deftig hier zullen ze me wel niet terug sturen" zet Frank bleef h(j Ineens staan. „Verdorie, nu heb ik vergeten den wagen af tc sluiten. Dat is me nog nooit overkomen Straks stelen ze onze appels. Ga maar vast naar binnen, ik ben zóó terug." Lies stapte binnen, botste in de deur bij na tegen een oude dame op. „Sorry" sta melde ze, ving meteen een doos gebakjes op, die de oude dame bijna liet vallen. Toen„Tante Phine!" zei ze ontzet. „Lies. jij hier? Klnd.hoe gaat het? We dach ten dat jullie nog steeds in het buitenland waart." „Nee, wc zijn op het oogenblik hier" zei Lies overbodig. „En hoe maakt u het, Tante? Bent u hier gelogeerd? En hoe gaat het met Tante Martha?" „Best hoor. Maar je ziet er niet al te goed uit, wat ben je mager geworden. Ik zou Je op straat niet herkend hebben. Trou wens. mijn oogen worden heel slecht En wie was die officier, die zoo Juist bij je was?" vroeg het oude dametje nieuwsgierig „Die. officier??" Lies moest het even venverken. „O. dat was eh een ken nis van Frank een vlieger uit Soester- berg." „Zóózóó" zei Tante Phine, of ze het maar half vond. Tijd winnen, dacht Lies. In vredesnaam zien te ontsnappen, vóór Frank terugkwam Ze zou het niet overleven, de goeie ziel. „Welken kant moet u uit. Tante, dan loop ik een eindje met u op." „En je was toch van plan hier naar bin nen te gaan?" „Dat heeft geen haast" weerde Lies af. „Ik vind het veel te gezellig, u ontmoet te hebben. Is Tante Martha ook hier?" „Ja, we zijn beiden gelogeerd bij Mevrouw van Asperdonk. Je weet wel. die Je verleden Jaar bij ons ontmoet hebt. Haar man is in liet voorjaar overleden." „Zielig" zei Lies ijverig en zette er flink den pas in. Nu stond Frank natuurlijk in- tusschen in de lunchroom en wist niet, waar ze gebleven was. En Tante Phine ver dacht haar misschien van een afspraakje met een officier. Als Frank nu maar weg bleef, haar niet achterna kwam. Ze kreeg het benauwd. Omkijken durfde ze niet. En Tante praatte maar door. Over oude ken nissen, over de gezondheid van Tante Mar tha. Lies zei machinaal ,ja Tante" en ..nee Tante" en „o, wat prettig voor u". Eindelijk waagde ze het even om te kijkennie mand te zien. Ze bleef staan. „Nu, Tantetje, ik moet heusch terug, vindt 11 goed, dat ik hier afscheid van u neem?" „Hè Lies, Je zult toch wel even meegaan, om Tante Martha te begroeten0" „Nee. werkelijk niet, het spijt me ver schrikkelijk. maar ik moet eh mijn trein halen" hakkelde Lies. „Doet u heel veel groeten". Natuurlijk kwamen daar juist Franks lange beenen den hoek om. Hij was geluk kig nog een eindje weg en Tante was bij ziende „O juist" zei het oude dametje merkbaar gefroisseerd. „Laat ik je niet langer ophou den. Je vriend van zooeven komt er weer aan. zie ik. To ziens" Een koel handdrukje stijfjes wendde Tante Phine zich om Venvezen staarde Lies haar na Je kon het haar van achteren aanzien hofe'gechoqueerd ze was. de arme dot. Enfin nog beter zoo. „Hallo zeg. waar was jij ineens fceble- ven?" schalde Franks stem behoorlijk luid. „Is me dat een manier om er van door te gaan. Wou Je me kwaadwillig verlaten soms?" Toen kon Lies zich niet meer inhouden en haakte zich schaterend aan Franks arm „Drama nummer zóóveel" snikte ze. „O Frank, ik ben geblameerd, voorgoed. b:J de heele farilie!" „Welke familie?" vroeg Frank verbijsterd. „Bij de Tantes. Dat ze wees in de verte, waar een zwart schimmetje energiek voort stapte „dat is Tante Phine Die liep ik de armen, toen ik die lunchroom binnen wou gaan. En die vroeg onmiddellijk, wie die officier was. die ik daarjuist bij me had Ze bedoelde jou notabene ze is zoo kip pig. weet je en ik prevelde maar gauw iets van „een vlieger uit Soesterberg" en toen ben ik braaf met haar meegewandeld, in de hoop jou uit de buurt te houden, maar toen ik afscheid nam, kwam jij na- natuurlijk net den hoek om. En toen zei ze. zwaar gechoquee. „daar komt je vriend weer aan", en draaide me den rug toe. En ze heeft natuurlijk jouw hartelijke begroe ting óók gehoord Ziezoo. Over vijf minu ten weet Tante Martha het schandaal in geuren en kleuren. En Mevrouw van Asper donk. En overmorgen weet het daarginds de heele stad." Frank lachte onbedaarlijk. ..Funest, zeg. zou Jimmy zeggen. Heb ik jou in opspraak gebracht! Knappe echtgenoot, die me dat nadoet. Zullen we er samen eens lan^s wandelen, zóó bijvoorbeeld?" H>j sloes n arm om haar cchouders. inge den pret in "ijn oogen. „Ben je stapel?" zei L-Ji,. „Het is toch al erg genoeg." (Nadruk verboden), (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1940 | | pagina 5