Bronbeek viert het 125-jarig bestaan van de Militaire Willems Orde
Echtpaar z.k.
81ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
FEUILLETON
TOT SLOT VAN HET VIERDAAGSCHE BLOEMENFEEST TE
NOORDWIJK werd Zaterdag een bloemencorso georganiseerd,
waaraan door velen werd deelgenomen. Een der aardigste wagens.
FEIJENOORÜ BEHAALDE TE DELFT EEN 1—0 OVERWIN
NING OP D.H.C. en daarmede het kampioenschap van
afd. II. Het eenige doelpunt van den wedstrijd wordt gescoord.
TIJDENS DE INSPECTIE VAN EENIGE REGIMENTEN HUZAREN „ERGENS IN NE
DERLAND", Bovende standaardgroep van een bereden regiment. Onderde
paukenlst van een regiment huzaren-motorrijders toont zijn kunnen.
door
Mr. KEA BOSSERS.
20)
..Zeg" kraaide een hoogc meisjesstem,
..vind Je het niet Interessant?"
„Reuze zeg. En zoo knèp".
„Leuk haar heeft hij, hè. En wat bruin
nu al".
„Zeker naar de wintersport geweest. Ik
vind hem een echt sporttype. Zulke breede
schouders."
„Aan haèr vind lk niets aan, JIJ wel?"
kirüc de stem verder.
„Jasses nee. En hij doet zoo Innig tegen
naar."
„Nou zeg, als Je ook op Je huwelijksreis
bent!"
„Zijn ze dat? Hoe weet Je het?"
„Dat heeft Mevrouw hier zeh gisteren
aan Ma verteld. Ze zijn deze week pas ge
brouwd. En Ma zei, dat we ze niet mochten
storen, we moesten een beetje uit de buurt
blijven, zei Ma. dat was discreet."
„Jammer zeg. lk vind hem zoo'n dot om
naar te kijken. Maar wat romantisch, zeg."
.Ais lk trouw, wil lk ook een langen don-
teren man" zei bakvlsch één weer
„Nou, maar blonde mannen zijn soms
toch ook wel snoezig. Weet Je nog wel, 4
die film laatst?"
„Gustov Fröhlich bedoel Je? Jakkle nee."
•.Malle apen," dacht Lies. Wie zou die
lange donkere knappe bruine sportieve
man zijn, dien ze zoo vereerden. Hier ln het
hotel was er niemand, die aan de beschrij
ving voldeed. Behalve natuurlijk
Ineens ging haar een licht op. Ze sprong
overeind, schudde Frank door elkaar.
„Frank, leelljkerd, wordt eens wakker.
wAt heb JU gisteren aan Mevrouw verteld?"
„Ik wat gisteren lèèt me eerst
eens wakker worden o Ja d:.t je twee
badhanddoeken moest hebben."
„Nee schooier, heel wat anders! Vooruit,
biecht op."
Frank keek schuldig, ingehouden pret ln
zUn oogen. „Vin Je het erg, schat? Nee hè?
Zie Je, toen ik gisteren naar beneden ging.
zag ik Ineens de heele kudde in den salon
bij elkaar. En toen kreeg ik zoo verschrlk-
kcHjk het lana bU het idee, dat we daar
nu al die dagen mee opgescheept zouden
zitten, dat ik aan Mevrouw toevertrouwde,
dat wc op onze huwelUksreis waren. Het
was een ingeving zie je" zei Frank. „Maar
ik had niet verwacht, dat het zoo'n gewel
dig resultaat zou hebben."
„Dus daarom deden ze allemaal zoo
vreemd gisteravond. En daarom wou Me
vrouw ons den salon uit loodsen. Ooo" jam
merde Lies. „ik durf gewoon niet naar be
neden. Ik vind het zoo krankzinnig."
„Je durft ook niet boven te blijven" zei
Frank. „Stel je voor, Je man alleen te laten
zitten op je huwelijksreis. Dat zou nog veel
krankzinniger zUn. En lk" zei Frank „ik kan
nu den geheelen dag gearmd met Je loo-
pen, zonder me aan te stellen. En lk ga
naast je op de canapé zitten. En ik smeer
je boterhammen. En dat moet'JU allemaal
goed vinden. En Je hoeft niemand anders
ook maar één seconde aan te kUken, be
grepen?"
„Lena had gehjk" zei Lies. „Je bent me
d'r eentje. Inderdaad."
Op de ontbUttafel bU haar bord stond
een groot bouquet.
„Als lk dat geweten had, was lk zeker
boven gebleven" fluisterde Lies. „Ik schaam
me dood. Aan wie zou lk die bloemenhulde
te danken hebben?"
„Aan mevrouw natuurUjk" fluisterde
Frank terug. „Maar Indirect aan nüj, van
wege mUn verhaal. Witte seringen, zie Je
wel." HU stootte haar aan.
„Wéér witte seringen" zei Lies. „En weer
op oneerUJke manier verkregen. Laten we
maar gauw ontbUten, voor de anderen be
neden komen."
„Goed. Maar dadelUk netjes bedanken
hoor, voor de bloemen."
Lies slaagde erin, zonder al te hard te
blozen. Mevrouw hartehjk te bedanken
voor de alleraardigste attentie, nam de
bloemen toen wUseUjk mee naar hun
kamer.
's Middags togen ze er op uit, maakten
een fllnken fietstocht. Frank mopperde over
al de heuvels, die ze óp moesten zwoegen,
wilde telkens rusten. Lies lachte hem uit:
„Zie je wel, dat komt er van, als je maar
altijd lui ln een auto hangt. Je bent niet
fit meer, jongetje. Als je niet oppast, krUg
je een buikje."
„Ik niet fit? Wacht maar. dat zullen we
eens kUken! Doen, wie het eerste boven Is?"
HUgend trapten ze teeen de steile helling
op. bereikten met roode hoofden den top
om uit te blazen.
Sfil keken ze naar het vergezicht. Bos-
schen, hei, bouwland, een riviertje er
tusschen. En overal verspreid de torens van
Gelderland. Rechts werden de heuvels hoo-
ger, de bosschen dichter.
„Dultschland" ontdekte Lies, „Zeg, we zUn
hier vlak bU de grens, zouden we niet een
Ausflug kunnen maken?"
„JU bent natuurUjk niet tevreden, als Je
ln de vacantie niet in het buitenland bent
geweest." „Ja lk ben een veeleischende
vrouw" gaf Lies toe. „Zoet maar, het hoeft
al niet meer. Het kost natuurlek maar weer
extra geld, daar dacht ik niet aan."
Maar 's avonds in het hotel hoorden ze,
dat er meer logé's „de grens over wilden.
Er bleek zelfs, na informatie bU Mevrouw,
al een plan gemaakt te zUn. om gezamen-
UJk per touring-car een uitstapje naar
Munster te maken.
Lies keek Frank van opzU aan. HU voelde
er natuurUjk niets voor, om met zoo'n kudde
op stap te gaan. dacht ze. even spytig. Zij
zou het wèt leuk vinden. Niet op aandrin
gen maar Frank had haar toch al in alles
haar zin gegeven. En met z'n beidjes was
het elgenlUk toch nog gezeUiger.
Dat veronderstelden de andere gasten
blUkbaar ook, want niemand durfde hun
rechtstreeks te vragen, of ze ook aan den
tocht wilden deelnemen.
De bakvlsschen, die ieder oogenblik, dat
ze er kans voor hadden Frank in aanbid
ding aangaapten, fluisterden en glchelden
samen met blikken ln hun richting. Jam
mer hè, dacht Lies bU zichzelf, dat jullie
knappe bruine enzoovoorts niet meegaat
Ze moest het Frank toch nog vertellen,
van de dubbele conquète. hU zou er be
paald gevleid mee zUn.
Den volgenden dag wéér stralend lente
weer, wéér een heelen dag samen er op uit.
Ze hadden boterhammen meegekregen,
..lunchpakket" zei Mevrouw deftig en
zouden onderweg ln een buitenherbergje
koffiedrinken.
„Ik wil wel kwast" zei Lies, toen ze warm
en moe op de houten bank voor een uit
spanning waren neergeploft. „Die koffie
hier, daar waag ik me niet aan."
„Kwast en bier" bestelde Frank aan de
dikke waardin op klompen.
Bier, ja, dat hadden ze, Ucht en donker.
Maar kwast?
„Gewone citroenkwast" legde Lies uit,
„met suiker."
„O Ja." Weg schommelde ze, bracht even
later een fleschje bier en een borrelglaasje
met iets geels en veel suiker.
„Wat ls dat?" vroeg Lies.
„Nou, de juffrouw vroeg toch citroen.
Een citroentje met suiker, dat bedoelde de
Juffrouw toch zeker."
„O Ja, dank u wel" zei Lies maar gauw.
.Frank, wat ls dat voor spul? Dat drink
lk niet op hoor."
„Nou, dan laat Je het staan" zei Frank,
„vraag dan Ranja".
„Nee," zei Lies zuinig, Je moet het be
talen, dus lk drink het toch maar op.
Dronken zal ik er wel niet van worden.
Proost!" Ze trok een benauwd gezicht.
„Jakkie wat brandt dat goedje!"
„Neem maar gauw een slokje bier" zei
Frank.
Toen ze hun boterhammen ophadden,
bleven ze lui zitten, rookten en genoten
van de stilte. Kippen scharrelden rond,
pikten de kruimels onder hun tafeltje
Lies greep Franks arm. ..Zalig hè?" zei
ze voor de zooveelste maalJe zei
zalig" je zei „lieveling" en verder
daasde je nonsensdingen tegen elkaar
Omdat dit geluk voor woorden te groot
(Nadruk verboden). - IWordt vervolgd).