Zilveren jubileum Woningbouw
vereeniging „Eensgezindheid"
LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 6 Mei 1940
Vierde Blad
No. 24573
Het Eeuwfeest
van de Haarlemmermeer
81ste Jaargang
Drukbezochte receptie
en feestavond
Herdenkingsbijeenkomst in het Polderhuis
te Hoofddorp
Voor menschlievend
hulpbetoon
Het bestuur, raad van commissarissen en feestcommissie van de Jublleerende Woningbouwvereeniglng „Eensgezindheid". Zit
tend v.l.n.r. 8. Singerling, N. Verbiest, A. J. Schoneveld, K. Wassenaar, W. G. van Katwijk, J. Neuteboom eq A. Bink. Staande
v.l.n.r. W. A. Stokhuysen, C. Wassenaar, A. H. Labec, F. Eikerbout, G. Mleremet en W. Zwart.
De Woningbouw-vereeniging „Eens
gezindheid", die dezer dagen haar
vijf en twintig-Jarig bestaan mocht
herdenken, heeft Zaterdagmiddag in
een der zalen van de Stadsgehoorzaal,
ter gelegenheid van dit Jubileum ge
recipieerd.
Zeer vele bloemstukken waxen In de zaal
opgesteld.
DE RECEPTIE.
De voorzitter, de heer K Wassenaar,
heeft aan het begin van den middag een
kort overzicht gegeven van het doel en de
oprichting van „Eensgezindheid".
Het vraagstuk van de arbcldershulsves-
tlng was in de dagen van de oprichting
zeer urgent. Men voelde er moest Iets ge
daan worden; men kon niet langer werke-
loctoezien. Vooral het werkliedenverbond
„Patrimonium" voelde deze noodzakelijk
heid aan, waartoe het zich in verbinding
stelde met den Chr Besturenbond Nadat
een commissie, op initiatief van den Chr.
Besturenbond, een onderzoek had Ingesteld
naar de mogelijkheden, die tot verbetering
der volkshuisvesting konden lelden, werd
op ai April 1915 een woningbouwvereniging
opgericht. Aanvankelijk had men met vele
moeilijkheden te kampen, maar al .spoedig
bleek, dat men van vele zijden het Initiatief
toejuichte.
Al spoedig kon men, door den gemeente
raad daarbij geholpen, overgaan tot de uit
voering van een eerste bouwplan, dat 118
woningen omvatte. In den loop der Jaren
volgden op dit eerste plan nog vele plan
nen. Thans heeft de woningbouw vereeni
ging 429 woningen onder haar beheer. Jam
mer is het. aldus spr. dat na de tot stand
koming van het zesde bouwplan geen wo
ning meer gebouwd is. Drie belangrijke per-
ceelen bouwgrond zijn de vereeniging «uit
gaan. Ondanks alle waardeering, die <zn-
zerzijds, aldus spr., bestaat voor de bemoei
enis van het gemeentebestuur ten opzichte
van de volkshuisvesting, moet het toch ge
zegd worden, dat Juist in de.Jaren, dat de
bouwkosten laag waren, de gelegenheid aan
de vereeniging ls onbhouden om te bouwen.
Redenen, dat bij het einde van deze vUf
en twintig-Jarige periode de stemming
tweeërlei karakter draagt. Eenerzljds waar
deering en hulde voor het gemeentebestuur
voor de medewerking voorheen betoond,
anderzijds teleurstelling voor de huidige
woningpolitiek.
Ten slotte stelde spr. in het licht, dat dc
vereeniging tot twee maal toe bij de fede
ratie is aangesloten geweest, maar daar
voor telkens om practische en prlnclpleele
redenen heeft moeten bedanken.
Spr. eindigde met den wensch uit te
spreken, dat de vereeniging nog vele Jaren
ln het belang van de volkhuisvesting mag
werkzaam zijn.
Nadat de secretaris ,de heer A. J. Schone
veld enkele berichten van verhindering en
gelukwensch had voorgelezen, was er ge
legenheid tot aanbieding van felicitaties.
Het eerst maakte hiervan gebruik dc heer
F. Eikerbout, als voorzitter van den raad
van commissarissen en als voorzitter van
de feestcommissie. Zeer in het kort memo
reerde spr. de slechte woningtoestanden,
die hier vóór vUf en twintig Jaar bestonden,
om dan met dankbaarheid melding te ma
ken van het baanbrekend werk, dat door
de vereeniging ls verricht. Hartelijk huldig
de spr. den voorzitter, den heer Wasse
naar, die nu al vijf en twintig Jaar onafge
broken ln het bestuur zitting heeft en de
laatste zestien Jaar als voorzitter optreedt.
Als blijk van waardeering bood spr. hem
een omlijste foto van het bestuur aan.
Namens den raad van commissarissen en
leden bood spr. een gedenksteen aan, welke
reeds geplaatst ls ln het pand Zijlsingel 50.
Ook werd een reeds eerder geplaatste steen
gerestaureerd.
Met een „Lang leve onze vereeniging",
en een „lang leve onze voorzitter" besloot
8pr. zijn gelukwensch.
De heer Jac. Wilbrink, die hierna als
wethouder van Fabricage, het woord voer
de, zeide dat het gemeente-bestuur met
heel veel genoegen de uitnoodiging om
hier tegenwoordig te zijn had gewaardeerd
Daarvan moge ook het wijs zijn, dat be
halve spr. zelf, ook de wethouders Verwey
en Van Stralen aan de uitnoodiging ge
volg hadden gegeven.
De belangen van de Woningbouwver
enigingen gaan ook het gemeentebestuur
zeer ter harte. Uw doortastendheid, aldus
spr. is een groot succes geweest. Uw daad
kracht en doortastendheid geeft vertrou
wen in de toekomst Het is een bewijs, dat
de activiteit .n kracht van uw vereeniging
nog niet zijn uitgeput, en al zijn er met
het gemeentebestuur dan wel eens teleur
stellingen beleefd, het ls toch een merk
waardig verschijnsel, dat wij ondanks deze
teleurstellingen naar elkander toe zijn ge
groeid. Juist ln de laatste Jaren ls er een
wederkecrlg saamhoorlgheldsgevoel en on
derling vertrouwen gegroeid.
8pr. hoopt, dat de tijd van teleurstellin
gen voorbij ls en dat door onderlinge sym
pathie alle tegenslagen zijn of worden
overwonnen. Laten wij hopen, dat wanneer
er gelegenheid ls en de tijden rijp zijn,
er een hartelijke samenwerking tusschen
gemeentebestuur en woningbouwvereni
ging moge worden gevonden.
Aan het eind van zijn toespraak huldig
de Wilbrink den voorzitter voor zijn rustige
kalme en degelijke leiding. 8pr. hoopte, dat
het verenigingswerk nog tot rijke ont
plooiing mocht komen.
Achtereenvolgens werd nog het woord
gevoerd door den afgevaardigde van den
Nat. Woningraad, die tevens sprak namens
de afd. Zuid-Holland van deze stichting,
door een afgevaardigde van het Werklie
denverbond „Patrimonium" en door den
heer Wessel namens den Leldschen Chr.
Besturenbond.
Verder voerden het woord de afgevaar
digden van de plaatselijke zustervereni
gingen „De Eendracht". „Tuinstadswijk",
„Ons Belang" en „Ons Doel". Namens deze
laatste Woningbouwvereniging werd be
halve een bloemstuk ook een voorzitters
hamer aangeboden. Verscheidene afgevaar
digden spraken den wensch uit, dat „Een-
gezindheid" weer spoedig tot de Federatie
van Woningbouwverenigingen zou toetre
den.
Architect Van der Heijden, die vervol
gens zijn gelukwenschen aanbood, pres de
prettige samenwerking met het bestuur
van „Eengezindheld" Spr sprak er zijn
teleurstelling over uit, dat de bouwplannen
die „Eensgezindheid" voor enkele Jaren had
uitgewerkt, niet door zijn gegaan Was dit
wel het» geval geweest, dan hadden wij nu
een groot aantal goede en goedkoope wo
ningen gehad. Thans ls het bouwen weer
veel duurder.
Nadat namens de W.B.V. „Bultenlust" te
Oegstgeest en „Splnoza" te Rijnsburg de
gelukwenschen waren overgebracht, sprak
de voorzitter van de Buurtver „Eensgezind
heid". de heer De Groot, nog een woord
van hulde en dank voor het veelomvatten
de werk. dat door de WB.V. ls verricht.
Spr. deed zijn gelukwensch vergezeld gaan
van de aanbieding van enkele foto's van
woningcomplexen van „Eensgezindheid".
„8plnoza" te Rijnsburg bood een ets aan
Tenslotte werd namens het losse personeel
der W.B.V. nog een woord van gelukwensch
gesproken.
Voorzitter K. Wassenaar heeft met een
enkel woord alle sprekers bedankt voor hun
beste wenschen en de aangeboden geschen
ken.
DE FEESTAVOND.
In de geheel bezette Stadsgehoorzaal ls
dit Jubileum 's avonds feestelijk herdacht.
Een aantrekkelijk programma met afwis
seling van vroolijke muziek door het
Leldsch Salon-orke.st o.l.v. den heer J. Plu
bood enkele genoeglijke uren.
Aan het begin van den avond heette de
heer F. Eikerbout allen hartelijk welkom
om vervolgens een vluchtig overzicht te
geven van de woningtoestanden van vijftig
Jaar geleden.
Met een enkel woord weidde de heer
Eikerbout tenslotte uit over de oprichting
van de W.BV „Eensgezindheid" en de door
deze vereeniging bereikte resultaten.
8pr eindigde met den voorzitter, den
heer K. Wassenaar te huldigen voor al het
geen hij als bestuurslid en voorzitter in de
afgeloopen 25 Jaar voor de W.B.V. heeft
gedaan.
Een uitgebreid goochelprogramma hield
de aanwezigen enkele uren aangenaam
bezig.
„Eensgezindheid" kan met voldoening op
dit zilveren Jubileum terugzien.
Vandaag zijn in de Haarlemmermeer
de vlaggen uitgestoken. Want hoewel
de tijdsomstandigheden ertoe geleid
hebben van een feestelijke viering af
te zien, geheel ongemerkt wil men, ge
lijk vermeld, het feit niet laten voor
bijgaan, dat honderd jaar geleden een
aanvang is gemaakt met de droogleg
ging en inpoldering van de Haarlem
mermeer, waarover wij indertijd reeds
schreven.
Men heeft zich, zooals bekend, beperkt
tot een officieele herdenkingsbijeenkomst
ln het Polderhuls te Hoofddorp, op welke
bijeenkomst H. M. de Koningin zich offi
cieel heeft doen vertegenwoordigen en
welke voorts werd bijgewoond door den
minister van waterstaat, lr. J. W. Albarda,
den Commissaris der Koningin in de pro
vincie Noord-Holland, mr. dr. A. baron
Röell, het lid van Ged Staten van Noord-
Holland. mr J B. Bomans, voorzitter van
de Waterstaatscommissies en van de Rijks
commissie van advies voor werkverruiming
en werkverschaffing in Noord-Holland, mr.
P. A PUnacker Hordijk, Dijkgraaf van
Rijnland en vertegenwoordiger van het be
stuur van het Hoogheemraadschap, den
burgemeester van Haarlemmermeer, mr.
A. Slob en den gemeente-secretaris en wet
houders dezer gemeente, den hoofdinge
nieur-directeur van den Provincialen Wa
terstaat in Noord-Holland ir. C. Thomése
en de hoofdingenieurs lr. C. Krijn, lr. W.
M. Vink en lr. J. A de Priester, de chef
van de tweede afdeeling A. der Provinciale
Griffie mej. mr. A. A. G. Coops, den oud-
ingenieur van den Haarlemmermeerpolder,
lr. graaf Van Randwijk, den oud-directeur
van den Provincialen Waterstaat, Jhr. ir.
Reigersman, oud-^inister-president dr. H.
Colijn en den heer W. Bolssevain. wet
houder van het grondbedrijf der gemeente
Amsterdam. Voorts waren aanwezig de
heeren Ch. Reinders Folmer en P. G. Ram,
namens de Ver. tot bevordering van de be
langen van de Haarlemmermeer. Ingenieurs
van rijks- en provincialen waterstaat,
heemraden, oud-heemraden, hoofdingelan
den en andere belangstellenden en genoo-
dlgden.
Kort na half elf. toen allen ln de groote
bovenzaal van het Polderhuis hadden
plaats genomen, werd de vertegenwoordi
ger van H. M. de Koningin, de Kamerheer
ln buitengewonen dienst, Jhr. F. J. E. van
Lennep, binnengeleid.
Dc Dijkgraaf van den Haarlemmermeer-
polder, de heer J. C. Reinders Folmer,
heette hem ln het bijzonder welkom en
begroette vervolgens de genoodigden, met
wie het polderbestuur op dc aangenaam
ste wUze in relatie heeft gestaan of nog
relaties onderhoudt.
In dr. Colijn begroette hij den zoon van
in den vertegenwoordiger van het Amster-
damsche gemeentebestuur den vertegen
woordiger van de grootste grondeigena
res ln den polder, sedert de gemeente Am
sterdam met den aanleg van Schiphol de
Haarlemmermeer het beste en mooiste
vliegveld van Europa heeft geschonken.
DE GESCHIEDENIS VAN DE
DROOGLEGGING.
De Dijkgraaf, de heer J. C. Reinders Fol
mer. herinnerde in zfjn eigenlijke herden
kingsrede in de eerste plaats aan het feit,
dat het gisteren, 5 Mei, honderd jaar ge
leden was, dat door den toenmallgen voor
zitter der meercommissie, mr. F. van de
Poll, voordien (van 1829 tot 1836) burge
meester van Amsterdam, later gouverneur
der provincie Utrecht, nabij Hillegom de
eerste spade ln den grond werd gestoken
tot het graven van de ringvaart en het op
werpen van den ringdijk
Dat het aanvang maken met het aan
durven van dit groote werk, een feit is, een
herdenking waard, toont de geschiedenis
aan. Reeds meer dan 300 jaren zagen onze
voorvaderen met groot verlangen de droog
legging van het Haarlemmermeer tegemoet
van het Haarlemmermeer, dat in 1531
slechts bestond uit vier afzonderlijke me
ren ter gezamenlijke grootte van 600 hect
aren.
Aan den Noordkant lagen drie dorpen,
die Immer door het water werden bedreigd.
In 1591 werd Vijfhulzen door de golven
verzwolgen, terwijl ln 1647 Nleuwekerk en
Rijk volgden.
Gevaar bestond, dat het thans ontstane
groote water zich zou uitbreiden in Oos
telijke richting en met de plassen nabij
Aalsmeer één geheel zóu gaan vormen.
Het was dan ook in dezen tijd, dat de
gedachte van drooglegging rijpte en men
mag wel zeggen het eerst bij Jan Adriaans-
zoon Leeghwater, die ln 1643 zijn „Haar-
lemmermeerboek" schreef, waarmede hij
bedoelde een beschrijving en voorberei
ding te geven tot het bedijken en droog
maken van het Haarlemmermeer.
Dit ontwerp werd tot het begin der ne
gentiende eeuw door een groote reeks en
wel circa 15 andere ontwerpen gevolgd.
Van de andere noemde spr. dat door
Cruqulus ln 1742 op laat van Rijnland ge
maakt, benevens die van Van Velsen, Zum-
bach de Koesfeit, Noppen Bolstra en Walt-
man. Klinkenberg en anderen, alsmede 1e
uitmuntende verhandeling over de droog
making, welke baron van Lijnden van
Hemmen in 1822 schreef.
Als waardeering voor hun werken werd
aan Leeghwater, Cruqulus en baron van
Lijnden een blijvende plaats ln de ge
schiedenis. van den Haarlemmermeerpol
der toebedeeld, doordat de drie eerlang te
stichten stoomgemalen Leeghwater. Cru
qulus en Lijnden hun namen zouden ont
vangen.
Geen der ontwerpen mocht echter den
noodigen bijval vinden.
Dan waren het weer de geneeskundigen,
die tegen een drooglegging te velde trok
ken, die moerasziekten en epidemieën
vreesden, dan waren het wederom gebrek
aan geld of de vrees van Rijnland om zijn
boezem verkleind te zien.
Vermeerdering van kennis en verbete
ring van Rijnlands boezem en de loop der
omstandigheden maakten het, dat bij
steeds dringender gevaar een onverwacht
gebeuren den doorslag gaf de balans te
doen overslaan ten gunste van de voor
standers der drooglegging.
De herhaalde stormen van het najaar
van 1836 deden toch opnieuw de aandacht
voor het Haarlemmermeer vragen.
Op 29 November van dat Jaar Joegen
hevige Westerstormen het water met ge
weld naar de richting van Amsterdam over
polders en wegen tot aan de poorten van
de stad zelf. terwijl ook in de richting van
Lelden het water groote schade aanricht
te. Dit alle3 vroeg buitengewone herstellin
gen en kosten en het duurde meer dan
een Jaar voordat al het overstroomde land
weer was drooggemalen.
Ged. Staten van Noord- en Zuid-Holland
namen daarop, ontsteld door deze gebeur
tenissen, al spoedig ln overweging om Z.
M. den Koning te verzoeken op de droog
making des meers opnieuw bedacht te wil
len zijn.
Het was in het bijzonder de heer D. J.
van Lennep, die zich in de commissie van
landbouw deze zaak aantrok, en van den
heer D. J. van Lennep tot den helaas te
vroeg gestorven heemraad D. E. van Len
nep is een kleine stap.
Bij het gebruikelijke voor j aar sbezoek
van Z. M Koning Willem 1 aan Amster
dam werd zijn aandacht voor het groote
onderwerp gevraagd.
Koning Willem 1 benoemde bij besluit
van 7 Augustas 1837 een staatscommissie
om de verschillende reeds bestaande ont
werpen te onderzoeken en vóór November
1837 een bepaald eindontwerp met begroo
ting van kosten over te leggen.
Deze commissie had haar taak reeds 24
October van dat zelfde Jaar volbracht.
In Februari 1838 ontving de Tweede Ka
mer der Staten Generaal een wetsontwerp
om middelen ter beschikking te stellen ter
uitvoering van werken tot droogmaking
van het Haarlemmermeer. Dit ontwerp
werd echter in April 1838 met 46 tegen 2
stemmen afgewezen.
Na eenlge wijzigingen in het oorspron
kelijk ontwerp, werd het na twee open
bare beraadslagingen die plaats hadden op
18 en 19 Maart 1839, met 45 tegen 5 st.
aangenomen.
Zoo werden aan de regeering de midde
len verstrekt om de groote onderneming,
die sinds meer dan twee eeuwen zoo dik
wijls ter sprake was gebracht en een twist
punt had uitgemaakt, eindelijk ten uitvoer
te doen brengen.
Bij besluit van 22 Mei 1839 benoemde de
Koning de commissie aan welke meer bij
zonder de werken der droogmaking zou
den worden opgedragen. Deze commissie
bestond uit elf leden, waarvan de staats
raad mr. F. van de Poll voorzitter was. Het
13 deze. die thans 100 Jaar geleden de eer
ste spade welke hier "nog aanwezig ls
voor de drooglegging in den grond heeft
gestoken.
In 1843 werd met den bouw van het eer
ste stoomgemaal de Leeghwater begonnen,
waarvoor op 15 Juli door jhr. mr. Gevers
van Endegeest, den opvolger van den heer
van de Poll de eerste steen werd gelegd.
Op 6 November 1845 zagen Koning Willem
II en zijn drie zoons prins Willem onze
latere Koning WUlem m Prins Hendrik
en Prins Alexander, de Leeghwater ln volle
werking.
In 1848 was de insluiting voltooid en
werden de in den dijk ten behoeve van de
scheepvaart gelaten openingen gedicht.
In datzelfde Jaar begon de Leeghwater
de millioenen kubieke meters water uit te
scheppen, daarin sedert 1849 bijgestaan
door de gemalen Cruqulus en Lijnden
Zoo kwam dan in 1852 de Haarlemmer
meer droog na 39 maanden bemalen te
zijn.
In 1856 werd het Polderbestuur inge
steld en werd de polder uit handen van
het rijk overgenomen.
Spr had zoo zeide hij nu welis
waar de wordingsgeschiedenis van den pol
der geschetst, doch de groote vraagstuk
ken zouden zich pas voordoen na de over
neming.
De bemalingswerktuigen, de Ringvaart,
de kaden, de wegen en de tochten vroegen
voortdurende zorg en verbetering. Spreker
beschreef de voortdurende moderniseering,
welke de bemaling in den loop der jaren
heeft ondergaan.
De Cruqulus. die tot 1932 nog steeds als
reserve-gemaal dienst deed en zich in den
oorspronkelljken toestand bevond, zooals
deze machine had medegeholpen de meer
droog te malen, ls thans een historisch
monument geworden en aan de zorgen van
de Cruquius-stlchtlng toevertrouwd, tenein
de voor het nageslacht bewaard te blijven
De inzichten omtrent de voor den land
bouw meest gewenschten waterstand heb
ben zich in den loop der Jaren en in het
bijzonder in de laatste zeer gewijzigd. Spr.
memoreerde de verschillende pogingen
ook individueele tot verlaging van den
waterstand.
Niet alleen, dat allen overtuigd raken,
dat water in de slooten van een bouwpol-
der cultuurtechnisch uit den booze is. maar
dat het eenige goede peil Ls: de bodem
van de sloot.
Bij de droogmaking van de Wieringer-
meer ls een ideale toestand geschapen wat
Kloppende Hoofdpij®
m Veilig en vlug als geen ander helpt
hieriïij altijd een poeder of cachet
van Mijnihardft. Mijnhardt's Poeders per
stuk 8 ct. Doos 45 ct. Cachets, genaamd
„Mijnhardtjes" Doos 10 en 50 ct.
3904 (Inge*. Med.)
betreft den waterstand, droge slooten en
toch vaargelegenheld ln de kanalen
Omdat de landbouwers daar gemakkelijk
kunnen komen en rondzien, heeft dit er
zeer veel toe bijgedragen om de landbou
wers te overtuigen dat water goed ls voor
de vlsschen en om koffie en thee te zet
ten. maar niet bevorderlijk voor een goede
cultuur en hooge opbrengsten.
Zoo is het bemalingsvraagstuk van den
polder een der voornaamste taken van het
bestuur en wordt er steeds naar verbete
ring en versterking der bemaling gezocht.
Ideaal kan de toestand hier alleen wor
den als de bemaling wordt versterkt, die
per en sneller kan worden afgemalen, de
sluis verdwijnt en er geen scheepvaart in
den polder meer mogelijk ls.
REDE VAN MINISTER ALBARDA.
Vervolgens was het woord aan minister
Albarda, die er op wees dat in dit uitge
strekte gebied honderd Jaar geleden nog
de „waterwolf" woedde.
Er is geen plas in ons waterrijke land.
waaraan met zooveel vrees is gedacht en
die men zoo dikwijls heeft verwenscht, als
het oude. nu verdwenen. Haarlemmermeer.
Al stelden de Leidenaars op zijn behoud
prijs, omdat zij er met voordeel de vissche-
rij beoefenden, de meeste andere omwonen
den vreesden het groote water, dat bij eiken
Westerstorm opnieuw een groot stuk van
het land verzwolg.
8pr. vergeleek voorts o.a. de droogmaking
van de Haarlemmermeer en de inpoldering
van de Wleringermeer. Het verschil is groot.
De ontzaglijke moeilijkheden, de groote
verliezen, de diepe teleurstellingen, waar
mede de eerste kolonisten in de Haarlem
mermeer te worstelen hebben gehad, kon
den in de Wleringermeer worden vermeden
en zij zullen in den NO polder nog beter
worden voorkomen Dit danken wij aan de
ervaring, die met het werk, dat hier hon
derd jaar geleden begon, is verkregen.
Op die moeilijkheden heeft men ook in
de Haarlemmermeer de overwinning be
haald. Aan de energie en de volharding,
hier besteed, danken wij dit schoone ge
bied, zooals wij het nu kennen, dat van
zulk een groote waarde Is voor ons ge
il eele volk
De Haarlemmermeer is een monument
van de wilskracht en het scheppingsvermo
gen van ons volk. Zij is een door het volk
zelf geschapen bron van welvaart. Moge zij
voor rampen gespaard blijven en ook in de
toekomst de zetel zijn van een vrij en wel
varend volksdeeL
Spr huldigde vervolgens het polderbe
stuur, den dijkgraaf en de heemraden en
deelde mede, dat het H.M. de Koningin
heeft behaagd, den dijkgraaf als een be
wijs van waardeering der regeering voor
zijn belangrijke diensten, te benoemen tot
officier in de orde van Oranje-Nassau.
Met zijn hartelijke gelukwenschen bood
spr. hem het teeken van die onderscheiding
aan.
ONTHULLING GEDENK TEEKEN.
Vervolgens onthulde spr. het gedenktee-
ken, aangeboden namens de Vereeniging tot
Bevordering van de Belangen van den
Haarlemmermeerpolder, onder het uitspre
ken van den wensch, dat dit gedenkteeken
ongeschonden zal worden bewaard en dat
het bij allen, die het zullen aanschouwen,
tot in lengte van Jaren de herinnering zal
wakker houden aan een groot werk van ons
klein land. aan onze manier om voor ons
volk de levensruimte te vergrooten.
Ons volk toont bij werken als deze zijn
beste krachten. Het schept daarmee een
schoon arbeidsveld voor vele geslachten.
Het levert daarmee een belangrijke bijdrage
tot de volkswelvaart, waarvan wij allen, die
hier wonen en werken, een ruim aandeel
toewenschen.
Moge dit gedenkteeken ook latere genera
ties aanmoedigen tot Inspanning van
krachten bij zegenbrengenden arbeid.
WACHTMEESTER SALA TE KATWIJK
AAN ZEE GEHULDIGD.
Wachtmeester Sala.
H. C. Sala, wachtmeester-capitulant te
Katwijk aan Zee heeft indertijd met groot
levensgevaar een span paarden voor een
met munitie geladen caissonwagen, dat op
hol was geslagen, met gevaar voor eigen
leven, tot staan gebracht bU het kamp van
Oldebroek, waardoor een groot onheil voor
komen werd.
Overste Trapman heeft hem, met een
toepasselijke toespraak. Zaterdag te Kat
wijk aan Zee daarvoor de medaille voor
menschlievend hulpbetoon voor het front
der troepen op de borst gespeld