:i <1 - Prinselijk Paar bezoekt bloemenfeest te Noordwijk - De N.J. V marsch 8Isfe Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad v&,/4 i f i V> ;?j t - --f.V' t.> H Echtpaar z.k. FEUILLETON nifsr r tttO 3?^ :p~hfX<r - HET NATIONAAL JONGEREN VERBOND HIELD OP HEMEL- VAARTSDAG ZIJN JAARLIJKSCHEN VVANDELMARSCH. Voor dezen marsch was zoowel van militaire als burgerzijde groote belangstelling. De tippelaars op den Rijksweg bij den Deyl te Wassenaar. HET PRINSELIJK PAAR heeft gisteren een bezoek gebracht aan het bloemenfeest te Noordwljk. De Prins filmde de mooie versieringen. Onder het Prinselijk paar voor den versierden ingang van een soldatenkwartler. DE VOETBALWEDSTRIJD FEIJENOORD-SPARTA werd door Feijenoord met 31 gewonnen. Keeper van Male in actie bij een ahnval op zijn doel. ZIJ. DIE DEN MOED HADDEN. Velen trokken op Hemelvaartsdag naar het strand. Hoewel de wind niet tot zwemmen noodde, waagden enkelen zich toch reeds in zee. De eerste baders te Zandvoort DE BETUWE BLOEIT. ALOM TUSSCHEN RIJN EN WAAL SPREIDEN DE BONGERDS HUN BLOESEMPRACHT TEN TOON. „ERGENS" BIJ TIEL. PRESIDENT ROOSEVELT opende het basebali-seizoen te Washington. Voor den aanvang van de match. De president omgeven door sportsmen en autoriteiten. door Mr. KEA BOSSERS. 18) „Voor Jou toch ook zeker. We krijgen al lemaal vacantle." „Moet dat een Aprilmop verbeelden?" vroeg Lies. „Ik tippel er niet ln, hoor." ,.»Nee. gerust" zei Annie. „We krijgen al- U)d allemaal tegelijk vacantle, altijd om dezen tijd, vóór de zomerdrukte." „Wat zalig" zei Lies. „Maar wie zorgt er aan voor den Jonker?" ..Die gaat ln een hotel. Is-le Ineens van act gezanik af. Vacantle moet-ie toch ge ven en zoo ls het het makkelijkst". ^.Een nieuw probleem" zei Frank 's avonds ..Wat doen we met onze vacantle?" Lies schoot ln een lach. „Wat zijn we op geschoten" constateerde ze. „Een half Jaar geleden was het nog: wat doen we met ons leven en nu hebben we alleen maar zorgen voor de vacantle." „-Ja" beaamde Frank, „we staan er after ail heel wat beter vóór. Maar een probleem 'het toch. Zie je, wc hebben nu eenmaal aIgesprokcn om zoo hard mogelijk te spa ren, En we hebben afgesproken om Je jjienschen van vroeger voorlooplg uit de duurt te 'olijven. Dus kunnen we volgens "JU geen belet vragen bij de tantes en ook Qiet bij Tilly en Gerard. En we kunnen ook niet ergens in pension gaan, want dat kost te veel geld." Lies zuchtte Als Frank de zaak zóó stel de, bleef «r. niet veel over. Durfde ze met haar plannen zeker niet voor den dag te komen. „Wat had JU gedacht?" vroeg Frank. „Ik, och, nog niets," zei Lies slapjes „Ja, weet Je" zei Frank, „ik had dit ge dacht: Kee ging de laatste Jaren in de vacantlcweek altijd ln den kost bij Bart en Lena omdat ze dat het rustigste vond Als we dat nu ook eens deden. Dat kost ons een schyntje, dan houden we nog over van ons kostgeld. En dan kunnen we bUvoor- beeld eens een paar keer naar Amsterdam gaan. Wat vind Je ervan?" „O, ik vind het best" zei ^les mat. „Nee, Je vind het niet best. dat hoor ik allang. Wat heb Je er voor bezwaren tegen?' „Dat ik dan liever geen vacantle heb," viel ze uit. „Hier altijd in de keuken te moeten rondhangen, altUd met Je neus boven potten en pannen, nooit iets kunnen eten, dat Je niet uren tevoren geroken hebt. En dan voor mUn vacantle wéér in een keuken rondhangen en dat nare eten te moeten eten, dat Lena klaarmaakt. En natuurlijk Lena een handje helpen met het werk. Frank, hoe kun Je het verzinnen." Ze snikte van teleurstelling. „Och schat, zoo had lk het niet bekeken," zei Frank berouwvol. „Je hebt gelijk, dat zou voor Jou waarachtig geen vacantle zijn. Nee hoor, doen we niet. Afgelast. Lach maar weer gauw. Maar wat dan?" „Zouden wezei Lies weifelend, „nu die week niet ergens héél goedkoop en pen sion kunnen gaan? Ergens op een klein dorp in Gelderland bijvoorbeeld. Je moet den ken, het Is Paschen, dan ls het nog overal leeg en goedkoop." „Zou Je dat graag willen, kindje?" „O Fr ankle, zoo dolgraag." zuchtte Lies. „Het kan me niet schelen waar. Zoo ach teraf en zoo goedkoop, als JU maar wilt. Maar samen ergens naar toe als gewone meneer en mevrouw. En een heele week niet voor negen opstaan. En een heele weck dingen eten. die ik niet zelf heb klaarge maakt. En drie keer per dag een andere Jurk aan. Zie Je, dat zou ik dol vinden." „Maar dan doen we dat natuurlijk, hondje. Dat had lk toch waarachtig zelf wel kunnen bedenken," zei Frank schuld bewust. „Jij hebt heel wat harder vacantle én variatie noodig dan ik. Lieske, ik ben een stomme egoïst. Maar ik denk altJjd vooruit, aan de toekomst en daardoor ver geet lk wel eens, wat JU nu noodig hebt. Ben Je niet kwaad?" „Jc bent een schat," zei Lies. Paaschzaterdag was het groote uittocht. Frank had 's morgens den Jonker al weg gebracht. dlc ln Doorn ging logeeren. Na de koffie vertrokken ze. „We gaan naar familie in Gelderland." had Lies verteld. Ze vertrokken plechtig door de voordeur, na gewuifd door Hendrik en de meisjes. Bart en Lena zouden het huis afsluiten. Ze fiet sten de oprijlaan uit, wulfden nogeens achterom Toen keken ze elkaar aan. „Daar gaan we." zei Lies „Dol hè, Frank." HU kneep haar arm. „FUn. zeg." In Arnhem, waar ze moesten overstap pen, hoorden ze Ineens: „Hallo zeg! Leven Jullie nog?" „Dag Henk, hoe maak JU het?" „Hoe maken jullie het? Weer in het land?" „Dat zie Je," wimpelde Frank af. „We zijn even op doorreis. Daar staat trouwens onze trein al. We moeten voortmaken." „Ja maar ik ga mee," zei Henk Ruysdal verheugd. „Ik moet ook dien kant op." „Gezellig", loog Lies. „Maar wU reizen derde." „Ik ook hoor, wat dacht Je? Niet rooken maar?" Henk beredderend, pakte Lies' kof fertje, werkte het naar binnen „Ziezoo, volop plaats. Nee maar. wat toevallig, dat ik Jullie Juist moest treffen." „Bn hoe gaat het wel ln onze oude va derstad?" begon Lies manmoedig. Van alle nieuwsgierige kletskousen uit hun oude woonplaats was Henk Ruysdal wel de ergste, dacht ze. Geen kans geven maar. „Zeg, hoe gaat het met de tennisclub? Daar ben lk zoo benieuwd naar Henk. in zUn vrijen Ujd volontair ter gemeente-secretarie, maar ijverig secreta ris van hun vroegere tennisclub, hapte direct. „Uitstekend zeg. uitstekend Ofschoon we missen jullie belden natuurlijk geweldig. En weet Je het al? De ben plaatselyk com petitieleider geworden." Het kwam er uit, alsof hU zUn benoeming tot Hoogen Com missaris van het Verre Oosten mededeelde, dacht Lies. „Kolossaal" zei Frank. ..Daar zul Je het wel druk mee hebben." „Enorm zeg. Ik ben er heele daeen mee doende. We schrijven groote wedstrijden uit ook, dezen zomer. Voelen jullie er niet voor om ln te schryven?" „WU hebben heel weinig gelegenheid om te spelen", weerde Frank af. ,Ik ben erg bezet." „Jammer zeg. Jullie zouden een goede kans maken in de mixed doubles. Was dat niet verleden Jaar, dat jullie het plaatse- lijk kampioenschap hebt behaald?" „En voorverleden jaar", zei Lies. „Maar dit Jaar kan er helaas niets van komen." Waren ze er nu nog niet? Die vervelende kwast zaagde maar door. Kon ze niet eens rustig naar buiten kijken, naar de bos- schen en heuvels van haar geboorteland. Waar ze idioot genoeg stilletjes helmwee naar had gehad. Alsof de Gel- dersche hei en de Geldersche dennen er anders uitzagen, dan die in het Gooi! Voorwereldlijk was ze. En sentimenteel. Maar ze had toch ook graag de fabrieks- schoorsteenen van hun oude woonplaats teruggezien. En hun oude huisje. Maar niet de menschen. Alsjeblieft niet. En in- tusschen zaten ze met één exemplaar daarvan opgescheptOf die trein nooit stopte? Eindelijk. „Kom Lies", waarschuwde Frank. „We moeten er uit." „Gaan jullie niet mee dóór?" kwam Henk hoogst verbaasd „Nee, wU stappen hier uit. Doe ze alle maal de harteiykste groeten en tot ziens." „Tot ziens!" „Hè." zuchtte Lies, „dat hebben we ge had. Als het daar maar bij bHjft." „Natuuriyk niet" voorspelde Frank som ber. ..Natuurlijk zit dat heele ding daar ginds stampvol met bekenden." „Natuuriyk is er geen kip." zei Lies blij moedig „Wie gaat er nu met Paschen al naar buiten?" „Als het de heele week maar niet zulk mooi weer was geweest. Het is gewoon zomer. Je zult het wel zien.' „Ondankbare hond! Wou je soms, dat het goot?" tNaaruk verboden). (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1940 | | pagina 5