Het conflict inzake de luchtbescherming LHDSCH DAGBLAD, Vrijdag 12 April 1940 Derde Blad No. 24554 8fsie Jaargang Hoofdbestuur der N.V.L. verdedigt zich „pimmer hebben wij gepoogd op den stoel der regeering te gaan zitten" Een dagelijksch bord heerlijk H-O of Quaker geeft U kracht en energie! /CUECP/ At.l TJtlStlNT*^ I (Van onzen «pedalen verslaggever). êt hoofdbestuur van dc Nederlandsche leniging voor Luchtbescherming heeft vertegenwoordigers der pers ln een con ditie te Den Haag bijeengeroepen om zijn kant het publiek voor te lichten |r het bekende conflict met den minister Blnnenlandsche Zaken, den heer Van yen. Het door het bestuur ingenomen lidpunt. dat uit dc besprekingen naar en kwam, was, samengevat ln punten, volgt: |l. Het bestuur der N.V.L. heeft nim- ser getracht op den stoel der regee- ing te gaan zitten. 2- Het bestuur zal niet voor den linister wijken, tenzij op de op 27 April e beleggen algemeenc vergadering der ]V.L., dc afgevaardigden der afdee- Ingcn het heter achten, dat het bestuur als centraal orgaan der Verceniging eengaat. 3. Het bestuur weet tot nu toe niet, p welke feilen de minister zich be- oept inzake de door hem aangenomen louding tegenover een verceniging, raarvoor hij aanvankelijk den steun an alle burgers inriep. 4. De door den minister geuite be- chuldlgingen zijn niet juist. >aaraan werd ten overvloede nog de ver- lerstelllng vastgeknoopt, dat minister Boeyen hoogstwaarschijnlijk onjuist ls elicht over de N.V.L. door medewerkers zijn departement. Deze veronderstel- g werd door den voorzitter van de N.V.L. lit, naar aanleiding van de vraag of het de zijde van het departement in acht lomen stilzwijgen op brieven, op verzoe- enz. door de N.V.L. gedaan, soms te ten was aan het feit, dat wel degelijk soonlljkc oorzaken achter het gerezen chil schuilen. Iet is niet aan ons om, na dc belde con- enties de eerste met minister Van iyen persoonlijk, de tweede met het Dfdbestuur der N.VX. een oordeel uit spreken over de kwestie, wie er gelijk ïft. De tot oordeelen bevoegde lezer zal, n de hand der publicaties, zelf zijn stand- kit kunnen bepalen. Wel moge het ons het hart dat onder de oorzaken, welke de uitbarsting aanleiding hebben ge len, gruwelijke misverstanden gerekend eten worden, misverstanden, welke st ln dezen spannenden tijd ten zeer- betreurd moeten worden, n thans: het woord aan het hoofdbe- ur der N.V.L., belichaamd in den voor eer, den heer J. W. Klein en den dlrec- lr-secretaris, den heer mr. H. Bogaardt. )e voorzitter begon met er op te wijzen, de door den minister uitgesproken be- uldlgingen gezien het feit, dat een ïcrete, gedocumenteerde bewijsvoering breekt eigenlijk geen weerlegging be- even. „Daarenboven", aldus dc heer ln, „hadden wij liever gezien, dat de nister ons niet genoodzaakt had tot inbare weerlegging over te gaan. Toen minister ons door het beleggen van een sconferentle ln een dwangpositie bracht >ben wij ons nogmaals tot den Raad van nisters gewend in de hoop te elfder ure T een schikking tot stand te kunnen ngen. Dezen niet gemakkelijken stap >ben wij ln 's lands belang gedaan en 'neens ter behartiging van de belangen n hen, de ons als hun bestuur hadden ;ozen. ZAL HET PARTICULIER INITIATIEF VERDWIJNEN? Wij hebben den „oorlog", dien de minister is heeft verklaard, niet gewild. Maar arom meenen wij er wel goed aan te doen i alle pogingen om openbaarmaking van »t conflict te voorkomen gefaald hebben, i duidelijk te maken, dat wij met alle be- hikbare kracht zullen pogen het parti- lier Initiatief, dat door den minister altijd kend is als te zijn een eerste grondslag or de organisatie der luchtbescherming, 'geschonden te handhaven. Wij hebben reden om te vrcezen, dat het particulier initiatief zal verdwijnen als de N.V.L. verdwijnt of zoodanig Wordt gedecentraliseerd, dat de spon tane levenskracht, schuilend in dit initiatief, gebroken wordt. Daarom kunnen wij de beschuldigingen n den minister niet, onwcerlegd laten, [en houde echter bij het vellen van een ïrdeel in het oog, dat het hier gaat om n landsbelang van de eerste orde, dat /at ook aan persoonlijk prestige op het iel moge staan) niet de speelbal van een inflict mag worden. Het gaat er thans om, aat de organisatie der luchtbescherming in Nederland spoedig haar beslag krUge!" j|De heer Klein betoogde, dat de minlstef m April 1938 besliste, dat de N.V.L. zou blijven bestaan. „Het rapport Quarles van Ufford", zoo vervolgde de N V.L.-voorzitter. f^°rlangt voor het voortbestaan van de eenlging als centrale organisatie niet ;en een ruime subsidie, maar ook een 'telljk fundament door de wijziging van net K.B. van Augustus '36. De minister ls blijkens zijn uiteenzettingen bevreesd, dat dp nieuwe statuten, dlc beteekenen dat de N.VX. als centrale organisatie behouden zal blijven, niet zullen worden aangenomen. Men mag vragen waarom hij daarvoor be vreesd moet zijn en tot extreme middelen zijn toevlucht moet nemen, als hij ln zijn hart reeds tot het verdwijnen van de N.V.L. als centrale organisatie had besloten. Het N.VL.-bestuur mag derhalve conclu- deeren dat dc mededeeling betreffende een reeds lang overwogen overbodigheid niet juist kan zijn. Maar dan rijst de vraag, aan welke oorzaken de talrijke onaangenaam heden en vitterijen, en het volkomen negee- ren door den minister van hetgeen de N.V.L. aan positief werk tot stand bracht, te wij ten zijn. TWEE HOOFDOORZAKEN. Het bestuur ls verplicht hier aan te ge ven, dat al de geschetste moeilijkheden terug te brengen zijn tot twee hoofdoor zaken. De eerste oorzaak ls de bij het ministerie van Blnnenlandsche Zaken heerschende opvatting betreffende de verhouding tusschen het ambtelijk ele ment en het particuliere initiatief. In het bijzonder huldigt dit ministerie de opvatting, dat het particulier Initiatief ln alle onderdeelen onderworpen be hoort te blijven aan het ambtelijk in zicht. Gezegd kan worden, dat zoolang de minister zelf erkent dat het welslagen van de luchtbescherming voor zoo'n groot ge deelte van de medewerking van het parti culiere Initiatief afhangt het tenminste een gemis aan tact of beleid ls om het particulier initiatief aan banden te leggen op de wijze als de minister het blijkbaar wil doen. De tweede en minstens even zwaar wegende oorzaak is dat het ministerie van Blnnenlandsche Zaken alle vraag stukken, die met de luchtbescherming samenhangen en het zijn er vele en zwaarwichtige! steeds volkomen heeft onderschat, met het gevolg dat men met alle maatregelen achter de feiten aanloopt. Hier zij er aan herin nerd dat na twee jaar van interna tionale spsmmng en zeven maanden oorlogsmobilisatie eerst nu (ln April 1940) een wetsontwerp wordt ingediend om verschillende urgente vraagstukken eenigszins nader tot hun oplossing te brengen. Om het standpunt van de N.V.L. duidelijk te omlijnen ls het voldoende er op te wijzen dat de N.V.L. zich uitsluitend op het ter rein van de zelfbescherming beweegt en zich angstvallig onthoudt van inmenging in de taak van de Overheid. Dit wil zeggen dat de N.V.L. zich ln de eerste en voor naamste plaats bezig houdt met hetgeen de individueele burger ln eigen huls of be drijf heeft te doen om de gevolgen van luchtaanvallen zooveel mogelijk te vermin deren. Dit is dus werk binnenshuis. Dit werk vindt zijn voltooiing ln de blokorga- nisatie, waarin de bewoners van hetzelfde gebouw, of van eenzelfde blok hulzen, met elkaar samenwerken. Ofschoon de omschrijving van onze taak zoo eenvoudig is. blijken niettemin talrijke misverstanden, die alle zijn terug te voeren tot de hierboven aangegeven hoofdoor zaken. Zoo blijkt dat de minister de zelfbescher ming feitelijk geheel gelijkstelt met de vrij willige hulp van vrijwilligers, die hetzij individueel, hetzij ln verband, dc Overheid terzijde staat. Maar dit ls niet het eerste noch het eenige doel van de zelfbescher ming Deze heeft zooals gezegd tot taak de bescherming ln eigen huls of be drijf, en daarnaast den plicht om uit het geheel van de geïnstrueerde burgerij vol waardige vrijwilligers voor de Overheid los te maken. Een ander punt ls de met nadruk uitge sproken stelling van den minister „dat de Overheidsbescherming en de zelfbescher ming eén zijn." Behalve dat de minister het zelf met deze uitspraak niet eens was toen hij ln de Tweede Kamer op 22 Juni 1938 heeft gezegd ..dat de passieve luchtbe scherming te splitsen ls ln twee stukken: het stuk waarvoor de Overheid verant woordelijk is. en dan de zelfbescherming", is deze uitspraak slechts geschikt om de verwarring te vermeerderen, omdat de onderlinge verhouding door dergelijke vage algemeenheden niet verhelderd wordt. „Ik wil hier volstaan" zoo eindigde de heer Klein, „met dc herhaling van onze stelling, dat het ln de zelfbescherming be lichaamd particulier Initiatief niet alleen dc hoeksteen ls van de geheele lucht beschermingsorganisatie, maar het primaire belang van het land en zijn bevolking ver tegenwoordigt Vanzelfsprekend behoort dit onder leiding van de overheid te staan, doch op een wijze, die het Initiatief van den burger prikkelt en op een hooger plan brengt en niet zoodanig, dat het wordt ver lamd en ten slotte wordt verstikt". ONJUISTE MEDEDEELINGEN VAN DEN MINISTER. De heer Bogaardt. directeur-secretaris, zeide vervolgens dat bijna elke mededee ling van den minister van blnnenlandsche zaken onjuist was geweest. Zich beperkende tot eenige punten roerde spr. allereerst de klachten van den Inspecteur der lucht bescherming over onvoldoende samenwer king tusschen hem (den inspecteur) en de N.V L aan. hetgeen enkele maanden na het optreden van den minister ln 1937 het ge val zou zijn geweest. Hier stelde spr. een citaat uit dc notulen der vergadering van de interdepartementale commissie van 24 Januari 1938 tegenover. Daarbij ls door ge neraal Dc Ridder gezegd: „Hoewel de laat ste tijd de verhouding tusschen de Inspec tie en de vereenlglng zeer goed is en de vergaderingen zoo veel mogelijk bijgewoond worden betreur lk het toch, dat lk niet als officieel regeerlngsgedelegeerde ln het be stuur zitting heb". Dat de klachten tot het Instellen van de commissie Quarles van Ufford hebben ge leld", aldus de heer Bogaardt, ,.ls ln strijd met dc feiten. De commissie is Ingesteld nadat de oud-voorzitter der N.V.L., de heer Van Llth er op gewezen had. dat de ma nier waarop de minister de N.VX. behan delde, een conflict tusschen Zijne Excellen tie en de vereenlglng tot gevolg zou heb ben. Wat het subsidie betreft, de minister ls van oordeel, dat het rapport Quarles van Ufford een rijkssubsidie van f. 27.500, be nevens een regeeringsgarantle voor de ex ploitatie van „Luchtgevaar" bevat. Daar mede tracht de minister aannemelijk te maken, dat hij zich aan de minlmum- elschen van het rapport heeft gehouden Deze voorstelling van zaken Ls volkomen ln strijd met het rapport. Daarin worden de uitgaven van de N.V.L. per Jaar (als uiterst minimum) op f 67.500 'ongeacht een ga rantie voor „Luchtgevaar"geraamd. Voorts stelt het rapport dan voor, dat het groot ste deel van dit bedrag en wel f 40 000, zal worden verkregen door subsidleerlng door de gemeenten. De minister verzwijgt nu dat het opbrengen van f. 40 000. waarvoor de tusschenkomst van den minister onont beerlijk zou zijn geweest, nooit heeft plaats gehad. Het bestuur der N.V.L. ontkent voorts de statutenwijziging op de lange baan gescho ven te hebben en ls van meening, dat het ministerie wel een overwegend aandeel in de .samenstelling van deze statuten heeft willen hebben Pas op 23 November 1939 was het overleg binnenkamers van het ministerie over het op 26 April 1939 door het secretariaat der N.VX. toegezon den eerste ontwerp der statuten beëindigd. Het hoofdbestuur vergaderde daarna reeds op 1 December. Het bestuur der N VX. ontkent ook, dat het bulten den minister ,of Inspecteur der luchtbescherming om de verkoopsorgani satie .Xubenla" heeft georganiseerd. Reeds op 2 Juni 1939 werd den minister medege deeld, dat het bestuur een verkoopsorga- satle noodlg achtte. Op deze missive ls, zooals op vele andere, geen antwoord ont vangen. Bovendien bevatten de notulen van een vergadering, gehouden op 19 Septem ber 1939 bijgewoond door den vertegen woordiger van den minister de mede deeling, dat tot de oprichting van een der gelijke stichting besloten werd. Daarnaast gaf de minister zelf een uit breiding aan het recht van placet. Het was zijn recht, om, Indien de vereenlglng langs den weg van vrije keuze een aantal leden van het dagelljlcsch bestuur heeft benoemd, te kunnen doen blijken of bepaalde leden zijn instemming niet hebben en Indien hij van dit recht gebruik zou maken onder aanvoeren van een nadere motiveering. Hetgeen de minister nu doet komt in feite hierop neer, dat hij vóóraf de keuze van bepaalde bestuursleden, die een prominente positie in de vereenlglng moeten innemen, aan zijn goedkeuring wenscht te binden. Het spreekt vanzelf, dat dit een uitbreiding is van het recht van placet, dat door de vereenlglng niet kan worden aanvaard en waartegen dan ook het hoofdbestuur in zijn brief van 5 December 1939 bezwaar heeft gemaakt. DE BRIEF Wat de kwestie van den brief van den Commissaris der Koningin ln de provincie Friesland betreft, ls het hoofdbestuur van meening, dat de Commissaris der Koningin het slachtoffer van een machinatie is ge worden. Dit schrijven bevat slechts gissin gen en onderstellingen doch geen feiten. De onderstellingen van den Commissaris zijn volkomen uit de lucht gegrepen. Het hoofdbestuur onderstelt, dat de heer Van Harlnxma thoe Slooten het slachtoffer is geworden van een welbewuste poging om zich van zijn gezag te bedienen. Wat het door den minister naar aan leiding van dezen brief ingestelde onder zoek door den heer Van Batenburg (adj - Inspecteur voor de luchtbescherming en rijkscommissaris van politie betreft, wees spreker er op, dat de voorzitter en de secretaris, die gezegd zouden hebben, dat de statutenwijziging door den minister was opgedrongen, niet door den heer Van Ba tenburg zijn gehoord. Hij verklaarde met nadruk, dat alle beschuldigingen, die tegen het bestuur zijn ingebracht, bulten het be stuur om zijn gegaan en dat het in geen enkel opzicht ooit in de gelegenheid is ge steld zich hierop te verweren En de loterij? De minister zegt. dat hem daarvan eerst mededeeling is gedaan, toen het besluit genomen was Deze mededeeling is onjuist. Vijf dagen vóór de aanvraag (14 December 1937van de loterij, is de mi nister schriftelijk hiervan in kennis gesteld. Voorts heeft de minister wel degelijk de benoeming van den heer Klein, in afwach ting van de reorganisatie, goedgekeurd. DE DISTRIBUTIE VAN GAS MASKERS. Ten slotte: de distributie van gasmaskers. Het hoofdbestuur der N.V.L. zou uitreiking via de afdeelingen ontraden hebben, om dat in de leiding daarvan niet voldoende vertrouwen kon worden gesteld. Op 4 September 1939 ontving het dage lij ksch bestuur telefonisch opdracht, om met grooten spoed een distributie-schema op te stellen voor de distributie van 80.000 Want H-O en Quaker zijn rijk aan Vitamine B„ het edele element van ge zonde \oeding. Dagelijks moet het lichaam Vitamine B, krijgen, want liet kan er geen voorraad van maken. H-O en Quaker zijn bovendien rijk aan eiwit voor stevige spieren en weef sels; rijk aan belangrijke minerale stoffen, ijzer en phos phorus, voor krachtig bloed; kracbtvoedsel, dat niet dik, inaar sterk en onvermoeibaar maakt. Bij het ontbijt, of als nagerecht, altijd smaakt H-O of Quaker even heerlijk. Dit tien keer geroosterd haver mout wordt, volgens een speciaal procédé, gemaakt van de bc9tc zongcrijpte haver ter wereld. Dat is de reden. Klaar in een dat alleen bij H-O en Quaker dc volle voedingswaarde paar minuien en de heerlijke smaak voor U behouden blij\en. Niet elk pak havermout is echter H-O of Quaker. Sla er dus op, dat wen U bet origineele pak geeft. Dan alleen fcunt U er zeker van zijn, de onveranderde, gewaarborgde kwaliteit te ontvangen, "t Lekkere H-O of Quaker bespaart U tijd en geld en uw gcbeele gezin smult er van. Denk er aanKoop vandaag nog een pak bij uw kruidenier. Een verruiming roorutr kinderen Tegen inzending van slechts 2 Quaker of H-O mannetjes, plus 10 ct aan post zegels, krijgt IJ, zoolang de voorraad strekt, 55 verschillende post zegels franco toegezonden. Voor 2 collecties 4 man netjes en 20 ct aan postzegels. Knipt de mannetjes uit de origineele groote Quaker, H-O of Kuix pakken en zendt ze met 2 postzegels van 5 ct in gesloten cou vert als brief, voldoende gefrankeerd, met uui adres aan Quaker, afd.29. Postbus 905, Rotterdam. Aon één adres worden niet meer dan 2 coll. gezonden. NEERLANDS POPULAIRE. ZUINIGE ONTBIJT! 2660 (Ingez. Mea.j gasmaskers aan de burgerbevolking. Het schema kwam nog des avonds laat gereed en werd aan verschillende adressen (minis terie, Inspectie i bezorgd. Ter conferentie van 5 September 1939. des voormiddags te 9 uur, verklaarde de rijksinspecteur dat er in het geheel geen gasmaskers voor de burgerbevolking be schikbaar waren. Een voldoend aantal gas maskers zou eerst na eenige weken kunnen worden verkregen, wanneer de producen ten in de gelegenheid zouden zijn gesteld om gemobiliseerd personeel vrij te maken en de productie op te voeren. De heer mr. Mulder verklaarde daarop de conferentie die uiteraard slechts enkele minuten duurde voor geëindigd. BIJ schrijven van 19 September 1939 deelde de inspectie aan de N.V.L. mede, dat volgens beschikking van de regeering een kwantum van 42.000 gasmaskers ter be schikking van de N.V.L werd gesteld ter distributie. In deze mededeelingen werden wel de verkoopsprijzen vermeld, doch niet de prijzen, waarvoor de N.V.L. moest ver- koopen Bij verdere besprekingen bleek de Inspectie te verlangen dat de gasmaskers aan de afdeelingsbesturen zouden worden „gedistribueerd". Op de vraag om distri- butieprijzen te noemen volgde geen ant woord. Alleen werd op de vraag of gratis distributie bedoeld werd ontkennend ge antwoord. Tegenover den elsch van de inspectie dat het hoofdbestuur de betaling van alle gas maskers aan de regeering zou garandeeren, stelde het bestuur de mogelijkheid om de distributie centraal en tegen vooruitbe taling te doen geschieden, niet omdat het „in de leiding van de afdeelingen in het algemeen geen vertrouwen stelde", doch omdat het de secretarissen van de afdee lingen. op wie het werk zou neerkomen, niet wilde belasten met distributiewerkzaam heden. wiei omvang het ministerie aan de Inspectie niet konden begrijpen Om aan alle kwesties een eind te maken heeft het bestuur bij zijn brief van 26 Sep tember 1939 aan de inspectie een schema ter hand gesteld van detailverkoopprijzen en distributiekosten met het verzoek om deze goed te keuren. Op dezen brief volgde geen ander antwoord dan een telefonische mededeeling van de inspectie, dat de minis ter van de distributie via de N.VX. had af gezien. Ter audiëntie van 30 October 1939 ver klaarde de minister de distributie via de postkantoren een proefneming te zijn. Van de mislukking daarvan was de minister, zooals daarbij tot uitdrukking werd ge bracht, reeds op dat oogenblik overtuigd. Deze overtuiging heeft den minister echter geen aanleiding gegeven om de distributie nog op een andere wijze te beproeven Na deze uitvoerige toelichtingen inzake het beleid van het N.V.L -bestuur werd ge legenheid gegeven tot het stellen van vra gen. Daarbij ontkende de heer Klein nog eens nadrukkelijk dat hij in een vergade ring van het Provinciaal Verband te Gro- I ningen, de afdeeling zou hebben beïnvloed 1 ten einde het aanvaarden van de nieuwe statuten tegen te gaan. Voorts gaf hij nog een kort overzicht van de besprekingen met den minister-presi dent en den minister van defensie, waarbij ook mr. Mulder, namens den minister van blnnenlandsche zaken, aanwezig was. Vol gens den heer Klein zou de minister van defensie daarbij, toen het hoofdbestuur nogmaals aandrong op het noemen van feiten, welke de grieven van minister Van Boeyen rechtvaardigden, tijdens het door bladeren van de voor hem liggende rap porten gezegd hebben, dat daarin geen fei ten te vinden waren De heer Mulder is toen ln de gelegenheid gesteld er nige te noemen. Nog altijd volgens de mededee lingen van den heer Klein, zou deze er toen drie genoemd hebben, drie grieven, welke minister Van Boeyen aanleiding zouden hebben gegeven tot de gedachte, dat het hoofdbestuur den zetel der regeering zou hebben willen innemen. Het eerste feit. dat door den heer Mulder naar voren gebracht was, dateerde van 1537, in welk jaar de N.V.L een stand heeft in gericht op de luchtvaart tentoonstelling, aangevende wat de burger zelf bij de lucht- i bescherming kan doen ofschoon minister De Wilde daarvoor het aangevraagde sub sidie van f 8000 niet wilde verleenen. De kosten zijn toen tot de helft teruggebracht en aangezien een vooraanstaand Nederlan der zich voor het geld garant verklaarde, kon dit plan toen doorgaan. De heer Mulder noemde dit een duidelijk bewijs van het streven van het hoofdbestuur den zetel der regeering in te nemen Als tweede punt roerde de heer Mulder het beruchte art. 13 der statuten aan. Dit is zoo geredigeerd, dat de afdeelingen op huishoudelijk gebied de vrije hand houden. Ook dit bewees, volgens den heer Mulder, dat de vereeniging den zetel der regeering wilde innemen, waarbij als derde punt nog kwam. dat een hoofd van den luchtbeschermingsdienst van een groote gemeente bezwaar had moeten ma ken tegen een artikel in het studie-orgaan, daar dit artikel strijdig zou zijn met een der plaatselijke verordeningen. Het bestuur is op deze aantijging het antwoord schul dig gebleven. „Wij voor ons" aldus de heer Klein, hebben de overtuiging, dat de grieven van minister Van Boeyen in werkelijkheid slechts van onbeteekenenden aard kunnen zijn Wij zullen thans de algemeene verga dering alle afdeelingsbesturen krijgen het materiaal toegestuurd, dat het hoofd bestuur, in antwoord op de beschuldigingen van den minister heeft bijeengebracht op 27 April te Utrecht laten beslissen...!" Java—New-York Liin KOTA RADJA 9 April van New-York naar Newport Ne a Roti. Llovd INDRAPOERA 10 Aoril van Batavia naar Genua SIBAJAK !0 April van Genua naar Batavia. M(j. Nederland TJIKANDI. 11 April van Java te Amst JOHAN VAN OLDENBAR- NEVELT uitr., 10 April te Belawan.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1940 | | pagina 9