Geallieerde ministers aan het woord LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 11 April 1940 Derde Blad No. 24553 Engeland merkt niet veel van den oorlog GEBRUIK SUNLIGHT ZEEP Geallieerde propaganda- successen tijdens den wereldoorlog 81ste Jaargang UW WAS GOED OP VEILIGE WIJZE PRACHTIG HELDER 6n dtAdteZu ftio, doet Uur ^oedl deun Aurftd Halifax Het vijfde oorlogswapen (II) De ineenstorting van de Donaumonarchie en de actie tegen Duitschland De organisatie tijdens de jaren 1914t-1918 Reynaud Eden Er is aan niets gebrek en de vreemdeling behoeft er zich niet druk over te maken, dat vleesch, suiker en boter alleen op bons verkrijgbaar zijn. Prof. P. Ceyl. L Engeland terugzien, na vier Jaar, Enge- ind waar Ik zoo'n groot deel van mijn fcven doorgebracht heb, en dat ln deze om- andlgheden, het ls wel een .eigenaardige t-varlng geweest! Wat merkt men er van jrii oorlogstoestand? Voor mij was Londen ilvast een heel ander Londen, omdat dc |niversltelt gedeeltelijk geschorst en voor rest over allerlei provinciesteden (tot het afgelegen Aberystwyk toe!) ver breid Is. University College (mUn eigen college") en Kings College staan daar leeg verlaten Andere „colleges" zijn voor tgeeringsdoolelnden ln beslag genomen en i het geweldig groo nieuwe gebouw. 6a t hoog achter het putsch Museum ver- Ijst en dat bestemd voor de centra- werkzaamheden an de universiteit het was nog maar auwclUks ln ge- irulk genomen en nog niet vol- old), hulst nu het Ministry of Infor mation. Mijn vrlen- Jcn en oud-collega's [en nog maar zeer decltelUk (en dan pus ln allerlei ult- Joeken van het and) hun gewone werk. De een zit ln dit, I ander ln dat ministerie, en een heel ge- al werkt te Oxford voor het Royal Insti tute of International Affairs (dat ln Lon- In Chatham House gevestigd was en laarnaar ook nu nog vaak genoemd wordt) jat befaamde studie-centrum, dat sedert leptembei door het Foreign Office overge komen ls. Als men door Londen dwaalt. |Uet men trouwens de teekenen van den lorlog aan alle kanten. In de bekende stra- hebben alle winkels hun kelders be- cherind met zandzakken, vaak keurig ln planken betimmering gevat, en ook de rui en ingangen van winkels, theaters. uirants zijn meest ingetlmmerd of al- hans aan de randen afgedekt om bij dc [verduistering 's avonds alle kleren te .stop ten dat geeft overdag ook al een Ietwat (rukkend aspect. Die verduistering is ■een kleinigheid! Zonder zaklantarentje [(„toorts" zeggen de Engelschen) komt men pc straten waar taxi's en bussen met half- t'edoofde lichten spookachtig overheen ichleten, waar men de trottoirbanden, wlt- j?emaakt ais ze zijn, niet kan onderschei- tien, niet levend over. Mijn zaklantarentje, pat lk uit Holland meegebracht had, zou nlj duur te staan hebben kunnen komen: lvijfhonderd pond boete en zes maanden gevangenisstraf", zei mij een polltle-agent. Bie het overigens goedmoedig bij die me- drdreling liet; en dat omdat het lampje bulten de metalen koker uitstak en het licht dus te veel naar boven .scheen! Verder, om even bij het uiterlijk aspect te blijven, wemelt de stad natuurlijk van uni formen. De daagsche uniform van de nieu- We recruten, die Iets boezeroenachtigs heeft [trof mU aLs meer practlsch dan fraai, maar wat nog het meest opvalt, zijn de talrijke neisjes en vrouwen ln khakl, in blauw, ln kleed ljen van allerlei soort naar gelang fan de formaties waartoe zij behooren, die nee aan den oorlog doen. Er zijn er die er Z» zakelijk en militair uitzien, dat men ze [enkel in termen als korporaal of sergeant (ou kunnen onderschelden; maar de mees- blijven zoo coquet als haar niet-gemlll- alrlseerde zusters, en men ziet boven die (uniformen heel wat roode lipjes en ge golfde haren, men ziet ook heel wat man nelijke en vrouwelijke uniformen klaarblij kelijk teeder gepaard al worden dc de monstraties die in niet- of half-milltalre Verbindingen toelaatbaar zijn, vermeden. Oorlogstoestand maar oorlogsernst? Neen, hoe zou het eigenlijk kunnen? Dc orlog heeft voor de Engelschen nog Iets [onwezenlijks. Die evacuatie van Londensche ichoolkinderen en studenten, die krachtda dige voorzorgsmaatregelen tegen luchtaan vallen (overal handwijzers naar de naaste [schuilkelder of schullloopgraven), men kan dat alles zoo heel ernstig niet meer nemen hu de luchtaanvallen al zeven maanden uit gebleven zijn. De schoolkinderen keeren erug; mijn verbannen oud-collega's hopen na de groote vacantle de vertaten ..colle- iges" weer ln gebruik te mogen nemen. Er porden nu Jongelui voor den dienst opge roepen, telkens nieuwe honderdduizenden, niet uitzondering van den vorigen oorlog het Engelsche leven iets onbekends, naar naar verhouding zijn er toch nog nog lang zooveel Engelschen niet onder de wapenen als Hollanders, om van de Franschen niet te spreken; en vechtendoen zij Immers totnogtoe nauwelijks meer. Er Ls aan niets gebrek. Er zijn levensmiddelen kaarten ingevoerd voor vleesch. suiker en boter; maar lk heb de moeite niet geno men er een aan te vragen en ln hotels of restaurants wordt er niet naar gevraagd; in de gezinnen zit men ook zoo krap niet. Alleen met suiker ls men overal zuinig. Maar dring door de donkere en met zand zakken gebarricadeerde deur een restau rant binnen, en het gaat er net zoo toe Bals vroeger. In het befaamde Simpson's, ln het Strand, rijden de koks nog dezelfde kostelijke schapenbouten en stukken rund- Ivleesch rond en snijden u porties, die niets minder zijn dan lk mij herinnerde. Duur lis het Londensche leven ook niet. voor ons IblJ de bestaande koers zelfs goedkoop En |vol en druk. precies als in vredestijd Er mogen nog zooveel Londenaars ln dc pro vincie zitten, niet minder groot ls het getal van hen die in verband met den oorlog [voor korter of langer tijd naar Londen ge trokken worden. Als men wat nauwkeuriger rondkijkt, ziet men de sporen van oorlogsdruk wel dege- Mct de publicatie van bUcaand artikel vangen w(| een aerte van vier artikelen aan van de hand van prof. P. Geyl, hoogleeraar in dc Algemeene Geschiedenis en dc Vaderlandschc Geschieden!» van den nieuwen tijd aan de Univer siteit te Utrecht. In dere artike lenreeks zal prof. Geyl. die zeer lang In Engeland heeft gewoond. z(jn Indrukken weergegeven over een recent bezoek aan dit land, speciaal wat betreft den oor logstoestand. ^IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIillllllllllllllllilllllllHI lijk. Een financleele druk. die zich voor- looplg vooral op het rijkere weeldeleven laat gevoelen. Dc clubs staan weer voor een moeilijken tijd, net als ln den vorigen oorlog. Dc dure dokters ln Harley Street klagen. Hier en daar ziet men een fijn res taurant gesloten. In een aristocratische wijk als Eaton Square kan men haast even veel borden met te huur of te koop als hulzen tellen. Maar voor de groote meerderheid betce- kent het gebeuren misschien wel verande ring, opschudding zelfs, maar geen narig heid. geen ontbering; nog. De toon van het Engelsche leven is dan ook hoofdza kelijk dezelfde gebleven. Er ls geen opwin ding, geen overspanning, geen felheid. Een eerste verschijnsel van oorlogshysterle zou men kunnen zien in de revues waarbij vrouwelijk naakt en de geleidelijke onthul ling daarvan de voorname attractie vor men: de foto's die lk bulten een theater ln de middenstad zag, vormen voor Londen een werkelijk verbluffend schouwspel.Maar men heeft hier blijkbaar te doen met de speculatie van wat heel voorbarige onder nemers. In de „Daily Telegraph" en andere bladen is een levendige lngezonden-stuk- kcn-campagne tegen het euvel gevoerd en men bereidt al ingrijpen voor. Overigens treft het, hoezeer de vriendelijkheid, men- schelljkheid, redelijkheid, die karakteristiek zijn voor dit hoog beschaafde volk, zich handhaven. Iedere vreemdeling moet het opmerken op de vele bureaux waar de I strenge voorschriften hem noodzaken zijn I tijd te verkwisten. De voorschriften zijn streng, maar de beambten hoffelijk en ge duldig. Het blijkt ook ln de eindelooze dis cussies over de oorlogspolitiek en haar pro blemen. Kritiek wordt geoefend en geduld. Zoo'n eerbied bestaat nog voor de vrijheid van meenlngsultlng, dat de „Daily Worker", die in Stalin LstLschen geest den oorlog da gelijks aLs een Fransch-Engelsehen oorlog voor kapitalistische oogmerken brandmerkt, ongehinderd kan verschijnen. De strijders voor vrijheid en democratie zullen zichzelf zoo hard moeten aanpakken die vrees hoort men vaak verkondigen de harts tocht van hun worsteling die ten slotte ook een worsteling om het bestaan ls, zal zoo de overhand op hen krijgen, dat zij in de overwinning al het waardevolste waarvan zij nu zoo hoog opgeven, zullen blijken ver loren te hebben. Dat Ls zeker geen onzin nige gedachte, al houd ik het er voor, dat zij het weerstandvermogen van de Wester- sche beschaving onderschat. Nu in leder geval zijn de eerste teekenen van zoo'n gang van zaken nog nauwelijks te onder scheiden. Maar de oorlog Ls dan ook voor zooveel Engeland betreft, nog nauwe-j lljks begonnen. "Zo\n, doet li tur, acAMuuauJU, uwu> -Jt Zuf)HET MAAKT I LAAT UW GOLD NIET BEDERVEN DOOR SCHERPE ZEEP! EN NOOIT ZEEP VAN ONBEKENDE HERKOMST 2490 (Ingez. Ried Mede dank z(J de uitstekend gelelde pro- paganda-actie, dank zij dus een nuttig ge bruik van het piepjonge vijfde oorlogswa pen, slaagde Duitschland erin. Rusland als oorlogvoerende mogendheid uit te schake len Rusland verhaastte op zijn beurt het uitbreken van de revolutie in Duitschland door middel van handige propaganda-actie Ook de geallieerden kunnen echter op belanrijke successen wijzen, die zij voor een goed deel op rekening van dit nieuwe wa pen kunnen stellen. Hun eerste succes was de ineenstorting van de Donaumonarchie, van den roem ruchte» Habsburgstaat, die eeuwenlang in de Europeesche samenleving zulk een ge weldige rol heeft gespeeld. Lang voordat Duitschland en Rusland actief werden en hun propaganda direct op den vijand richtten, hadden de geallieer den reeds Ingezien, welke mogelijkheden de beïnvloeding van het leger en de bevolking van Oostenrijk-Hongarije bood. Lang voor dat ln Petersburr en Berlijn de revolutie uitbrak, hadden Londen en Parijs reeds een fnulkenden propaganda-aanval Ingezet op den Weenschen Hofburg. Terdege gaven zU zich rekenschap van het feit, dat hier een staat als mikpunt diende, die innerlijk geen eenheid vormde, waarvan de bevolking een groot aantal zich verongelijkt en achteruitgezet voelende minderheden omvatte. Behalve Oostenrij kers en Hongaren, die het overigens ook niet al te best met elkaar konden vinden en elkander afgunstig bespiedden, woonden in dezen staat: Tsjechen. Slowaken. Slo venes Polen. Roemenen. Serviërs, Kroaten Albaneezen, Bulgaren en Italianen. En In derdaad verkeerden de Dultschers en Hon garen te midden van dit mengelmoes wel ln oen sterk bevoorrechte positie. Voort durend deden zich reeds ln vollen vredes tijd dientengevolge ernstige moeilijkheden voor en het was uiterst moeilijk, de Donau monarchie voor een scheuring te bewaren. EEN TOOVERWOORD DOET WONDEREN Welnu de Geallieerden fluisterden dezen minderheden een tooverwoord ln het oor. Het tooverwoord: zelfbeschikkingsrecht. Dit woord bracht de toch al niet veel voor den „Duitschen strijd" voelende mln- derhedcn-lciders tot een maximum activi teit. En de geallieerden bedachten zich geen seconde, maar stelden deze leiders in het bezit, van voldoende geldmiddelen, ga ven hun gelegenheid om vanuit het vijan delijk land hun geestverwanten in Oosten- rijk-HongarlJe te steunen en aan te moe digen. En deze actie, dit tooverwoord, deed won deren! t Spoedig werden ln Frankrijk Tsjechische vrijcorpsen gevormd, spoedig zaaiden ge heime agenten onder de bevolking, zoowel als onder de soldaten van de Donaumanar- chle het verlangen naar zelfstandigheid uit en naar aansluiting bij de groote moeder volken. De verschillende nationaliteiten vervreemdden van den Oostenrljksch-Hon- gaarschen staat, de propaganda ^loeg de wapens uit de handen der soldaten. VERRAAD! Vele Tsjechen, Slaven, Polen, Roemenen begonnen wrijwillig tegen Habsburg te strij den, werkten naarstig mede aan de front- propaganda. het aantal overloopers naar den vijand werd steeds grooter en de Oos- tenrljksche legerleiding beschikte op het laatst nauwelijks meer over een legercorps, dat voor de volle honderd procent betrouw baar was. Verraders tot in de hoogste krin gen stelden zich tot taak militaire beslui ten binnen den kortst mogelijken tijd in handen van den vijand te spelen en nog vóór de Oostenrijkers bijvoorbeeld een aan val op Italië Inzetten, wisten dezen precies waar en wanneer deze aanval zou ko men De gevolgen bleven niet uit. Oostenrijk- Hongarlje stortte ineen, tengevolge van den papleren oorlog TWEE BOEKEN. Natuurlijk hebben de geallieerden ook in Duitschland propaganda gevoerd. En zij deden dit door den Dultschers de zegenin gen der democratie voor oogen te houden en het vredesverlangen zooveel mogelijk te prikkelen. Zoowel door pamfletten, als door middel van geheime agenten werd de Duitsche regeering afgeschilderd, vooral tegen het einde van den oorlog als de eeni- ge hinderpaal voor een rechtvaardigen vre de. Alles zou goed worden in de wereld als de Keizer maar eenmaal verdreven en een democratisch bewind ingevoerd was. Na drie jaren oorlog en een felle blok kade was het weerstandsvermogen van het Duitsche volk verminderd. Men begon in derdaad naar vrede te verlangen. Men be gon zich ontevreden te toonen. Zelfs in het zoo voortreffelijk gedisciplineerde Duitsche leger. Tegelijk met de Britten, die voorname lijk de bovenomschreven actie voerden, wa ren ook de Franschen aan den arbeid. Zij wisten in Zwitserland een groep van Duit sche literatoren en journalisten te vormen, die Frankrijk verheerlijkten en Duitsch land afvielen. Bovendien maakten de Fran schen op groote schaal gebruik van een tweetal door Dultschers geschreven boeken n.l. het befaamde J'accuse van den Jood- schen auteur Gtelling <1915). dat de gehee- le schuld aan een oorlog op de schouders der Duitschers wentelde en op het bekende werkje „Mijn Londensche missie"' van Vorst Lichnowsky, die van 191T tot 1914 Duitsch ambassadeur te Londen was en eveneens de Duitsche politiek scherp vonniste. In millloenen exemplaren werden deze geschriften gedrukt en in Duitschland ver spreid. Het resultaat bleef van dit alles niet uit. Zonder eenigen twijfel Ls het uitbreken van de revolutie in Duitschland. is de Duitsche nederlaag voor een belangrijk gedeelte op rekening van het vijfde oorlogswapen te stellen. DE ORGANISATIE. Ziedaar de voornaamste successen, die tijdens den oorlog van 19141918 behaald werden. Dit overzicht zou echter niet volledig zijn, als er niet nogmaals op gewezen werd, dat eerst tegen het einde van den oorlog de georganiseerde, de doeltreffend geleide propaganda l.aar intrede deed In de eerste oorlogsjaren zat in de pro paganda weinig systeem. Men trachtte zoo Lord Hallfax sprak zijn rede gisteren uit als eeregast aan een déjeuner van het co mité voor Nationale Defensie en openbaar belang ln Londen. Behalve hetgeen reeds gemeld ls, zelde hij om. nog, sprekende over het werk van de Engelsche vloot: ,.Gij kunt van mij aan nemen, dat dit werk niet IJdel ls en dat de meest volledige inlichtingen verstrekt zul len worden." Voortgaande verklaarde hij: „Ik denk dat in deze gebeurtenissen een moraal ligt voor de neutrale staten. Groot- Brittannië of Frankrijk hadden op ieder oogenblik in de afgeloopen zes maan den iedere haven of basis, die zij wil den, kunnen bezetten. Dit soort dingen kan gebeuren, wanneer neutrale staten niet bereid zijn tijdig te vragen om de hulp, die zij zoo vaak zoeken, wanneer het te laat is om die hulp doeltreffend te maken." De gebeurtenissen in Scandinavië, zoo zette hij verder uiteen, bewijzen, dat noch nlet-aanvalsverdragen. noch de afwezigheid van provocatie beteeekenls hadden wan neer de Duitsche politiek Iets anders eischte. ..Ik vind het moeilijk te gelooven, dat zelfs dr. Goebbels kan veronderstellen, dat de wereldmeening represailles als redelijk zal erkennen welker rechtstreeks doel ls. de vernietiging van de onafhankelijkheid van nog twee landen. De waarheid is, dat tegen over dit soort optreden niemand, die niet in een positie is om zichzelf te verdedigen veilig ls." „Wij moeten de conclusie trekken, dat reeds vóór deze laatste agressie degenen, die dachten, dat de tegen woordige Duitsche regeering ooit be reid zou zijn een vrede te sluiten, die voor het geweten der wereld gerecht vaardigd kon worden, zichzelf misleid den." Ik heb daarom nimmer geleefd in de hoop, welke sommigen beweren te hebben op de mogelijkheid om he den ten dage een rechtvaardigen en duurzamen vrede te sluiten, den eeni gen vrede, dien wij kunnen sluiten. Ten aanzien van de Brltsch-Russische betrekkingen zelde Halifax: „Sommigen wenschen. dat wij Rusland den oorlog ver klaren, anderen, dat wij toenadering tot de Sovjet-Unie zoeken. Wij beschouwen deze kwestie niet alleen tegen den achtergrond van de Russische willekeurige aanvallen op Polen en Finland, maar eerder in het licht van wat naar mijn meening ons eerste doel moet blijvnn: het verslaan van Duitschland. Daaruit volgt, dat onze betrekkingen met Rusland vooral afhankelijk moeten zijn van de mate van hulp, die Rusland om de een of andere reden Duitschland metterdaad wenscht te verleenen. Halifax gewaagde vervolgens van de cri- tiek, welke de Engelsche politiek van de afgeloopen twintig jaren ondervond ..Som migen hebben gezegd, dat onze inspanning gedurende deze Jaren gefaald heeft omdat we verplichtingen op ons genomen hebben. welke wij niet in staat waren te vervullen, anderen, omdat wij naar een internationale orde op wereldplan gestreefd hebben, zon der de medewerking van bepaalde groote gebieden van de wereld. Nog anderen zeg- zen, dat wij de gelegenheid verzuimd heb ben voor een vreedzame en noodzakelijke herziening van de vredesverdragen. Ver standige menschen zullen met deze critiek rekening houden bij het opstellen van con structieve denkbeelden voor de toekomst en reeds onder den druk van den oorlog zijn wij begonnen om een vergaande samenwer king met Frankrijk op te bouwen, welke, naar lk geloof, aan geen van deze bezwaren blootstaat." Herinnerend aan het besluit van den Oppersten oorlogsraad, dat Engeland en Frankrijk geen afzonderlijken vrede zullen sluiten en dezelfde samenwerking na den oorlog zullen voortzetten, zeide Halifax: ,,Ik geloof, dat de geschiedenis van de laat ste twintig Jaren misschien anders geloopen zou zijn. wanneer na den vorigen oorlog een dergelijke verplichting over en weer aan vaard was. Aan het slot van zijn rede zeide de minis ter: ..De Duitsche leiders zijn bezig de Dult schers in machines te veranderen en alle menschelljke waarden, welke door het ge zinsleven en de christelijke kerk behoed worden, te doen verdwijnen. Zij schijnen de mentaliteit te hebben van de groote ver nielers uit de historie, die opstonden uit de deelen van Europa, die ontoegankelijk waren voor den beschavenden invloed van Rome Indien de nationaal-socialisten deze negatieve krachten der vernieling verte genwoordigen, kunnen wij troost putten uit het feit, dat wij de positieve en opbouwen de krachten, die tenslotte moeten over winnen, vertegenwoordigen." goed en zoo kwaad als Let ging de neutrale staten te beïnvloeden en slaagde daar ook wel in, zonder dat echter de neutralen hun houding wijzigen. Pas laat begon men te organiseeren. In Frankrijk werd in Mei 1918 een algemeen comité voor de propaganda ge vormd. in Engeland werd in Februari 1918 een ministerie voor inlichtingen ingesteld, met aan het hoofd lord Beaverbrook, den befaamden kranten-magnaat, terwijl zijn zijn collega lord Northcliffe leider werd van den propagandadienst onder den vij and. In Duitschland werd eveneens eerst in 1917 een centraal propaganda-orgaan ge vormd. Deze jaartallen zeggen voldoende. Men heeft in de eerste oorlogsjaren aar zelend en onwennig het vijfde oorlogswa pen gehanteerd, men beheerschte de tech niek niet, men kende d. juiste methoden nog niet. Men speelde met dit vlijmscherpe wapen en het Duitsche voorbeeld leert, hoe gevaarlijk dit was. Berlijn werd uiteindelijk het slachtoffer van hetzelfde wapen, waar mede het een van zyn voornaamste tegenstanders ver slagen had. Omdat de Duitschers toen ver zuimden te verhinderen, dat ook het eigen volk door den vijand werd beïnvloed. Deze fout ls in den tegenwoordigen oorlog niet herhaald. Zorgvuldig wordt ervoor gewaakt, dat Engelschen en Franschen het Duitsche volk beïnvloeden. Wel kunnen de Duitschers thans nog vrij hun vijanden beïnvloeden Omgekeerd echter hebben de geallieer den na den wereldoorlog een kapitale fout gemaakt. Een fout, die. toen de nieuwe oorlog uitbrak, evenwel nog tijdig hersteld kon worden. Daarover en over de propa ganda-actie in dezen nieuwen oorlog ln een slotartikel. Bij den aanvang van de zitting van den Senaat, die gistermiddag om tien minuten over drie uur werd geopend, heeft Reynaud uit naam van de regeering, de volgende mededeeling gedaan: „Frankrijk heeft een einde willen maken aan het voortdurend zenden van Zweedsch ijzererts naar Duitschland. Wij hebben de Noorsche zeeën geblokkeerd. Aangezien de neutraliteit niet meer bestond, zijn wij handelend opgetreden. De regeering neemt de algeheele verantwoordelijkheid van de tegen Duitschland verrichte oorlogsdaad op zich; geen ton ijzererts zal uit Narvik naar Duitschland vertrekken. Duitschland ls van zijn kant handelend opgetreden. Het is zelfs vóór ons hande lend opgetreden. Het heeft, uit zijn havens, met bestemming naar Noorwegen, zijn oor logsvloot laten uitloopen. Duitsche matro zen. vermomd als koopvaardijmatrozen, hebben zich van de havens meester ge maakt. Voorts heeft Duitschland Denemarken overweldigd, jegens welk land Duitschland de verplichting had aanvaard om tot geen enkel betoon van geweld over te gaan- Aan den eenen kant ls er een blokkade-operatie geweest, aan den anderen kant de inval in Denemarken, die geen enkel verband houdt met de blokkade. De nieuwe schending van het recht door het nationaal-socialistische regime is voor ons geen verrassing. De blok kade der geallieerden zal morgen met alle kracht worden toegepast op de gebieden, die onderworpen zijn aan de Duitsche controle. Meer dan de helft van de Duitsche vloot heeft zich bloot gesteld aan de Engelsche thuisvloot en de Fransche vloot. Het Duitsche legerbericht doet ons van daag mededeeling van het verlies van twee Duitsche kruisers, de Blücher en de Karls ruhe. De andere Duitsche schepen zijn ge blokkeerd in de Noorsche havens door het Engelsche en Fransche eskader Zijn mededeeling beëindigende, bracht Reynaud hulde aan de Fransche vloot en marinemanschappen. Wij volgen hen. zoo zeide hij, in den slag met vurige eensge zinde harten. Jeanneney. de voorzitter van den Senaat, deelde vervolgens mede. dat de agenda in terpellaties ten aanzien van de defensie vermeldde. Martin, leider der democratische linkerzijde, verzocht de geheime zitting uit te stellen tot Dinsdag om de regeering alle vrijheid te laten en haar te veroorloven, handelend op te treden «luid applaus1. Al dus werd besloten. De vergadering werd daarna gesloten. Eden. de Engelsche minister voor de do minions. heeft in een gisteravond te Londen gehouden redevoering o.m verklaard, dat de gebeurtenissen der laatste paar dagen er slechts toe zullen dienen het Britsche volk tot grooter Inspanningen aan te sporen. „Het kan zijn, dat de actie van Hitier in de Noord^che landen den **allirer- den en hun zeemacht strategic he gele- Tenheden zullen bieden. Het kan zijn. dat deze laatste en meest wanhopige worp een maatregel is van Hitler's eigen harde noodzaak."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1940 | | pagina 9